bendingen als geheel, en niet voor ieder
nummer afzonderlijk.
Gisteravond -waren wjj in de gelegenheid,
kennis te maken met de jeugdige vereeniging
aCharitas", die in Musis Sacrum hare eerste
openbare uitvoering gaf. Het goed gerang
schikt, afwisselend programma, samengesteld
uit comische scènes, voordrachten, tooneelspel
en muziek, werd vrij goed uitgevoerdde
comische scènes vooral waren geestig en
"brachten herhaalde malen de lachspieren van
bet talrijk publiek in beweging. In het
tooneelstukje »"Wie is 't voldeden ons
het best de personages Houting en Rozeblad,
die blijken gaven van ernstige studie door
de ongedwongenheid in hun spel; jammer
dat nu en dan de soulfleur te veel tot zijn
recht kwam.
Moge »Charitas" haren stadgenooten nog
menig aangenamen avond verschaffen en dan
vqt meer,werk maken van voordragendoor
eigen krachten.
De leden der Tweede Kamer, uitmakende
de commissie van rapporteurs voor de
spoorweg-overeenkomsten, komen morgen
bijeen tot vaststelling van het afdeelings-
verslag.
Door de commissarissen des Konings in de
provinciën is de volgende circulaire gezonden
aan de burgemeesters:
Blijkens eene missive, met bijlagen, van den
minister van binnenlandsche zaken, dd. 5
dezer, nu. 96, afdeeling generaal-secretariaat,
wordt in hot voorloopig verslag van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal betreffende het
ontwerp van wet, houdende bepalingen tot
waarborging van de vrije beschikking door
werklieden van hun verdiend loon, gevraagd
^an de Kamer inlichtingen te verschaffen over
de handhaving van de artikelen 8 en 10 der
wet van 28 Maart 1877 {Staatsblad n", 43),
met name omtrent de ondervinding aangaande
het al of niet bestaan van de mogelijkheid
om die wet te doen naleven, en zulks in ver
band met de omstandigheid, dat in eenige
provinciën, o. a. in Gelderland, nog steeds
vêel vreemde pasmunt in omloop is.
In verband met het bovenstaande wenscht
de minister oenigszins spoedig te
worden ingelicht omtrent den tegenwoordigen
toestand, wat den omloop dier pasmunt en
de handhaving van het verbod daartegen
betreft, en mijne beschouwingen over deze
zaak te vernemen.
Teneinde aan 's ministers wensch te kun
nen voldoen, heb ik de eer u te verzoeken,
mij vóór den llden April a. s. de verlangde
inlichtingen te verschaffen en uwe beschou
wingen te dezer zake mede te deelen.
In de Vragen des Tijds behandelt de heer
Van Houten de oplossing van de ministerieele
crisis. Hij zegt daarover onder anderen:
»Onder het Christenvolk ontstond, na het vo
tum der Eerste Kamer, grooie beweging. Als
Keuchenius valt, valt er meer, weerklonk van
Schelde tot Dollard in de anti-revolutionaire
SSiesveieenigingen, en dr. Kuyper stelde zich aan
bet hoofd der beweging. Voor den politieken
opmerker ontspon zich een hoogst belangrijk con
flict. Mackay c. s. hadden zich door ditzelfde
Christenvolk naar boven laten werken en tevens
de hulp der Katholieken aangenomen. Zonder de
Katholieken zijn zij niets, maar'onder den steun
van dr. Kuyper zijn zij weinig meer. Dr. Kuyper be
gon >bet klavier der volksconscientie" te bespelen
-met de legende, dat Keuchenius was gevallen
omdat de liberalen den Islam boven het Chris
tendom stelden. Mackay en de katholieken wisten
wel beter. Het fiasco van zijne Atjeh-politiek
en de achteruitgang der Indische inkomsten tea-
govolge van zijn onbesuisd ingrijpen in de opium-
ri-geling waren ledenen, die henzetten zouden
hebben bewogen tegen tnr. Keuchenius partij te
kiezen, indien dezen liberaal ware geweest en
zij niet door partijbanden met,hem terbonden
waren."
De heer Van Honten erkent, dat bij het aftreden
tan Keuchenius verwacht had, gevolgd door eene
reconstructie van het Kabinet, hetzij in militante
richting, onder feitelijke leiding van dr. Kuyper;
hetzij, wat hij meer waarschijnlijk achtte, onder
leiding van eenig co-servatief staatsman, met
wien de katholieken en de droile der anti-revo-
lutionnaire partij wilden samenwerken en die van
tijd tot tijd tegen de aanvallen van dr. Kuyper
en de zijnen gesteund konden worden door de
conservatief-liberalen
Om te verhinderen dat een verkiezingsstrijd
werd uitgelokt onder de leus «de Islam tegen
het Christendom", hebben toen Mackay en Lob
man met hunne wederzijdsche vrienden de han
den ineengeslagen om de crisis voorloopig op te
lossen gelijk is geschied.
»Men moet zich, zegt mr. v. H., alzoo de zaak
aldus voorstellen, dat de mannen van de leus
nlslam contra Christendom" hebben gedreigd
amok te zullen maken als zij niet bevredigd
werden, en dat Mackay bang voor hen is ge
worden. Niet vrijwillig ben ik als Minister van
Koloniën opgetreden, verklaart hij zelf. Hij heeft
moeien zwichten voor een uitwendigen aandrang,
of, wat op hetzelfde neerkomt, teganovor dien
aandrang nieuwe kracht moeten zoeken. De vraag
blijft echter over of hij niet beter had gedaan,
dengene of degenen die dezen aandrang uitoe
fenden aan te bieden, behoudens de goedkeuring
des Konings, zijne plaats in te nemen. Van welke
zijde de aandrang kwam, is duidelijk genoeg.
Mr. v. II. tneent, dat Lobman staat tusschen
Mackay en Keuchenius en dat hij zich ten slotte
onder Mackay heeft gesteld, toen het aankwam
op de leuze: vóór of tegen Keuchenius, Vandaar
dat volgens hem de meeste spanning op dit
oogenblik bestaat tusschen Kuyper en Lobman.
Die spanning behoeft nog geen breuk te worden,
maar 't is toch niet onwaarschijnlijk, dat het
Kabinet ook met mr. Lehman meer on meer
een conservatieve tint zal erlangen, de tint juist
door de anti-ievolutionnairen gevreesd.
Voor de groep der liberalen, die werkelijk
vrijzinnige maatiegelen wil, acht hij aldus
luidt zijn slotwoord het optreden van Lobman
geen winst, maar ook den val van Keuchenius
geen verlies. v
Aan de officieren der rustende schutterij
te Gouda is op hun adres, houdende verzoek
orr uiteenzetting van de gronden voor de
berisping van officieren der Rotterdamsche
schutterij, vanwege den minister van bin
nenlandsche zaken geantwoord, dat er geen
reden bestaat om aan dat verzoek te voldoen.
Tevens kan worden medegedeeld, dat de
ontslag-aanvragen der Rotterdamsche officie
ren zijn verzonden aan den commissaris des
Konings in de provincie ten fine van advies.
Vanwege de Hollandsche Spoorwegmaat
schappij zullen dezen zomer rijtuigen voor
passagiersvervoer rechtstreeks van Rotterdam
naar Scheveningen loopen.
Op de voorstellen van de directies der
spoorvveg-maatsciappijen, omtrent het voor
nemen op eenige lijnen met ingang van den
An Mei a. s, de retourkaarten teverhoogen,
is door den minister van waterstaat, handel
en nijverheid afwijzend beschikt.
De commissie tot het onderzoeken der mo
gelijkheid eener verbinding van Amsterdam
met de Noordzee, benoemd door het kon.,
instituut van ingenieurs, bestaatnevens den
heer A. Huet, uit de heeren mr. J. P. R, Tak
van Poortvliet, R."W. J. C. van den Wall Bake,
dr. E.F.van Dissel, D.Goedkoop, dr. H. T. R.
HubrechtW. F. ZeemansC.. Lely, N. H.
Nierstrasz, J. Schol tens, J. A. Schuurman en
J. M. Telders.
Op de Pruisische staatsspoorwegen zal een
aantal salon-rijtuigen in gebruik worden ge
bracht, welke geheel zjjn ingericht voor het
vervoer van zieken en voorzien van bedden
en middelen, bij het ziekenvervoer benoo-
digd. Zulke rijtuigen staan reeds gereed aan
de stations Altona, Keulen, Erfurt, Wies-
baden, Hannover en Berlijn (Stettiner Bahn-
hof). Zij zullen ook op elk ander station,
mits vooraf besteld, ter beschikking gesteld
worden van reizigers, die er gebruik van
wenschen te maken. Voor dat gebruik moeten
12 plaatskaarten le kl. worden betaald.
Door een groot aantal notabele ingezetenen
van Katendrecht is een request verzonden
aan Gedep. Staten van Zuid-Holland, waarbij
aangedrongen wordt om, in verband met een
aanstaande uitbreiding van Rotterdam aan
den linker Maasoever, de geheele voormalige
gemeente Katendrecht (thans Charlois) bij
Rotterdam te voegen. Eene gedeeltelijke
annexatie, waarvan sprake is, zou aldus
wordt in het adres betoogd niet anders
dan tot groot nadeel voor de gemeente
Charlois kunnen zijn.
Uit de mededeeling, door het bestuur over
de Prins Alexander-StichtiDg", te Benne-
kom, aangaande haren toestand en lotgeval
len in 1889 aan de leden en begunstigers
gedaau, blijkt, dat die stichting nu tien jaren
heeft bestaan. Zij heeft den moeilijksten
tijd van haar leven met eere doorgebracht,
en wie haar liefheeft en voorthelpt op haren
nog jeugdigen levensweg, die doet het om
het nuttige doel dat zij beoogt, want blinden
hebben steeds bijzonder gedeeld in de gunst
van liet publiek, en daarvoor ligt de reden
voor de hand. Van al den rijkdom, in het
heelal ten toon gespreid, ontwaart de blinde
niets. Zulk een toestand wekt deernis en
kweekt mededoogen, zelfs bij degenen, die
daarvoor overigens in het algemeen weinig
vatbaarheid hebben, Stemt nu de aanblik
van een blind mensch tot weemoed, hoeveel
te meer doet het die van een blind hind,
en mocht het bestuur thans een wensch
uitspreken, het zou deze zijudat ieder,
die deze mededeelingen leest, eens nauw
lettend rondkijke in zijne naaste omgeving
of hij geen kind weet nan te wijzen, dat in
de termen zou vallen om te genieten van de
groote voorrechten, welke de Prins Alexan-
der-Stichting aanbiedt. De ruimte toch,
waarover het bestuur thans te beschikken
heeft, is zoo groot en zoo doelmatig verdeeld,
dat het te betreuren is, dat zij niet geheel
is ingenomen. Wie dus zulk een ongelukkig
Aind tot de slichting brengt, bewijst een
weldaad, zonder dat hij daarom zelf zieh
behoeft te belasten met een gedeelte van de
kosten daarvoor.
De stichting telde bjj het opmaken van
het vorig verslag, in 1889, zeventien kwee-
kelingen 9 jongens en 8 meisjes, en mist
daarvan thans A jongens en 2 meisjes. Tegen
over dit verlies van 5 kweekelingen (een
er van overleed) staat slechts een aanwinst
van twee, waardoor het getal gebracht wordt
op 14, zijnde 8 jongens en 6 meisjes.
De gezondheidstoestand der kweekelingen
was ook gedurende het afgeloopen vereeni-
gingsjaar zeer voldoende. De ruimte van
het gebouw, welke nimmer veel te wenschen
overliet, is door den geheel voltooiden aan
bouw thans nog belangrijk verbeterd. Van
verschillende zijden mocht de vereeniging
den zoo noodigen stoffelijken steun onder
vinden, en zij brengt een woord van hulde
aan de directrice, mej. M. C. Verweij, en
hare assistente, mej. H. C. Hartman, voor
hare onvermoeide zorgen en toewijding voor
de haar toevertrouwde ongelukkige kinderen.
De toestand van de stichting is niet ongun
stig. Zij wordt flink onderhouden onder
bijzonder toezicht van het bestuurslid jhr.
A. W. van Borsele. De inrichting heeft ech
ter voortdurend behoefte aan nieuwe leden
en tevens aan meerdere bekendheid. Het
getal kinderen toch is in verhouding tot de
beschikbare ruimte veel te gering, en zonder
eenig bezwaar zoude er nog een dozijn meer
verpleegd kunnen worden.
Het Algemeen Nederlandsch Werklieden
verbond" hield Zondag en Maandag de alge-
meene vergadering. De bondsvoorzitter, de-
heer B. H. Heldt, opende de vergadering met
eene rede, waarin hij het verschijnsel der
werkstakingen besprak. Hij wees er vooral op,
dat het nadeel van onvoorzichtig zonder naden
ken begonnen werkstakingen geheel valt op
de arbeiders", als deze niet vast genoeg zijn-
aaneengesloten en hunne grieven juist formu
leeren kunnen. De werkstakers moeten geen
onbillijke eischen stellen, en vaak verkrijgt
men meer door verzoeken dan door eischen.
Werkstaking moet het laatste middel zijn.
Aan het 19e algemeene jaarverslag ontlee-
nen wij het volgendeAan Z. M. den Koning
werd het bekende adres tot afschaffing van
de belastingen op het bedrijf en op de eerste
levensbehoeften gezonden. Ook wendde het
centraal bestuur zich tot de Tweede Kamer,
toen de onderwijswet aan de orde was, en
tot de Eerste Kamer, om de onderwijswet
allëen smet" leerplicht goed te keuren. Op
de nieuwe statuten werd de kon. goedkeuring
verkregen. Te Zutfen is intusschen eene
nieuwe afdeeling van 60 leden opgericht.
Het verbond telt nu 23 afdeelingen met pl. m.
2800 leden.
Ten aanzien van den algemeenem dienst
plicht werd, op voorstel van den voorzitter,
besloten, een eventueel wetsontwerp af te
wachten en te zien in hoeverre dat aan de
wenschen van het vei bond te gemoet kwam.
Maandag kwam allereerst aaa de orde:
algemeen stemrecht. Een motie, waarbij het
Verbond zijn oordeel handhaafde dat algemeen
kiesrecht de eerste en voornaamste factor js-
om verbetering op sociaal gebied te verkrij
gen, werd aangenomen.
Leiden vroegWat kan het Verbond doen,
dat van Rijkswege een wet tot stand komt
op het bouwen van woningen, in het belang
van de gezondheid der bewoners en waarbjj
de minimum-ruimte en hoogte der vertrekken
is aangegeven?"
In een breede bespreking vond men het
algemeen wensehelijk, dat de arbeiderswonin
gen drie ruimten zouden hebben to' eene
gezamenlijke grootte van 25 vierk. meter.
Men besloot, dat de Bond zich tot de regeering
zal wenden met het verzoek, de gemeenten
wettelijk te verplichten ongezonde woningen
onbewoonbaar te verklaren en goede, ge
schikte woningen daarvoor in de plaats op
te richten.
Na bespreking nog van de wenschelykheid
van weerstandskassen, middel en tegen werk
loosheid werd de vergadering gesloten.
Op de beide Pnaschdagen hielden de afge
vaardigden van verschillende typografen-ver-
eenigingen des lands te Utrecht een congres
onder leiding van den ïAlgemeene Neder-
landsche Typografen-Boud," voornamelijk met
het doel te Utrecht eene afdeeling op te
richten en voorts vakbelangen te bespreken.
Er werd besloten aan te dringen op invoe
ring van een algemeen arbeidsdag van 8 of
10 uren met een van staatswege vastgesteld
laagste loon van f 14 per week. Tot de regee
ring zal een adres worden gericht, tot spoe
dige invoering van het leerling-stelsel; van
verplicht onderwijs aan alle kinderen tot hun
14e jaar en kosteloos onderwys in alle takken,
en tevens zal worden aangedrongen op eene
fabriekswetgeving tot betere regeling van de
inrichting der werkplaatsen.
De oprichting eener afdeeling van den
Typografenbond voor Utrecht mislukte, daar
zich niet meer dan 7 leden bereid verklaarden
toe te treden. Ten slotte werd besloten in
het volgende jaar weder een congres te
houden.
Maandag vertoefde te Rotterdam de wieR
rijders-vereeniging »Rapide" uit Brussel. Te
6 uur uit Rozendaal vertrokken, waar de club
door eenige afgevaardigden uit Breda werd
afgehaald, was zij ongeveer 10 uur te Dor-
V