Kolonfën.
Post en Telegraphie.
-Reclitzaken.
0 n d e r w i] s.
V i s s c h e r ij.
Salade van St. Truyen.
Zonhovensche ingemaakte abrikozen.
Leuvensehe citroenpudding.
Dessert. Y ruchten
van
Staats-Vla anderen, Antwerpen en meer in
het bijzonder van de Citadel.
Een aantal heeren en dames, benevens een
tiental Israëlietische oud-strijders waren op
gaanderijen gezeten. Zeer vele dronken werden
uitgebracht, allereerst op de Koningin en de
Koningin-Regentes.
De driehonderd oud-strijders, die aan den
disch deelnamen, waren allen om en bij de
tachtig, hetgeen zelfs een der latere woord
voerders, die pas een dikke zeventiger was,
aanleiding gaf zich te verontschuldigen, omdat
hij «kwajongen" in zulk een gezelschap het
woord durfde voeren. Niet weinigen bleken
door ouderdom het hoofd ter aarde te buigen
anderen waren blind of genoegzaam blind
weer anderen konden zich slechts voortbe
wegen op krukken, of op een stok zich met
moeite voortsleepen, en toch, allen waren op
gewekt en levenslustig en uit menig schijn
baar uitgedoofd oog straalde nu en dan nog
een glans, die er van getuigdedat indien
het vaderland in nood verkeerde, de lust om
met het geweer in de hand uit te trekken
bij hen nog niet was vervlogen. Nu zaten zij
aan den feestdisch zoo rijk als de meesten
hunner het zelden hadden bijgewoond.
Des avonds was er illuminatie in het Bosch.
Het weer was vrij gunstig.
's-Gravenhage. Verlokt door het nogal
goede weder, togen Maandagavond duizenden
naar het Haagsche Bosch om er de illuminatie
te bewonderen.
Het hoofdpunt van de verlichting was ook
ditmaal weer de groote vijver, waar een op
getuigde galjoot op ongeveer de ware
grootte badende in een zee van licht,
was voorgesteld. De geheele romp, masten,
zeilen, het staande en loopend want, alles
fonkelde en schitterde van de lichtjes en
vooral door de in het water
maakte het vurige zeekasteel een grootschen
indruk.
De boorden van de vijvers waren, als ge
woonlijk, guirlandesgewjjze geïllumineerd,
terwijl tusschen de boomen roodgekleurde
lampions waren aangebracht, 't geen een
alleraardigst effect maakte, en deed denken
aan reusachtige kerstboomen. Ook de socië
teitstent en de muziektempel aan den ingang
van het Bosch fonkelden van licht. De kon.
militaire kapel deed zich in de sociëteit
hooren, de jagermuziek op den vijver en de
muziek der artillerie aan den ingang van
het Bosch.
Tegen elf uur barstte een onweder los,
't geen groote ontsteltenis teweegbracht, te
meer daar alle lichtjes door den z war en regen
werden uitgedoofd.
Batavia, 8 Juli 1891.
De reis van den gouverneur-generaal naar
den Oosthoek zoo zegt de Java-Bode is
goed afgeloopen in de beste gezondheid is het
geheele gezelschap teruggekeerd en bet is niet
gebleken dat de opeenhooping van menschen te
Soerabaja bij de verschillende feestelijkheden, de
cholera aldaar in de hfwd bmit gewerkt, zooals
door sommigen werd gevreesd.
Gevolgen, in den vorm van bestuursmaat
regelen, mag men van den tocht niet verwachten,
daar deze geen nieuwe gezichtspunten op bestaande
en zoo goed bekende toestanden kan hebben
geopend. Dut Soerabaja dringend behoefte heeft
aan goed drinkwater, wist men ook vóórdat de
gouverneur-generaal er niet dan mineraal-water
dronk dat de suikerindustrie geen steun van
de regeering noodig heeft, behoefde niet te
blijken uit de schitterende ontvangst op een paar
suikei fabrieken, gesteld het ware daaruit op te
maken, en dat de belangen der inlandscbe be
volking gaan boven die van de suikerfabrikanten,
voor zoover tusschen beiden strijd bestaat, kan
door een memorie van de fabrikanten niet on
waar worden gemaakt; dat in vroeger jaren
veel te veel voor de koffiecultuur geschikte gron
den in erfpacht zijn uitgegeven, en dat daarmede
moet worden opgehouden, werd algemeen erkend
ook vóórdat de landvoogd had gezien hoe rijke
koffieperceelen door monosoeko-tuinen en gou-
ver nemen tsaanplant zijn omringd. Maar afge
scheiden hiervan kan een reis als de thans ge
maakte niet anders dan een verfi isschende invloed
hebben op den geest van een gouverneur-gene
raal, die, aan de traditie zijner meeste voor
gangers getrouw, te Buitenzorg leeft te midden
van stukken en nog eens stukken, en geene
regeeringsdaad van te geringe beteekenis acht
voor zijne aandacht.
Da Atjeh-correspondent van de Locomotief
schrijft dd. 19 Juni:
Onder de meeste reserve deel ik u mede, dat
er stappen door den pretendent-sultan zijn ge
daan tot toenadering. Eenigo dagen geleden
werd door Panglima Tibang een schrijven van
Kemaia ontvangen, waarin dien ouden man ver
zocht werd zich onmiddellijk naar Segü te willen
begeven en van daar naar Kernala. Do preten
dent-sultan zou hem dan tusschen Segli en Ke
maia te gemoet komen, om hem daar zonder
gevolg te spreken, en daarna als bemiddelaar
op te treden bij het Hollandsche gouvernement.
Panglima Tibang is de vorige week per Iloh
Canton naar Segli vertrokken met vergunning
van het bestuur. De reis van den gouverneur
wordt met deze aangelegenheid in verband ge
bracht, omdat ook Toeanko Pangeran Hoesin
in ZHEdGs. gevolg bevindt aan boord van de
Albatros.
Aan bet verslag van de voornaamte gebeurte
nissen in Atjeh, van 8 tot en met 21 Juni jl.,
is het volgende ontleend
A. Groot-Atjeh. Gedurende dezen verslagtijd
werd door den vijand eenige meerdere bedrijvig
heid aan den dag gelegd.
In den nacht van 10 op 11 en van 14 op
15 Juni jl. werd de trambaan nabij Tjot-Iri en
nabij Lampermé door den vijand beschadigd,
doch werd die schade spoedig hersteld.
In de* morgen van den 11 n Juni ji. sneuvelde
een inlandsch fuselier in de versterking Tjot-Iri
door een vijandelijk schot.
Dienzelfden dag vond eene botsing plaats
tusschen twee treinen op het traject Kota-Radja
Lamboeroe.
In den nacht van 14 op 15 Juni jl. stuitte
eene vijandelijke bende, die nabij de versterking
Lampermé de linie wilde binnensluipen, op eene
hinderlaag, die haar met een verlies van twee
dooden en een gewonde deed aftrekken.
Den 15n Juni jl. begaf zich de civiel en
militair gouverneur, vergezeld van den majoor,
waarnemend chef van den staf, per gouverne-
ments stoomschip Albatros naar de noord- en
oostkust.
B. Onderhoorigheden. Noordkust. Onze ver
sterking te Segli werd gedurende dezen verslagtijd
weder voortdurend in meerdere of mindere mate
beschoten.
Volgens de laatste berichten zoude de oorlog
tusschen Tengkoe Pakeh, radja van Pedir, en
zijn broeder Tengkoe Radja Pcdir reeds ont-
brand zijn.
Westkust. Onze versterking te Melaboeh, maar
voornamelijk de passar aldaar, werden voort
durend door den vijand beschoten, die, zonder
eenig verlies onzerzijds of van de passarbevoiking,
werd uiteengedreven.
Van den commandant van het ter westkust
kruisende oorlogsschip Bandjermasin werd onder
dagteekening van 7 Juni jl. bericht ontvangen,
dat eene in -Wailah gevallen bende van Toekoe
Oemar door de lieden van Wailah, gesteund
.door Ten om, met eenige verliezen was terug
geslagen.
Er woeien zware westenwinden, af en toe
gepaard met regen.
In den nacht van 14 op 15 Juni jl., ongeveer
1 uur. 10 minuten, en in den namiddag van
den. 2in .d.a.v. te ,1 uur 50 minuten, werden
te Kota-Radja zware horizontale aardbevingen
waargenomen.
De gezondheidstoestand was over het algemeen
ongunstiger.
Het gemiddeld ziektecijfer per dag in het
groot militair hospitaal te Kota-Radja was 29.2
tegen 23.7, en dat der beri-beri-lijders 10.1 tegen
8.2 gedurende den vorigen verslagtijd.
De stand der beri-beri was dus ongunstiger.
Het sterftecijfer is lager.
Zaterdag 1 Augustus jl. hield de «Vereeniging
tot bevordering van het Onderwijs in Handenar
beid" haar 10e algemeene vergadering in de Tuin-
zaal van het Znidhollandsch koffiehuis te 's-Gra-
venhage.
De voorzitter opende de vergadering, heette
alle leden welkom en weesop de lesultaten van
de werkzaamheden der vereeniging in het afge
loopen jaarzooals de gunstige beslissing van
den minister van binnenlandsche zaken, om het
onderwijs in handenarbeid op een of meer kweek
scholen in le voerende samenstelling van
liet 3e leerjaar van het leerplan het wel
slagen der tentoonstelling in Den Haag. Ook meldde
bij dat 3 van de 7 bestuursleden en vele gewone
leden afwezig waien, omdat ze een cursus iti hout-
slojd te Nitas of Kopenhagen bijwónen.
De secietaris was ook afwezig, doch had het
jaarverslag schriftelijk ingediend, hetwelk door
een der bestuursleden werd voorgelezen.
De penningmeester deed rekening en verant
woording, waarna de nieuwe bestuursleden de
heeren Kooijman uit Den llaag en Groeneveld uit
Rotterdam gekozen werden.
Tot leden der examen-commissie werden be
noemd de heeren Groeneveld. Barkhuis en Stam.
De heer Barkhuis deed eenige mededeeüngen
omtient liet maandblad en bracht in het bijzon
der een woord van dank aan de heeren Hazelhorst
en Van Waart voor het ^jpden van copie.
Thans was de reglemerits-herziening aan de
orde. De door het bestuur voorgestelde wijzigin
gen werden bijna alle door de vergadering goed
gekeurd.
In de pauze zou een bezoek gebracht worden aan
de tentoonstelling in de Teekenacademiedoch
de heer P. L. O. de Charro, voorzitter van de
commissie der handenarbeid-school in Den Haag,
bood de vergadering, namens de commissie, een
déjeuner aan, als blijk van waardeering voor't geen
de vereeniging had bijgedragen tot het welslagen
der tentoonstelling.
Daar het vrij iaat was, toen de vergadering
werd voortgezet, begon men aan punt 9 der 2e
afdeeling, nl. bespreking van het 3e leeijaar van
het leerplan. De inleider, de heer Van Wamel,
deed uitkomen, dat in het 3e leerjaar werd
begonnen met het gebruik van den driehoek, het
plakken en het teeltenen en knippen van krom
lijnige figuren.
Punt 10. Ons onderwijs in handen arbeid ver
geleken bij dat in het buitenland, van den heer
Stam, werd vervangen door de bespreking over
den vragenstaal, den onderwijzers in handenarbeid
toegezonden door het hoofdbestuur der «Maat
schappij tot nut van 't algemeen".
Inleider: de heer Gioeneveld.
Spreker wees er op, dat de maatschappij steeds
belangstelling had getoond en steun had vei leend
aan het ónderwijs in handenarbeid. Dat ze dat nu
weer deed, dcor het toezenden van een vragen-
staat, doch dat veie vragen zeer moeilijk te beant
woorden zouden zijn, omdat ons land nog te
weinig goed georganiseerde scholen voor handen
arbeid telde. De bespreking der verschillende
vragen lokte een belangrijk debat uit. Vooral toen
vragen 2 en 3 van serie E volgden, nl.Wat is uw
oordeel omtrent het wenschelijk verband tusschen
het onderwijs in handenarbeid en het lager onder
wijs en indien gij het wenschelijk acht, dat dit
onderwijs in handenarbeid aan de lagere school
wordt verbonden, op welke wijze acht ge dit uit
voerbaar?
De heer J. Th. Mouton, wethouder van onder
wijs in Den Haagdoch als lid der commissie
voor den handenarbeid op de vergadering tegen
woordig opperde drie bezwaren omtrent bet
onderwijs in handenarbeid op de lagere school
in te voeren, lo. Het stond niet in de wet op
het lager onderwijs, 2o. De kosten zouden
voor de gemeentekas bezwarend kunnen zijn.
3o.Ve!e hoofden van scholen zouden er niet mee
ingenomen zijn, het aantal vakken op de lagere
school weer met ésn te vermeerderen.
Dat het niet in de wet stond, was voor den
heer Meilink uit Amsterdam geen bezwaar. Met
goedvinden van zijn school-autorite'ten had hij
van rekenen teekenen en aanschom ngsonder-
wijs (vakken, die met liet onderwijs in handen
arbeid in nauw verband staan) 's weeks zooveel
afgenomen dat hij anderhalf uur aan handen
arbeid besteeddewaarvan hij de gunstigste
resultaten had.
De kosten van grondstoffen en gereedschappen
waren, volgens den heer Van Wamel, zeer gering,
omdat bij het samenstellen van het leerplan daar
wel degelijk op gelet was.
Omtrent punt 3 was men aigemeen van oor
deel, dat men niets onbeproefd mag laten om 't
onderwijs in handenarbeid bij de onderwijzers
aan te bevelen.
Op verzoek van een der leden werd besloten
dit jaar nog een vergadering te houden om te
bespreken Hoe moet het onderwijs op de kweek
school worden ingevoerd
Bij rondvraag maakte de heer Kerling, teeken-
leeiaar m Den Haag, de opmerking dat de keuze
van voim en kieur bij bet maken der verschillende
oefeningen nog veel te wenschen overliet. Op
verzoek van den heer Evekink beloofde hij, nu
en dan over dat onderwerp in ons maandblad
eenige wenken te geven.
Nadat de heer Evekinknamens de vergade
ring, een vvelveuliend woord van dank had ge
sproken tot de afgetreden bestuursledende
heeren \an Wamel en Itavestijn, sloot (ie voor
zitter de vergadering en bracht men gezamenlijk
een bezoek aan de tentoonstelling.
A. van Waart.
Schiedam, 4 Augustus 1891.
Te Breda is dezer dagen bij oen der examens
voor de hoofdakte o. a. geslaagd een caudidaat,
die op zijn 19e jaar nog op het land werkte,
twee jaar later de huipakte haaide en nu, 22
jaar oud, de hoofdakte heeft verworven. Deze
werd hem dan ook door de examinatoren met
een waardeer en de toespiaak uitgereikt.
- -
De gelegenheid tot vei zending der correspon
dentie naar de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika bestaat door middel van het stoomschip
Obdam. De laatste buslichting aan het postkan
toor te Rotterdam is bepaald op den 7n Augustus,
des avonds te 41 uren.
De wijze van verzending behoort duidelijk op
het adres vermeld te worden.
Fen gevolge van de opheffing van het Duitsche
postkantoor te Zanzibar, is de gelegenheid tot
verzending van postpakketten langs den weg van
Duitschland komen te vervallen,
In de Zuidafrikaansche republiek is eene
telephoonlijn geopend van Pretoria naar Wit-
watersraud.
De rechtbank te Arnhem veroordeelde gisteren
den gewezen assistent ten postkantore aidaar,
W. J. de G., tot eene gevangenisstraf van 6
maanden, wegens het als ambtenaar verduisteren
van geld en het zich toeëigenen van gebruikte
zegels, om die opnieuw te gebruiken als waren
zij nog niet gebruikt.
VLAARDINGEN. Gisteren kwamen alhier
binnen 4 schepen, gezamenlijk aanbrengende G8
last haring.
MAASSLUIS. Gisteren kwamen alhier bin
nen 3 schepen, gezamenlijk aanbrengende 588
ton haring en 68 ton steurharing,
KRALINGSCHE VEER. Gisteiochtend wer
den alhier ter markt aangevoerd 444 zalmen,
die de kleine voor f 0.80 en de gi oote voor f 4.~