Hetoud van de Orion. Zaterdag 21 Februari. N°. 7698. A0. 1891. F e u i 11 e t o n. ijf-en-veert: gst© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, Buitenlandsclie Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. BUREAU: BOTER. STRAAT, E 2 7. DENEMARKEN. I *t Abonnementsprijs, per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk. Afzonde! lijke lioininors 1.85. - 2.50. - 0.10. Advertentieprijs: van l10 gewone tegels met inbegrip van eene Oonrantf 1.10. Iedere gewone regel meer - 0.10. Driemaai. geplaatst woidt tegen twebmaai. be'ekend. FB1NE11UE. Een der medewerkers van de Figaro heeft zich tot eenige schilders te Parijs ge wend om te weten te komen, of de Duitsehe gezant stappen bij hen heeft gedaan om hen uit te noodigen deel te nemen aan de in dit jaar te Berlijn te houden tentoonstelling van kunstwerken. Hij heeft hierop een be vestigend antwoord gekregen. De gezant heeft zich in de eerste plaats vervoegd tot» Bouguereau, eere-voorzitter van dè inter nationale vereeniging van kunstenaars. Deze heeft de uitnoodiging aangenomen, evenals Detaille. Een ander heeft daarentegen ge weigerd. Het Journal des Debate heeft inlichtingen laten inwinnen bij Detaille. Deze heeft ver klaard, dai er reeds eene jury van Fransche schilders gevormd is, waartoe, behalve hij zelf, Bouguereau, Lhermite, Jules Lefèbvre, dazin en anderen behooren. Het zijn schil ders, die exposeeren op de beide van elkan der gescheiden sSalons". Detaille verklaarde verder dat een vijftigtal kunstenaars reeds hunne medewerking toegezegd hebben, en naar hetgeen hij uit Berlijn vernomen heeft, wil men daar aan de Fransche kunstwerken eene eereplaats inruimen. De Liberie' beveelt de deelneming aan. Men mag de vaderlandsliefde, zegt dit blad, niet laten overgaan in mokkerij. 1870 heeft doen zien, dat de schilders en beeldhouwers het geweer weten te hanteerenthans is het hun plicht met penseel en beitel te trach ten te overwinnen. Hunne waardigheid is gered door den brief van keizer Wilhelm II aan de academie van fraaie kunsten bij den dood van Meis- sonier. Dat was eene tegemoetkoming van den keizer, en de komst van de keizerin Friedrich te Parijs heeft de beteekenis van een gezantschap. Is dat nog niet genoeg om de laatste bezwaren uit den weg te ruimen Aan het Journal dee Débats wordt uit Rio de Janeiro gemeld, dat de regeering een( belasting heeft gedecreteerd van 15 frcs. op ieder stuk, dat op de beurs op termijn wordt, verkocht. Deze maatregel had ten gevolge dat dien dag geen zaken werden gedaan. D I T S C tt L A N D. De Berlijnsche bladen beginnen meer en meer het bezoek van keizerin Friedrich te Parijs als eene gebeurtenis te beschouwen van be langrijke politieke beteekenis, en vermelden met groote ingenomenheid dat de ontvangst in de hoofdstad van Frankrijk hoffelijk en waar dig is geweest van de zijde' der bevolking. In dit bezoek, gevoegd bij 's keizers bekend schrijven ter gelegenheid van den dood van Meissorjier en bij de benoeming van prof. Helmholtz tot grootkruis in het Legioen van Eer, ziet men merkwaardige en verblijdende teekenen eener vriendschappelijke toenade ring. Sedert den oorlog van 1870 is geen lid der keizerlijke familie te Parijs geweest, en des te hooger wordt deze moedige daad der weduwe van keizer Friedrich aangeslagen. Op bevel des keizers moet de schoonste zaal der internationale kunsttentoonstelling voor de Fransche inzenders bestemd zijn. Van deelneming der Nederlandsche kunstenaars hebben tot dusver de Berlijnsche bladen nog niet gesproken. ENGELAND. Mag men de berichten gelooven, welke gelijk met die omtrent de begrafenis van koning Kalakaua, te San Francisco zijn aan gebracht, dan laat de politieke toestand op de Sandwicli-eilanden veel te wenschen over. Een deel der bevolking was reeds lang zeer ontevreden over den koning, die in het bui tenland geld opnam en zich Amerikanen tot ministers koos. Men beweert zelfs, dat de ontevredenen reeds een plan hadden ont worpen om den koning te onltroonen, maar door "s konings dood is dit natuurlijk over bodig geworden. De vraag is nu wat 's konings zuster, die thans den troon heeft beklommen, zal doen. Koningin Kapriolani gaat door voor meer Engelsch- dan Amerikaansch-gezind, maar het Amerikaansche Kabinet, dat dooi de meerderheid der volksvertegenwoordiging wordt gesteund, zal wel blijven totdat in 1892 eene nieuwe Kamer bijeenkomt Voor- loopig worden echter geen ernstige ongere geldheden verwacht. De Times meldt dat de ex-koning Milan niet naar Belgrado terugkeert. Door het hooggerechtshof te Kopenhagen is thans beslist, dat de lijkverbranding niet wordt toegelaten. Tegen deu wil der regeering vormde zich, een drietal jaren geleden, aldaar een crematie-vereeniging. Zij bouwde een crematie-oven en liet te Lund een uit Zweden toegezonden lijk verbranden. Wegens het officieel verbod, dat kort daarop door de regeering gegeven werd, diende zij bij het hooggerechtshof een klacht in, waarvan het gevolg was dat zij in het ongelijk gesteld werd. De lijkverbranding is thans voorgoed verboden en zou alleen door een afzonderlijke wet kunnen worden toegelaten. OOSTENRIJK. Uit Ragusa wordt gemeld van 17 dezer: Een honderdtal Albaneezen, in Turkije vertoevende, hebben den Montenegrijnsehen post aan de grens van Terskacra aangevallen. De Albaneezen zijn afgeslagen, met verlies van eenige dooden en gewonden. Montenegro* en Turkije hebben troepen gezonden, ten einde!; verwikkelingen te voorkomen. Het Fremdenhlatt weidt uit over het vriendschappelijk onthaal, aan aartshertog Franz Ferdinand von Este door het Russische hof bereid, en zegt dat dit overal als een vredesteeken beschouwd zal worden. ITALIË. De minister van binnenlandsche zaken heeft aan de directeuren der telegraphic eene cir culaire doen toekomen, waarin hij hun doet weten, dat de telegrammen aan de dagbladen overgeseind moeten worden, zonder deze, gelijk geschied is onder het ministerie Crispi, aan eene censuur te onderwerpen. De heer Ressmau, gezantschapsraad te Pargs, werd gisteren te Rome verwachtde heer Di Rudini heeft hem uitgenoodigd, te komen confereeren over de middelen om de betrekkingen tusschen Frankrijk en Italië te verbeteren. Men zou vooral financieele maat regelen op het oog hebben. De positie van het nieuwe Kabinet schijnt vaster te worden. Terwijl wij in een vorig nummer een vinnig schrijven mededeelden van het door Crispi geïnspireerde blad La Biforrna, kan nu gemeld worden, dat ver scheidene afgevaardigden die in het begin ongunstig gestemd waren ten opzichte van Di Rudini's ministerie, na de jongste ver klaringen der regeering van houding zijn veranderd. Het is dus zeer wel mogelijk dat dit Kabinet vooreerst aan het bewind blijft Roman van H. ROSENTHALBonin. 15. Weldra werd de zwarte rookwimpel van de 'boot zichtbaar, en ook deze hee«eb de roode vlag, ten toeken dat zij de veerboot had opgemerkt. Na een half uurtje)/ lag de schuit naast de groote boot; touwen werden uitgeworpen, de touwladder neergelaten en binnen een paar mi nuten stonden de nieuwe passagiers van Spieker oog op het stoomschip, dat nu snei zijne reis voortzette. Tegen den avond was men te Bremerhaven en na nog eer.igen tijd bevonden zich de reizigers te Bremen. Den volgenden dag begaven dezen zich naar den Engelschen consul, om zich de door de wet ge vorderde papieren voor Flora te doen afgeven, die ■bij .de schipbreuk waren siTlorengBgb'.B. 1 Het meisje was namelijk, ofschoon uit Duitsehe ouders, in Engeland geboren. De consul trok zich hare belangen ernstig aan en betreurde het, dat het verloren geld niet verzekerd was geweest. Hij kon voorshands niets voor haar doen. Hij wist alleen uit de nieuwsbladen, dat een matroos van de Orionverhongerd en verdorst, in het zuiden van Noorwegen aangeland was. Het geld achtte hij verloren. 'Hij vermoedde dat de kapitein het had willen redden en dat het met hem gezonken was. Dat bij den geredden matroos geld gevonden was, daarvan had niets in de couranten gestaan en dit was dus in Duitschland niet bekend. De beambte te Mandal had met den consul te Bremen niets uit te staan, wel met de beambten voor het zeewezen te Londen, aan wien hij de aankomst van den matroos en het vinden van het geid berichtte. Hij schreef, dat de laatste bet uit de kajuit van den kapitein had trachten te redden en ontving kort daarop last het gevondene naar Londen over te maken ten behoeve van de erven van den heer Pomard, die opgespoord waren. -Van Flora's bezitting wist men in Londen niets. Niemand had er naar gevraagd, zij was te Londen niet verzekerd geworden, men had dus geen enkele reden er naar om te zien. In het schrijven uit Londen naar Mandal kwam nog de opmerking, dat de naam van een stuur man John Williamson niet op den staat, de Orion betreffende, voorkwam. Men weigerde dus te Lon den in de verpleging van den vondeling te voorzien. De consul te Bremen loste de op het eiland ge borgen goederen van de Orion in, zond den stuur- man het noodige geld, verkocht het wrak aan iemand op het eiland en daarmee waien zijne be moeiingen afgeloopenFlora had verklaard voor- loopig geen ondei stand noodig te hebben. Met de papteren, die zij behoefde, ontving zij echter de belofte, dat zij op de regeering kon rekenen, zoo dra zij bare hulp noodig had. Geesje had met een beklemd hart de woning van den consul betreden. Vrees eu hoop kampten ia haar gemoed. Zij hoopte bij dezen inlichting te erlangen omtrent den in Noorwegen gevonden zeeman en beefde bij de gedachte, dat zij misschien iets zou vernemen omtrent het verloren geld. Teleurgesteld, maar toch met een verlicht hart verliet zij den beambte. Als Willem zoo dacht zij en de geredde éen persoon waren en het geld nog niet bij hem gevonden was, dan was alies nog wel goed te maken. Zij zou wet hem spreken, hem duidelijk maken, dat hij het geld niet als gestrand goed beschouwen mocht, dat hij zich meester had gemaakt niet van het onbeheerde bezit van omgekomen zeelieden, maar van het goed van een hulpeiooze wees, die zij bij hem kon brengen. Dan zou Willem dit wist zij wel van hem geen oogenblik aarzelen aan Flora terug te geven, wat haar toekwamdaarmede zou hij zich zelf rechtvaardigen en zij zou wel een middel vinden hem voor de wereld van alle smet te zuiveren. Reeds op Spiekeroog had zij dit plan opgevat* zoodra het gerucht van het vinden van den matroos tot haar was doorgedrongen. Zij had het nader overwogen, toen zij met haar vader en Flora in den trein zat, en te Hamburg aangekomen was het dit, wat baar naar den consul dreef. Worth vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1