A". 1891.
Maandag 26 Januari
N°. 7679
Eerste Blad
Nationale Militie.
Kennisgeving.
ij f - n - v© ©rtigst© Jaargang-.
Versch nt dageFfks, uitgezonderd Dinsdag.
uitgëyërTT odé.
Binnenlanclsclie Berichten.
COURANT.
Abonnementsprijs, per kwartaal /1,«5.
Franco per post, door het geheele Rijk- 2.50.
Afeondeilijke nommers- 0.10,
BDUGAV: BOTER9TRAAT, Ei 2 7.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Couranti 1.10.
Iedere gewone regel meer >i 11».
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal beiekend.
De Burgemeester van Schiedam,
Gezien Art. 26 der Wet op de Nationale
Militie van den 19 Augustus 1861 Staatsblad
n". 72);
Brengt bij deze ter kennis van de daarbij be
langhebbenden, dat het Inschrijvings-Register van
1890, voor de ligting van 1891, en do daaruit
opgemaakte Alpbabetische Naamlijst, van beden,
gedurende ackl dagenop de gemeente-Secretarie
ter lezing zullen liggen.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
behoort, den 24 Jannarij 1891.
üc Burgemeester van Schiedam
P. J. VAN DIJK VAN MATENESSE.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Zitting van 23 Januari.
De voorzitter opent de vergadering en
deelt mede het overladen van den heer
Verniers van der Loeff,
De voorzitter zegt, dat door de Kamer even
als door hem met diep leedwezen het bericht
zal zijn ontvangen van den dood eens mans,
die een eer en sieraad van deze vergadering
is geweest.
Buitengewone gaven van scherpzinnigheid,
werkkracht en talent waren hem geschonken
en het is allen bekend hoe hij ze beeft besteed.
De nauwgezetheid, waarmede hij zijn taak
vervulde, de ijver, de toewijding, waarvan
hij blijk gaf, zullen niet overtioften, worden
en hij heeft ze vervuld zoolang, ja misschien
langer dan zijn krachten het gedoogden.
Zijn vrienden zullen zijn vriendenhart nim
mer vergeten.
De heer Viruly Verbrugge dankt den voor
zitter voor 't hartelijk woord, waarmee hij-
den vriend en geestverwant der linkerzijde
heeft herdacht.
Het is waar, dat Van der Loeft een man
was van groote gaven, van verstand en hart.
Steeds voor zijn eigen beginselen pal staande,
wist hij de gevoelens van andersgezinden
steeds te eerbiedigen en zich daarin te ver
plaatsen.
Van der Loeff zal aan deze zijde zeker nim
mer vergeten worden en hij acht zich gerech
tigd uit naam van de geheele Kamer, ook van
de rechterzijde te spreken, als hl zegt, dat
Van der LoelFs overlijden een zware slag voor
de Kamer is.
Met leedwezen en ontroering spreekt spr.
deze woorden uit en hij hoopt, dat de zwaar
beproefde weduwe en 't kroost van den, ont
slapene troost zullen vinden in de innige en
-algemeene deelneming der geheele Kamer in
hun onherstelbaar verlies.
De heer Schaepman wenscht zich uit naam
der rechterzijde aan te sluiten bij de gesproken
woorden, vooral ook die van den heer Viruly.
Ook spr. heeft de doodstijding ten diepste
getroffen. Spr. had 't voorrecht v. d. Loeff
onder zeer eigenaardige omstandigheden te
leeren kennen, in de commissie voor de her
ziening van 't lager onderwas. Toen en b$
-elke gelegenheid zijn hem de groote gavèn van
verstand en hart van den ontslapene gebleken.
Aan ware, oprechte vaderlandsliefde paarde
v. d Loeff zeldzame gaven van vernuft en
kennis; van waardeering van tegenstanders
heeft hij steeds blijk gegeven en bij de
scherpste aanvallen hield hij altijd de regelen
der hoffelijkheid en urbaniteit in 't oog, wat
zijn vlug vernuft en scherpe geest hem meer
mogelijk maakten, dan elk ander. Zeldzaam
waren in een man vereenïgd zoo uitgebreide
kennu, kunde, geest envernuft en zoolang par
lementaire welsprekendheid en parlementaire
kracht in Nederland zullen worden gevoerd,
zal Van der Loeff met eere, met groote eere
worden genoemd.
Daarna werd het algemeen debat over de
begrooting voortgezet.
Door den heer Schaepman werd tot de
linkerzijde het verwijt gericht dat zij zich
poseert als hervormingsgezind, maar in ge
breke blijft de gewenschte hervormingen aan
te geven.
Door den heer Goeman Borgesius werd
betoogd, dat deze regeering haar program
niet uitvoert. Met klem wees hij op de
noodzakelijkheid van herziening-van het kies
recht, waartoe zijns inziens geen grondwets
herziening noodig is, gelijk beweerd wordt.
De minister van koloniën bracht in zijn
antwoord in de eerste plaats ook hulde aan
de nagedachtenis van den heer Van der
Loeff, betoogde voorts, dat de regeering niet
te kort schiet in de uitvoering van haar pro
gram, dat wel degelijk naar bezuiniging wordt
gestreefd en dat de tijd voor kiesrechther
vorming nog niet gekomen is.
In antwoord aan den heer Domela Nieu-
wenhuis zeide de minister, dat het hem ver
heugde dat deze een anderen toon heeft
aangeslagen. Hij wees op de hulp die in
deze tijden zoo ruimschoots aan de armen
verstrekt wordt, doch zelfs al ware die hulp
minder groot, dan nog zou staatshulp niet
gegeven kunnen worden, omdat daarmede
het beginsel van staatshulp zou zijn aange
nomen.
Voorts verdedigde de minister het beleid
met betrekking tot den Congostaat en de
Lawa-quaestie en verzekerde, dat bq de ver
wisseling van de zetels voor koloniën en
binnenlandsche zaken, door de ministers
Lobman en Mackay niet die invloeden had
den gegolden, waarop herhaaldelijk werd ge
doeld. Ware dit wel het geval geweest, dan
had de minister Lobman niet op het bin
nenhof en de minister Mackay niet op het
Plein gezeten.
De minister van buitenlandsche zaken, het
Congo-debat tot later verschuivende, con
stateerde, dat de eer en de waardigheid des
lands door toetreding ten volle zijn ge
handhaafd.
De minister van financiën betoogde, dat
de regeering wel degelijk oog heeft voor be
lastinghervorming en anderzijds het oog niet
sluit voor de bevrediging van wezenlijke
volksbehoeften. Vermeerdering van uitgaven
was óf noodig, óf werd opgewogen door
vermeerderde inkomsten.
Als de handelstractaten worden opgezegd,
dan zal ernstig fiscale herziening der tarief
wetgeving moeten woiden overwogen.
De minister van binnenlandschp zaken ver
dedigde den burgemeester van Enschede, op
grond van een ingesteld onderzoek. Hij zou
alle burgemeesters handhaven, die in buiten
gewone tijden moed toonden om krachtig op
te treden. Eene wettelijke regeling, die in
alle omstandigheden den burgemeesters kan
voorschrijven hoe te handelen, is ondenkbaar.
Aan de uitvoering der grondwet wordt ge
werkt, maar de natie verlangt daarnaar niet
zoo dringend, zelfs niet naar kiesrechtuit
breiding, tenzij algemeen stemrecht, waartoe
hij niet kan meewerken.
DEN HAAG, 21 Januari 1891.
H. AL de Koningin-Regentes heeft jonk-
vrouwe T. L. H. van de Poll benoemd tot
sur-inten<jante van de opvoeding van H. M.
de Koningin, en benoemd tot eerste hofdame
bij H. M. de Koningin-Regentes freule E. G.
baronnesse Van Ittersum.
De vice-admiraal jhr. J. H, van Capellen
vertrok hedenmorgen naai' Berlyn om Hare
Majesteit de Koningin-Regentes te vertegen
woordigen bij de doopplechtigheid van den
jongsten zoon van den Duitschen keizer.
SCHIEDAM, 21 Januari 1891.
De hear mr. H. C. Verniers van der Loeff,
lid der Tweede Kamer, die reeds sinds ge-
ruimen tijd door een ernstige ziekte verhin
derd werd aan de werkzaamheden deel te
nemen, is gisteren op ongeveer 60-jarigen
leeftijd overleden. De liberale partij verliest
in hem een barer krachtigste, talentvolste
en invloedrijkste woordvoei ders, van wien
nog groote dingen verwacht werden.
Reeds vroeger was de heer Van der Loeff
lid der Kamer, was toen gedurende eenige
jaren lid van den Raad \an State, doch
keerde in 1884 weer in de Kamer terug als
afgevaardigde van het hoofdkiesdistrict Rot
terdam, waarvan toenmaals Schiedam een
onderkiesdistrict was. Bij de vorige parle
mentaire enquête was hij als voorzitter werk
zaam en werd destijds algemeen geroemd
wegens de practische wijze waarop Isij het
onderzoek der commissie wist te leiden.
De aannemers, belast met het maken van
een vaargeul in de Schie, hebben zich flink
van hunne taak gekweten en zijn reeds giste
ren met dit werk gereedgekomen, waaraan
de ingevallen dooi ook nog bevorderlijk is
geweest.
De Schie is nu weder voor spoelingschou-
wen bevaarbaar, van hier tot aan den olie
molen van den heer Speelman te Overschie,
zoodat de veehouders heden weder gebruik
konden maken van die vaartuigen, welke
evenwel nog belemmering ondervonden door
het drijfïjs, doordien de veehouders verzuimd
hadden het ijs, dat zij voor hunne woningen
in de Schie hadden laten loshakken, daaruit
te verwijderen.
Men is nu van plan de vaargeul breeder
te maken ten dienste van de scheepvaart.
Ook zal het werk worden voortgezet in de
richting van Delft en Delftshaven en wordt
dat even flink aangevat als het gedeelte, dat
nu gereed is, en blijft de dooi daarby zijn
hulp verleenendan laat het zich aanzien
dat ook de belemmering der vaart in de
Schie van Overschie naar Delft en Delftshaven
weldra zal zijn opgeheven.
Dat een beroep op de weldadigheid jegens
den behoeftigen medemensch in onze goede
stad steeds een welwillend oor vindt is gister
avond wederom ten duidelijkste gebleken.
De roepstem der vereeniging sCharitas" is
van dat gevolg geweest, dat de zaal der
Officieren-Vereeniging geheel was bezet. Het
programma was dan ook wel een talrijke
opkomst waard, vooral in verband met het
goede doel.
De samenstelling alsmede de uitvoering van
het programma Heten niettewenschenover;
in aangename afwisseling volgden de verschil
lende nummers elkaar op, als: reciteeren,
coupletzingen, symphonie, vioolsolo gym
nastiek en tooneelvoorstelling. Wij zullen niet
allen afzonderlijk bespreken; ieder kweet zich
naar zijn beste vermogen, zoodat schier een
onderlinge wedstrijd bestond. Luide werden
de executanten toegejuicht, vele nummers
gebiseerd, zoodat eerst zeer laat in den avond
de soiree was geëindigd.
De heer H. W. M. Roelants, eerelid der
vereenigiDg, was op de gelukkige gedachte
gekomen, afzonderlijke exemplaren te doen
drukken van Tollens' «Bedelbrief", welke, na
door hem te zijn voorgedragen, door eenige
jongedames aan het publiek werden aange
boden. in ruil voor een gift, mede ten bate
der armen, waardoor het niet onbelangrijk
bedrag van f74.82, na aftrek van f 7 drukloon,
werd verkregen.
Wij wenschen de vereeniging «Charitas"
geluk met het behaald succes; mocht zij
eventueel weder een beroep doen op den
weldadigheidszin barer stadgenooten, dan kan
zij verzekerd zijn wederom geopende ooren
en beurzen te vinden.
Donderdagavond jl. werd door de vereeni
ging «IJsclub Schiedam" eene algemeene
vergadering gehouden, waarin het bestuur
bij monde van den voorzitter, den heer H. J.
Jansen, den leden het doel dezer buitenge
wone bijeenroeping uiteenzette.
De vereeniging heeft in den loopenden
winter met vele onaangenaamheden te kam
pen gehad. Was het ijs in do eerste dagen
van het vriezend weder zeer mooi, al spoedig
werd het bedorven door het roet, hetwelk uit
een nabijstaanden «choorstceri door den aan
houdenden zuid-oostenwind over de vlakte woei
en er op nedersloeg, in die mate, dat vegen
niet meer baten kon. l)it was allerminst
geschikt om de liefhebberij in het bezoeken
der banen onder de leden gaande te houden
en kon niet anders dan schadelijk voor de
vereeniging werken. Het matinee en het ijs-
feest waren beide slecht bezochten deden een
gevoelige greep in de kas.