Het volgend adres is verzonden aan Hare
Majesteit de Koningin-Regentes:
Mevrouw,
De aartsbisschop en de bisschoppen van
Nederland verzoeken Uwe Majesteit hunne
diepgevoelde deelneming te mogen betuigen
in den zwaren rouw, waarin bet koninklijk
huis en het vaderland zijn gedompeld door
het overlijden vau Zijne Majesteit onzen ge-
eerbiedigden en geliefden Koning.
De Almachtige God, onder Wiens aanroe
ping Uwe Majesteit, voor onze jeugdige Ko
ningin. als regentes van het koninkrijk op
treedt, Hij moge dat bidden wij Uwe
Majesteit kracht schenken tot het vervullen
vau hare gewichtige, verhevene taak.
Wij waren innig gehecht aan den Koning,
die zijn volk beminde en aan al zijne onder
danen recht liet wedervaren. Aan Hare Majes
teit de Koningin, en aan Uwe Majesteit blijven
evenzoo onze trouw en verknochtheid ten
allen tijde verzekerd.
Bij Kabinetsschrij ven is aan de alg. synodale
commissie der Nederl, herv. kerk op last vail
II. M. de Koningin-weduwe dank betuigd
voor het haar aangeboden adres van rouw
beklag.
Uit het buitenland komen thans gestadig
in de resiaentie aan vorsten en vorstinnen,
die persoonlijk of namens gekroonde hoofden,
getuigenis komen afleggen van hunne deel
neming.
Met den trein van 9 u. 43 welke ten
gevolge van oponthoud naby de grenzen den
uur over zijn tijd aankwam bereikten
Maandagavond de residentie Z. D. H, de groot
hertog van Saksen-Weimar en HIT, DD. HH.
de prins en prinses Von Wied.
De groothertog werd namens Hare Majes
teiten bij het verlaten van den salonwagen
begroet door graal Schimmelpenninck, in
gala-kostuum, en verder werd aan den schoon
broeder van wijlen Koning Willem terzelfder
plaatse opwachting gemaakt door een nitge-
breiden kring, waarin werden opgemerkt de
Duilsche gezant, de secretaris van de keizer
lijke legatie, dp, Von Bulow, de commissaris
des Konings, de burgemeester, de gep. kolonel
Beijerman, adjudant des Konings in buiten-
gewonen dienst, de commandant der koloniale
reserve, majoor Bruinsma, welke beide laatst
genoemden zyn toegevoegd aan bovengenoem
de vorsten. A
Behalve deze en andere autoriteiten vonden
de vorst en vorstin Von Wied ter hunner
verwelkoming onderscheidene dames en
heei'en, die aan de hofhouding van wijlen
Z. K, B. prins Frederik, vader van prinses
Marie, verbonden waren.
De burgemeester der gemeente Wassenaar
was mede aanwezig.
De prins en prinses Von Wied begaven
zich in eigen, uit Neuwied overgebrachte
equipage, naar bet Huis de Pauw, en zijn
voornemens Zaterdag a.s. de terugreis naar
hun woonplaats aan te nemen.
Het paleis .van wijlen Prins Hendrik, in
het Lange Voorhout, is in gereedheid ge
bracht als verblijf van Prins Waldeinar van
Denemarken, prins Victor van Italië, de
vorst van Scbaumburg-Lippede erfgroot-
liertog van Luxemburg, alsmede sir Collins,
afgevaardigde van de hertogin van Albany.
Aanstaanden Vrijdag is er gala-diner ten
hove voor de vreemde vorsten en afgevaar
digden.
De lauwerkrans van de opper-, hoofd- en
verdere officieren van het leger werd heden
morgen door de gezamenlijke generaals-inspec-
teurs van wapens en dienstvakken op de
romvestrade neergelegd.
Het is eene fraaie, zilveren krans van 70
c.M. lengte en 56 c.M, breedte, voorzien van
een zilveren lint, waarop in rouwletters:
»IIulde van liet leger".
Naar wij vernemen, zal tot het huldeblijk,
bestaande uit een prachtigen krans, die na
mens de geheele Nederlandsche marine zal
worden neergelegd op de lijkkist van Z. M.
den Koning, niet alleen door de officieren
en subalternen, maar ook door al de ambte
naren en geëmployeerden worden bijgedragen.
(dvptU.)
Het huldeblijk van het officierskorps van
het regiment grenadiers en jagers aan de na
gedachtenis van Z. M. den Koning bestaat
uit een prachtigen geknakten palmtak van
ruim een meter lengte, van gedreven zilver,
de steel van den tak is van een matzilveren
strik voorzien, waarop de emblema's van liet
regiment in roowkleuren zijn aangebracht.
Op den eenen strik is gegraveerd»Aan de
nagedachtenis van onzen Koning Willem III",
en op den andereniiDe hoofd- en verdere
officieren van het regiment grenadiers en
jagers, 23 November 1890."
Het geheel is op artistieke wijze bewerkt
in de kon. Utrechtsche fabriek van zilver
werken van den heer C. J. Begeer.
Het huldeblijk van de oppev-, hoofd- en
verdere officieren van het Nederlandsche leger
bestaat uit een massief zilveren lauwerkraus
van ruim een meter middellijn.
Hertog Eduard van Saksen-Weimar bracht
gisteren bij zijne aankomst eenen prachtigen
krans mede, bestemd om namens koningin
"Victoria te worden toegevoegd aan de vele,
die de lijkbaar van den Koning versieren.
Baron Osy de Zegwaart, buitengewoon
kamerheer van den Koning der Belgen, pre
sident van de Nederlandsche vereeniging te
Brussel,' is gisteravond te 's-Gravenhage aan
gekomen met een reusachtigen krans van
genoemde vereeniging.
De krans van de koninklijke vereeniging
»Het Nederlandsch Tooneel" werd ten paleize
gebracht door een commissie uitliet bestuur,
twee leden uit den raad van beheer, de heeren
P. Brown van Streefkerk, van Rotterdam, en
mr. W. F. G. van Sorgen, met den directeur
gérant, den heer W. Stumpff en den admi
nistrateur te 's-Hage, den heer K. P. van
Bijlevelt.
Vanwege de officieren en ambtenaren van
de zeemacht is door een deputatie ook een
rouwkrans gebracht naar de rouwkamer.
Door de adelborsten van het Kon. Instituut
van de marine is mede een rouwkrans door
een deputatie naar de residentie gebracht en
bij het Koninklijk lijk gelegd.
Nog is door drie cadetten-sergeanten, na
mens het cadetten-korps, onder geleide van
den kapitein-ingenieur Snijders,.een krans op
de lijkbaar neergelegd.
Terwijl bij vorige begrafenisplechtigheden
van leden van bet Vorstelijk Huis slechts
een beperkt aantal personen in de kerk te
."Delft werden toegelaten, zijn tot bijwoning
vau de plechtigheid op Donderdag a.s. inde
kerk 3000 personen genoodigd.
Al de leden der Eerste en Tweede Kamer
hebben een uitnoodiging ontvangen om de
begrafenisplechtigheid in de Nieuwe Kerkte
Delft bij te wonen.
Op 4 December a.s. zullen de vlag-officie-
ren, de commandcerende officieren van Hr.
Ms. schepen, de luitenant-kolonels comman
danten van de bataljons mariniers en meer
dere officieren van de Kon. Ned. zeemacht
in de Nieuwe Kerk te Delft aanwezig zijn
om de plechtige teraardebestelling bij te
wonen;
Mede zullen in de Nieuwe Kerk te Deilt
aanwezig zijn alle luitenant-generaals en
generaal-majoors in werkelijker! dienst, bene
vens de commandanten der verschillende
regimenten van de onderscheidene wapens
dus ook die van het korps pontonniers.
In den stoet van Den Haag naar Delft zal
het leger eveneens vertegenwoordigd zijn
door aan te wijzen manschappen van de ver
schillende wapens, daaronder ook van het
korps pontonniers.
In de December-aflevering van Do Qids
wijdt de Leidsche hoogleeraar mr. J. T. Buys
een kort doch welsprekend woord van hulde
aan de nagedachtenis van den vorst, die aan
Nederland ontvallen is.
Na er aan herinnerd te hebben, hoe zeer
men in 1849 een oogenblik beducht was, dat
de jonge vorst door zijn sympathieën wellicht
eens in botsing zou komen met de denkbeelden
des volks, wijst hij er op, dat niet alleen door
de woorden zijner proclamatie, doch vooral
door zijne daden, Willem III bewezen heeft,
dat de rechten en vrijheden van zijn volk hem
heilig zijn geweest. Zonder rekening te honden
met zijn eigen oordeel over de waarde der hom
toevertrouwde schatten, heelt de vorst ais
braaf soldaat bij die schatten wacht gehou
den, niet gedoogende, dat daarnaar immer
een schendende hand werd uitgestrekt.
En het Nederlandsche volk beeft deze
koninklijke trouw beloond met het boste, dat
het geven kon, d. w. z. met een trouw, in
alle opzichten aan de zijne gelijk.
sEene regeering te gelijk zoo langdurig
en zoo volkomen ongestoord als die voor
Willem III was weggelegd, is, schrijft de-
hoogleeraar, zeldzaam genoeg. Zeker hebben
ook aan die regeering de dagen van sterk opge
zweepte politieke hartstochten niet ontbroken,,
maar gelukkiger dan de eerste koning van zijn
geslacht, zijn die stormen over zijn hoofd
heengegaan, zonder aan zijn populariteit de
minste afbreuk te doen. En toch is, in die
laatste levensjaren, welke hij in bijna vol
komen afzondering van de wereld doorbracht,
zijne gedachte soms naar het verleden terug
geweken, wie weet of hij er wel niet eens toe
gekomen is aan dien eersten koning èn de
stormen van zijn leven èa de wisselingen van
zijn fortuin èn zelfs zijne verzwakte popula
riteit te benijden. Immers die wisselingen en
die stormen waren wat de gescheurde vlag
voor den krijgsman is: de openbaring vaneen
wel ruw en moeitevol, maar dan toch hoogst
belangwekkend leven; een leven dat aan
rusteloozen arbeid zijne waarde en aan groot-
sche aandoeningen zijne wijding ontleende. En-
hij, die nazaat? Eene gelegenheid om'de
militaire deugden, erfelijk in zijn geslacht, voor
de wereld bloot te leggen, had hem ontbroken;
voor een zuiver persoonlijke regeering was
hem van den aanvang af de Weg afgesneden
geweest, en om, naar het ideaal in onzen tijd
voor den constitutioneelen koning weggelegd,
zich geheel te vereenzelvigen met de denk
beelden en de adspiratiön van zijnen tijden
van zijn volk, teneinde den machtigen maat-
sehappelijken invloed over welken bij be
schikken kon, aan het leiden van die denk
beelden en het bevredigen van die neigingen,
dienstbaar te maken, daartoe waren andere
eigenschappen noodig dan de natuur hem ge
schonken had. Misschien zal de verzuchting
hem dan weieens over de lippen zijn gekomeu,
dat zijn leven, zoo eentonig zonnig, toch ten
slotte een eenzaam leven is geweest.
»Maar wat aan het vcrledene moge ont
broken hebben, ook nog in de laatste heldere
oogenblikken, welke liet leven hem gunde,
To Woorden was ook cone groote mcnigto men-
sclien op de been. Op het perron waren de mili
tairen om l\et saluut te geven, benevens do civiele
en militfliro autoriteiten, alsmede de muziekvereeni-
ging «Crescendo", welke een treurmarschuitboorde.
I-nngs den gebeden weg, vooral op de ijsvlakken
in Zuid-lol lm ui en Utrecht, waren duizenden op de
been. Te Utrecht en Amersfoort was het aantal men-
schen niet te overzien.
'titan niet anders gezegd worden, dan dal de in
tocht van het stoffelijk overschot in de hofstad op
indrukwekkende wijze, te midden van de algemeene
belangstelling der langs de straat geschaarde bevol
king en van het rouwbetoon van duizenden die
hot rouwteekon ook zichtbaar droegen hoeft plaats
gehad.
De aankomst van den rouwtrein binnen het station
was wel iu staat weemoedige gevoelens op te wek
ken. De weinigen, die getuigen waren van tiet oogen-
blik, dat de romvwngon, die liet stoffelijk overschot
vervoerde gedekt met de Koningskroon, statig en
langzaam hinnenstnomde langs de eerewacht der
schuttel ij, welker muziek op dat moment diep tref
fende trein tonen deed weerklinken, moeten wel
teedei'o simt en in hot hart hebben voelen trillen.
Middelerwijl deed liet kanon de omgeving als dreu
nen door de saluutschoten, waarmede de vorstelijke
doodo werd begroet, en begonnen de klokken haar
treurgeluid aan te heffen.
Te midden van een ernstige, plechtige stilte hield
de rouwwagen stil voor de wachtkamer.
Een blik iu den wagen werpende, zag men niets
dan een heuvel van bloemkransen, die reeds op liet
Loo op de lijkbaar waren nedergelegd.
De trouwe kamei dienaar des Koning Van den
Bosch, die zijnen koninklijken lieer zoovele jaren en
gedurende zijne ziet te had bijgestaan, bevond zich
naast iiet lijk in den wagen.
Buiten op liet perron stonden alleen geschaard, de
opper-cercmoiiieineester, de hofmaarschalk, de adju
danten cu de ordonnans-officieren van den overleden
Vorst.
Steeds weerklonken de rouwtonen van de muziek,
waarin de motieven van liet geliefde Wilhelmus
waren ingevlochten.
In menig, oog blonk op dit oogenblik een traan.
De aankomst was dan ook tioogst aangrijpend en de
indruk werd nog verhoogd door de avondschemering
die op dit uur begon te vallen.
De kist werd van baar kranseuschat ontdaan en
door de militaire drageis in het rouwsalou geleid.
't Waren onderofficieren van de zeetnach', en wel:
de adjiidant-ondero licier der mariniers P. C. Besan-
ger. de opperstuurman 11. .1. Bother, de seigeant-
jnnjoor der mariniers A. J. I.. Sorenseu, de opper-
schipper .1. C. Meeuwsen, de opperconstnbel D. C.
Boei ma, de le timmerman Vink, de torpedist-majoor
W. Vogt, do opperscliipper 1'. H. de Jong en de na
volgende onder-officieren der landmacht:
Van liet reg. grenadiers en jagers: adjiid.-onderoff.
Vos, id. Biugiiiaii, de sergeanten-majoors Schnyer en
Stuifzand, de sergeanten Van der Smissen, De Groot,
ïleijgeisberg en Limburg
Van het lie reg. huzarende wachtmeesters Brou-
weis, Klisters en Schut.
Van de veld-art.de opperwachtmeester Konijnen-
dijk en de wachtmeester Dijkhuis.
Van het 4e reg. vest.-art.de serg.-maj. Lambooy.
Van de pautserfort-compagniedo serg.-majoor
Malcorps.
Van de hospitaai-comp.de serg.-maj. Dodemont.
De grootofficieren omgaven de lijkbaar, die, toen
zij aan de zijde van de Rijnstraat in bet gezicht
kwam, met trompetgeschal het ecresaluut oatving
van de aldaar opgestelde, huzaren.
De treurmuziek van de schutterij, welke zieh recht
tegenover de open ontvangst-vestibule bevond, waar
de autoriteiten, bij het programma aangewezen, het
Bjk eerbiedig opwachtten, viel nu weder in en bege
leidde de plaatsing iu den rouwwagen met den ge
voelvolle» treurmarsch van Chopin.
De stoet, zich op de in liet programma omschreven
wijze in beweging stellende, ging in de Bijnstraat
langs de rijen van de officieren van land- en zeemacht,
die niet bij de troepen waren ingedeeld. Aan het
einde van die rij stond de koninklijke vereeniging
»het Eereteeken voor Belangrijke Krijgsverrichtin
gen".
Toen de tocht naar het paleis werd aanvaard, was
de avond iCeds gevallen. Het schijnsel van talrijke
flambouwen, gedragen door vesting-artilleristen, wierp
een rossen gloed over den smet en verhoogde liet
sombere aanzien van liet geheel.
De kransen dertig in getal werden op een
afzonderlijken, in rouw gehulden wagen achter het
koninklijk lijk vervoerd. Onder die keur van bloem
stukken viel de krnns van de sllollandsclie Vereeni-
ging"' te Berlijn, aan een breed oranjelint, het eerst
in bet oog.
Langs muren van menschen, die in diepe stilte den
rouwwagen aanschouwden en nastaarden, bereikte de
rouwoptocht met liet militaire geleide, met den staf
van zee- en leger-olficicren, die zich bij den stoet had
den aangesloten, het paleis.
Tegen kwart voor vijf uren kwam daar de stoet in
't gezicht. Dc daar opgestelde troepen presenteerden
bet geweer, de roffels begonnen te slaan en de treur
muziek deed zich Uooren. Het dwarrelende schijnsel
der flambouwen wierp een phantastischen gloed over
bet eenzame plein. De fakkeldragers plaatsten zich
rechts en links van de baar, die door de bedienaars,
onder leiding van den beer Innetnee, inmiddels voor
bet paleis geplaatst was.
Nadat de ltooge dignitarissen waren afgestapt, nader
de op de voorgeschreven wij ze de lijkwagen. Iletduurde
eenige minuten voordat de kist van de haar dekkende
emblemata was ontdaan en de kransen waren verza
meld, en toen werd, precies te 5 uren en terwijl de
treurmuziek aanhoudend bad doorgespeeld, het stoffe
lijk overschot binnen het paleis gedragen.
In dat plechtig en treffend oogenblik ontblootten
alle omstanders eerbiedig het hoofd.
In de rouwkamer, waar de rijkssieraden werden -
bestraald door de op zilveren luchters brandende tal
rijke kaarsen, wnren alleen de iu het programma
genoemde autoriteiten aanwezig.
Het Vorstelijk lijk staat dus nu op de estrade.
Nadat de stoet ontbonden was en de troepen waren
ingerukt, verspreidden de duizenden en duizenden
daarbuiten, onder den pijnlijken indruk van dezen
drocvigcu avondstond, zich weder naar alle richtingen
der stad, om morgen en overmorgen don laatsteu eer
biedigen groet to gaan brengen aan Koning Willem.
Uit Den Haag wordt ons gemeld:
Gisteren, don eersten dag bestemd voor het
brengen van eene hulde aan Koning Willem den
Derde op de lijkbaar iu het paleis, is de omge
ving dor vorstelijke woning reeds van den vroegen
ochtend af het tooneel van groote bedrijvigheid.
Rijtuigen, mot vervaarlijke doozen met kransen
bovenop, roden af on aan groepen van personen,
dames en hoeren, allen in den rouw, traden het
paleis hitmen of kwamen naar buiten honderden
officieren van land- en zeemacht in groot uniform,
gezamenlijk of afzonderlijk^ kwamen en gingen,
en tegenover hot paleis had oone talrijke menigte
post gevat. Do politie zorgde voor liet vrijhou
den van het verkeer in doze drukke tiren. En
dit duurde den ganschen dag van 10 tot 4 uren.
Tegen 12 uren, het tijdstip waarop liet paleis
voor het publiek toegankelijk werd, stond voor
de achterpoort in liet Noordeinde een dichte
nienschemirom, welke zich allengs oploste in eene
lange queue, daar de menigte, die zich verdrong
om een plaatsje in de rij te veroveren, steeds
aangroeide.
Een diepen indruk mankte de rouwkamer met
hare schitterende koarsverlichting, die van de
zilveren luchters afstraalt op de zware romv-
drapericëti.
Uit do vestibule komende, van tvaardedepu-
tatiën en gewone bezoekers in eene voorzaal
worden toegelaten, blijft men onwillekeurig een
oogenblik staan, getroffen door den majestueusen
en grootschen aanblik. De bezoekers pnsseeren links
langs den zwartfluwoelen, met witsatijngevoer-
den en met zilveren ornamenten versierden, te
gen den zijwand geplaatsten troonhemel, onder
welken op de inet zwart laken gedokte estrade
de lijkkist rust, bedekt met eenige der talrijke
kransen, die van heinde en verro toestroomen,
en omgeven door de voetstukken, op welke dc
koninklijke emblemata zijn neergelegd.
Aan de zijde tegenover den ingang tusschen
de zilveren eaudelabres,die ook daar langs de por
tieren zijn geplaatst, verlaat men de zaal.
Tijdens het bozoek van de doputatiën werd de
dienst bij het Koninklijk Lijk waargenomen door
graaf Scliimmelpeniiinck, grootmeester; de adju
danten jhr. de Ranitz en jhr. v, d. Pollden kamer
heer baron Taats v. Amerongen van Natewiscli,
en don ordonnans-officier jhr. van Suchtelen,
Als adjudant van dienst, bij wien men zich kon
aanmelden, fungeerde de adjudant-kolonel van
Spengler, ter zijde gestnan door den ordonnans-
officier Schimmelpenninck,
kon hi
vestige
twee e
volk g(
van on
dat zul
wint i
trouw
en hij
mocht
van zij
levens
het aai
trouwe
ca van
?En
laatste
eerlijk
kunnen
liet
buiten
door d<
gewijd,
Willem
de han
De A
'schrijft
wij ven
bezocht
Aleicand
van Z.
zal eeni
berg op
En z<
de prin
schrever
deputati
gewaad,
staven,
Vast ve
woonlijk
Niettemi
studente
voor all
welkome
daarin
hem te
swerdon
minzaarr
Den 28s
senaten,
stonden,
.maatsehi
geboden,
majoor 1
uitdrukk
zonen de
hoogd i
school v
een exai
Prins vai
len van i
door de
De kre
hetgeen I
dat hij z
school hr
ook berai
Studenter
vertrek g
dank uit
van hem
Wie h
gen derf
de voorin
la 18
beker, m
eenigings
van ons
beker op
rijen moe
ore voor
dan veslc
bij de b
1830 en
koninklijk
worden t
te Leiden
welk har
Zijne beic
aan haar
der de
academie
van zijne
diesympa
eersten
bet Oran,