lottip misvatting.
N°. 7537.
Tweede Blad
A0. 1890.
Maandag 7 Juli.
Feuilleton.
ier-en-veerti g1 s t
J a a r J? a n 2*.
Binneiilaiidsclie Berichten.
Verschijnt dagel ks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: J.
ODÉ.
Kiesdistricten.
fftn
COl'HA: T.
Abonnementsprijs, per kwartaal
fya«co per post, door het geheele Kijk
Afwnderlijke noinmers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BVKKAU: ltl A It K1', 15, ISA.
Advertentieprijs*, van t10 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer - 0,10.
Diuemaai. geplaatst wordt togen tweemaai. berekend.
naar vermeerdering der oorlogs-
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Zitting van A Juli.
De heer Van Houten is benoemd tot voor
zitter van de voorbereidingscommissie voor
de legonvetten.
Bij den aanvang der vergadering heeft de
.minister ,van binnenl. zaken geprotesteerd
tegen de beschuldiging van den heer Domela
Nieuwenhuis, aan liet einde zijner inter
pellatie van gisteren, schriftelijk aan den
minister door interpellant bevestigd, dat hij
■door velen ook als rustverstoorder wordt
beschouwd, zoodat beiden elkaar niets te
verwijten hebben.
Streed rustverstoring reeds met zijne chris
telijke beginselen, openlijk wilde hij thans
verklaren, dat hij zich nooit heeft schuldig
.gemaakt aan rustverstoring, noch in het
•openbaar, noch in private geschriften.
Hij zou echter wenschen, dat die beschul
digingen althans geuit worden in een vorm,
■om de zaak voor den rechter te brengen.
Zoolang hij minister is, zal hij zich daaraan
ijaiet storen, maar zondra hij afgetreden is,
zal hij dergelijke verwijten voor den rechter
brengen. Hij heeft zich nooit tegen eenige
.overheid verzet, nl was hij overtuigd van
•onrecht.
Do overeenkomst met de firma Van der
Made tot afkoop van tolrecht® op de brug
over de Donge is goedgekeurd; evenzeer de
uitgaaf voor de geweertransformatie, waarbij
.de minister van oorlog mededeelde, dat het
vraagstuk van het klein kaliber geweer en
het rookvrije kruit in onderzoek is.
De heer Viruly bestreed liet voortdurend
drijven
uitgaven.
liet adres der vereeniging Maatschappelijk
Belang", waarin aangedrongen wordt op
wijziging der eoöperatiewet, werd ter griffie
gedeponeerd, nadat de lieer Van Kempen
verklaard had, bij de justitie-begropting
nader de middelen te zullen bespreken, om
te voorkomen dat velen in hun bestaan worden
bedreigd door sommige coöperatieve vér-
eenigingen.
Verder werden aangenomen de wetsont
werpen tot afstand van het Zuiddiep, onder
's-Graventleel, en tot naturalisatie van M.
Fleerkamp en anderen.
Bij de conclusie "in zake de tolheffing door
de brug over het Zwartewater bij Hasselt
bestreden de heeren Smidt en Van Kerkwijk
die heffing, welke door den heer G. van Dedem
werd verdedigd.
De minister van binnenlandsche zaken, de
heer De Savoroin Lohman, beloofde een gron
dig onderzoek te zullen instellen bij ver-
stiïjking van den termijn van vergunning
lot heffing.
Bij de quaestie over de kosten van inkwar
tiering te Opsterland- hield de minister De
Savornin Lohman tegenover den heer Domela
Nieuwenhuis vol, dat het rijk niet de rekening
van den burgemeester kon voldoen.
Aangenomen is eene verhooging van liet
maximum der uit te geven zilveren pasmunt
in Indië met 5 millioen en eene nadere ver
lenging van den termijn, gesteld bij art. 1
der wet van 1818 (strafbepalingen op over
tredingen en algemeene maatregelen van be
stuur).
Na vaststelling der raming in comité is de
Kamer op reces uiteengegaan.
Het ingekomen ontwerp, houdende nadere be
palingen omtrent den accijns op de suiker, bepaalt
liet volgende:
Art. 1. Indien de opbrengt van den accijns op
do suiker in 1890 minder dan f8.350.000 of in
bot volgend jaar minder dan f 8.500.000 bedraagt,
wordt het ontbrekende bewijs van omslag ponds
pondsgewijs op de fabrikanten van beetwortel
suiker verhaald, naarmate van hunne aanslagen
in hetzelfde jaar volgens art. 5G der wet van
7 Juli 1807 Sibltlno. 00), met inbegrip der ver
hoogingen, voorgeschreven krachtens art. 77 dier
wet.
Door opbrengst is te verstaan*, de som der
bedragen, in dit jaar opvorderbaar geworden.
Bijdragon, omslagen wegens tekort op het vorige
jaar, blijven ten deze buiten aanmerking.
Art. 2. De omslag wordt vabtgesteld door den
minister van financiën on in de Nederlandsche
StaalS'Couranl bekendgemaakt.
Elk fabrikant is gehouden het daarbij voor hem
bepaalde accijnsbedrag binnen eene maand na
dia bekendmaking te voldoen.
In de toelichting zegt de regeering, dat de
accijns op de suiker in de eerste vijf maanden van
1890 f 1,090,000 minder opbracht, dan in het
zelfde tijdvak van *1889 en f 970,000 inindre
dan in hetzelfde tijdvak van 1888. Oorzaak van
de/en teruggang is de buitengemeen groote hoe
veelheid suiker, welke de beetwortolsuiker-
fabrikanten in het laatste werkjaar (1889/90)
hebben verkregen uit het sap, waarvoor zij naar
art. 1 Ir. 6 der wet van 7 Juli 1867 (Slbt. 09)
zijn aangeslagen. De boven den aanslag verkregen
accijnsvrije suiker wordt namelijk na raffinage
hier te lande in consumptie gebracht en vervangt
dus eene gelijke hoeveelheid, waarvoor bij aanslag
naar de weikelijke productie (art. 1 Ir. aaccijns
ZOU zijn betaald.
Verhuuging van den aanslag naar het sap ligt
het meest voor de hand. Ora echter op die wijze,
bij gelijke productie nis in het werkjaar 1889/90,
de acuijnswinst der fabrikanten te beperken tot
het bedrag, dat zij in vroegere jaren genoten,
zou de aanslag dermate moeten worden opge-
dreven, dat die, bij onverwachten tegenspued,
door do fabrikanten niot was te bereiken. Daaren
tegen zou zelfs zoodanige verhooging nog niet
eens de opbrengst van don accijns verzekeren
voor bet volstrekt niet onmogelijk geval, riatdfl
uitkomst van een werkjaar voor de fabrikanten
gematigder macht zijn dan in 1889/90.
Alles wèl overwogen, komt het verkieslijk voot'
thans den aanslag ongemoeid te laten en in af-
wachting van nadere regeling, tijdelijk een mini
mum van jaarlijksclie opbrengst aan te nemen,
met omslag, zoo noodig, van bet ontbrekende
over de fabrikanten.
Eindverslag is uitgebracht over liet wetsont
werp tot wijziging der kieswet.
Een lid der commissie van rapporteurs sprak
bot .verlangen uit, dat do minister van binnen
landsche zaken vóór de openbare behandeling van
hel wetsontwerp alsnog aan de Kamer zou over
leggen eene opgaaf van de cijfers der bevolking
van de verschillende kiesdistricten, in dit wets
ontwerp bedeeld en het aantal kiezers in elk
dier districten, beide op 1 Januari 1890.
SCHIEDAM j 5 Juli 1890.
Zooals men weet, werd de heer R. ïC>
Okma, wethouder van 'Wijmloritseradeel, in
Januari 1888 door Ged. Staten, wegens b\j
art. 24- dor gemeentewet verboden levering
ten behoeve der gemeente, van zijn lidmaat
schap van den raad vervallen verklaard, en
werd zijn bij den Koning ingesteld beroep
ongegrond verklaard. Van den dag dezer eind
uitspraak af, *15 Juni 1888, was hij nu,iuge-
volge het laatste lid van art. 20 der gemeente
wet, gedurende twee jaar niet tot lid vatl
den mad verkiesbaar. In de maand Mei 1889
Uit do herinneringen van een oud-diplomaat.
5.
«Zoudt gij denken, kameraad, dat gij ons te
paard zuudt kunnen volgen, of zijt gij te ver- -
moeid?" Met deze woorden wendde hij zich tot
•een geheel met stof bedekt, jong officier, dien
•ik thans eerst opmerkte. «Ik zou u gaarne mee
nemen, om ons de booswichten te helpen op.
sporen.
«Ik wensch niets liever!" was het antwoord
■van den onbekende. Ik bespeurde t hans, dat deze
•eenige bloedvlekken aan zijn mouw trachtte te
verbergen, Hep ijlings naar mijne kamer, haalde
•er eenigo compressen en lei in alle haast een
•verband ons den bloedenden arm.
Wat dat onverwacht alarm, die oveiliauste
aftocht en die pasaangekomen gewonde officier
met elkaar gemeen hadden, dat was mij alsnog
een raadseldoch om inlichtingen te vragen, daar
was nu geen tijd voor.
Enkele minuten later draafden wij de poort uit.
Eerst nu gunde Lepanoff zich den tijd mij uit
den droom te helpen.
«Herinnert gij u ons gesprek van gisteravond V'
sprak bij op gpjaagden toon. «Zonderling kunnen
de zaken loopen. Op dit oogenblik zijn wij er op
uit om Paulowna uit de handen der Tscherkessen
te redden. Om drie uur ik lag nog wakker
hoor ik een ruiter op liet kasteel afkomen en
dadelijk daarop den wachtroep aan onze poort en
het neerslaan der brug. Ik denk natuurlijk aan
een koerier en boor ook onmiddellijk den jongen
officier, dien gij verbonden hebt, mijne kamer
binnenkomen. «Kapiteinroept hij, «kom ons
te hulp. Het geldt onze eer en het leven van
een jongedame, de nicht van den gouverneur.
Ik ben verloren, als gij geen hulp en raad schaft
Met veel moeite moest ik den jongen man eene
nadere verklaring ontlokken. Drie dogen gelad
was te ïifiis het bericht gekomen, dat Loris
Karaskin in een der laatste gevechten tegen
Schumyl zwaar gewond was. Nu had Paulowna
haren oom verzocht haar te veroorloven naar
Sakataly to reizen, wnar haar broeder vor-
pleegd weid. Lang bad deze geaarzeld, maar
toch eindelijk toegestemd. Eergistermorgen reisde
he meisje uit Tifles af, onder bedekking van een
vrij steik escorte, aan welks hoofd men helaas
een onberaden knaap schijnt gesteld te hebben-
Volgens luitenant Rasche was majoor Muiieff een
dapper stafofficier, maar van den guenïlakrijg had
hij niet het minste begrip.
Reeds den eersten avond kwam liet escorte
met eenige vijandelijke ruiters in contact en in
den nacht werd majoor Murielf door eene groote
macht overvallen. Nog gelukte het hem dezen
aanval ai te slaan, maar toen hij 's morgens
zijn tocht wilde vervolgen, bleek dit even onmoge
lijk als de terugkeer naar Tiflis. Murieff schijnt
namelijk zijn bivak zoo slecht gekozen te hebben,
dat het den vijand gemakkelijk moest vallen hem
van voren en van achteren den pas af te snijden.
Hij week ter zijde uit en hoopte zoo onze vesting
te bereiken. Tegen den middag werd hij echter
opnieuw aangegrepen en kwam zelf te vallen
luitenant Rasciiu nam het bevel op zich en dezen
gelukte bot werkelijk onder aanhoudendiKicliei'"
mutselingen er zich door te slaan en liet tori tot
op ongeveer vijitien werst te naderen. De wind zal
ons belet hebben bet krijgsi utnoer te hooien.
Tegen den avond werden de aanvallen zoo lievig
hervat, uu was de wederstand zoo zwak, dal de
jonge officier uit zich zei ven besloot het uiterste te
beproeven, teneinde hulp te halen. Hij deelde zijn
voornemen aan Paulowna mede en het moe lige
meisje was liet spoedig met hein eens. lhj ha I
het aan zijn vluggen schimmel te danken, dat luj
het plan kon volvoeren. Aan zijn oudsten onder
officier liet hij het over met de Tscherkessen over
de overgave te onderhandelen.
Dit, mijn waarde Strack, is alles, wat ik tl
zeggen kan, en als gij mij nu mocht willen rragen
wat ik van zins ben te doen, dan zou ik moeten
antwoorden, dat ik dit zelf nog niot weet. Dit
alleen weet ik, dat ik mijn laatstee droppel bloed
j