N°. 7473. BerdeBlad, Feuilleton. De weduwe Neumann. m 4 |A°. 1890. Maandag 7 April. a >1 Vier-en-veert gste Jaargang. Verschijnt dagel ks, uitgezonderd Dinsdag. Binncnlandsclie Berichten. wemeitgdc Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. ;markt, -4% GDURA11 Abonnementsprijs, per kwartaal Tranco per postdoor liet gchccle Rijk Afzonderlijke nomrners -1.85. - 2.50. - 0.10. B U K E A V MAltKT, 124. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10, Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. SCHIEDAM, 5 April 1890. Onder de vele wandelaars op de Biltstraat te Utrecht kon men Zondagmiddag ook een wandelaar van 103 jaar ontmoeten, namelijk den heer B. Lorette, die, niettegenstaande zijn hoogen leeftijd, toch nog anderhalfuur in beweging bleef. In het Transvaalsche blad De Pert, van S Maartleest men onder de rubriek >Pen- krassen" uit Pretoria het volgende: In de Volksstem las ik onlangs dat in een district van onze republiek een vereeniging van jongelieden was opgericht. De leden dezer ver eniging verbinden zich onder eedo, geen meisje te zullen huwendat eerst aan een jonkman aanmoediging heeft gegeven en vervolgens toen bijt daui door gesterkt, haar ten huwelijk vroeg hem weigerde. Zoo'n vereeniging zou men kunnen noemen »A|geraeene bond ter bestrijding der coquetteiie". En nu te denken dat de Zuid- «frikaansche republiek in haar eenvoud aan de ga rise lie wereld moet voorgaan in de bestrijding van deze zoo typisch vrouwelijke eigenschap, die door sommige sterk, wordt gelaakt en door andere tot zekere hoogte wo dt geprezen. Als ik een -Transvaalsch meisje a/as, dan zou ik een apologie in de Volksstem ei=chen, want het oprichten van zoo'n vereeniging is voldoende om ons gebeele «nooiendom" in do buitenwereld in opspraak te brengen. Maar ik ken eenmaal geen meisje, doch een fatsoenlijk jongeling, die zich met coquetterie f niet ophoudt. Daarom stel ik aan Pietoriaansclie jongelieden voor, zich met mij te vereenigen en een onderafdeeling van dien dooriuchtigen bond op te richten, teneinde dus het kwaad te stuiten vóór de harten van al onze jonge mannen gebro ken zijn. Botterdam. Donderdagavond geraakte een 5-jarig jongetje op de Leuvehaven alhier onder een met wijn beladen sleepers wagen. Beide beenen werden hem letterlijk afgereden. Per vigelant werd hij naar het ziekenhuis vervoerd. if Delft. De liberale kiesvereeniging Burgerplicht" hield Woensdagavond, met het oog op de aanslaande verkiezingen voor de Tweede Kamer (vacature Fabius), en voor de Provinciale Staten (vacature Van der Kun), eene drukbezochte bijeenkomst. Het gold de bespreking van de verschil lende candidaten. Op de voorloopige lijst werden gebracht: Voor de Tweede Kamer de heeren Kielstra, oud-lid van de Tweede Kamer, jhr. mr. A. P. C. van Karnebeck, oud-minister van buitenl. zaken, H. A. M. Maas Geestevanus, A. Smit, oud-burgem. van van Vüssingen. Ook werd genoemd de naam van prof. J. II. Telclers, die echter verklaarde, dat, hoewel men er van verschillende zijden op had aangedrongen, dat hij eene candi- datuur zoude aanvaarden, na rijpe overweging voor de eer meende te moeten bedanken. De candidatuur vond anders in de vergade ring een zeer warm onthaal. voor de Provinciale Staten werden op het gros gebiaelit de heeren A. Vermaes "Wz., wethouder van Delft, en mr. W IC. S. van der Mandele, Lid van den gemeenteraad en oud-lid van de Prov. Staten. Kort na Paschen zal worden overgegaan tot het stellen van eenen definitieven can- didaat. Delft. Dinsdag ontstond even voor mid dernacht een hevig uitslaande brand in het pand, bewoond door den winkelier Knoppen aan den Verversdijk alhier. Door tot hiertoe onbekende oorzaak ontstaan, breidde het vuur zichgevoed door den inhoud van een vat petroleum, dat eerst den avond te voren was aangeslagen, weldra tot het geheele pand uit, dat dan ook in zeer korten tijd in de asch werd gelegd. De brandweer, welke betrekkelijk spoedig op de plaats aanwezig was, kon zich slechts bepalen tot het beschermen der belen dende gebouwenwelke dan ook geen noe menswaardige schade bekwamen. De bewoner die door nederstortende lampenglazen werd gewektslaagde er in zijne liuisgenooten in veiligheid te brengen en beproefde daarna te vergeefs den brand met emmers water te blusschen, zoodat 't wellicht daaraan is toe te schrijven dat het onheil reeds zulk een omvang had genomenalvorens hulp van buiten kwam opdagen. Zoowel de inboedel als het huis waren hoewel laag, geassureerd. Rotterdam, het eerste werk voor 1'46,000* het tweede voor f 10,000, Het badhuis wordt nu met 28 logeerkamers en 4 badkamers vergroot en moet tegen '15 Mei gereed zijn. Wjnakker. De uitslag der "Woensdag alhier gehouden stemming in het Oe district van het hoogheemraadschap Delfland voot twee plaatsen in het bestuur is als volgt! herkozen zijn mei groote meerderheid de heer A. van den Burg Gz., als hoofdingeland, en de heer P. van der Burg Jz., als hoofd» ingeland-plaatsvervanger, heiden woonachtig le Derkei. Van de '1000 stemmen zijn slechts 242 uitgebracht. Loosduitten. Er is alhier aanbesteedde vergrooting van het hotel en de bestrating van de ontworpen straten aan Kijkduin. Heide werken ziju gegund aan den heer Keij, te Novelle van C. FISCHERSaltstein. (Slot.) «Dus thans zondt gij anders gebundeld hebben lik zou tot mijne schoondochter willen gaan, ■als ik slechts wist, waar ik haar kon vinden. Ik zou haar zelfs om vergiffenis willen smeeken Dan komt de zaak in orde I" barstte Formann dos. Gij kunt gerust zijn, oude zondaar, er is ook voor u vergiffenis mogelijk. Ik ken uwe schoondochter en haar zoon." »Ook haar zoon?" riep de fabrikant met bevende «tem«den zoon van mijn zoon Formann, houd -mij niet langer in onzekerheid gij ziet, alle leden -iiimeren mij. Is 't waarheid, wat gij zegt? Be driegt gij mij en u zeiven niet? Gij weet, er zijn .-er zoovelen in Berlijn, die denzelfden naam dragen als ik lik bedrieg mij niet. Wees daaromtrent vol komen gerust, 't Staat maar aan u, om de ge legenheid, die ik u wil aanbieden, te benuttigen. iNog heden kunt gij uw kleinzoon zien en hem, .als gij dat wilt, aan uw imit di ukken. Maar," •wvolgde de heer Formann ernstig en met een niet te bedwingen glimlach, iwat zal er dan van Edmund worden? Gij zult mij immers den wees jongen niet terugzenden?" De fabrikant was, met de hand op den stoel geleund, opgestaan en riep uit tWat denkt gij wel van mijVan Edmund scheiden? Ik zou een nieuw om echt begaan? Neen, ook hij blijft rnijn zoon, mijn pleegzoon, en ik zal wel zoi gen, dat liet hem aan niets behoeit te ont breken, als hij er ten minste met zelf voor zorgt. Ook h ij zal een deel van rnijn vermogen erven, schoon het grootste deel natuui lijk aan mijn kleinzoon toekomt." »Dat is flink gesproken, oude Zoo mag ik het van u hooien. Hoe jammer, dat gij er voor twin tig jaar niet reeds eveneens over dacht. Doch en dit zij u een troost het is nooit te laat om goed te doen." Zwijgend drukte de fabrikant den ouden vriend de hand. «Eigenlijk heb ik reeds een cariièrevoor Ed mund gevonden," vervolgde deze. «De jongen is zeer gelukkig geweest. Hij kan boekhouder wor den in eene florissante zaak, en als ik mij niet bedrieg, eerlang deelgenoot van de fii ma. Want de eenige dochter van de eigenares, een allerliefst kind, slaat leeds de oogen op den jongen liuer. Stemt gij in de plaatsing toe, dan zult gij weidra ook uwe goedkeuring aan het huwelijk kunnen geven." ilk stem in alles toe, wat gij mij aanbeveelt," lAanbevelenswaardig is die betrekking in de hoogste mate. Zelfs van een uitzet bij het huwelijk behoeft geen sprake te zijn. De schoonmoeder neemt hem, zooals hij is. Die dame bezit geld genoeg om bij de keuze van een schoonzoon al leen op diens waarde als mensch te letten." iDan zal Edmund haar niet tegenvallen. Doch laten wij hem nu een bezoek brengen." Klemm moest een rijtuig bestellen. Hij hielp de beide oudjes instappen en gaf den voerman de plaats van bostemniing op: natuurlijk ging het naar de Fi'iedrichsstraat. Spreken deed men niet veel meer onderweg. Ieder was te veel met zijn eigen gedachten bezig. De fabrikant vei beeldde zich reeds hoe ven ast de aime, zoo lang verstootene zou zijn, eindelijk in genade te worden aangenomen; hoe vioolijk zij haar winkel vaarwel zou zeggen, enz. En haar schoonvader zou haar niet te leur stellen. Hij zou haar zooveel leed vergoeden, zijn geld met volle handen over haar en haar zoon uitstorten. Zoo droomde hij nog, toen het rijtuig reeds stilstond. Verwonderd keek de heer Neumann door het poi tier de Friedrichsstraat over. iWoont hier mijne schoondochter?" Zoetermccr. Tot hoofdingeland-plaats» vervanger in het lGtle district van Rijnland is hij de gisteren gehouden verkiezing gekozen de heer mr. J. P. R. Tak van Poortvliet. De eerste maal, dat Bismarck de hulp van dr. Schweninger, zijn lateren lijfarts, inriep, leed hij zeer aan jicht en zenuwpijnen, welke zeer verergerd waren door zijn veel werken, eten en drinken. Hij verkeerde in een ellendigen, bijna hopeloozen toestand. Dr. Schweninger vroeg den patient allerlei omtrent diens vroeger leven. Bismarck vond dit zeer onaangenaam en verzocht den dokter, die malle vragen achter wege te laten. «Dan moet gij de hulp van een vee arts inroepon," antwoordde de dokter; «die vraagt zijn patiënten niets." Bismarck was eerst verbaasd over die lompheid: maar daarna lachte t— «Uitstappen, oude, en zelf gaan kijken." De jioi tier van den winkel van juffrouw Neumann hielp de heeren bij het uitstijgen, de burgemeester nam den vriend in den arm en beiden traden het gebouw binnen. «Mijn hemelwaar brengt gij mij toch heen 1" «Hebt gij dan al vergeten, wat ik u verteld heb? Dit is de winkel, waarin ik Edmund geplaatst heb." De winkelmeisjes zagen de beide oudjes voor klanten aan en vroegen, waarmee zij hen van dienst konden zijn. Toon juffrouw Neumann zich ver toonde, trokken zij zich op een wenk terug. Plechtstatig stapte de heer Formann met zijn vriend op het bureau toe, schoof het voorhang ter zijde en welk een aanblik! daar stond Edmund voor de schrijftafel, tegenover hem Helena en de weduwe Neumann er naast, onzeker hoe zich bij dit bezoek te moeten houden. Den fabrikant ontsnapte een kreet van vei rai sing. Toen scheen hein de aandoening te over stelpen. Formann zag het en greep haastig een stoel, waarop de oude heer nederviel, «O God welk een wederzienbrachthij sidde rend uit, terwijl hij de bovende hand voor d« oogen hield. Nu trad jufli otiw Neumann toe en greep die hand, «Mijnheer Neumann," sprak zij, diep bewogen*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 9