Uit een Dagboek. Donderdag 5 Juni. N°. 7514. A0. 1890. F e u 11 e t o n. i e r - e n - ve e r t i g- t e Jaargang. Versch rrê dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. ar. UITGEVER:'! ODÉ. mmer l staat bloed >racht n het e nie- el uit way's chtig. swone maag, ver staan. 1.85, raneo eeren 'dam, ïrs,te schea. ;meda mderu abonnementsprijs, per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nummers f 1.85. - 2.50. 0.10. BUItBAUi DIAKtT, E13 4. Advertentieprijs: van 1—10 gewone rogels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemam. geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Schiedam, A Juni 1890. Voor eenige dagen werd den leden der ^Maatschappij tot Nut van 't Algemeen" toe gezonden een geschrift van den algemeenen secretaris, den heer J, Bruinwold Riedel, ge titeld: ïDe Maatschappij tot Nut van 't Alge- gemeen, haar werken en streven naar de behoeften des tijds". Wij aarzelen niet, dat werkje een merkwaardig geschrift te noemen, dat in veel ruimer kring dan die van de leden der maatschappij verspreiding verdient. Merkwaardig vooreerst om de beknopte maar zaakrijke geschiedenis der maatschappij merkwaardig ook, om de wijze, waarop aan getoond wordt, op welke wijze zij ook nu nog haar grootsche taak kan vervullen. Goede, populaire en goedkoope geschriften ie verspreidende gebreken der tcholen te doen verdwijnen-, daden van edelmoedigheid en andere uitstekende deugden te beloonen, hierop was haar streven reeds in den aanvang gericht. "VYftt het eerste aangaat, de maatschappij heeft tal van boekwerken op allerlei gebied •in het licht gegeven, vooral in het eerste tijdperk van haar bestaan. sHet spreekt van zelf', zegt de heer Riedel, >wie thans deze werken ter hand neemt, zal zich allicht ergeren aan de ongelijksoortigheid der daarin behandelde onderwerpen en aan den langdradigen stijl, den zoeten toon, den min of meer vervelenden trant, waarin vele dezer boe ken zijn gesteld. Maar, wanneer wij bedenken, ■dat deze geschriften toen inderdaad stonden op de hoogte van hun tijd; dat zij, wegens .het steeds toenemend aantal der leden, in allerlei kringen werden gelezen, dat zelfs de eerste prijsvraag over »het bestaan van.God", beantwoord door pastoor Schouten, in het Engelsch vertaald werd, dan is liet begrijpe lijk, hoeveel verstandelijk en zedelijk licht door de Maatschappij werd verspreid in die dagen, toen het peil der ontwikkeling over het algemeen zeer laag stond en het koopen van boeken van eenige beteekeuis het voor recht was van de rijken alleen. Ook bevatten sommige dier werken uit de eerste helft dezer eeuw wenken en opmerkingen, welke waard zijn nog heden ernstig te worden overwogen. Die geschriften vertellen ons, wat de Maat schappij heeft gedaan tot ontwikkeling der zedelijke en verstandelijke krachten des volks, hoe zij de beroemde zonen en dochters van het vaderland in het hart der natie deed her leven, hoe zij ijverde voor onze schoone, kracht volle taal en boe z\j op echt nationale wijze arbeidde om bet volksgeluk te vermeerderen. In den toon des volks spraken zij, in de toen malige taal deu volks, tot het hart van het volk. Dit was hare kracht." Wat het tweede punt aangaat, de hoofd gedachte van vader Nieuwenhuijzen's zoon Martinus was reeds aanstondsade opleiding der jeugd tot kennis, om mannen en vrouwen van beschaving te kunnen verwachten". Welnu, de maatschappij kweekte allereerst schoolhervormers. In ontzagwekkende snel heid volgden de leerboeken, de wenken aan onderwijzers en opvoeders elkander op. Het geheele terrein van de school werd met taaie volharding doorzocht en met beleid gebracht onder een nieuwen geest van krachtig, friscli léven. »En het gevolg? Het is bekend, dat in 1795 de landsregeering het gevoelen der Maatschappij ten opzichte van hervorming der scholen heeft gevraagd en dat in 1806 de nieuwe wet op het lager onderwijs werd vastgesteld, als de kroon op het werk, door de Maatschappij met beleid en volhardiug ondernomen. Door het oprichten van kleine- kinder-, armen- en herhalingsscholenwerd het lager onderwijs toegankelijk gesteld voor allen. Ja, het eerste artikel der wet op het lager onderwijs van 1857 beantwoordde ge heel aan het programma, dat reeds vroeger door de Maatschappij was ontworpen, en •waarin zij o, a. verplichtend stelde het ouder wijs in den zang, het teekenen, de gymnastiek, de kennider natuur en de nuttige hand werken. Indien ooit, wat thans te vreezen is, het ontwikkelend volksonderwijs in zijn bloeiend bestaan mocht worden bedreigd, af ziju ka- raktervormende kracht mocht gevaar loopen, dau zal de Maatschappij, die niet mag ophou den een wakend oog te richten op de wezen lijke belangen eener gezonde volksontwikke ling, op haren post staan en, gedachtig aan den arbeid in vroegere jaren verricht, dezen wederom opvatten. Onafhankelijk van de vraag, of het uit staat kundig oogpunt gerechtvaardigd moet hee- ten om, nevens het openbaar onderwijs, ook subsidie te geven uit de staatskas voor het bijzonder onderwijs, heeft onze Maatschappij en hebben al hare departementen te waken, dat het onderwijs zooveel mogelijk bevorder» lijk zij aan de verstandelijke en zedelijke ont* wikkeling van ons volk. Zullen de depart*- meuten in dit opzicht waakzaam zijn ?'Er is geen reden om te twijfelen tuin de warm* toewijding, welke in dit opzicht van de leden onzer Maatschappij is te wachten. Zij zullen, naar de eigenaardige behoeften van den kring, waarin zij zijn gevestigd, waakzaam en werkzaam willen zijn in den geest, waarin door het hoofdbestuur een voor» stel aan de algemeene vergadering van 1890 is aangeboden en waarin door sommige de* partementen reeds de arbeid is voorbereid. De herinnering, dat o. a. liet, in het mee» rendeels katholieke Nijmegen, gevestigde de partement, zonder eenige hulp buiten defl eigen kleinen kring van thans 311 leden# heeft gesticht en onderhouden tot op heden eene bewaarschool voor mingegoeden en eene voor meergegoeden, henevens eene school voor meisjes; dat dit departement in het vorige jaar f 40,000 heeft bijeengebracht tot het stich» ten van eene nieuwe gemengde, hüiooI voor m. u. 1. o-, die in Januari 1889 is geopend, moge tot bewijs dienen, dat het beginsel der Maatschappij op het gebied van onderwijs en opvoeding nog geen gevaar behoeft te loopen in die departementen, waar de wil om ten algemeenen nutte werkzaam te zijn, gepaard gaat met de offervaardigheid der leden en met een helder inzicht in de taak, welke anti ieder departement, naar gelang der behoef ten in eigen kring, gesteld is. Reeds meer dan één departement heeft getracht het her» halings- en inhalingsonderwijs in te richten op Van Yllssingenbiaar Pretoria, de hoofdplaats van .de Znidafrlkaansche Republiek (Transvaal). 2. '14 December. Wij zijn door de zeediarrhee heen •en gevoelen ons nu lekker. Van onze salonbewoners •verschijnen er nu reeds tien aan tafel, waardoor •wij in de gelegenheid komen ons reisgezelschap «wat nader te leeren kennen. Ik ontmoet vijf jongelieden, nl. twee Engel- «schen, met bestemming naar Las Palmas, ons eerste aanlegstation, au drie Hollanders, waarvan •ien is aangesteld als hulponderwijzer te Pretoria en éen in een handelsbetrekking gaat. Oe derde wus de eenige van dit drietal, die geen lichaams gebreken heeft. Verder maak ik kennis met een dame, die met haar vier dochters, waarvan do oudste 17 jaar is, zich naar Pretoria begeeft, waar sedert ■vier jaar haar echtgenoot gevestigd is. Een •vriendelijk echtpaar met oen 2i/,-jarig dochtertje, spoedig de lieveling van het heele gezelschap, besluit de rij mijner eerste kennismakingen. Met mijne vrienden Veld, Van Rooven en Telle houd ik mij natuurlijk het meest op. Wij ver maken ons kostelijk, en zonder grootspraak ge loof ik te mogen zeggen, dat wij een groot deel der reisgenooten mede amoseeren. De zee ziet er echter niet amusant uit; het schip slingert erg en het water slaat er niet alleen over, maar komt zelfs door den ventilator in het salon. Niettegenstaande wij onze stoelen op het dek aan de ijzeren pilaren van de zonnetent vast binden, gebeurt het nog dikwijls, dat het schip zoo schuin komt te liggen, dat zij losraken en wij door elkander rollen. Zelfs in het salon doen zich soortgelijke tuimelingen voor, die natuurlijk algemeene hilariteit verwekken. Tegen den avond wordt het weer -nog ru wer, zóodat wij ons goed inpakken en stelling nemen in de luie stoelen op het achterdek, be schermd donr het rooksalon der eerste klasse. Het schip schommelt hevig; beurtelings kijken de golven boosaardig over (Ie verschansing heen, doch vol vertrouwen in de knappe zee lieden. die het schip besturen, zien wij ze kalm aan en komen iicel gezellig en opgewekt tot den avond toe, toen ons aller aanddcht getrokken werd door een prachtig natuurverschijnsel. Wij zien ds zee bedekt met myriaden lichtende pun ten, gelijkende op den rijk bezaaiden sterren hemel in een donkeren nacht. Dat lichten wordt veroorzaakt door kleine phosphorieke zeediertjes, die alleen bij dikke duisternis hun ondeelbaar klein lichtpunt zichtbaar doen worden en door hun onnoemelijk aantal zulk een heerlijk schouw spel vermogen op te leveren. Nog vol bewonde ring over dit majestueuze gezicht, begeven wij ons ter kooi, met de zekerheid, dat het dezen nacht geducht spoken zal. Ons voorgevoel bedroog ons niet. Wat een onrus tige nachtDe zee komt al meer en meer in bewe ging. de golven slaan met geweld over hetdek en 't i6 mij soms, alsof ik op mijn hoofd sta. Op alle mo- - gelijke wijzen word ik geschud, alsof ik een zak ben, welks inhoud geheel door elkaar wordt gesmeten. Is 't wonder, dat ik mij beangst maak, waar vi send Veld zells vei klaart, dat hij het zoo nog nooit heeft bijgewoond? Te zes uren, met het aanbreken van den dag, sta ik op, 't is Zondag 15 December. Wij zijn in de golf van Biscnye, die om hare gevaarlijke hooge zeeën berucht is. Ofschoon de deining het schip vreeselijk doet slingeren, wordt het in den morgen toch wat kalmer. Een prachtig gezicht levert de met dikke stil» hangende wolken omhulde noordkust van Spnnje< Terwijl Veld en ik dit gezicht genieten, staat plotseling de ""machine van ons schip stil. Na •en kort onderzoek blijkt het, dat er een klein defect aan de machine is ontstaan, die dus eerst moet hersteld worden. Gedurende deze reparatie, die lot halftwee duurt, liggen wij rustig in zes. Te tien uren wordt door den kapiten inspec tie gehouden over het schip en de matrozen, en om halfelf vangt in het salon der 1ste kluis* de godsdienstoefening voor ons aan. Een Engelsch predikant gaat bij de plechiig- heid voor door het gebed en het opgeven van een gezang. Wij krijgon allen kerkboekjes en kunnen du# meezingen, want de wijzen gelijken veel op die van onze psalmen en gezangen. De kapitriu leest een paar hoofdstukken uit den bijbel voor. wij zingen nog een paar malen, het nagebed volgt, en de godsdienstoefening is volbracht. De tafel is heden een echte Zondagstafel, waar aan wij ons recht te goed doen, gewoon als we reeds worden aan den Engelsclien pot. (II'orde vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1