U N°. 7622. Tweede Blad Het geheim van de „Maria' A0. 1890. Maandag 3 November. F e u i 11 e t o n. V i©r-en« veertigste Jaargang. Biiiiiculaiidsclie Berichten. statenIgeneraal. 1.85. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UITGEVERjjnr ODÉ. ABONNKKENTSrnus, per kwartaal Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke uominers - 2,50. - 0.10. BURBA E: IKAKKT, K. 134. Advertentieprijs: van |110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10, Iedere gewone regel meer - 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal beiekend. JBtiücnland.iche zaken. Uit het afdeelings- verslag der Tweede Kamer over hoofdstuk III der staatsbegrooting blijkt, dat de groote meerderheid der leden instemming betuigde met de houding der regcering op de Congo- conferentie. De minister had het juiste standpunt ingenomen en men vertrouwde dat hij in die richting zal voortgaan. Be conferentie was alleen bijeengeroepen om te beraadslagen over het weren van den slaven handel, niet om incidenteel een der meest beteekeneude bepalingen van het Berlijner tractaat van 1885 daaruit te lichten en op te heffen, in strijd met de verklaringen toenmaals van alle zijden afgelegd, dat vrije invoer de grondslag moest zijn van den han del in het Congo-gebied. Slechts in éene ufdeeling betreurde men het, dat Nederland, door de houding onzer regeering ter con ferentie, al mocht die in den vorm correct zijn, vr'cr wehvillendhSd en sympathie in het buitenland heeft ver murd. Art. 4 van de akte van Berlijn was een misslag en de Belgische regeering wilde thans de fout her stellen. De groote meerderheid bestreed die beschouwing en ontkendewat beweerd werd, uat onze goede verstandhouding met België zou verstoord zijn. Algemeen hoopte mendat niettegenstaande de ongerecht vaardigde tegenkanting, waaraan onze hou ding had blootgestaan, het groote doel der bestrijding van de slavernij, waartoe ieder wil medewerken en waarvoor men zich zoo noodig opofferingen wilde getroosten, zou worden bereikt. Men wenschte echter een gedetailleerd verslag te ontvangen van het geen ter Brusselsebe conferentie is voorge vallen en overlegging, -dj 't ook onder ge heimhouding, van de protocollen. Voorts werd o. a. nog gevraagd of het de regee ring bekend is dat het Belgische gouverne ment de mogendheden, die aan de conferentie deelnamen, behalve Nederland, vooraf over hef heffen van invoerrechten gepolst heeft. Verder werd o. a. gevraagd, of de regeering bedacht is op bet feit dat in 1892 vele handels- troetaten tusschen verschillende Europeesche mogendheden zullen afloopen en of zij te dien aanzien reeds zich eenige gedragslijn heeft voorgesteld en of den minister iets bekend was van eene beperking van het conventioneel tarief voor goederen uit Nederland in Rumenië aangevoerd. Aangedrongen werd ophetsluiten van uillevei'ings-tmctaten met het Buitsche rijk, Griekenland en Argentinië. Gevraagd werd of berichten zijn ingewonnen omtrent de uitvoering van het zalmtractaat door Duitschland en of de regeeriiic mts kan mede- deeleri omtrent unimigs gehouden confe rentie betreflende de zclmvisscherij op de Maas. Aangedrongen werd op bespoed:ging in de afdoening der zaak van de grensregeling op Noord-Borneo. Men wilde weten of het staties quo op het betwiste Lawa-gebied was hersteld, of eerlang eene eindbeslissing was te verwachten, of waarschijnlijkheid bestond dat Nederland betrokken zou worden in de quaestie der grensscheiding tusschen Fransch Guyana en Brazilië, in welk geval men ook arbitrage zou aanprijzen. Terwijl enkele leden onze diplomatie van mindere activiteit beschuldigden ter zake van den veeuitvoer naar Engeland, bestreed de meerderheid die meening. Algemeen vroeg men echter of uitzicht bestaat op opheffing der beperking ivau t uitvoer van vee naar Engeland, vooral met het oog op cKn handel in schapen. SCIUEDAK1 November 1890. Een schrijven uit Paramaribo, voorkomende in bet Vaderland van Woensdag, bevat ver scheidene mededeelingen, die nieuwe bewijzen geven van de ongeschiktheid des gouverneurs >•>01' zijne betrekking. Met dé 20 a 30 politie agenten door hem ontslagen, moest weder onderhandeld worden, om hen te verzoeken weder in dienst te treden. Met den chef van den militairen geneeskundigen dienst is de heer Lobman gebrouilleerd omdat diens vrouw omgaat met de vrouw van iemand, die geen vriend van den gouverneur is. Met dr. Salo mons, den chef van den burgerlijken genees kundigen dienst, heeft hij hooggaande oneenig- heden; de dokter zal zich tot de regeering wenden. Eindelijk heeft hij thans zijn derden adjudant, luitenant Koeneontslagen om futiliteiten uit het particulier I even. Vroegere gouverneurs hebben er steeds maar éen ge had. Luitenant Krüger is nu de opvolger. Uit Heerenveen wordt aan de 2f. R. Ct. gemeldBat zelfs in Schoterlaud de zon van den heer Domela Nieuwenhuis aan het tanen is, blijkt uit de veel geringere opkomst van toehoorders bij zijn optreden. lion ten vorige jare de groote zaal in het Posthuis, die een 900 bezoekers bevatten kan, de schaar bijna ret bevatten, >1. Zondag was ze slechts tame lijk bezet. liet aantal toehoorders wordt op een vijfhonderdtal geschat. In afwijking vau vorige jaren, deed de heer D. N. tlmns geen verantwoording aan zijne kiezers, doch sprak vooral over werkstakin gen, over den normalen arbeidsdag, die vol gens spr. successievelijk op 8, 6, 4, ja zelfs 2 uur kon en meest worden gebracht. Onlangs heeft eene commissie uit den Parij- scnen gemeenteraad, Zwitserland, België en ook ons land bezocht, om na te gaan wat er bet best tegen de landlooperij gedaan kan worden. Thans is daarover door de commissie verslag' uitgebracht; zij was,1 olgens den heer Berry, vooral getroffen door vat zij in Neder land zag en men wenschte erstond te Méry aan de Oise, op gemeentegrond, eene kolonie in den trant van Frederiksoord te stichten. Verder zou men in de Landes eene groote kolonie willen vormen, want die te Méry zou maar klein zijn, en hierbij zou men niet alleen den steun der regeering, maar ook dien eener te stichten maatschappij inroepen volgens het model der »Nederl, Maatschappij van Weldadigheid." Uit Berlijn wordt gemeld, dat door mannen ran bet wak,-wier oordeel beleekenis heeft, het publiek gewaarschuwd wordt tegen het koesteren van te overdreven verwachtingen van het door professor Kocli ontdekte genees middel tegen de tering. Wat daarvan bekend geworden is, is nog veel te onvolledig om er reeds nu met zekerheid over te kunnen spre ken. Met zijne clinische proefnemingen op teringlijders is professor Koch pas in hot midden van Augustus begonnen; reeds nu een oordeel te vellen, is dus op zijn minst genomen voorbarig. In dit ve.-hanc wordt er aan herinnerd, boe het door Pas,, tr gevon den middel tegen hondsdolheid aanvankelijk tot de grootste verwachtingen aanleiding gaf, en later vele teleurstellingen baarde. liet is intusschen onloochenbaar dat personen die Eene goudgravcrsgeschicdonls uit California. 6. •Wij willen eens naar 't spel kijken, mr. Firoey," zeide hij en scheen te willen weggaan. Wacht oven!" riep echter de pokdalige, hem terughoudende. »Ik trakteer nog op een glasdit moogt gij niet afslaan. En hot voorbeeld, dit moet ge hooren een dwaze geschiedenis en oordeel dan zelf. lioo bot met die vervloekte hoog geroemde eerlijkheid staat." Opnieuw werd whiskey ingeschonken, George moest blijven. •Er diende dan op een schoener," vervolgde Fimey mot valschen grijns, »oen jonge man als tweede stuurman, een eerlijk, rechtschapen man, die guen vlieg zeer zou doen. En wat doet nu deze brave, corlijko vent Fimey's kleine oogjes keken spotachtig George aan, die nu rood, dan bloek werd. sin zekeren Julinacht ,-je schoener lag in de lmven van New-York, de geheele bemanning was aan 't passagieren behalve liij och, hoe heette hij toch ook?" Fimey knipte met de vingers en woelde in zijn haarbos. sDe naam is mij ontschoten 'tdoet er ook niet toe schoot hij zijn kapitein dood, die juist in de kajuit het geld telde, dat hij 's mid dags ontvangen had, en ging er mee aan don liaal de arme duivel dacht zeker volstrekt niet aan moord, maar het zien van liet goud, de gunstige gelegenheid voor den drommel, hoe heette hij dan ook daar heb ik het." Dronken als het ware leunde George mot hot bovenlijf over de toonbank, waardoor het schijn sel der lamp minder op liom viel, dan in zijne vroogere houding', tevergeefs tinclnte hij zijne trillende vingers tot een vuist te ballen, zijne geheele gestalte scheen to beven. «Bilt Steven heette hij," riep nu Fimey uit, blijkbaar blij over zijn ontwaakt geheugen, eik heb het bevel tot inhechtenisneming wel ean dozijn malen gelezen. Het moet echter een geslepen vent geweest zijn, want gesnapt hebben ze hem tot nog toe niet. Maar voor don koekoek, gij schijnt onwel was de whiskey u te sterk of heeft de geschiedenis u zoo aangepakt?" Indien George zijnen gids thans had aangezien, dan zou de booze grijns om zijn valschen mond hem veel hebben opgehelderd. »Niots, volstrekt niels, de benauwde lucht hier is misschien do oorzaak. Laten wij njg een glas nemen," antwoordde hij, weer geheel bekomen schijnende. Wat overigens dezen Dill Stevon be treft, is men er zeker van, dat hij de ware schul dige is •Zou hij anders gevlucht zijn?" Dit is dus de oenige reden, waarom de onge lukkige van moord wordt beticht?" •Niet de eenige. Ik stolde in liet voorval be lang en vernam nog dat men naast het lijk van den vermoorden kap'tein, die, laat ik dit er bijvoegen, zijn ergste vijand was, een eindje kaars vond, dat eenige uren te voren in de seinlantaain had ge staan, waar Steven alleen bij kon. Doch afgezien hiervan is de vlucht toch overtuigend genoeg. Zouder reden verdwijnt men maar met spoor loos." En wanneer nu eens een schurk," wierp George tegen, «dezen Bill met een slag had geveld en daarna zelf de bloe bge daad bedreven had. Wan neer doze Bill, later uit zijne veidooving ont waakt zijnde, zich met den kapitein, zijn vijand, zooals gij zegt, alleen op het schip had bevonden en uit louteren angst, voor den moordenaar te worden gehouden, ontvlucht ware wat dan •Gij stelt het voor," hernam Fimey facitend, •alsof gij er bij waart geweest. Maar de duivel mag golooven, wat gij zegt, tenzij deze Bill een verschrikkelijk groote ezel geweest is. En als Steven het niet gedaan had, dan moest het toch een ander van do bemanning geweest zijn, die met de omstand glieden bekend was; en Bill Stevon zou, zelfs al ware hij uit angst eerst gevlucht, toch den volgfi.den dag daarvan aangifte god.tan en den moordenaar genoemd hebben. Zoudt ge dit ook niet denken, mijnheer Ahldorf?" Bij de laatste woorden glommen Fimey's oogen als die eener kat. •Wie weet, wie het gedaan heeft," antwoordde

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 5