""rënwsgevïng.
A0. 1890
Maandag 8 September.
N°. 7532.
Eer si e Blad.
w
Vi
r - e n - v e
©rtig'öt© Jaargang.
herschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
a I r s e
h u w i n g.
liiiuienlaiidsclie Berichten.
UITGEVER: J. ODÉ.
BURKACj NAKKT, K, 12®.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant. f 10.'
Iedere gewone regel meer - 0.10.
Df.iema.ai. geplaatst wonlt tegen twekjual berekend.
git nummer bestaat uit drie bladen.
Kleinhandel li sterken drank.
1 Burgemeester en 'Wethouders van Schiedam
brengen, ingevolge art. 5 der Wel tol regeling
van den kleinhandel in sterken drank en tot
beteugeling van openbare dronkenschap
(Staatsblad no. 118 van 1885), ter openbare
kennis, dat bij hen een verzoekschrift is
ingekomen: van CORNELIS JOHANNES
KNOOPS, tot verkoop van sterken drank in
liet klein, in het pand aan de Oversclnescho
straat, wijk A, no. 94
Schiedam, den 5n September 1890.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
Be Secretaris,
A W. MULDER.
SCHOUW
over de Wateringen en lieinslooten
In liet Oud- en Klcuv-West-
Frankeland.
Schiedam, 0 September 1890.
Het Fransche dagblad Figaro heeft zich
in deze dagen van stilte op politiek terrein
werkelijk verdienstelijk gemaakt. Er is leven
n de brouwerij gekomen, want met bijzondere
Aandacht zijn de artikelen gelezen, welke
•het blad in de laatste dagen onder den titel
ïHet Boulangisme achter de schermen" heeft
geplubiceerd. Doch dit verschaffen van eeti
buitengowonen schotel aan het couranten-
lezend publiek, is niet de cenige verdienste
TM Figaro; met de openbaarmaking van
«doelde artikelen geeft het blad aan het
Fransche volk een geduchte, een ernstige
les, een les, die over de grenzen van Frank-
rijk insgelijks invloed op de gemoederen zal
kunnen oefenen. De moraal der geschiedenis
is in 'tkort deze: »Een deel van liet Fran
sche volk heeft eenigen tijd gedweept met
een knap gebouwden generaal, een man, die
op het paradeterrein, gezeten op een flink
tos, de licht ontvlambare gemoederen der
Franschen wist te ontfonken, eti die geest
drift wist op te wekken, zonder ooit een
een daad verricht te hebben, waardoor die
geestdrift ook maar in 't minst gewettigd mocht
heeten. Maar er waren tal van ontevredenen,
en als men zich herinnert, dal het bewind
van den vorigen president, Jules Grévy, vooral
door de knoeierijen van diens beruchten
schoonzooh Wilson, meer dan impopulair was,
is die ontevredenheid te verklaren. Men ging
zich inbeelden, dat Boulanger de redder van
Frankrijk zou zijn, en deze deed alle moge
lijke moeite als zoodanig te poseeren. Zoo
ontstond, hetgeen men genoemd heeft uhet
Boulangisme". Men kent de verdere geschie
denis van le brave general. Bij verstek door
een gerechtshof veroordeeld, zit hij op liet
eiland Jersey, het gewone toevluchtsoord voor
Fransche ballingen, waar in't voorbijgaan
gezegd wel eens edeler en grooter geesten
gehuisvest zijn geweest, de toekomende din
gen af te wachten.
Na Figaro met zijn onthullingen gekomen
is, schijnt het, dat de rol van den ex-generaal
Boulanger in Frankrijk is uitgespeeld. In
een van de woelige Zuidamerikaansche
republieken is er misschien nog wel een
arbeidsveld voor zijn eerzucht te vinden
in Europa zal elk weldenkend man hem
den rug toekeerenwant de groote
man blijkt thans zonneklaar niets anders
te zijn geweest dau een avonturier van het
minste kaliber. Ilij heeft toezeggingen ver
kregen van de monarchalen, en had een
onderhoud met den graaf van Parijs. Hij
heulde met de Bonapartisten en bracht aan
prins Jéréme Napoleon te Prangins een be
zoek. Hij onderhandelde met verschillende
richtingen van de republikeinsche partij, ten
einde bij de aftreding van Grévy de keus
van Jules Ferry onmogelijk te maken. En
zoo iemand zou de verlosser, de bevrijder
van Frankrijk zijn! Zooals het gewoonlijk
gaat, nu Boulangor's zou gedaald is, verlaten
zijn satellieten hem voor en na. Ieder tracht
zich de handen iu onschuld te wasschen en
wil betoogen, dat hij de republiek en niet
anders dan de republiek heeft gediend. IJdel
pogen, voorwaar! Hij, wion men dictator
droomde, bleek een specie van landverrader
te zijn, verheerlijkt in zijn goede dagen,
hij verdiende niet boter, door Paulus,
den zanger uil liet café chantant; in zijn
ballingschap voor en na verlaten door tal
van avonturiers, die met hem meenden te
stijgen, maar die thans de schande met hem
moeten deelen. 'tls een lrarde les, die onze
zuidelijke naburen ontvangen hebben, 't Is
voor hen te hopendat ze die ter lmrte
zullen nemen 1
Van Boulanger naar Bismarck is de afstand
kolossaal. Toch kan men den een niet noemen
n deze dagen, zonder aan den anderen te den
ken. Ook Bismarck gaat over de tong, en in de
week, die we achter ons hebben, kan 't ook
wel niet anders, of zijn naam moet genoemd
worden. 'tWas deze week twintig jaren ge
leden, dat de groote overwinning bij Sedan
den val van Napoleon III voltooide; de
victorie bij Sedan, die het Fransche keizerrijk
ineen deed storten, maar1 die te gelijk de
oprichting van liet Duitsche keizerrijk voor
bereidde. Wiens schepping is dit Duitsche
keizerrijk Yan niemand anders dan van den
ijzeren Bismarck. Honderd malen mogen Duit
sche enthousiasten spreken van den helden-
keizer Wilhelm Inaast diens beeld verrijst
onmiddellijk dat van den grootsten staats
man dezer eeuw, Otto von Bismarck.
1 En nu de oude keizer is ontslapen, en de
oude kanselier eenvoudig is weggegaan als de
Moor, die zijn plicht heeft gedaan, nu komen
de onthullingen. Nu weet men te verhalen,
dat de oude Wilhelm zijn eerstenstaatsdienaar
wel wat aanmatigend vond, en er met zijn
zoon, kroonprins Friedrich meermalen over
sprak, voor Bismarck c-en anderen, meer volg-
zamen kanselier te zoeken. De omstandig
heden hebben dat belet, maar van die hoog
geroemde eenstemmigheid tusschen keizer en
kanselier moest men voortaan maar zwijgen.
Het historische snooit". steeds door keizer
Wilhelm uilgesproken, als Bismarck om ont
slag vroeg, verliest tegenwoordig vrij wat
van zijn beteelcenis. Wil men een staaltje,
de Duitsche bladen zijn er tegenwoordig
gul genoeg mee, men leze het volgende. Bis
marck heeft het vroeger meermalen aan
vrienden verhaald, en thans schijnt men den
tijd rijp te achten, liet openhaar te maken.
Tijdens den ooi'log met Frankrijk hield een
trein, waarin de koning eu Bismarck zich
bevonden, stil aan een station. Op het perron
waren juist eenige Duitschers in luid gesprek,
en wel over de vraag, of de Duitsche troepen
op zekere plaats waren aangekomen. »Ja\vel,
de Bisnmrckcrs zijn inderdaad al zoo ver
riep een van de praters, die niet wisten, wie
in de nabijheid alles konden hooren. »Wat
bedoeleu die mensehen toch vroeg koning
Wilhelmmaar Bismarck zeide, niet recht
verstaan te hebben. Eenige oogenblikken zweeg
de koning en zeide toen»IIet volk moest
toch weten, dat het mijne en niet uwe sol
daten zijn 1" Sedert zoo ging Bismarck
voort hoéft mijn vrouw mij bij herhaling
dat voorval herinnerd, en zoo dikwijls ik door
een en ander de gevoeligheid van den ouden
heer kon kwetsen, waarschuwde zij mij
nDenk aan tie Bismarckers
Over de verhouding tusschen Duitscblnnd
en Oostenrijk, vooral na het bezoek van keizer
Wilhelm te Nor va, zijn de lieden het niefc
eens. Wil men het van den eenen kant doen
voorkomen, alsof alles louter hartelijkheid ea
vriendschap zou zijn, van elders wordt be
weerd, dat de verhouding werkelijk gespan
nen is en blijft, en dat de keizer van lluitsch-
land de beleefdheid ver genoeg, ja te ver
heeft uitgestrekt tegenover een souverein,
die jegens hem een groote mate van terug
houding heeft aan den dag gelegd. De pers
in heide landen stookt liet vuur onophoude
lijk aan, en voert een toon, die zeer weinig
van verbittering verschilt.
Zoolang het drievoudig verbond tusschen
Duitschland, Oostenrijk en Italië beslaat, zal
in dien toon wel weinig verandering komen.
Dat verhoud is aan Rusland een doorn in het
oog en bindt hot de handen ten opzichte van
het Balkanschiereiland, waarover liet ZOO
gaarne den schepter voeren zou. De gisting,
die in Italië wordt waargenomen ten opzichte
van Oostenrijk, kan den Russen dan ook niet
anders dan zeer aangenaam zijn.
Itaiiaansche heethoofden droomen altijd
maar door van een annexatie van die Oosten-
rij ksche gewesten aan de Adrialische Zee,
waar Italiaanscti wordt gesproken. Men be
grijpt echter, dat Oostenrijk er niet aan denkt,
provinciën af te staan, waarin o. a. de belang
rijke haven Triest gelegen is. Waar bevrien*
den onder elkander zoo kibbelen, wordt de
beleekcnis van een bondgenootschap tamelijk
verkleind.
De Italtaansehe minister Crisp! laat zich
echter door geen alarm verontrusten; hij
duldt niet, dat zijn heethoofdige latidgenoo-
ton tegen Oostenrijk op vijandige wijze op
treden, en blijft er kalm onder, als zijn tegen
standers de fiolen van hun toorn over hem
uitstorten, en hem zijn revolulïonnnir ver
leden onder het oog houden. Yan Bismarck
heeft hij de kunst afgezien, zoodanige zaken
aan te hooren, alsof ze hem niet aangaan.
SCHIEDAM, C September 1S90.
Blijkens de zevende tienjaarlijksche volks
telling bedroeg de werkelijke bevolking van
Schiedam op 31 December 188912,148 man
nen, 13,385 vrouwen, totaal 25,533 personen
Ylaardingeu 6004 m. 6618 vr., totaal 12,622
personenYlaardinger-Ambacht 620 m. 570
vr. totaal 1190 personen Maassluis 30S9 m.
3366vr., totaal 6455personen; Maasland 1304
m. 1344 vr., totaal 2648 personen; lCetel
708 m. 675 vr., totaal '1383 personen
Overschte 2052 m. 2136 vr., totaal 4188
personen Scliiebroek 202 m. 183 vr., totaal
385 personen; Pernis 1283 m. 1363 vr.j
totaal 2646 personen.
Hieronder zijn begrepen de personen, dia
ABOKNEIIENTSPBUSrer kwartaal
franco per postdoor het geHecle Rijk
Afamderlykc noinmers
1.85.
- 2.50.
0.10.
Burgemeester en Wethouders van
Schiedam
Gezien art. 0 sier Verordening op liet reinigen en
lf de gevordeide breedte en diepte houden van de
Wateringen en lieinslooten in liet Oud- en Nieuw-
West-I'innkelaml binnen genoemde Gemeente van
den 10 Mei 1881;
Brengen ter kennis van de Eigenaars vim Lande
rijen, Muizen en Ei ven in genoemd Ei ankeland, dat op
Maandag den 22 September 1S90, des joonnidihgs ten
Xit/eii ure, eene SCHOUW zal gedreven worden over
bovenbedoelde Wateringen en lieinslooten.
Wordende bij deze ieder, dien zulks mogt aangaan,
gowaorscliuwd om te zorgen, dat aan het voorge-
ichrevene bij de bovenaangehaalde Verordening als
dan behoorlijk voldaan zij.
En opdat niemand hiervan onwetendheid zoude
kunnen voorwenden, zal deze worden afgekondigd
naar het behoort.
Schiellam, den G September 1890.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
A. W. MULDER.
- - C .MÉ, TM