1
A0. 1890.
Maandag 28 April
IN0. 7488.
Eersle Blad
i ©r- en- veertigste Jaargang-.
Biiiiieiilamlsclie Berichten.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsda;
UITGEVER; J. ODÉ.
Abonnementsprijs, per kwartaal
JiYanco per post, door liet gehecle Rijk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 2.50.
0.10.
BCIIËAV: MARKT. G, 12 4.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1.10,
Iedere gewone regel rneer- 0.10.
Driesiaai, geplaatst wordt tegen tweemaai. berekend.
Schiedam, 2G April 1890.
Dezer dagen bevatte het Fransche blad
la Liberie een artikel,, waarin met zekere
opgewondenheid den was neergeschre
ven Frankrijk zal de slagen tellen. Welke
slagen daarmede bedoeld worden? Geen
andere, dan die er zullen vallen, wanneer
Prins Bismarck den strijd tegen het bestaande
regeeringsstelsel in Duitschland aanbindt, of
liever, wanneer de hoogst geplaatste per
sonen daar te lande met elkander in het
krijt zullen treden. Zou het zulk een
vaart lnopen Zou de man, die zijn keizer
en heer, toen deze hem den hertogstitel
•wilde opdringen met de woordenik wil
uw naam groot maken, ten antwoord gaf:
mijn naam kan niet grooter gemaakt wor
den, zou deze vijfenzeventigjarige meenen,
dat een strijd, gevoerd in de pers, misschien
in den Rijksdag, dan wel zou bijdragen tot
verhooging van een roem, als slechts weini
gen hebben verworven We weten 't niet,
maar zoowel is zeker, de strijd is in de
bladen begonnen, en daar nu juist een te
Hamburg verschijnend orgaan het eerst dien
strijd aanbond, on Bismarck niet verre van
Hamburg is gevestigd, was het niet meer
dan natuurlijk, dat de gedachte dadelijk
oprees: daar zit de ex-kanselier achter.
Nauwelijks had de nieuwe rijkskanselier,
generaal Caprivi, in den Pruisischen Land
dag zijn maiden-speech gehouden, of het
Wad Hamburger FFachrichten nam die rede
voering onder handen. Het vond, dat Bis
marck daarin was aangemnd er. meende
dat men nimmer vergeten moest, dat hij
nog leeft en dat hij weder, zoo hij slechts
wilde, op het tooneel der politiek kon ver
schijnen en zijn rol spelen. Natuurlijk bleef
dit artikel niet onbesproken, en de Freisin-
nige Zcitung liet duidelijk doorschemeren,
dat ze geloofdehier was de ex-kanse
lier zelf aan 't woord geweest; minstens
had hij liet artikel geïnspireerd, 't geen
trouwens op lm ',1de neerkomt. Dozen slag
trachtte de Hamburger LTachriehten met
•een nieuwen te beantwoorden. De redenee
ring van dat blad was als volgtBismarck
heeft liet bedoelde artikel niet geïnspireerd.
Maar als hij 't gedaan had, mocht dat toch
zoo vreemd niet heeten; men kan niemand
verhinderen, zijn gedachten over den loop
der zaken door middel van de pers te ver
duidelijken. Bismarck is lid, en wel levens
lang, van het Pruisische Hoerenhuis. Wan
neer hij daar mocht willen verschijnen,
Wanneer hij daar mocht willen spreken, wie zou
het hem kunnen beletten? Meer nog, wanneer
de vorst den wensch zou uitdrukken: Ik wil
lid van den Duitsehen Rijksdag worden, die
wensch zou door duizenden ingewilligd
jvorden.
Wie zou in staat zijn, den staatsman terug
te houden van het tooneel, waarop hij onge
veer dertig jaren zulk een schitterende rol
heeft vervuld? Wie zou hem het zwijgen
opleggen? Generaal Caprivi heeft schoon
zeggen: Er is slechts een wil in het rijk,
die van den keizer. Hij vergete niet, dat er
twee machten zijn, en al worden ze niet met
name genoemd: ze zijn de keizer en de
ex-kanselier, prins Bismarck.
Ziedaar een redeneering, waartegen niet
veel valt in te brengen, al straalt er onver
holen spijt uit eiken regel door.
De Freisinnige Zeiiung antwoordde er dan
ook maar niet op, doch gaf een verhaal ten
beste van een receptie ten huize van den
ex-kanselier. Aan de industrieelen uit Ham
burg, die hem hun opwachting hadden ge
maakt, zou hij namelijk hebben medegedeeld,
dat hij wel degelijk kanselier bad willen
blijven, maar dat hij het met den keizer niet
had kunnen vinden. En dat was weer veroor
zaakt door anderen, voornamelijk door een
persoon, die alles aan hem te danken had;
een minister, cn andere hofdignitarissen, die
hadden tegen hem geconspireerd.
Ziedaar een verhaal, dat deze week de
ronde deed. Jammerlijk is en blijft de historie.
Iedereen, vriend en vijand, had Bismarck een
ander heengaan voorspeldmaar nu hij heen
gegaan is, moest het ook uit zijn. Slechts
de vijanden van de bestaande orde van zaken,
en de Franschen, die Bismarck de rampen
van '70 en '71 nog steeds wijten, verheugen
er zich over. «Ze zullen de slagen tellen." Er is
al genoeg partijgeknoei in de wereld, om niet
te wenschen dat persoonlijke quaestiën ten
minste zooveel mogelijk op den achtergrond
worden gelaten.
Te Parijs schijnt men niet gerust over de
manifestatie dor arbeiders, die tegen 1 Mei is
aangekondigd. Ten minste uit enkele plaatsen
zal het garnizoen tegen dien dag naar Parijs
oprukken om de militaire macht aldaar te
versterken. Men schijnt voornemens te zijn,
de inanifesteerenden bij de minste wanorde
lijkheden uiteen te laten jagen. Overigens
blijkt uit alles, dat men hier te doen heeft
met een opgeschroefde zaak. Hoofddoel blijkt
te zijn het verkrijgen van een normalen
arbeidsdag van acht uren. Den Isten Mei
zal bij het bureau der Kamer van afgevaar
digden een daartoe strekkend verzoek worden
gedaau. De inanifesteerenden zullen voorzien
zijn van herkenningsteekens, natuurlijk in
roode kleur, en reeds is een manifest
uitgevaardigd, waarvan het slot luidt:
«Werklieden van ^Parijs, gij zult den Isten
Mei met die orde en waardigheid vieren,
die liet kenmerk zijn van liet nationale pro
letariaat zegge de nationale armoede
strevende naar zijn vrijmaking. Leve de de
mocratische en sociale republiek 1
Intusschen doet president Carnot een reis
door een gedeelte van Frankrijk. Misschien
is wel het merkwaardigste van die reis een
bezoek aan het eiland Corsica, de bakermat
'der Bonapart.es. Natuurlijk werd ook het oude
huis van genoemde familie bezocht, en al
vindt een prins Jerome Bonaparte het onbe
tamelijk, dat een president der Fransche
republiek den drempel van het stamhuis der
Bonapartes durft overschrijden, de namen
Bonaparte en Carnot, mannen van naam
tijdens de eerste republiek, zijn niet zoo
heel vreemd aan elkander.
SCHIEDAM, 26 April 181)0.
De leden van de Eerste Kamer der Staten-
Generaal zijn ter vergadering bijeengeroepen
tegen Maaudag 5 Mei, des avonds ten half-
negen ure.
Bij kon. besluit is de minister van oorlog,
1. W. Bergansius, kolonel der artillerie
bevorderd tot generaal-majoor bij dat wapen.
De heer W. Little, bij koninklijk besluit
van 15 November 1889 benoemd tot consul
der Nederlanden te Adelaide, is in die hoe
danigheid door de Britsche regeering erkend.
Op het aanstaande concert van de «Sym-
phonievereeniging" komt een solo-nommer
voor, uit te voeren door den heer M. Meer-
loo, en wel op de Violon d' amour. Vroeger
was dit een zeer geliefkoosd instrument, dat
later echter op den achtergrond werd ge
drongen, doch waaraan door Mcijerbeer in
De Hugenooten weder een plaats werd inge
ruimd. Tegenwoordig begint het weer in
den smaak te vallen, 't Is een instrument
in vioolvorm, met elf snaren, waarvan vier
koperen nn<tg» de zeven andore liggen.
De onderste vier zijn medeklinkende sna
ren; het klankeffect moet zeer schoon zijn.
We ontvangen de elfde aflevering van de
Handelingen der Nederiandscbe Vereeniging
tot het verleenen \a.n hulp aan zieke en
gewonde krijgslieden in tijd van oorlog. Die
aflevering loopt over de jaren 1887 en 1888;
de vereeniging telt hier te lande 88 comité's
en 130 correspondentschappen Hot hier be
staande comité, dat reeds bij het uitbreken
van den Fransch-Duitschen oorlog was opge
richt, heeft in 70 niet onbelangrijke bijdragen
verstrekt, zoowel ten behoeve van do
Duitschers als van de Franschen, en eveneens
heeft het zich in het begin van den Atjch-
oorlog niet onbetuigd gelaten. Volgens hei
verslag bestaat hier ter stede ook een dames
comité, van het eerste is volgens het verslag
de heer mr. A. K. J. van der Drift voor
zitter en secretarisvan liet tweede vervullen
mevrouw II. JansenHoppe en mejuffrouw
M. M. van der Schalk de genoemde betrek
kingen.
De langdurige vrede waarin we ons ge
lukkig mogen verheugen, is ooi-zaak, dat
het «Roode Kruis" wel wat op den achter
grond treedt. Toch blijkt uit het verslag,
dat de afdeelingen niet slapen maar dat
verscheidene ook in vredestijd nuttig trachten
te zijn; hier worden materiaal, hulp en
versterkingsmiddelen aan behoeftige zieken
verstrektdaar bijdragen aan een Diaconessen-
huis verleend elders inrichtingen geopend
voor de opleiding van verplegers en ver
pleegsters. Men ziet, ook in vóllen vredestijd
s voor een vereeniging als het «Roode Kruis"
nog wel een arbeidsveld open. Gaan we na,
dat de beide comité's te Schiedam te zamen
slechts zestig leden tellen, dan durven we
er gerust een opwekkend woord aan toevoe
gen, en vrngen slechts een gulden per jaar,
voor deze philanthropische vereeniging. Velen
hebben voor haar edel doel hun leven ge
waagd en verloren wien zal de kleine
jaarlijksche bijdrage hinderen?
Nog hevelen we de lezing van liet belang
rijk verslag ten sterkste aan. De leden van
het comité zullen het gaarne aan belang
stellenden ter inzage verschaffen. Het be
vat roerende bladzijden, waarvan alleen
plaatsgebrek de opname in ons blad ver
hindert.
De verkiezing van een lid der Staten van
de provincie Zuid-Holland in liet hooldkies-
di.strict Sliedreeht, ter vervulling der vacuture,
ontstaan door bet overlijden van den heer
L. A. van Haaften, zal plaats hebben op
Dinsdag 3 Juni a. s. Herstemming, zoo die
noodig mocht zijn, zal geschieden op Dinsdag
•17 Juni d. a. v.
Wat ls waarheid T
Den avond voor de Delftsche verkiezing
legde La Standaard er nadruk op, dat de
heer Van de Velde zonder eenig voorbehoud
«ons program" en het program van actie
had aanvaard.
Dienzelfdea avond meldden de katholieke
bladen, dat deze candidaat ten opzichte van
den dienstplicht zeer geruststellende verkla
ringen bad afgelegd.
Terecht bad de JY. It. Ct. haar veront
waardiging over zooveel dubbelhartigheid,
zulk een valsch spel geuit, wat De Standaard
weder aanleiding gaf in een stroom vau ver-
wijtingen over liet Rutterdainsche Bad los
te barsten. Natuurlijk hield de Bolt. voet-
bij stuk, waarop nu De Standaard ant
woordt
«Als de heer Van de Velde, zonder eenig
voorbehoud, verklaart het program van actie,
dat «afschaffing van de plaatsvervanging"
vraagt, te aanvaarden; en van' den anderen
kant wordt beweerd, dat mr. Van de Velde