EinnenlaiHlsclie Berichten.
Gemengde Berichten.
ft
nemen aan het verzet tegen de Bourbons, het
welk hij in '1799 met den dood moest boeten.
PORTUGAL.
l)e Lissabonsche Dia spreekt tegen, dat
in Mozambique nieuwe ongeregeldheden zijn
voorgevallen. Het zenden van oorlogsmaterieel
derwaarts, welk feit tot het gerucht had
aanleiding gegeven, heeft niets buitengewoons.
"Volgens een te Oporto verschijnend dagblad,
hebben tal van negerhoofden in Oost-Alrika
hunne strijdmacht ter beschikking van de
regeering gesteld,
T U R K IJ E.
De binnenlandsche toestand wordt, ten
gevolge van het besluit van den Grieksehen
patriarch, dat alle kerken gesloten moeten
worden cn de geestelijkheid zich van alle
ambtsbediening zal onthouden, met den dag
ernstiger. Tot dusver is het nog wel niet
tot eene openlijke uitbarsting van hei dweep
zieke, onwetende volk gekomen, maar toch
dreigt die, vooral op plaatsen waar weinig
of geen garnizoen ligt, voornamelijk langs
de kust. Men verwacht dan ook, dat de
sultan aan de eischen van den Grieksehen
patriarch zal toegeven, wil hij zich niet aan
buitenkmdsche inmenging blootstellen. Reeds
is er sprake van, dat eene encycliek dooi
de synode aan de buitenlandsche Grieksche
kerken zou gezonden worden met verzoek
om bijstand. Ook heeft de Grieksche patriarch
den katholieken Armenischen patriarch uit-
genoodigd eene lijn met hem te trekken en
ook het sluiten der Armenische kerken te
gelasten. Deze kan dat op eigen gezag niet.
doen, maar zou in overleg treden met de
katholieke synode.
Natuurlijk kan deze toestand niet lang
dureu. De doodon worden zonder de cere
moniën der Grieksche kerk begravener
worden geen huwelijken ingezegend, enz.
De Grieksche bevolking is verbitterd. Nog
dezer dagen werd een Turksch kapitein in
een der Grieksche wijken van de hoofdstad
omgebiaclitmen heeft de schuldigen niet
kunnen ontdekken. Evenzoo is het met een
politie-agent gegaan.
Door den sultan is aan een Londensch
syndicaaatconcessie verleend voorde vestiging
«ener handelsonderneming en den aanleg van
spoorwegen in Palestina en in andere deeien
van Aziatisch Turkije.
AMERIKA.
Volgens de 2fuw-l'or7c Herald zou het niet
onmogelijk zijn dat de M'c-Kinley-wet eerlang
ongeldig werd verklaard, wegens gebrek in
den vorm. Een der artikelen, door de Kamer
geschrapt, maar door den Senaat weder in
het ontwerp gebracht, zou namelijk door
onachtzaamheid zijn weggelaten uit den door
president Harrison geteekenden tekst. De
senator M'c Plierson heeft deze quaesüe in
het belang der nijverheid aan het oordeel van
bekwame advocaten onderworpen, en dezen
zullen de ongeldigheid der wet bepleiten.
Verscheidene industrieelen hebben uit dien
hoofde geprotesteerd tegen de betaling der
hoogere rechten.
SCHIEDAM, Ü5 October 1890.
Ouder dagteekening van 20 October jl. is
onderstaand adres aan de Tweede Kamer der
Staten-Generanl ingezonden
Het hoofdbestuur van den anti-dienstvervan-
gingsbond heeft met grooto ingenomenheid kennis
genomen van de u door do regeering aangeboden
militaire wetten, waarbij de invoering van den
persoonlijken dienstplicht wordt voorgesteld.
Wij hebben de eer u to verzoeken aan die
bepaling uwe goedkeuring te willen hechten
overtuigd dat er voor ons vaderland geene doel
treffende krijgsregeling mogelijk is, tenzij gegrond
vest op het beginsel, dat elk Nederlander verplicht
zij in persoon zijn militairen dienst te vervullen.
In tal van adressen, zoowdl tot de rogeering
als tot de vertegenwoordiging gerichtis door
het bestuur van onzon bond do wenschelijkhcid
tot invoering van den persoonlijkon dienstplicht
bepleitzoodat wij meenen eene uitvoerige uit
eenzetting der gronden ton gunste van dat
beginsel achterwege te kunnen latendoch wij
hebben het ons tot een plicht gerekendnu de
afschaffing der plaatsvervanging aan uwe beslis
sing is onderworpen, nog eenmaal onze stem te
doen hooien ten gunste der invoering van het
beginsel, waarvoor wij sedert 15 jaren gestreden
hebben.
De ohderget eekendenbestuurderen van den
anti-dienstvorvangingsbond, svenschen daarbij te
coiibtateeren, dat de velerlei betoogen der tegen
standers van den persoonlijken dienstplicht geene
wijziging in hunne zienswijze te dien opzichte
hebben aangebracht. Zij zijn van meening gebleven
dat in den tegen woordigen tijd, waarin de oorlog
snel beslist wordt, alien die aan den strijd deel
nemenook de door de fortuin bevoorrechten
vooraf in alle rangen behoorlijk geoefend.... en
aan de krijgstucht moeten onderworpen zijn.
Ontbreekt die behoorlijke voorbereiding, die in
vredestijd behoort piants te hebben, wijl gedurende
den krijg de tijd daartoe ontbreektzoo is de
noodlottige uitslag van den strijd vooraf te
voorzien. De tweede heltt van den Fransch
Duitschen oorlog, om ons bij de jongste geschie
denis te bepalen, stiekke tot waarschuwend
voorbeeldhue de meest heldhaftige pogingen
eener zoogenaamde volkswapening, bestaande uit
elementen, die tot den krijg in vredestijd niet
of onvoldoende zijn voorbereid ondanks bare
numerieke meerderheidgeheel als vruchteloos
kunnen worden beschouwd en niets dan eene
onnoodige verspilling van menschenlovens veroor
zaken wanneer zij tegenover eene behoorlijk
gedisciplineerde en georganiseerde armee moet
optreden. En hoe kan nu voor ons land van eene
zoodanige volkswapening, zelfs bij het voor de
verdediging gunstigste operatieterreineenig
heil worden verwacht, daar zelfs van eene nume
rieke meerderheid aan onze zijde ooit bezwaarlijk
sprake kan zijn.
De in Nederland door de fortuin bevoorrechte
klassen, van wie men verwachtdat zij in tijd
van nood de wapenen zullen opvatten, zullen dan
ook daartoe niet in staat zijn, wijl zij daartoe
in vredestijd niet zijn voorbereid en de verdedi
ging des rijks zal aldus n-odzakelijk moeten
overgelaten worden aan de minderen in den
lande, een onrecht waartegen onze bond steeds
met kracht is opgetreden.
Wij komen u dus vragen, dat het drogen der
wapenen ter verdediging van het vaderland ook
feitelijk eene verplichting wordewaaraan alle
burgers die daartoe aangewezen worden, zonder
onderscheid moeten voldoen. Afgescheiden van
het militaire standpunt, zoo veelvuldig besproken,
behoort in onze moderne maatschappij, op gelijk
heid voor de wet gegrondvest, de gcheeie natie
zich in het leger terug te vinden en vooral in
tijden van nood, welstand on tegenspoed, lijden
en roem, door alle klassen in gelijke maten wor
den ondervonden.
Uwe Kamer moge daarbij bedenken, dat nage
noeg aile staten op het vasteland van Europa
de noodzakelijkheid tot invoering van den per
soonlijken diensiphcht hebben ingezien terwijl
nog slechts in Nederland en Belgiëstaten die
bij een eventueel conflict van grooto mogend
heden in eone zeer gevaarlijke stelling zullen
veriteeren, de meest intellectueel ontwikkelde en
bij behoorlijke voorbereiding do meest geschikto
elementen der natie, zich aan den krijgsdienst
kunnen onttrekken.
Deze toestond mag niet langor worden be
stendigd. Met het oog op de ernstige tijdon, die
wij beleven en daarbij omringd door volken, die
tot de tanden gewapend, zicli tot den krijg toe
rusten, is liet van liet hoogste belang dat onze
geboclo mannelijke bevolking, door zoover zij
daartoe is aangowezenwanneer de omstandig
heden zulks vorderen, niet alleen tot den strijd
genegen, maar ook tot den strijd geroed zij.
Wij willen hopen dat Uwe Kamer ton slotte
aan onze roepstem gehoor rnoge goven, en het
beginsei van den persoonlijken dienstplicht, dat
het leger tot eerie waarlijk nationale instelling
ter waarborging van de eer en onafhankelijkheid
van het vaderland zal verheffenin onze wet
geving zal worden opgenomen.
Luitenant-generaal N. Mac-Leod, president;
vice-admiraal P. A. van Bees, vice-president
mr. i. Tclting, de secretaris; jhr/ tnr. R. A.
Klorck, 2e secretaris; mr. fl. Vreede, pen
ningmeester luitenant-generaal W. J. Knoop,
luitenant-generaal jhr, G. M. Vorspyck
luitenant-generaal H. G. Boumeester, J, W. D.
Riiell, II, W. Twiss, M. A. Perkluitenant-
kolonel 11. T. Wilkens, dr. De Graaf, majoor
H, Raat.
De gemeenteraad van Leiden heeft Donder
dag 16 October, bij de benoeming van den
gemeente-outvanger, diens jaarwedde vast
gesteld op f3000. De vorige titularis genoot
f3600. De lieer Verstar van Wulvenhorst
stelde toen voor, het traktement terstond op
f 3600 te brengen, omdat de verhooging tot
dat bedrog indertijd was gedaan in verhand
met den meerderen te storten borgtocht en
de groote verantwoordelijkheid van den titu
laris, De raad stemde echter dat voorstel af.
Thans hebben Gedep. Staten geweigerd dat
raadsbesluit goed te keuren, Zij willen op ge
noemde gronden handhaving van het salaris
op f3600.
Het curatorium tot beheer van de staatstoolagen
van do Felix-Mondelssohn-Bartholdystichting, te
Berlijn, heelt uit de fondsen daarvan eene toe
lage geschonken aan den hoer Bram Eldering,
geboortig uit Gronitigon, kweekeling van de hoo-
geschool voor muziek te Berlijn.
lleinrich Heine's zustor, mevrouw Embden,
heeft Zondag te Hamburg, gezond en flink, baar
90n verjaardag gevierd. Zij ontving dien dag
golukwensch-telegrammen van honderden, die in
de zuster do nagedachtenis des brooders eoren;
o. a. van de keizerin van Oostenrijk, de koningin
van Itumemé, don gewezen Uoizer van Brazilië, enz.
Uit Madrid wordt gemeld, dat er aan verscheide
ne ministeriën bevel gegeven is de ambtenaren
in te enten, daar er to dier stode in de maand
Augustus 138 personen aan de pokken overleden
zijn, in de maand Septembor421 en in de eerste
helft van October niet minder dan 317,
Onlangs werd de vraag: of een verloofde, die
in het openbaar zijn meisje kust, zich schuldig
maakt aan eeu vergrijp togen de zeden, door
een rechtbank te Texas ontkennend beslist.
Thans zal te Pest een dergelijk geval voor
het gevecht komen. Een beeldhouwer en zijn
meisje, die, van een uitstapje terugkecrend, in
don spoorwagen elkander kusten, tot ergernis
van een oudachlig lieer, een prcutsche oude dame
en het schoothondje van laatsgenoemde, welk
diertje aanleiding gaf tot groot rumoer, zijn
door de politie aangehouden, wegens svergrijp
tegen de zeden", en zullen -zich deswege voor
het gerecht moeten verantwoorden.
Het aantal reizigers in Noorwegen gedurende
dezen zomer wordt op cirra 30.000 personen
geschat, die ongeveer 8 millioen kronen in dat
land verteerd hebben.
In Bergen alleen kwamen dit jaar 12.000
vreemdelingen.
Sedert de kinderen, op voorschrift van den dok
ter, levertraan moeten innemen, worden er dage
lijks meer tranen gestort dan anders ineen vieren-
deeljaars, omdat do kleinen er zich met een luid
gejammer tegen verzetten. Als men echter de
levertraan met den dooier van een versch ei ver
mengt, er een drupjieitje pepermuntolio en wat
suikerwater bij doet, zal het zeer goed smaken,
omdat da traansmaak dan geheel verloren gaat.
Dan behoeft het geheele gezin er niet voor to
schrikken, als de kinderen moeten innemen,
{Maandblad,)
1
t
v
i
r
d
n
di
zi
2£
n:
pi
lij
loi
ap
cii
K.
sti
30
ele
aai
'1
(M«
dec
alri
das
en
insl
C
reg<
niet
dat
gem
en
niet
hadd
1,65
eenig
gesel
M<
digde
moet
pitaa
stelt,
iets misdadigs schuldig maakten. En hiervoor
pasten zij wel op, omdat zij wol wisten dat do een
voudige strenge wetten, die bij doze zwerftochten
werden toegepast, veel gevaarlijker voor de spits
boeven waren, dan die in de beschaafde maat
schappij.
Instinctmatig nochtans beschouwde een ieder
dit vriendenpaar met wantrouwende blikken. In 't
bijzonder werd Pat Fimey door allen gehaat roet
zijn pokdalig rood gezicht, met de rustelooze
blikken van zijn grauwgrijs oog en de stompo vin
gers, die als het waro afgehakt schenen, met zijn
ruwen gemoodsaaid, die voor alle leed zijner reis
makkers ongevoelig was en waaraan zich in de
ure des gevaurs een overgroole lafheid paarde.
Deze lautste eigenschap miste Oreily ten minste,
hij stond steeds zijn man en vocht, als het zijn
moest, met ware doodsverachting, waarvoor hij dan
ook meer reden had dan een der anderen. Op hem
immers rustte de taak de parel der karavaan te
verdodigen, het eenige vrouwelijke wezen, dat zich
in hun raidden bevond, zijne zes'ienjarige dochter
Alice, een aanminnig meisje, Wie ten gevalle men
den vader en zijn twijfelachtigen vriend gaarne
op dun koop toe nam.
Haar voortdurende opgeruimdheid, de geest
kracht, waarmee dit schoon opgroeiende meisje
alle onaangenaamheden en gevaren van da reis
verdroeg, waren van gunstigen invloed op deze
ruwe mannen. Niemand hunner zoueraon denken,
het meisje overlast aan te doen; trouwens het
ware hem ook slecht bekomen. Alleen de leelijke
Fitney had altijd wat in haar nabijheid te doen,
vervolgde haar overal met zijne blikken cn, naar
het scheen, niet zonder toestemming van den ouden
Oreily, die toch anders met blijkbaar innige liefde
voor het meisje zorgde. Dit wakkerde den haat
tegen Fimey nog aanen toch kon men hier
niets tegen inbrengen, nu de vader zelf, onbegrij
pelijk genoeg, den omgang duldde. Alice echter
wist de indringendheid van don man wel op een
afstand te houden.
Nauwelijks bevond zich Mac Oreily vier weken
in de mijnen van het Sacramonto-dal of hij be
speurde dat het goud de eigenschap had nooit
bij hem te wiilen verblijven, die het aan den grond
ontwoekert, eene soort van weerwraak als het
ware tegen den rustverstoorder. Hoeveel zij dage
lijks ook gioeven en wieschen mot inspanning
van al hunne krachten, alles kwam to Sacramento
terecht en bleef in de speel- en danshuizen achter,
welker bezitters stil in hun vuistje lachten, als do
gefopte mijnwerkers met leege zakken tot den
zwaren arbeid terugkeerden. Hun behoorde al het
goud; de mijnwerkers waren hunne werklieden
slechts. Wel bemerkten allen, dat zij de slacht
offers warenvvel raasden en vloekten en zwoeren
zij nooit weer te komen, wel schoten zij hier of
daar een bankhouder, die het ai te ver droef,
overhoop doch steeds bleef het bij het oudode
speelduivol verlokte hen telkens opnieuw cn het
goudstof brandde als vuur in hunne zakken.
Geheel anders deed Orally! Eens verliet hij in
twee maanden sNorcross" niet zoo heette do
zclaira," waarin hij met Femey arbeidde hoe
vaak doze, eon hartstochtelijk speler, ook daarop
bij hem aandrong. Hij arbeidde schier met razer
nij, en toen de beide maanden om waren, pakte
hij zijn bundeltje bijeen, schonk den verbaasden
Fimey al zijn gereedschap en ging met Alice naar
Sacrament*. Destijds bouwde men vlug in Cali-
fornié. Binnen twee weken werd daar een nieuw
hole! geopend. nMinershome" stond met groote
vergulde letters boven de deur en Mac. Oreily
was de eigenaar er van. Fimey schuimbekte van
woede, toen hij voor de eorste maal in hot hotel
kwam. Toen hij echter tot overmaat van ramp
dienzelfden avond al zijn geld verspeelde, wat
Oreily meesmuilend opstreek, fluisterde hij dezen
iets in 't oor, wat hom deed verbleeken en hem
aanleiding gaf, zijn buit voor eon deel terug te
geven.
't Kan je toch niet anders dan naar den zin
zijn, Pat, wanneer ,ie toekomstige schoonvader
een rijk man wordt, zeidc Mac dan met een
honenden blik op Fimey.
Wordt vervolgd.)