fl f laandag 25 Augustus. N°. 7572. Eerste Blad A°. 1890 er er- i e r - n - v© ertig-st© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binnonlanflsche Berxcliten, trondal, UITGEVER: J. ODÉ. WIJRDA, ta GO IIII Ibohkemektspbhs, per kwartaal jttusio per post, door het geheels Rijk Afiontlerlijke nomraers 1.85. - 2.50. - 0.10. B U RE AD: BI A RET, K, 12 4. Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Courant. l.l Iedere gewone regel meer - 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Hit nummer bestaat uit drie bladen. Schiedam, 23 Augustus 1890. Niet waar, tlie broederlijke omhelzing van mar en keizer, die feesten, gevierd op een terrein, waar bittere ironie! onder worpen aan des czaren macht, duizenden Duitscliers aan de grootste willekeur ten prooi zijn, die broederlijke omhelzing, ze is Jiet symbool van vrede op aarde, van vrede en geen gevaar. En waarin bestonden ze wel, die feesten, als vredeboden hoogverheven? Laat ons zien. Het was te Narva, een stadje, evenmin Russisch als Duinkerken Fransch behoorde te zijn. Daar ontving de czaar den Duitschen .keizer en hij toonde hem daar: hospitalen, scholen, een landbouwtentoonstelling, de sta tuten van een genootschap tot bestrijding van het vreeselijke drankmisbruik in Rusland, een keizerlijke ukase, die Duitscliers en 'joden bescherming en vrijheid verzekert? Niets van dat alles. De czaar toonde den keizer het regiment Preobasehensko'i. Ja, dat is een historisch regiment. Toen Peter de Groote nog onder de pantoffel van zijne zuster Sophia zat, richtte hij in het dorp, waarnaar het regiment den naam draagt, ecu soort van keurbende op, bestaande uit zonen van den kleinen adel en ettelijke hoerenen met die keurbende heeil de de Groote Peter wonderen gedaan, en het is steeds gebleven een van de beste Russische legerscharen, wier kenmerk volgens een wel bekend schrijver dit isz>Schiet er een man van dood, ge hebt behalve uw geoefenden schutter nog een tweeden krijgsknecht noodig omden getroffene tegen den grond te werpen". Nu dan, dit regiment, in vollen wapendos, was het eerste, wat de Russische czaar zijn hoogen gast te zien gaf. En deze, hij was Verrukt, toen hij de manoeuvres had aan schouwd hij drukte deu officieren de hand, hij hei haalde deze plechtigheid tegenover de sergeant-majoors van de keurbende van czaar Peter, Misschien riep hij met den Engelsehen veldheer wel uitisplendid 1" En daarna, daarna was er weer een hartverheffend schouwspelwant hij een groote wapen schouwing liet de czarina met eigen hand door middel van electriciteit een bru~ in de lucht vliegen, 't Was alweer indi. wekkend. En toch, voor een maand of wat gaf een van de Engelsche illustraties een familietooneel te aanschouwen op het kas teel van den koning van Denemarken, den vader van de czarina. Daar was de ge- heele familie bijeen; de czarina werd er voor gesteld breiende aan een paar kousen. De zelfde zachte band volbracht deze week een werk der vernieling't Laatste was een vorstelijke, 't eerste een menschelijke bezig heid. Hoe lang zal 't nog duren, eer de laatste do eerste beeft overwonnen Dat zal nog zoolang duren, als de vorsten uit eigen oogen, cn niet door die van eigenbelang zoekende hovelingen zien. Daar is het nieuwe werk over Siberië en over de gru welen, die daar in naam van den czaar nller Russen worden gepleegd. Maar aan het einde daarvan kan men le2en, dat de schrijver zicli weinig van de uitwerking van zijn boek voorstelt, want dat de czaar onkundig wordt gehouden van hetgeen er gebeurt. Zijn Majesteit kent echter het regiment Preoba- schenske in al zijn eigenaardigheden, en hij laat het zijn keizerlijken vriend bewonderen, maar verzwijgt natuurlijk, dat het aan de Duitsch-Oostenrijksche grens van zijn rijk krielt van militairen, geheel ten strijde toe genist, gereed om op het eerste bevel op te rukken. Want, hoe vredelievend ook gezind, op het Balkanschiereiland blijft Ruslards oog gericht; daar wacht het zijn tijd af. Met die hooggeroemde vredesbetuigingen moet men het volstrekt niet nauwer nemen dan ze verdienen. Hierin ligt bet behoud van den vrede, dat de grootmachten van ons werelddeel ieder op zijn beurt bevreesd zijn den eersten aanval te doen, nu de uitrustingen zoodanig zijn, dat de oorlog van 1870 bij een van '90 kinderspel zou wezen. Het schouwspel, dat de Argcntijnschc repu bliek voor eenige weken opleverde, zal hoogst waarschijnlijk worden herhaald in de naburige republiek Uruguay. De president van dezen staat, zekere heer llervera, is in de maand Maart als zoodanig opgetreden, doch na een staatsbeleid van vijf maanden wordt hij open lijk beschuldigd van oneerlijkheid. Sedert Maart toch zijn er ongeregeldheden bij de nationale bank voorgekomen, ongeregeldheden, die men tot voor korten tijd verborgen heeft weten te houden, doch waarmede de president bekend moet zijn geweest. De twaalf millioen dollars, bet kapitaal van de bank, moeten gevlogen zijn. De ontevredenheid onder het volk moet zoo groot zijn, dat de meerderheid verlangt terug te keeren tot het vroegere stelsel van een militaire dictatuur, liever dan te blijven leven onder een zoogenoemde parlementsvrijheiddoch die oneerlijkheid en zwendelarij in haar wapen voert. Voor Europa is de toestand daar te lande geens zins onverschillig. De hoofdstad der repu bliek Montevideo telt ongeveer honderd veertig duizend zielen; een derde gedeelte daarvan bestaat uit vreemdelingen, en on der dezen zijn de Europeanen sterk ver tegenwoordigd. De stad drijft een aanzien lijken handel. liet goede voorbeeld van de Vereenigdc Staten a an Noord-Amerika is door deze republiek niet gevolgd; bij een bevol king namelijk van ongeveer zevenhonderd duizend inwoners kan zij wijzen op een acht- •baar schuldcijfer van tachtig miliioen dollars. Het Engelsche parlement heeft zijn zittingen gesloten. Wat er tot stand gebracht isbe- teekent zeer weinig, en nog te meer onver klaarbaar wordt deze werkeloosheid, wanneer -men in aanmerking neemt, dat in liet Lager huis de meerderheid der regeeringspartij met tachtig stemmen bestaat. Doch aan den an deren kant moet men niet vergeten, dat een onhebbelijke gewoonte die sedert 15 jaren langzamerhand is ingeslopende schuld is van veel kwaad. In 1875 voerden de lersche afgevaardigden Biggar en Parnell voor het eerst dit fraaie gebruik in. Het bestaat na melijk hierin dat men door de discussiën verbazend te rekkenen door allerlei exception op te werpenhet nemen van een belangrijken maatregelwaarvoor zelfs een meerderheid is, eenvoudig onmogelijk maakt, 't Spreekt vanzelf, dat het reglement an orde van het Lagerhuis oorzaak is cfat zoo iets kan gebeuren. Dan heeft bo vendien het Lagerhuis eon leider, den heer Smithwien het ten eenenmale aan den noodigen tact mangeltom een vergadering als deze te leiden. En eindelijk, het kwade voorbeeld der Ieren heeft bij alle partijen navolging gevondenook do radicale, de meest vooruitstrevende partij, heelt nu reeds, hij monde van haar hoofd, den lieer Labou- chère aangekondigd, dat het spel in de vol gende zitting met verdubbelden ijver zal wor den gespeeld. Een vroolijk vooruitzicht voor hendie genoodzaakt zullen zijn aan de nachtelijke zittingen van liet Engelsche Lager huis deel te nemen, 'tls hoog spel dat op deze wijze gespeeld wordthet parlementaire stelsel geraakt er door in diskrediet, en van practische lieden als de Engelschen is het te verwonderen, dat ze vijftien jaar een stelsel van tijdverbeuzcling dulden, zonder er zich in het minst tegen te verzetten. SCHIEDAM, 28 Augusfus 1800. Wij laten hieronder volgen de missive van den minister van binnenlnndscliè zaken aan Gedeputeerde Staten van Zuid-IIolland en de missive van Gedeputeerde Staten aan burgemeester en wethouders van Schie dam in zake de verordening op de heffing en invordering der plaatselijke directe be lasting. 's-Gravenbage, 7 Augustus 1890. Do strekking van de door den Gemeenteraad van Schiedam gemaakte opmerking omtrent art. 8 van hot bij mijn schrijven van 7 Juli jl. no. 2770 BB tei nggezonden helfingsbeshtit, is mij niet duidelijk. Door mij was niet bot bezwaar gemaakt dat de buiten do belasting vallende gebouwen, erven en gronden der door hen met namo genoemde zedelijke lichamen, door dat besluit wel zonden worden getroffenmaar ik maakte bedenking tegen hot aanslaan van fir ma's, waartoe meer dan een persoon behoort als zelfstandige belastingschuldige, dus als zede lijk lichaam, omdat m. i. volgens de Gemeente wet niet anders dan natuurlijke personen in de plaatselijke directe belastingen kunnen worden aangeslagen. In de laatste jaron is dit her haaldelijk beslist en ik kan daarvan iet af' wijken. Daar oan dit bozwaar niet is te gemoet ge komen, heb ik de oer U te vezoeken den gemeldeft Raad daartoe nader uit te noodigen. üc minister van Binnen fandschc Zaken. (gel.) De Savounin Lohman. Voor eonsluidend afschrift, He Griffiedcc Provinciale Slaten van Zuid-Holland. (get.) F. Tavesuaat. 's-Gravonhage, 12/15 Augustus 1890. De verordeningen op de heffing en invor dering eener plaatselijke directe belasting ten behoeve Uwer Gemeente, met het afschrift van het besluit van den Raad dd. 30 Juli 11. welk een en ander werd ontvangen met uwe missivo van 7 Augustus II. no. 481, zijn duor ons den Minister van Binnenlantlscho Zaken aangeboden. Naar aanleiding daarvan is ontvangen een schrijven van dien Minister dd. dezer no, 3516 Afd. BB. Wij hebben de eer U die missive in Bfschrift to doen toekomen met bijvoeging tevens der verordeningen op de heffing en invordering. II gelieven den inhoud dier Ministerieels missive te brengen ter kennis van don Raad en te bevorderen, dat door die Vergadering aan het daarin vervat bezwaar worde te gemoet ge komen. De Gedeputeerde Stalen der provincie Zuid Holland. (get.) Fock, Voorzitter. (get.) F. TavenraaT, Griffier. De heer C. J, Loncq, wethouder dezer gemeente, is lieden 25 jaar lid van den ge meenteraad. 23 Augustus'1865 toch had zijne verkiezing plaats. In de vergadering van 5 September daaraan volgende werden zijne ge loofsbrieven onderzocht en tot zijne toelating besloten, terwijl hij in die van 19 September werd beëedigd en zitting nam. Wij wenschen, dat hij nog langen lijd deze betrekking mag blijven vervullen. Toen hedenmorgen de wed. Den Ileld, komende uit de Oranjebuurt, de stoombran- derij vau den lieer J. Jurrinanse, aan dort Buitenhavenweg voorbijging, viel haar een pak zakken, welke door een molenaarsknecht uit een der ramen geworpen werd op het hoofd, ten gevolge waarvan zij aan eon arm en een heen en waarschijnlijk ook inwendig ernstig gekwetst '"-ivd. De eerste genees kundige hulp werd haar verleend door dert heer P. la Verge.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1