Uit een Dagboek. A". 1890. Woensdag 25 Juni. N°. 7528. Eerste Blad. Feuilleton. Vier-en-veertigBte Jaargang. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Buitenlantlsclie Berichten. UITGEVER: T. ODÉ. Abonnementsprijs, per kwartaal Jrwco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers /•1.85. - 12.50. - 0.10. «ÜHKAU: HAKKT, K, 134. Advertentieprijs: van i10 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10e Iedere gewone regel ineer.- 0.10. üiukmaai, geplaatst wordt tegen twermaad berekend. F R A N K R IJ K. Dnbreiiil richtte eene interpellatie tot de regeering over het gebeurde te Vinq, dep. Haute Manie, bij de vervanging van gees telijke onderwijzeressen door burgerlijke. De Kamer heeft met 310 tegen 160 stemmen, eene motie aangenomen waarbij de handel wijze der regeering wordt goedgekeurd. In do Kamerzitting van gisteren deelde de president mede, dat hij een verzoek had ontvangen van den heer Brisson, om de re geering te interpelleercn over Zanzibar. De minister Ribot nam de interpellatie aan tegen lieden. Hij wenschte zich vóór het debat te verstaan met den heer Brisson, ten einde de aangeknoopte onderhandelingen niet in de waagschaal te stellen. Niets, zeide hij, ïd worden gedaan, zonder verstandhouding met de mogendheden. De Kamer kan op de waakzaamheid der regeering rekenen. In de Kamer interpelleerde Deloncle den minister van builenlandsche zaken over de Engel.sch-üuitsclie overeenkomst, waarbij aan Engeland hel protectoraal met Zanzibar wordt opgedragen, in strijd met de conventie tan 18G2. De minister antwoordde, dat van iiet protec toraat mededeeling moet worden gedaan nun de mogendheden, willen deze er hare opmer kingen over kunnen maken. Deregeeringnu heeft nog geen mededeeling ontvangen. Overigens gelooft de minister, dat Engeland fan Yliaslnger, naar Pretoria, de hoofdplaats van de Zuldnfrlkaansche Republiek (Transvaal). 10. Vliegen onze gedachten eensklaps naar het tehuis, dat wr —rlaton hebben er is wei- dg tijd om te dei' .a, veel minder te peinzen. Aangevoerd en gecommandeerd door onzen Hinken transporter, tijgen wij allen aan het werk. We wlleude vracht losmaken en op liet droge brengen. Het 4 of 6 man zeulen wij door modder en over tieenen, bij het licht van onzen lantaarn, zwaro kisten van den wagen, menigmaal nog gestoord door ossenwagens, die ons passeeren en spook- aebtig uit de duisternis opdoemen, aangekondigd tb zij zijn door het schelle en krijschende ge- Kheeuw van de Kaffers en Hottentotten, die de ossen in-i groolo zweepen voortdrijven. Plassend 00 plonzend trekken zij ons door don modderpoel 001 bij, span voorspan beschenen door ons licht. Sa twee uren tobbens is da vracht op liet droge de onafhankelykheid van den sultan van Zanzibar zal eerbiedigen. 1 ot verdere discussie leidde de interpel latie niet. I n de Kanier worden de conclusion behan deld van de commissie voor de petitiën over het adres der aandeelhouders in het Panama- kanaal. Fallières zeide, dat noch de Kamer, noch de regeering ooit de verantwoordelijk heid zouden aanvaarden voor de noodlottige operatie van Panama. De justitie is in de zaak gemoeid, de liquidateurs zijn benoemd, de civiele rechter zal zijn plicht doen. Eene motie, waarby de Kamer zich met de conclusion van het rapport vereenigde, werd aangenomen, nadat Fallières die motie had geaccepteerd. Men verzekert, dat in het rapport der in specteurs omtrent de financiën van het Crédit Foncier zekere reserves zijn geformuleerd, en de Raad dientengevolge heeft besloten, het document mede te deelen aan Christophle met aanvraag om een contra-rapport, waarin hij zijne aanmerkingen kenbaar maakt, zul lende inmiddels de conclusion der inspecteurs worden geheim gehouden. De directeur van het Crédit Fonderde heer Christophle, ontkent in de XlXc Siècle dat hij zal aftreden. Volgens la Paix luidt het rapport van de inspecteurs, belast met het onderzoek naai den toestand van het Credit Foncier ongun stig voor den directeur, den heer Christophle. De Panlerne zegt daarentegen dat de toe stand van het Crédit Foncier zeer gunstig ishot blad waarschuwt de houders van schuldbrieven voor de vnlscbe geruchten door speculanten in omloop gebracht. Den 28sten dezer zal er te Nancy op het plein Lafayette een ruiterstandbeeld onthuld wofden van Jeanne d'Arc. De minister van lnntlbouw zal bij die gelegenheid de rcgecring vertegenwoordigen. Het monument is vervaar digd door den beeldhouwer Fremiet. Bü ITS C 11 AND. De inzameling van gelden voor een gedenk- teeken te Wörth ter cere van wijlen keizer Frederik heelt tot nu toe opgebracht 200,000 mark, zoodat met de uitvoering van het plan binnenkort een begin kan worden gemaakt. De helft van dit bedrag is ingezameld bij het leger. Uit Berlijn is betrekkelijk weinig ontvangen, ongetwijfeld omdat men aldaar liet plan had, uit vrijwillige bijdragen een monument daar ter stede voor keizer Frederik. op te richten. Naardien keizer Wilhelm II alstoen verklaard heeft, dat hij de stichting van een monument te Berlijn als zijne eigene taak wenschte beschouwd te zien, zoodat de inzameling toen aldaar is gestaakt, worden nu door liet comité te Wörth de Berlijners uilgeuoodigd, datgene wat zij voor het monument in li .nne eigene stad hadden wiilen bijdragen, af te staan voor dat te "Wörth, hetwelk bestemd is ter gedachtenis aan den grooten veldslag, waarin keizer Frederik aldaar de overwinning heeft behaald en dat door bijdragen der Berlijners een zooveel te grootscher kunstwerk zou kunnen worden. Er is thans door de «Deutsche Kolonial- gesellscbaft" definitief besloten de feestelijke ontvangst van Wissmann bij zijne terugkomst geheel te laten vervallen. Dit besluit werd blijkbaar in overeenstemming met Wissmann zelven genomen, en bet is de eerste groote betooging tegen de Duitsch-Eiigelsche over eenkomst. Deze betooging is te opmerkelijker omdat tot de «Kolonialgesellschaft" vele leden der hoogste aristocratie, ook de staatssecreta ris voor buitenlandsche zaken Von Marshall, de minister Lucius, en voorts bijna alle AL ika-reizigers en vele uitstekende geleerden belmoren meestal mannen, die overigens tot de politieke vrienden der nieuwe aeiu gerekend worden. De regeerings-cominissaris in Oost-Afrika, majoor Wissmaun, is te Herlijn aangekomen. Men verzekert beslist, dat de lieer Miquet, Oberbürgermeister van Frankfort, de leiding der natiouaal-liberale partij in den Rijksdag aanvaarden zal. In Rijksdagskringen wil men weten, dat bij de heden aangevangen behandeling der legerwet, de minister van oorlog eene uitge breide toekenning van verlof aan de man schappen na volbrenging van hun tweede dienstjaar zal toezeggen. Volgens de Ffalionul-Ze'Uung maakt de Duitsclie Oosfafrikaansche maatschappij, als opvolgende in de rechten der "Witu-maat- schappij, aanspraak op schadevergoeding wegens de bepaling in de overeenkomst tus- sclien Duitsclilnnd en Engeland, volgens welke het rijk afstand doet van liet bescherm heerschap over het Witu-gebied. ENGELAND. In het Lagerhuis heeft de minister Smith aangekondigd, dat de regeering besloten heeft gebracht en wordt do leogo wagen overeind getrok ken. Gelukkig is er niets gebroken. De tweede wagen komt met alle voorzorgsmaatregelen zonder omvallen door den pool on nu geleidt Mr. Bum ons naar den naastbijzijndon bar om ons zijn hel pers, eens to trncteeron. De barhouder on zijn vrouw blijken goede klanten van hun eigen nering te zijn; de eerste kan baast niet meer op de boenen staan, zoo dronken is hij. Wij slaan onzo legerstede op naast de gelosto goederen. Vriend Van Rooven en ik hebben samen éen zak tot hoofdkussen hij wikkelt zich in zijn plaid, ik in mijn pool. en, vervuld van ge dachten over het ongeval, slapen wij langzaam in. Mr. Ram zet zijn lantaarn naast den wagen en is de laatste, die zich neerlegt. Pas ligt bij of F; ziet een klein dier op het licht afkomen. Iiij werpt met een steen en doodt het dier, dat een muishond blijkt to zijn. Hij is zwartbonten iets kleiner dan een kat. Wordt hij vervolgd, dan geeft hij een vocht van zich, dat zulk een stank verspreidt, dat zijn vervolgers onmachtig woi den. Zoo vvann als de dagen hier zijn, zoo koud zijn de nachten. Wij ontwaken op Vrijdag den 17den Januari, lmlf verkleumd van de koudeen stijf door het liggen op den vochtigen oneffen 'bodem. Na flink heen en weer loopen eu het ge bruik van een kop koffie, beginnen wij den wa gon op te laden en verlaten om tien uren met een gevoel van dankbaarheid onze ongeluksplaats, om lo 12 uren in Rieifontein aan to komen. Hier zien wij netjes opgesmukte Kamervrou wen, de eene met een kind in een doek op den rug, de andere met dezelfde vracht voor de borst, een derde met een geheel naakt kind bij zich, enz. Een eigenaardig susmiddel zagen wij eene moeder van eene schreeuwende kleine gebruiken. Zij zonk eenige malen in hare knieën, waardoor het kind in eene zachte op- en neergaande be weging kwam en weldra stil werd. Te drie uren hadden wij Rietfontein verlaten en reeds te vier uren waren er geen tien minu ten na elkander eerst 18 muilezels en twee paar den en daarna 24 muilezels en vier paarden naodig om onzen wagen door den derrie -acluigen weg voort te bewegen, waarin eerst het rechter voorwiel, toen de'beide voorwielen wegzakten. De grond is hier namelijk zeer bedriegelijk. Van toven droog en lichtgrijs gekleurd door de brandende zon, schijnt hij stevig te zijn, doch verbergt dikwijls een laag weeke klei, waarin de wagen een halven meter diep wegzakt. Daar er telkens gevaar voor omslaan bestond, liepen wij allen naast den wagen. Wij kwamen nu in een hol!«n oploopenden weg, niet veel breeder dan dö wagen, bezaaid met groote en kleine steenen,en aan de eene zijde begrensd door een spruit of watertje. Met de uiterste krachtinspanning rukten en sleurden de afgematte dieren ons gevaarte naar de hoogte, die éen onzer óp wel 30 voet schatte. Op die hoogte ligt het kleine Bamboesspruit, dat wij in den nacht van den 18den Januari te twee uren verlieten, 't Was te koud om op den bok te zitten, zoodat de heer De Parrer en ik naast den wagen gingen loopen. Drie van de vijf stoelen, dia langs onzen wagen hingen, werden verbrijzeld door een ossenwagen, die ons aanreed. Na te zes uren oven halt gehouden te hebben, zijn wij ttf negen uren in Maquasicspruit, Hier wasschen en voorzien wij ons van melk, eieren en brood. Wij zijn er ook nog getuigen van een wedren op het gezadelde paard tusschen twee Kaffers. De prijs was een flesch brandewijn, 't Was een interessant gezicht, die zwarte, romantisch ge~ klcede mannen daar in woeste vaart mot elkan der te zien wedijveren. Te twaalf uren trekken wij op, de wagen door hot water van Maquasie- spruit, wij over de rotsblokken. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1