1 J Uit een Dagboek. N°. 7522. Tweede Blad A0. 1890. Maandag 16 Juni. Feu 1II e t o n. Vier-©n-veertigste Jaargang. Binncnlandsch e Berichten. Verschijnt dagel ks, uitgezonderd Dinsdag. ODÉ UITGEVER: COURANT. ASON'Sementsprijs, per kwartaal Franco po» post, door bet geheele Rijk Afzonderlijke nommers /M.85. - 2,50. - 0.10. BUltlüA l' MARKT, KI3«. Advertentieprijs: van i10 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer. 0.10. Driemaai, geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. TWEEDE KAMEll DER STATEN-GENERA: L. Zillhuj van '13 Juni. Da eerste woordvoerder over de spoorw.g- overeenkomsten was heden de lieer Bahlmann, die, hoewel hij bij onvoldoende bekendheid n.H da economische gevolgen der contracten nog in zijne stem aarzelt, niettemin verschillende grieven tegen deze omwenteling op spoorweggebied ont wikkelde, Zijne hoofdgrief is dat het belang der staatsspoorweg-maatschappij het minst behartigd wordt, en zijne verdere grieven dat de concen tratie nadeelig zal zijn voor de landprovinciën dat deze regeling vorder dan ooit verwijderd is van de Staatsexploitatie, waardoor ook de regee ring de vaststelling der tarieven in hare hand krjgt, zoomede dat de toekomstige aanleg van nieuwe lijnen onmogelijk is. Ook hij velde een ongunstig oordeel over de balans der R. S. M., en vroeg of, wanneer het nader onderzoek der regeoring geon bevredigende uitkomsten geeft, zij do overeenkomsten niet ter bekrachtiging zal ".„ui'dragen. Overigens stelde spreker in het licht, dat door do wijze waarop de R. S. M., in tegen stelling met den Staatsspoorweg, te Rotterdam ■is geëxploiteerd, het commercieel element aldaar, met name den expeditielmndel, veel verplichtingen heeft aan de R. S. M. Den heer Donner speet het dat de overeen komsten geen beperkter Zondagsdienst op de spoorwegen waarborgen, vooral in internationaal verkeer. Is daarnaar gestreefd? vroeg bij. De heer Mutsaers, in beginsel voor de over eenkomsten, wenschte dat de regcering bepaald zou verklaren, dat landbouw, handel en nijver heid gevrijwaard zouden zijn tegen nadeelige samenspanningen der spoorwegmaatschappijen. De minister van waterstaat verdedigde uit voerig de overeenkomsten, waarvan hij de volle verantwoordelijkheid op zich nam. Zij waren gesloten uit plichtsgevoel dat eene regeling noodig was, zoowel op grond van het enquête-rapport als op grond van eigen onderzoek en het advies van deskundigen, ilet groote belang van lange lijnen in éene hand schetste de minister zoowel voor het binncnlandscb als voor hot internatio naal verkeer. Het voorgestelde medegebruik acht de regeering voor ons land het beste. Technische bezwaren bestaan er niet tegen; de maatschap pijen zelf maken geen bezwaar; gemeenschappe lijke stations leveren geen bezwaar; partijdigheid der ambtenaren is niet te vreezende concur rentie is voldoende verzekord en juist zal door deze regeling handel en nijverheid worden bevor derd. Eene coalitie tussclicn beide maatschap pijen acht de minister volkomen ondenkbaar. Voorts bestreed de minister staats-exploitatie, die voel duurder' zou uitkomen en betoogde, dat voor het binnenland de regeling zeer voordeelig zal zijn, daar zeer vele plaatsen langs dezelfde lijn zullen kunnen bereikt worden. Vrees voor afhankelijkheid van Duitschland ducht hij niet. Stellig is hij overtuigd, dat men het spoedig met Duitschland in der minne zal kunnen schik ken. Beperking van den Zondagsdienst is zeer moeilijk; toch zal de minister die nader over wegen. De minister van financiën verdedigde de rege ling als in haar geheel niet onvoordeelig. Men mag niet vergeten dat de Rijnspoor niet het initiatief nam, maar de regeering. Uitvoerig bestreed hij het betoog van den heer Sanders. Dinsdag voortzetting. SCHIEDAM21 Juni 1800. In de thans bij de Tweede Kamer inge diende wijzigingen op de wet tegen besmet telijke ziekten, wordt voorgesteld de mazelen als besmettelijke ziekte te doen vervallen, daar de besmetting dikwijls geschiedt in liet incubatietijdperk vóór de diagnose, zoodat de wettelijke voorschriften de besmet ting niet kunnen tegenhouden. De doelloos heid der wettelijke bepalingen blijkt ook hieruit, dat de sterfte aan mazelen niet is verminderd. Mochten zich gevaarlijke epide- miën van mazelen voordoen, dan kan daarin voorzien worden door toepassing van art. 1 tweede lid. Toegevoegd wordt daarentegen aar. de lijst der besmettelijke ziekten de kraamvrouwen koorts of febris puerperalis. Verder is de regeering niet gegaan met opneming van ziekten; bij kinkhoest hangt het ernstige der ziekte van te veel omstan digheden af; de rmurivegelen tegen tubevcu- leuse longtering behooren tot de private hygiëne. Croup wordt volgens bevoegde des kundigen niet besmettelijk geacht, al be schouwen soms geneesheeren diphtheritis als croup. Het verslag, uitgebracht door het bestuur der «Nüderlandsch Zuid-Afriknnnsche vereeni- ging" over 1889.90 blijkt, dat de vereeniging onafgebroken voortgaat op verschillende wijzen den band tusschen onze stamverwanten daar ginds en de Nederlandsche natie levendig te houden. Tevens blijkt er uil, datzemZaid- Afrika gaandeweg meer sympathie vindt. Het ledental is volgens het laatste verslag aan zienlijk, en het schoone doel der vereeniging dan ook ,-en contributie van drie gulden 'sjaars dubiW waard. Immers de vereeniging stelt zich ten doel de banden met onze stamgenooten in Zuid-Afrika nauwer toe te haten en in overleg met hetl, aldaar hulpbronnen voorlandbouw, nijverheid, handel en andere stoffelijke belogen te openen en te ontwikkelen of de opening en ontwik» keling daarvan te bevorderen; verder, de publieke opinie zoo ten onzent, als in het buitenland, over de toestanden in Zuid-Afrika voor te lichten. Uit het studiefonds voor Zuidafrikaansche studenten worden eenige jongelieden met toelagen begiftigdschool- en leesboeken zien door de zorgen der vereeni ging het licht, en voor prijzen voor scholen en boeken voor schoolbibliotheken in de kolonie worden niet onbelangrijke sommen besteed. Ondervindt zij toenemenden steun, dan lijdt het geen twijfel of deze vereeniging zal aan haar werkkring zeker belangrijke uitbreiding geven. De commissie tot het oprichten van een gedenkteken voor de graven Lodewijk en Hendrik van Nassau, die den 45n April 1574 in den slag op de Mookerheide sneuvelden, heeft dezer dagen van een belangstellend ingezetene eene bijdrage van f50 ontvangen, Yindt dit goede voorbeeld navolging, dan kan spoedig voor de commissie de tijd aanbreken om tot de uitvoering van haren wensch over te gaan. De commissie uit de hoop, dat de aan staande herdenking van den slag van Waterloo waar ook het bloed van een vorst uit het huis van Oranje-Nassau gevloeid heeft. menigeen zal opwekken om hulde te brengen aan de twee dappere gesneuvelden van 1574, inzonderheid aan graaf Lodewijk van Nassau, die gedurende vele jaren de rechterhand zijns Tan Vllsslngon naar Pretoria, dc hoofdplaats van de Zuidafrikaansche Republiek (Transvaal). 10. .'In het midden is eene open ruimte, waarop aan •beide zijden schuifdeuren uitkomen, die toegang verkenen tot do overige coiipé's in den waggon, waardoor de reizigers in eiken waggon in de gelegen heid zijn elkander te bezoeken. Onder elk raampje •hangt een vierkante plank raet ijzeren steunse,'. ■Licht men die plank op en zet men het steunse! recht, dan heeft ieder tweetal reizigers een gemeen schappelijke tafel. Slaat men des avonds de tafel weer neer en legt men over de twee zitplaatsen -een aanwezige plank met een zacht kussen, dun heeft men aan eiken kant een goede slaapplaats. Waar zullen nu de twee ovorigpn van ons viertal slapen? Dat zal ik u zeggen. Er is in do coupé -een gedeeltelijk dubbele zolder, zóu ingericht, dat men met een eenvoudig mechaniek de onderste deelen kan laten zakken en weer twee slaap plaatsen heeft. Onder het nachtelijk doorrijden slapen wij er heerlijk in. Elk dor vele stations langs onzen langen wog heeft een bar, waar van alles te koop is, ofschoon wel wat duur. In de verfrisscliings- kamer kunnen wij ons heerlijk wasschen en zoo is die reis verre van onaangenaam. Een schoone courant is ons tafellaken, onze waterzakken han gen voor de frisciiheid buiten het raam -Ier coupé. Wij moeten ons zeiven bedienen en voorzien ons n de bars telkens van brood. Pratende, kijkende, toekende, slapende, etende en somtijds door den waggon wandelende, brengen wij den tijd beel genoeglijk door. Nu eens rijden wij - door een uitgebreide grasvlakte, waarop zich slechts hier en daar een .boom of hooger struikgewas verheft, dan weer snellen wij door een kunstmatig uit de bergen gehouwen weg, waaraan vuerszijdan de rotsen stijl omhooggaan, zoodat de coupé er door verduisterd wordtweer verder rijdnn wij over eene brug, waaronder zich alleen de droge of modderige bedding van eene rivier ver toont, die echter in sommige tijden van het jaar zoo'n watervoorraad heeft, dat zij wild bruisend reusachtige rotsblokken met groote snelheid naar de lagere deelen van het land voert. Aan beide zijden onderscheid ik twee oevers, den zomer- en den winteroever. Da slangsgewijzo uitslijtingen van den rotsbodem door het stroomende water zijn duidelijk zichtbaar, terwijl eveneens blijkt, dat door de aaidrntatie de westelijke oever meer heeft geleden dan de oostelijke. Terwijl de trein nu eens daalt, dan weer met njindb» snelheid al zwoegende het hooger plateau van een gebergte beieikt, wordt steeds onze gezichtskring beperkt door hooge rotsmassa's, die op grooter of kleiner afstand door hun trotsch of grillig voorkomen de aandactit boeien. Wel zijn de bergen hier niet bijzonder hoog, doch voor een Hollander, geboren tusschen dijken, groene weiden en kikkerslooten, hoog gt.,-;oeg om er met een gevoel van eerbied tegen op te zien. Het type van den Tafelberg bij Kaapstad vindt men liter telkens terug, som tijds zelfs veel volmaakter. Die verschillende landschappen worden gestoffeerd door ossen wagens met acht span ossen bespannen, die rus- stig hun zware vrachten voorttrekkendoor ontzaglijk groote kudden schapen, gladharigeen langharige, wier kleuren bont afsteken tegen de groene vlakten of berghellingenwaarop zij grazen; door kaflerlmtten, die, inden vorm van groote bijenkorven, nu eens verspreid, dan weder naast eene boerderij liggen; door kaffergiaven, bestaande uit een langwerpige groeve, cverdekt met klipsteonen, en door beestenkralen. Deze laatste zijn groote vierkante of ronde ruimten, omgeven door een muur ter manshoogte, be staande uit losweg opgestapelde groote en kleine klipsteenen, waarmee de bodem hier als bezaaid is. Om Je kafferlmtten, waarvan ik zoo even sprak, dwalen in den regel eenige der zwarte bewoners, in gezelschap van varkens, Kippen en honden. Behalve de vele kleine stations, alle witte huisje! met een vriendelijk voorkomen, zien wij een aan tal prismavormige witdoekon tenten, die door da spoor weg werkers bewoond worden en die, waal* er vele bij elkander staan, aan een legerkamp herinneren. Aan liet station van Matjesfontein houden wij wat langer stil en vinden danr ruimschoots ge legenheid wat te gebruiken en ons wat te ver- frisschen. Hier mank ik voor het eerst koimi! met den watermeloen, die zoo groot is, dat bij niet

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 5