4 k. 1890. IVIaandag 6 October. N°. 7602. I i Eersie Blad m ier-en-veertig'ste Jaargang Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UIT GEY 1|ltj: T. ODÉ. Biinicnlaiidsclie Berichten. STATEN-GÉNER AAL. AnoNNnsinNTSi'RiJS, per kwartaal Franco per postfloor bat gehpelc Rijk Afzonderlijke liointncrs 1 .So. - 2.50, - O.iO. B IJ 91 IS A V MaHKI1, 55, 12 1. Advertentieprijs: van 1—10 gewone rege's met inbegrip van eene Courant. 1.10. Iedere gewone regel meer - O.tO. DrieüaM. geplaatst wordt tegen twkkmaai. berekend. Dit nummer bestaat uit <le*te binden. Schiedam, 4 October 1800. Ue Nederlanders zijn koppig en onnitstaan- baar. Dit is een eomplimonl, waarmede zij lied,, voorloopig kunnen doen. Gaan we de Ïorzaak na, die hun deze attributen heeft yen toekennen, 't Is nog altijd de oude Congo-fjuaestic, en de Belgische correspon dent Aran do Kölnische Zeitung is meer dan verontwaardigd over ons en over onze regee ring, en in een hartig artikel lucht bij die ver ontwaardiging in laatstgenoemd blad. Als Belg vindt bij bet natuurlijk onaangenaam, dat Nederland de besluiten Ier Brusselsche conferentie tot nog toe veiVmdcrd beeft van kracht te worden. En de ma,, keu blijk baar ons volle een beetje, want hij heeft werkelijk gelijk, als bij zegttoegeven willen ze niet, tenzij gedwongen". De Nederlanders letton slechts op de bevordering van hun eigen belangen, zeker ook een hoedanigheid, die wc van geen ander volk ter wereld haften kunnen aanleeren. En dan stijgt de boosheid van den coirespondent, en hij neemt een meer dreigenden toon aan ea spreekt er van ons tc dwingen, en gewaagt van een F ransel i staatsman die gezegd zoa bobben, dat deze weigering Nederland slecht zou bekomen. "We hebben ons dus op bet ergste voor te bereiden, en is liet bericht waar, dat kardi naal Lavigerie een brief aan Zijn Majesteit den Koning zou geschreven hebben om dezen te overreden de protocollen der Brusselsche conventie te ondertcekcnen, dan zullen lal van Nederlanders, die niet goed op de hoogte zijn, wel moeten denken dat de regeering groote fouten heeft begaan. Dat bot-schrijven van den kardinaal een andereu geest zal ademen, dan de correspondentie in de Kohii- sche Zeitung, is buiten twijfel, maar als er een zinsnede in voorkomt, zooals wordt be weerd, van dezen inhoud, dat Zijn Majesteit bij het geluk zijner dochter bezworen wordt toch niet langer tegenstand te blijven bieden, ziet, dan denkt een eenvoudig Nederlander: er is toch iets aan dc baud, dat niet in den haak is. Daarom, en voor bet laatst, willen we de gansehe zaak nog eens nagaan, en we dur ven vooropstellen, dal de attributen ^koppig heid en onuilstaanbaarheid", die ons naar •het hoofd worden geslingerd, ten eenenmale onverdiend zijn; maar dat, op het congres te Brussel, de Nederlaudsclio regeering ge toond heeft, wit wit en zwart zwart te dur- >ven noemen, De Weser Zeitung, insgelijks een in Duitsch land veel gelezen blad, mankt ons de taak zeer gemakkelijk, wijl ze dezer dagen oen grondig betoog over de zaak leverde, dat in hoofdzaak op het volgende neerkomt: In 1884 werd op een congres te Berlijn de Congo-staat, wat zullen we zeggen, ge sticht of opgericht, dat komt zoowat op het zelfde neder. Welnu, in het protocol der op richting werd bepaald, dat binnen twintig jaar na de onderteokening daarvan geen in voerrechten aan den Congo mochten worden geheven. Niemand beeft bij deze bepaling meer belang bij Nederland; wel hebben wij in Afrika geen koloniën meer, maar wij han delden op de kusten van Afrika, voordat België of Frankrijk of Duitschland er de minste bandelsrelatiën hadden aangeknoopt, en nog is onze handel op die streken van meer beteekenis dan die van eenigo andere natie. In 1889 ging niet minder, dan, lot wel! zeven achtste van den geheolen uitvoer door de handen van de ambtenaren tier Neder- landsche AtVikaansclie-Iïandelmantschappij, en van den invoer bad deze maatschappij onge veer een derde voor baar rekening. En vol gens de overeenkomst te Berlijn mocht er a 1800 nog in geeu veertien jaar aan ge dacht worden den invoer door inkomende rechten te belemmeren. Baar komt de Belgische regeering met uitnoodigingen tot deelneming aan het con gres tegen dc slavernij. Bereidvaardig wertl aan die uitnoodigingen gehoor gegevenmen zou voor een edel doel werkzaam zijn, en Nederlands koning zon wel de laatste wezen aan dergelijk congres deel te nemen, bij, die in 1803 voorgoed een einde maakte aan de slavernij in onze Wesfmdisehe bezittingen. Van achteren bezien, gelooven wij, dat de Belgische regeering er toen reeds aan dacht, ook het onderwerp »invoorrechten" op dit congres ter sprake te brengen. De Congo-staat toch eischt van den koning van België obers, die op den duur te zwaar zijn. Alzoo, toen men vrij wel gevorderd was met het kardinale punt, der conferentie tot onderzoek aangeboden, de afschaffing der sla vernij, wordt daar op eenmaal en onverwachts het punt der invoerrechten ter sprake ge bracht 1 Verscheidene stalenwier handel op don Congo-staat van weiuig of in het geheel niet van beteekenis was, vonden er geen bezwaar in tot een bepaling mede te werken, waarbij werd afgeweken van de be sluiten te Berlijn, en waarbij den Congo-staat de vrijheid werd verleend, aldaar nu reeds, dus veertien jaren voor don vastgestelden termijn, invoerrechten te bellen. Nederland maakt bezwaarwijst op de Congo-nkte, laat zich niet bepraten, en eindigt, wijzende op een plechtig aangegane overeen komst, de onderteekening der protocollen, liet wil medegaan, voor zoover bet de be sluiten betreft omtrent de afschaffing der slavernij, het bedankt er echter voor, het doodvonnis van zijn handel op die streken ie onderteekenen. Is dat nu koppigheid? is dat nu onuit staanbaar, als men zich wil houden aan hetgeen zes jaar te voren besloten is Zeker is liet onaangenaam, dat door het ont breken van een handteekening de besluiten van een congres krachteloos blijven, maar ook in het buitenland zelf gaan er stemmen op, die erkennen, dat Nederland in dit geval staat op den bodem van bet vecht, en die met ons Nederlanders van meaning zijn, dat door onze schade de Congo-staat zijn finan ciën niet op een goeden voet mag brengen Daarom gelooven wij ook, dat zelfs bet schrijven van den hooggeplaatste» strijde, voor de afschaffing der slavernij, in dc hou ding van Nederland geen verandering bren gen zal. Uitvoering van spoorwegovercenlioinslcn. Dij hut afüeulingsonderzoek in de Tweede Kamer van do rupplotoiro spoorwegbegrooting en van hoofdstuk nationale schuld voor liet loopende dienstjaar, onthield uien zich, duur deze ontwer pen een noodzakelijk uitvloeisel zijn van de aan genomen spoorwego vereen komsten van vragen omtient de mtvoeiiag der spoorwegwet. Gevraagd werd o. a. naar den uitslag van hat onderzoek door den rijksambtenaar ingesteld ingevolge do overeenkomst met de Kijnspoorweg- inaatscliappij cu overlegging van liet dauromtient opgemaakt verslag ol en tot wulk bedrag bij de uitbetaling der koopsom nan do N. R. Spoorweg legos zeilen gelieven wordenen waarom de yotle som van 8 ton voor de vernieuwing vau de baan en den bovenbouw van den Rijnspoorweg op dit dienstjaar is uitgetrokken? Is de minister overtuigd dat het gelieole werk in do eerste maanden val 1891 zal afloopen? Bij de wijziging der middelenwet, met boven genoemde ontwerpen in verband sieaude, achtten vela leden het uitstel van den minister om het ongedekte tekort te dekken ongemotiveerd en zagen een nadere rechtvaardiging daarvan te gemoet. Bij de behandeling der spoorwegoveroenkom- sten rokende de minister op eene 3-pCts-.leening, te plaatsen a 95 pCt., en hij gaf teen als oor deel op van spoedige overneming van don Rijn- spoonvug, dat het geld goedkoop was. Nu zou waarschijnlijk zeide men opditoogei. 'k eene 3-pCts.-leeni»g tegen 95 pCt. niet te plaat sen zijn, maar is er voldoende grond om te ver trouwen dat bijv. omstreeks het voorjaar van 1S91 de kans gunstiger zal zijn? Ook wensclite men gaarne te vernemen wanneer de minister tot bet sluiten der in uitzicht gestelde leening denkt over te gaan. Ver.ler werd opgemerkt dat, terwijl bij de be handeling dor spoorwegavoreenkomsten de minis ter verklaardedat de staat slechts eene skleinigheid" zon hobben bij to passen om aan de aandeelhouders der N. R. S.-M. over 1889 90 oen dividend van 5 pCt. te verzekeren thans blijkt, dat die som niet minder dan f 190,000 bedraagt. Men begreep niet waarom liet aan de Amster- damsche kanaalmaatschappij verschuldigd bedrog nog niet met juistheid is te bepalen. Enkele leden maakten bezwaar toged do ver- hooging van het bedrag der vlottende schuld met 22 raillioen. SCHIEDAM, i October 1800. Wij vernemen, dat in de ongesteldheid van den Koning, helaas, noggeene verande ring ten goede merkbaar is. (Ar. li. Ci.) Int Den llaag wordt aan het flbl. gemeld: De Koning is vrij kalm, na de aandoening ten gevolge van de verheffing zijner kwaal in liet begin dezer week. Z. M. moet evenwel nog het bed houden. Men leest in liet JD. v. Z.-ll. Door Do Tijd worden, mode naar aanleiding van een schrijvenhetwelk voorkwam in het Dagblad van Nederlandenkole opmerkingen ge maakt over den toestand des Knnings. Het blad stelt eenigo vragen en eindigt met het uiten van den wonsch#dat elke redelijke aanleiding uit don weg moge worden geruimd welke zou kunnen leiden tot het vermoeden, dat voor hot Nederlandscbe volk zaken en toestanden worden verborgen gohouden die het 't recht heeft te weten en waarbij hare belangen betrok ken zijn." Wij kunnen Uo Tijd ten stelligste verzekeren, dat niets met betrekking tot Z. M. wordt ver borgen gehouden om de eenvoudige reden dat er niets te verbergen valt. De Koning bovond zich in de jongste maanden zeer wol, Z. M. deed do regeer'mgszaken vlug af, en wel op zulk een wijze dat daaruit daghelder bleek, dat hij de stukken nauwgezet overwoog. Alles ging gelijk het gedurende de meer dan 41-jarige regeering van Z. M. geschiedde; alleen de persoonlijke aanraking van Z. M. met de ministers bleef achterwege, omdat de Koning zich niet hier bevond. Van geheimzinnigheid was er in de versie verte geen sprake. In de laatste dagen van de voorgaande week wij herhalen nu 't bekende gevoelde Z. M. zich minder goed en moest hij geneeskundige hulp inroepen. De mannen der wetenschap con stateerden eene verheffing van de oude kwaal, doch niot in onrustwekkende mate. Zeer spoedig herslcl wordt verwacht. Is daar nu iets vreemds of geheimzinnigs in 1 Op den hoogen leeftijd des Kouings doen zich bij overigens volkomen gezonds menschen wel eens tijdelijke ongesteldheden voor, die meer zorg rechtvaardigen dan de tegenwoordige van onzen Koning. Do Tijd vraagt of het geen zaak wordt, dat het stilzwijgen der regeering en van de omgeving des Konings worde verbrokendoch wat anders zouden zij te zeggen hebben dan dat Z. M. zich minder wel gevoeldeen dat het herstel reeds intrad Tegen legendarische voorstollingen van som mige dagblad-correspondenten op te komen, dat zal toch wel niet de taak van de regeering kunnen worden geacht. Zoodra de toestand des Konings ernstiger werd, zou do Staatscourant spreken. Dat is meenen wij voldoende, terwijl de nauwgezetheid van de leden der tegenwoordige

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1