voortgezet. Door den heer Van der Kaay -werd
nogmaals de bevoegdheid besproken van de
burgemeesters, geregeld bij de artt. 184,186
en 187 der gemeentewet. Hij betoogde voorts
dat de rechterzijde, verdeeld als zij is, niets
tot stand kan brengen, terwijl de liberalen
althans dit voor hebben, dat zij het, waar het
geldt gelijkheid van politieke beginselen, wel
eens zijn.
De heer Zijp verweet de regeering hare
werkeloosheid en betoogde dat hare belasting-
voorstéllen slecht waren.
Door den heer Gleichman werd zijn eigen
standpunt tijdens het ministerie van 187779
verdedigd en het algemeen stemrecht be
streden. Hij wilde vasthouden aan een census.
De heer Van Houten, hoewel meegaande
met den heer Kerdijk, wilde wel groote uit
breiding van het kiesrecht, maar geen alge
meen stemrecht, omdat dan feitelijk toch de
macht van het kapitaal weer werd binnen
gehaald.
De heer Van Houten betoogde verder dat
de regeeriDg moedeloos is, omdat zij hare
illusiën heeft verloren en er geen aaneen
gesloten meerderheid is. Hij meende dat, ware
de stembus niet over 4 maanden geopend,
Kamerontbinding gewenscht ware. Nu dit niet
mogelijk is, meent hij dat men niet de leger-
wet meer moet gaan behandelen, die veel te
diqp ingrijpt en waaromtrent geen nationale
sympathie achter ons staat, maar deze slechts
voorbereiden, om den uitslag der stembus af
te wachten. Eindelijk komt hjj sterk op tegen
den heer Domela Nieuwenhuis, die den fabri
kant Scholten had verweten zijne werklieden
te bestelen. Spreker constateert dat de heer
Scholten en andere fabrikanten in het noorden
de streek tot betrekkelijke welvaart brachten
en geëerd dienen te worden. Domela Nieu
wenhuis is niet waard hun schoenriemen te
ontbinden.
(De heer Domela Nieuwenhuisen niet te
deelen in hun winst.)
De heer Heemskerk bestreed uitvoerig de
liberalen, constateerde dat zij onderling zeer
verschilden in stelsel, omtrent het kiesrecht
vooraldat daarentegen deze regeering geheel
gehandeld heeft in den geest harer partij, en
reeds veel tot stand bracht en veel zal doen
als men haar het leven laat, terwijl op dit
oogenblik geen andere regeering meer zou
kunnen doen dan zij.
De heer Hintzen bestreed den drang naar
fiscale tariefwijziging, omdat hij daarin zag
de zucht naar bescherming. Hij vroeg perti
nent wat de regeering over bescherming dacht.
Oflicleele Berichten.
Bij koninklijk besluit is:
4o. aan J. E. Knightop zijn verzoek
eervol ontslag verleend als kolonel-comman
dant der schutterij te Rotterdam, met dank
betuiging voor de langdurige en uitstekende
dienstendoor hem in die betrekking den
lande bewezen, en met vergunning om de
uniform der schutterij met de onderschei
dingsteekenen aan zijn rang verbonden te
blijven dragen
2o. tot kolonel-commandant der schutterij
te Rotterdam benoemd J. J. M. Blankenheym,
thans luitenant-kolonel.
SCHIEDAM, 29 Januari 1891.
De politie heeft aangehouden de persoon
van J. v. d. V., een oude bekende der justitie,
thans verdacht zich gisteravond te hebben
schuldig gemaakt aan diefstal van een rooden
doek, die op straat achter de Teerstoof te
drogen hing.
Hedenmorgen is een lange, 2meterhooge
muur in het Klein Baantje" in 't Broersveld,
■welke door de strenge vorst bevroren schijnt
geweest te zijn, ten gevolge van den dooi
omgevallen, echter zonder ongelukken te
veroorzaken.
De kolonels jhr. "W. L, van Spengler en
J. E. Simon, adjudanten van wijlen Z. M.
den Koning, worden met 1 Mei a.s., onder
eervolle ontheffing uit hunne functiën, op
pensioen gesteld.
De minister van waterstaat, handel en
nijverheid heeft aan de burgemeesters, bij de
toezending van het model gemeentelijk land-
bouwverslag ter verkrijging van de opgaven
ten behoeve van het algemeene landbouw-
verslag over 4890, zijn wensch te kennen ge
geven, dat de samenstelling van bedoeld verslag
voortaan door de burgemeesters geschiede,
bijgestaan door eene, door hen te benoemen
commissie van ten minste drie in den land
bouw practisch ervaren personen, die met de
landbouwtoestanden der gemeente ten volle
vertrouwd zijn. De minister meent dat, hoe
wel met ijver en toewijding in het algemeen
de samenstelling van het gemeentelijk land-
bouwverslag tot heden ook door de gemeente
besturen plaats vond, het niet ontkend kan
worden, dat de beantwoording van de in het
verslag gedane vragen wel eens te wenschen
overliet, en twijfelt niet of, indien zijne
wenschen worden opgevolgd en de gegeven
wenken behartigd, de burgemeesters in staat
zullen zijn, betrouwbare gegevens aangaande
den landbouw in hunne gemeente te ver
strekken.
De minister van justitie heeft beslist, dat
onbezoldigde rijksveldwachters vergunning
behoeven voor het dragen van een revolver,
omdat een revolveriets anders is dan
een pistool, welk laatste wapen zij wèl mogen
dragen.
Over de benoeming van den burgemeester
van Nieuwer-Amstel schrijft de Amstelbode,
het orgaan van pastoor Brouwers:
Wanneer het voorstel tot die benoeming
plaats hadde gevonden op den ln April, dan
zou men in Nieuwer-Amstel gemeend heb
ben: wij hebben met een grap te doen.
Nu is het volle ernst.
H. M. de Koningin-Regentes heeft het be
sluit der benoeming geteekend, en het ko
ninklijk gezag dient geëerbiedigd.
Maar de daad van den minister der Kroon,
die de Koningin adviseerde, aan het hoofd
der derde gemeente van Noord-Holland te
plaatsen een man, die een zeer inferieure
staatsbetrekking bekleedde, met voorbijgang
van zooveel waardige sollicitantenvordert
een woord van protest.
Wat eischte het belang der gemeente?
Wij hebben het reeds meermalen gezegd
de benoeming van een burgemeester, die door
zijn maatschappelijke positiezijn verleden
zijn fortuin de plaats kan innemen, die wij
het recht hebben te eischen dat hij inneemt
die door zijn persoonzijn levenswijzezijn
voorgaan prestige heeft tegenover den raad
en de burgersiemand, tegen wien wjj opzien
als tegen der burgeren meester, in ieder
geval niet iemanddie door zijn stand, zijn
betrekking, zijn levenswijze gelijkstaat met
de meest alledaagsche burgerij, ver beneden
duizenden ingezetenen.
Wij geloofden niet aan de mogelijkheid,
dat de minister van binnenlandsche zaken
den treurigen moed zou hebbeneen deur
waarder der directe belastingen tot burge
meester van Nieuwer-Amstel te benoemen;
anders zouden wij voor een adres gezorgd
hebben, waarin de voornaamste ingezetenen
verklaarden, den heer Van Son niet als hun
burgemeester te willen.
Voor minister Lohman woog een verzoek
van een tweetal fijnen uit den raad zwaarder
dan dat van de twaalf overige raadsleden
Minister Lohman gaf den raad van Nieuwer-
Amstel een slag in 't aangezichtbrak door
de benoeming van een deurwaarder tot het
burgemeestersambt met de traditie, hield geen
rekening met de belangen der gemeente,
evenmin met de politieke verhoudingen, en
trad de rechten van zoovele burgemeesters,
die aanspraak mochten maken op bevordering,
met voeten.
Minister Lobman heeft een stoute daad
verricht. Hij heeft een zeldzamen moed ge
toond, maar een moed, die hem zal verzwak
ken als minister der Kroon; wantzjja stoute
daad was een groote politieke fout, die men
niet ongestraft begaat, zijn moed een overmoed,
die in de politiekevenals in 't maatschap
pelijke, het begin is van den val.
Uit Duisburg wordt van gisternamiddag
getelegrapheerd ladingen steenkolen zijn in
deze haven en te Ruhrort weer aan boord
genomen. De aanvoeren uit de mijnen zijn
echter gering. Met den ijsgang is het beter
gesteld. Het water valt langzaam. Het gevaar
schijnt geweken.
Op 1 Maart 4891 komt eene bepaling van
het nieuwe Amerikaansche Mac-Kinley-tarief
in werking, waarop de aandacht van belang
hebbenden wel intijds mag gevestigd wor
den. Art. 6 van de wet bepaalt namelijk, dat
alle bewerkte goederen, die in een der havens
ingevoerd worden, den naam moeten dragen
van het land waar zij bewerkt zijn. Die naam
mag er op gemerkt, gestempeld of ingebrand
zijn, of ook op de etiquetten voorkomen naar
gelang van de goederen. Wordt deze bepaling
niet nageleefd, dan worden de goederen niet
toegelaten. De naam van een stad of plaats
is niet noodig, maar ook niet voldoende; de
naam van het land alleen is vereischt.
Het woord Holland moet dus gevoegd wor
den bij elk merk op dergelijke in Nederland
gemaakte goederen, die in de Vereenigde
Staten worden ingevoerd.
De heer De Bordes komt in het Vaderland
op tegen de strenge beoordeeling van den toe
stand van ons spoorwegverkeer. Om aan de
behoeften te kunnen voldoen in dezen buiten
gewoon langen winter zou men het onmoge
lijke behoeven.
Hij geeft daarvan de volgende berekening:
Het vervoer over vier van onze groote
waterwegen was in 1888 10,404,000 ton, of
per maaDd gemiddeld 867,000 ton. Het draag
vermogen der goederenwagens was in 1889
92,445 ton. Een wagen kan 56 ton in een
maand vervoeren; er zouden 15,500 wagens
meer noodig wezen voor de 867,000 ton, met
een draagvermogen van 124,000 ton, d. i.
31,600 ton meer dan dat van al de hier aan
wezige goederenwagens. Elke wagen zal ge
middeld f1900 kostende 15,500 f29,450,000.
Voor het vervoer van deze wagens waren
.noodig 96 zware locomotieven, benevens
eenige voor rangeeren. De kosten daarvan
zouden zeker bedragen f3,500,000 en voor
het geheele materiaal 36 a 37 millioen. Dan
moet nog gerekend worden op de kosten van
de uitbreiding van de stations, als loodsen,
sporen enz. En al ware dit alles verkregen,
van waar zou dan het personeel komen?
Zulke langdurige winters komen wellicht
eens in de twintig jaar terug. Gedurende
de overige jaren zou het kapitaal niet alleen
renteloos liggen, maar het materiaal moeten
onderhouden worden. De heer De Bordes
vraagt of dit geen geldverspilling zou zijn,
die, zelfs als de staat exploiteerde, niet te
verantwoorden zou wezen.
Men deelt aan de N. B. Ot. mede
Volgens officieele gegevens zijn uit het
steenkolendistrict afgeleverd
van 16—31 December 1889 122,715 waggons
3> 16—31 1890 412,269^
de 2de helft December jl. 10,446
minder dan het jaar te voren, in weerwil
der tegenwoordige grootere behoefte, welke
evenwel wegens gebrek aan waggons niet kon
worden bevredigd.
In de eerste helft van Januari varieerde
dit gebrek aan waggons van 3 tot 8 pCt.,
een paar dagen was het zelf beneden 4 pCt.,
maar van 15 Januari af is de toestand zeer
verergerd, en achten wij het niet van belang
ontbloot, de ons daarover toegezonden sta
tistiek openbaar te maken.
Voor de kolen- en cokes-verzending zijn
de spoorweg maatschappijen op het aantal
aangevraagde waggons te kort gekomen:
Donderdag 45 Januari 4996 waggons
Vrijdag 46 3329
Zaterdag 47 3395 f
Maandag 49 - 724
Dinsdag 20 4952
Woensdag 21 a 4773
Donderdag 22 4610
Vrijdag 23 4484
dus in 8 dagen 25263 waggons
van 10,000 kilo's 252,630,000 kilo's,
eene waarde vertegenwoordigende van l'/j
millioen gulden.
Men meldt uit Apeldoorn:
De goederentreinen hebben den dienst op
de Oosterspoor gisteren gedeeltelijk hervat.
Behoudens onverwachten tegenspoed zullen
heden de personentreinen weder Ioopen,
Door de directie der maatschappij tot
exploitatie van staatsspoorwegen is aan het
wissel wachters-personeel der verschillende
stations eene gratificatie van tien dagen bezol
diging toegekend voor de buitengewone dien
sten, gedurende dezen winter van dat personeel
gevorderd.
Bij> het onlangs gehouden feestmaal der
»Holland Society" te New-York is aan die
vereeniging door den consul-generaal der
Nederlanden, den heer Planten, een eigenaar
dige presidentshamer aangeboden.
De hamer is vervaardigd uit hout van de
hervormde kerk te Delftshaven, waar de
ïPelgrimvaders" indertijd godsdienstoefening
hielden. Het kistje, waarin die hamer, om
huld door een zak van rood, wit en blauwe
zijde, met oranje koorden, geborgen wordt, is
ook van dat hout gemaakt.
De zaal was versierd met de Nederland-
sche kleuren.
Het voorzitterschap werd bekleed door den
heer Roosevelt, gewezen gezant der Neder
landen. Ongeveer 500 leden zaten aan de tafels
en nagenoeg evenveel dames woonden als
toehoorsters der speeches het feest bij. Het
was de eerste keer dat het schoone geslacht
daar tegenwoordig was.
De toespraken getuigden, als gewoonlijk,
van veel gehechtheid aan en belangstelling
voor Nederland.
Naar de Ingenieur verneemt, is onze land
genoot, de civiel-ingenieur J. Kraus, hoog
leeraar aan de universiteit te Santiago (Chili),
als eerste ingenieur opgetreden bij de in
uitvoering zgnde werken bij het droogdok te
Talcahuano (bij L. Concepcion in Chili). Hem
werd deswege door het ministerie van onder
wijs verlof toegestaan, op voorwaarde, dat hij
zich aan de universiteit tijdelijk door een
ander zou laten vervangen.
De heer A. Zijlker, de vroegere concessio
naris van de tegenwoordige kon. Ned. maat
schappij tot ontginning van petroleumbronnen
in Ned. Indië, die in Nov. 11. van Veendai»
vertrok naar den sultan van Langkat, Su
matra, teneinde eene nieuwe concessie te
krijgen op het resteerende gebied van dien
sultan, is, volgens ontvangen telegraphisch be
richt, te Medan overleden. Naar men ver
neemt, had de heer Zijlker van den sultan
de noodige concessie verkregen en dus zijn
doel bereikt. (Avdp.)
De commissie van deskundigen, welke door
burg. en weth, van 's-Gravenhage werd be
noemd tot een onderzoek naar den invloed
der zomerspuiing op het zeewater, is reeds-
geruimen tijd geleden tot de conclusie geko
men dat het spuien in den zomer geen
schadelijken invloed oefent op het badwater.