1 Het geheim van de „Maria Tweede Blad. A°- 1890. Woensdag 3 December. N°. 7643. Feuilleton. ier - ©n-yeert <?st© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binïienlandsclie Berichten. i j UITGEVER: j" ODÉ. sn langs mede» COURANT. Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het gelieele Rijk Afzonderlijke nommers 1.85. - 2.50, 0.10. BUItEAU: BI A ML KT, K, *2 4. Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Courantf 1.10. Iedere gewone regel meer-0,10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. SCHIEDAM, 2 December 1890. De vergadering der ï>Koii. Academie van Wetenschappen" te Amsterdam Zaterdag jl. gehouden werd door den voorzitter, dr. Van de Sande Bakhuyzen, geopend met de volgende toespraak. »Er zijn dagen van rouw, waarin men be hoefte gevoelt te spreken en elkander te wijzen op dp grootte van het geleden verlies maai' er zijn ook rouwdagen, waarin dat ver lies zoo sterk, zoo algemeen wordt gevoeld, dat het onnoodig is zijnen omvang te schetsen en in plaats daarvan een eerbiedig zwijgen jassend is. Dit is zeker thans het geval, nu de academie den dood te betreuren heeft van hem, die •haar'door zijn koninklijk woord in het leven riep, au wy Nederlanders den Vorst zagen, heengaan, onder wiens ruim 40-jarige regee- iring ons vaderland zich op zoo menig gebied, zeker riiet'het minst op dat der wetenschappen, krachtig heeft kunnen ontwikkelen, nu wij •den laatsten mannelijken afstammeling uit •het geslacht der Oranjes, waarmede ons ge- heele volksbestaan zoo nauw verhonden is, •welhaast zullen zien ten grave dalen bij den Grooten Zwijger, Doch bij die droeve klachten kan zich gelukkig een opgewekte toon voegen, als wij met een hoopvollen blik in de toekomst •denken aan de jeugdige Vorstin, op wier schouders thans reeds het koninklijk kleed rustop haar, die het geheele Nederlandsche volk met liefde en eerbied als zijne Koningin begroet. Moge het onze Koningin Wilhelmina, aan vankelijk geleid en gesteund door hnre edele moeder, gegeven zijn, lange jaren de gelukkige vorstin van ons volk te zijn, en hare regeering zich kenmerken door een krachtig weten schappelijk leven in Nederland en een vrucht baren arbeid onzer academie Na afdoening van eenige dringende werk zaamheden werd daarop de zitting ten teeken van rouw opgeheven. Door den rector-magnificus en den senaat aan de rijks-universiteit te Leiden is voor drie maanden de zware rouw aangenomen wegens het overlijden van Z. M. den Koning. In een vergadering van den senaat der rijks-universiteit te Groningen is door den rector-magniücus, prof. J. C. Kapteijn, hulde gebracht aan de nagedachtenis van Z. M. Koning Willem III. Daarna werd besloten een adres van rouwbeklag te richten tot II. M. de Koningin-Regentes en voor den tijd van dertien weken den rouw aan te nemen. Een fraaie grafkrans wordt door de leer lingen der H. B. school voor meisjes te Haarlem bestemd voor de lijkbaar van Z. M. den Koning. i De onthulling van het monument voorde graven van Lodewijk en Hendrik van Nassau vastgesteld op 16 December is, naar de commissie mededeelt, eenige weken uit gesteld, ten bewijze van rouw en droefheid over den dood des Konings, De Rotterdamsche trainwegmaatscliappij vervoerde in de maand Nov. 1890 450,669 reizigers met eet opbrengst van f33,870,81, tegen 427,322 reizigers met een opbrengst van f 32,U6,46i/3 in Nov. 1889. Het totale vervoer over de afgeloopen maanden van "1890 heeft bedragen 5,557,294 reizigers met een ontvangst van f 416,522,46, tegen 5,554,732 reizigers met een ontvangst van 415,251.73l/s over datzelfdè tijdvak in 1889gevende dit jaar een vooruitgang van 2,562 reizigers en van f 1,270,72Vs in ont vangsten. De buitengewone ontvangsten over de afgel. maanden vanl890beliepen f 151,313,28, terwijl die over datzelfde tijdvak van 1889 f 146,578,27'/s bedroegen. De totale ontvangst over datzelfde tijd perk in 1890 beliep f 567,835,74, terwijl die over datzelfde tijdperk in 1889 f561,830,01 beliep. Volgens opgave van Bureau Veritas zijn in de maand Oct. jl. verongelukt 111 zeilschepen, waaronder 3 vermiste, als: van Duitschland 9, Amerika 8, Engeland 34, Argentinië 1, Oostenrijk 2, Denemarken 6, Spanje 1, Frankrijk 5, Nederland 5, Italië 3, Japan 2, Noorwegen 19, Portugal 1, Rusland 6 en Zweden 9. Door stranding verongelukten 65, door aan varing '11, door brand 1, gezonken zijn erlO,1 veriaten 18 en afgekeurd 3. In dezelfde maand verongelukten 14 stoom schepen, als: van Duitschland2, Engeland8, Spanje 1, Noorwegen 1, Portugal 1 en Zwe den 1. Door stranding verongelukten er 8 en door aanvaring 5; 1 werd vermist. 's-Gravenliage. De groothertogin van Saksen-Wei mar is Zaterdagavond te 10 uren aan het station van het staatsspoor aange komen, namens de Koningin-weduwe officieel ontvangen door baron De Constant Rebecque, hofmaarschalk, in ambtsgewaad, en opgewacht door den Duitschen gezant met de legatie, den commissaris des Konings, den burge meester, de dames en heeren van het Hof, en den administrateur en secretaris harer goederen. Gedurende een kort onderhoud in de wachtkamer bleef het gelaat van 's Konings zuster bedekt met den langen sluier harer. rouwkleeding. De Koningin en de Koningin-weduwe zullen gedurende de wintermaanden in de residentie haar verblijf houden. Vergadering Tan dc Kamer van koop» handel en fabrieken te Schiedam, van Zaterdag 29 November 1890. Aanwezig zijn do heeren J. J. G. Nolet, voor zitter, J. T. Wittkampf, H. R. M. A. van Gent, J. Meijer J.Pz., mr. W. H. Jansen, S. A. Maas en P. M. J. A. Lagerweij. Na opening der ver gadering worden door den voorzitter eenige hartelijke woorden gewijd aan de nagedachtenis des Konings. Rij brengt in herinnering, hoe gélukkig Nederland geweest is gedurende zijn meer dan veertigjarige regeering en hoe handei en nijverheid zich geleidelijk, dank zij zijn wijs bestuur, hebben kunnen ontwikkelen. Ter eere der nagedachtenis van den ontslapen monarch stelt hij voor, onder algeheele instemming der Kamer, een adres van rouwbekiag te zenden aan de Koningin-Regentes, waarvan de inhoud luidt als volgt: Schiedam, 29 November 1890. Aan Hare Majesteit dc Koningin-Regentes der Nederlanden. Mevrouw! Met diepen weemoed hoeft de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Schiedam de smar telijke tijding ontvangen van het overlijden van Uwen Koninklijken Gemaal, Zijne Majesteit Willem III. Eene gondgravcrsgescliiedenls nit California. 19. «Goeden nacht, Alice, denk steeds aan dit uur hft moet ons sterken voor den aanstaanden strijd." Nog een laatste kus en Alice verdween in het huis, terwijl Bill, door duizend gedachten be stormd, zich in het boschaadje verloor. Zoo geheel onbemerkt was beider afwezigheid toch niet gebleven, daar Martellos, nadat hij liet •laatste goudstuk nog gelukkig uit een hoekje van ■zijn zak voor den dag gehaald en het in dien van den bankhouder zien verdwijnen had, weer aan zijn kameraad George Ahldorf dacht. Toen hij de iafel verlaten vond, waarbij zij kort te voren •haddon gezeten, schreeuwde hij zoo hard hij kon den naam van den afwezige uit. Niemand sloeg hierop acht, behalve Orelly en Fimey. De laatste was eerst sinds kort binnengetreden. «Was Ahldorf dan hier?" vraagde hij aan Martellos. bDacht je dan, dat ik hem van Norcross roepen kon?" schreeuwde deze hem toe. »Een uur geleden heb ik met hem aan deze tafel gezeten." sDan zal hi wel niet ver af zijn," .merkte Orelly op; Bschreeuw toch zoo hard niet, Martel los; wie je hoort, zou kunnen denken dat het op leven on dood bij je gaatl" B't Komt mij al duur genoeg, dat ik mijne stem hier zoo uitzet. Maar waar haalt ge nu op eens die gevoelige zenuwen van daan, Mac Orelly?" De blikken van Orelly en Fimey richtten zich gelijktijdig naar het buffet of Alice zich daar ook bevond en ontmoetten elkander toen met zeer verschillende uitdrukking. BMen moet hem toch opzoeken," merkte Fimey op»de jongen is zoo onbeholpen, dat hij in eiken kuil valt; misschien ook gevoelt hij zich zeer onpasselijk, net als gisteren." Op dit oogenblik werd Orelly weggeroepen; Martellos zag niet den duidelijken wenk, dien deze hem gaf; hij dacht niet anders of Ahldorf was naar huis gegaan. Dus kwam het dat Fimey alleen op nasporing uitging. Als eene kat sloop hij om het huis en van boom tot boom. Alras zag hij het lichte kleed van Alice schemeren. Een manspersoon boog zich over het door de maan beschenen gezichtje van het meisje, tlij erkende George Ahldorfl Slechts een woesten blik vol haat en nijd wierp hij op beiden en sloop toen weder het huis binnenhij had genoeg gezien. BÜwe dochter en Bill Steven vrijen in den maneschijnfluisterde hij Orelly toe, die ver bleekte; «wilt gij aan de zaak een einde maken of moet ik het doen sik zal met haar sprekon, hedenavond nog," antwoordde Orelly; nik zal haar over haar ge drag ouderhouden en misschien gaat het arme kind dan tot een stap over, dien zij anders nooit zou hebben gedaan. »Zeg eens Fimey," en Orelly's oogen rustten met eene boosaardige uitdrukking op hem, «versmaadt gij het niet, als zij jo louter uit angst noemt?" •Om welke reden zij mij ook aanneemt," ant woordde Fimey, s't is mij hetzelfde. De hoofd zaak is, dat zij mij neemt." »Nu, kom morgen dandan zult go de beslis sing hooren," zeide Orelly koud en liet hera alleen. Fimey kon het in de zaal niet meer uithouden; hij snelde naar buiten, den weg naar Norcross op. Welke beslissing de dag van moogen zou bren gen, was hem nu reeds duidelijk. Ilij kende Alice te goed; ook vertrouwde hij Orelly niet, doch het hoofdbezwaar was thans deze Bill. Deze was hem dubbel gehaat, èn als medeminnaar, èn ais eenig levend getuige van zijne misdaad. nBoch hoe hem kwijt te raken? Hem ontmaskeren als den voort- vluchtigen Bill Steven? Dit was gevaarlijk, zeer gevaarlijk, in 't bijzonder zonder Orelly's toe stemming; dit plan kon hem zelf noodlottig worden. Eenvoudig beter overdoen, wat hij dezen man reeds zes jaren geleden aandeed een harde slag? Maar dit baart te veel opzien. Ook durfde hij niet rechthij geleek een roofdier, dat met den eersten doodehjkon sprong zijne prooi mist en nu lafhartig vlucht. t/ordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1890 | | pagina 1