(I.
l
A0- 1891.
Maandag 20 April.
INI0. 7738.
Eerste Blad.
VERKIEZING
S. A. MAAS
J. H. KIS Hz;
i j f-en-veert gste Jaargan g.
Versch nt dage! ks, uitgezonderd Dinsdag.
UIT G EVER: J. ODÉ.
V
OOURA
ABONNHIBNTSPRUS, per kwartaal
1franco per post, door liet geheole Rijk
Afzomleilijke noinmers
1 S5.
- 2=>0.
- 0 10.
KUHEAU: BOTKKITKAAT, G 2 7.
ADVERTENTIEPRIJS: van 110 gewone regels mei
inbegrip van eene Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer..-010.
Orikmaai, geplaatst wordt tegen tweemaai. beiekend.
Dit nummer bestaat uit drie bladen.
VOOR
De Kiesvereeniging «SCHIEDAM" heeft in
een goedbezochte vergadering voor de vaca
turen Schieveen en NoLETalscandidaten
gesteld de Heeren
EN
De vereeniging heeft dus begrepen, dat
■mannen van zaken de afgetreden mannen
-van zaken behoorden te vervangen.
Onze gemeente verkeert in een kwijnen
den toestanddaarom in de eerste plaats
dienen onze Raadsleden bedacht te zijn op
middelen, die kunnen strekken om in dien
treurigen toestand verbetering te brengen.
Daartoe is in de eerste plaats noodïg, dat
zjj grondig bekend zijn mot den toestand,
met Schiedams brcnnen var bestaan, met
Schiedams hulpbron!ien. Welnu, twee mannen
van zaken worden den kiezers aanbevolen.
We gelooven niet, dat de kiesvereeniging
betere keuzen bad kunnen doen. Daarom
wenschen wij dat door trouwe opkomst de
kiezers dezen candidaten eene groote meer
derheid zullen verschaffen.
Men lette ditmaal op nauwkeurige invul
ling der stembiljetten. Het roode stembriefje
vuile men in met den naam S. A. MAAS,
het witte met den naam J. H. RIS Hz.
Schiedam, 18 April 1891.
't Is voor de velen, die zich tegenwoordig
geroepen gevoelen als politieke redenaars op
te treden, een buitenkansje, dat de thermo
meter nog maar niet rijzen wil. Dit heeft tot
gevolg, dat men een avond, waarop men
anders liever buiten zou zijn, in een besloten
vertrek doorbrengt, om te hooren de groote
- dingen, die in het noorden en zuiden, in
het oosten en westen fan ons Vaderland
i ten gehoore worden gebracht.
In een kleine courant lazen we dezer dagen
een zeer ware beschouwing over deze politieke
bijeenkomsten, en over hen, die daar het
woord voeren. In de eerste plaats, zoo^lezen
we, heeft men een spreker noodig, die weet
te spreken voor een gehoor van meer en
minder ontwikkelden; die interessant weet
te zijn voor allendie zijn gehoor weet te
boeien, te pakken. En om deze stelling met
een bewijs te staven, haalt de schrijver de
redevoering aan, door mr, Treub uit Amster
dam in Den Haag gehouden. Zie, zegt hij,
»zulk een redenaar, als we daar schetsen, is
misschien de heer Treub, als hij voor de vuist
spreekt, maar zeker niet, als hij een verhan-
ling voorleest, die aan niemand iets leert, wat
niet ieder wist, en noch door hare algemeen
heden noch door den vorm tot het hart spi eekt.
Er was belangstelling, de geheele zaal was
vol. Maar die belangstelling werd gedoofd,
toen men niets nieuws te hooren Kieeg. En
toen de spreker daarna een lang citaat uit
Thorbeeke (van 1844) voorlas, kwam er zelfs
apathie over de vergaderingen alleszins
verklaarbaar, want geen slechter ledeuaar
voor een volksvergadering dan de geleerde
Thorbeeke, wiens zwaar proza zelfs de meest
geoefende liever aandachtig leest, om het zoo
noodig te kunnen herlezen, dan het met
't oor te moeten opvangen. «Nieuws en geen
citaten, geen zware citaten", ons dunkt, wie
zich niet bewust is in onze dagen «nieuws"
te leveren, of bekende zaken in een nieuw
kleed te steken, en niet in staat zonder
citaten den hem toegestanen tijd met spreken
door te brengen, hij moest de taak niet op
zich nemen, zijn medeburgers omtrent hun
politieke belangen voor te lichten.
We hebben tegenwoordig gelegenheid in
overvloed, om verslagen over de politiek van
den dag te volgen. Soms neemt men zich voor,
die verslagen ongelezen te laten, immeis
vele gelijken op elkander als twee droppelen
water; maar een enkele maal doet eeu be
kende naam den weerzin zwichten, en vindt
men de genomen moeite dubbel beloond.
Dit is o. a het geval als dr. Schaepman
optreedteen enkele maal speelt dan de
dichter den politicus wel eens partenmaar
tusschenbeide is het de nuchtere verstands-
mensch, die aan het woord is, en dan gelieve
men vooral met aandacht te lezen.
Zoo o. a. te Leeuwarden, waar de heer
Schaepman, voor R.-k. kiezers opgetreden,
zich aldus over het kiesrecht uitliet:
Wil men in naam van katholieke beginselen
het algemeen kiesiecht veroordeelen, dan teeken
ik in naam der katholieke vrijheid daat tegen
protest aan.
Wij leven in een tijdvak, waarin de geschie
denis bezig is met nieuwe ontwikkeling, gepaard
met stooten en schokken.
De ontwikkeling van onzen tijd is eene derao-
1 cratische, dit kunnen wij niet ontkennen, en
dagelijks kunnen wij dit zien in onze onmiddel
lijke omgeving.
Moeten wij die beweging minachten Zeker
neen.
Indien men in de 18e eeuw had gezien, goed
gezien, wat er in de weield omging, dan zouden
ndeidaad de oude vormen niet zijn gehandhaafd.
De voreten van dien tijd hebben niet willen en
daaiom niet kunnen zien, wat er omging in
bet volk.
Wij kunnen worstelen wat wij willen,
meenen wij werkelijk te kunnen tegenhouden
het volk, dat nu op ordelijke wijze van zijne
belangstelling in de openbare zaak wil doen
blijken
Men verwarre niet democratie met demagogie.
Kunnen wij nog in onzen tijd spreken van
e°n kiesrecht, dat in '48 kon dienen 7 Waarom
lichten wij het volk toch voor met onze kleine
bl.t'eu? Waarom hun dan de wetensc hap toe te
stuwen, als men niet wil dat ze die dan ook
gebi iiiken Waarom zouden wij katholieken daq
t«al-zelen aan die weieldbeweging deel te nemen 7
De teekenen van den tijd moeten wij gadeslaan.
De katholieke Nederlander zij niet vleesachtig
om hetgeen hij ziet bij het verbasferde Latijn
sche ros. hij, van Gennaanschen stam, behooit
zijne beginselen zonder sein oom in toepassing
te brengen bij de nieuwe eischen.
Zoo, meenen we moet een i edenaar, die
over politieke onderwerpen handelt, de koe
bij de horens pakken. Het gevaar, zelfs door
partijgenooten te kras betonden te woulen,
mag niemand terughouden, de dingen bij den
rechten naam te noemen.
De denkbeelden marcheerenwie ze tegen
tracht te houden, zal in dezen kamp bezwij
ken. De tijd van '48 is voorbij. Een nieuwe
dag breekt aan in de geschiedenis der vol
keren.
In de tweede plaats noemen we als model
van den edenaar voor het volk mr. De Kanter
uit Haarlem. Toen deze voor een paar afdee-
lingen van de kiesvereeniging «Burgerplicht"
te Amsterdam optiad, moet hij, naar liet ons
voorkomt, al aanstonds zijn gehoor hebben
gepakt. Op de concrete vraag«Wat in de
bestaande omstandigheden ten nutte van het
vaderland zou zijn?" werd al dadelijk een
antwoord gegeven, dat totaal nieuw was. De
politiek, die de heer De Kanter noodig achtte,
kenschetste hij als een politiek van verzoe
ning, maar ook en juist daarom een politiek
van hervorming. Laten wij ons losmaken van
woorden als liberaalclericaal en anti-
elericaal, en goed-Hollandsche woorden nemen
en zeggen wij zijn hervormingsgezindwij
zijn verzoeningsgezind."
Ziet, dat woord verzoenen, is een nieuwe
factor: we mochten er eens over gedacht
hebben, als we nagingen, hoeveel uitnemende
krachten er tot werkeloosheid gedoemd wer
den, om door zwakken van de bovenste plank
te worden vervangen, en dat enkel ter wille
van partijbelang, uitgesproken werd het
woord verzoenen niet. De heer Ue Kanter
durfde het bezigen. Wat verzoenen Wat
hervormen Maar die vraag is geen vraag
meer. De oude leer «ieder voor zich zelf*
is te niet gedaan. Hun, die in de laagte,
die maatschappelijk zwak zijn, moet de hand
gereikt worden, dat men ze kunne opheffen.
Geen socialisme, geen staatsalbedil, geen
staatsalbemoeiing. Wel staatsbemoeienis
alléén zoover, dat niet het individu in de ge
meenschap opga.
Op dien bodem voortredeneeremie, betoogde
de heer De Kanter, welke maatregelen dan
in de eerstvolgende jaien zouden genomen
moeten worden.
In de eerste plaats niet reageeren tegen
de schoolwet, een eerlijke uitvoering daarvan.
Leerplicht, noodzakelijk om het verbazende
schoolveizuimdat volgens de berekening
van den spreker wel 50 pCt. zou bedragen.
Een herhalingsonderwijs, dienstbaar ge
maakt aan het vakonderwijs, in verband met
de plaatselijke behoeften, is nog ver van alge
meen datdient het volk aangeboden te worden.
Belastingen: Afschaffing van accijnzen en van
de patentbelasting, en dan een belasting op
het roerend vermogen, in welken vorm is
onverschillig, maar de sociale onrechtvaar
digheid moet ophouden, dat de nijvere man
betaalt en de niet-nijvere man, die niets doet
dan knippen, niet betaalt.
Arbeidswetgeving De minister Ruys heeft
den moed gehad de wetgeving op den arbeid
van vrouwen en kinderen te verbeteren;
doch hier is slechts een eerste woord ge
sproken, en eindelijk is de wet-Ruys een
onding!
Kiesrecht: Men roept over algemeen stem
recht. Maar wat is algemeen stemrecht? Wij
sluiteii de vrouw buiten, andeien sluiten de
bedeelden uit. Goed. Maar zwijg dan over
algemeen stermecht. Uitbreiding van het
stemrecht. Uitbreiding van het stemrecht,
hierin gaat spr. mee. Het tegenwoordig
artikel op liet stemrecht is een artikel, waarin
een koets met vier paarden kan omkeeren.
Spr. is niet bang voor die uitbreiding, vieest
geen excessen van ons kalm Nederlandsch
volk. Die uitbreiding brengt een hervormings-
en verzoeningsgezinde politiek mee.
Aldus de heer De Kanter. Wij noemen
zijn rede een practisch betoog, een kanttee-
kening op het manifest der «Liberale Unie".
In dezen zin moeten de kiezers voorgelicht
wordendan kunnen zij met verstand over
leggen, wie wel en wie geen zitting in de
nieuwe Tweede Kamer dienen te nemen.
f
M
l v
v
VX
M