N°. 7837.
Tweede Blad.
A". 1891
Maandag
7 September.
Feuilleton.
ij f - e n -ve ©rtig-st© Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
Binnenlandsche Berichten.
UITGËVËB: J. ODÉ.
BUREAU: BOTEBITItAAl, E 2 7.
Abonnementsprijs per kwartaal
jfrunco per postdoor bet geheele Rijk
afzonderlijke nommers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
met
Advertentieprijs: van 110 gewone regel»
inbegrip van eene Courantf 1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10
Driemaai. geplaatst wordt tegen tweemaai. beiekend.
SCHIEDAM, 5 September 1891.
In het Venl. Weekblad, zegt de heer Haff-
mans volstrekt niet boos te zijn, omdat de
liberalen hun erkentelijkheid voor den steun
der katholieken in sommige districten niet
eens hebben betoond door bij de samenstel
ling van het Kabinet de katholieken niette
vergeten.
«Integendeel, wij zijn blij als de engelen,
't Is een van de voornaamste redenen, waar
om ons de oplossing der crisis zoo goed be
valt. Vooral in een liberaal ministerie mag
in het belang der katholieken geen katholiek
zitting hebben. De ondervinding heeft geleerd
dat zulks allernoodlottigst is. Het ligt ook in
den aard der zaak.
Bedenk slechts. Met een katholiek in het
Kabinet op te nemen, doet men allen katho
lieken in den lande een genoegen. Dit ver
beeldt men zich althans en pretendeert nu,
Jat de katholieken zich met dit blijk van
welwillendheid zullen tevredenstellen, 't Is
eene manier om zich van de katholieken af
te maken. Zouden dezen het hart hebben
iets te vragen, men zou hun tegemoet voe
ren «Gij zijt ook nooit voldaan. Een geloofs
genoot in het Kabinet te hebben moest u
genoeg zijn''.
En die geloofsgenoot in het Kabinet is
natuurlijk met zijn benoeming hoog vereerd
en geen haar op zijn hoofd dat er om denkt,
in den ministerraad de belangen der katho
lieken voor te staan of op de vervulling
hunner wenschen aan te dringeiv Hij is de
devotie zelve voor zijn collega's en zegt op
alles ja en amen.
Het gevolg is, dat er nu verder geen notitie
van ons wordt genomen. En bleef het nog
hierbij Maar neen, dikwijls wordt die ka
tholiek in het Kabinet te werk gesteld om
maatregelen te nemen en wetten door te
drijven, die voor de katholieken hoogst grie
vend zijn. Klagen deze daarom, het heet:
«Uw geloofsgenoot heeft het gedaan".
Wij beweren niet, dat dit Kabinet iets
voor de katholieken zal doen. Maar had het
daar plan op, dan zou dit veel beter gaan
nu er geen katholiek in zit, dan wanneer
dit wel het geval was. De Roomschen
kunnen bij geen mogelijkheid een Kabinet
beheerschen waar zij buiten zijn. Dus wanneer
dit Kabinet iets zou doen dat den katholieken
aangenaam ware, het gewone verwijt ware
niet te vreezen, dat men voor Roomschen
invloed zwichtte. De daad ware alleen toe
te schrijven aan de overtuiging der regee
ring, dat recht en billijkheid zulks eischt.
Zietdaar waarom het beter is, geen katho
liek in het Kabinet te hebben. «Een natuur
lijke voorspraak, die niet durft kikken, doet
meer kwaad dan goed". Dit begrijpt een
kind. En toch denkt de Standaard dat de
«fractie Bahlmann" (zoo noemt dr. Kuyper
de dissidenten) treurt, dat er geen katholiek
in het nieuwe ministerie zit.
Hoe onnoozel
Men schrijft uit Utrecht aan de N. JR. Ct.:
Dinsdag passeerde hier weder zooals in
den laatsten tijd herhaaldelijk een transport
Russische Joden. Door den Centraalspoor aan
gebracht, hebben zij door welwillende mede
werking van den staatsspoorweg hier thans
een half uur oponthoud, welke tijd het comité
alhier zich ten nutte maakte om den armen
verstootenen in de derde klasse wachtkamer
eenige versterking aan te bieden. Een droe
ven indruk maakt de tocht van dien troep
ongelukkigen langs het perron, en dan nog
komen ze hier aan, terwijl zij in het noorden
des lands reeds van het meest noodige zijn
voorzien. Grijsaards, kinderen die nauwelijks
loopen kunnen, vrouwen wier lompen ternau
wernood bedekt worden door een kleeding-
stuk dat wellicht eens in de schouwburgzaal
te Groningen de aandacht trokzij sjouwen
daar al te zamen voortsommigen nog lachen
de anderen met de vertwijfeling op het
gelaatallen het beeld der diepste ellende en
armoede. En achter zich nan sleepen zij alles
wat zij nog bezitten op deze aarde, in zakken,
manden of gebarsten kisten, en werpen het
alles te zamen op een hoop en laten het daar
onbewaakt liggen met die berusting en dat
vertrouwen, die alleen de wanhoop geven kanü
Dan strompelen zij weer voort achter den
heer De Beer aan, die als lid van het comité
hun den weg wijst en liefderijk voor allen zorgt.
In de wachtkamer staan aan lange rijen
tafeltjes dikke boterhammen en fleschjes bier
gereed, en waar de kleinen schreien van
dorst, daar komen zelfs de dochters van den
heer De Beer met bladen vol glazen melk
aandragen om de armen te laven, In weinige
oogenblikken is het brood verdwenen; men
kan hun wel aanzien dat zij veel ontbering
geleden hebben, en tochhet is nog
noodig, dat de heer De Beer eene enkele
oude vrouw die met begeerige blikken naar
het brood staart, in liet oor roept: es ist
coschcr! Dan eerst grijpt zij gretig toe en
verslindt haar deel.
Daarna staan zij haastig op en spoeden zich
weer naar hunne bagage, die zij met weinig
moeite uitzoeken, en gaan, dankbaar voor het
genotene, de verdere reis naar liet onbekende
land weer aanvangen.
Hoe uitgeput en ellendig zij er ook uit
zien, is liet toch een waarlijk fraai type van
menschen, en vooral onder de vrouwen zijn
er, die wanneer men hare lange en onge
kamde hareri kon wegdenken, schoon ge
noemd konden worden.
Bij al de rampzaligheid, die zulk een
transport te aanschouwen geeft, ontbreekt
toch ook de alomtegenwoordige lnirnor weer
niet. Hier ziet ge een ouden man met
langen grijzen baard, wiens gekromde leden
gehuld zijn in een chambercloack, waarin
weleer een Groningscli professor op zijne
studeerkamer zat. Eene blauwe slaapmuts
dekt zijne grijze haren. Daar loopt een lange
jonge man met intelligent uiterlijk, bloots
hoofds, een licht blauw brilletje op den neus,
gekleed in een ulster, die hem veel te kort
is en waardoor zijne schouders kunnen heen-
gluren. Ginds een klein meisje op zwarte
kousen, die een vrij uitzicht aan haregroote
teentjes verleenen, gekleed in een verschoten
zijden japon, waarin wellicht eenmaal eene
jongedame hare intrede ia de «wereld"
deed en die deze kleine nu achternasleept
als wilde zij het vuil der Oude ook nog
medenemen naar de Nieuwe Wereld.
Behoeft het gezegd dat de aankomst van
zulk een transport steeds zeer vele belang
stellenden trekt Daaronder is er eene kleine
dame van middelbaren leeftijd, die door mid
del van een perronkaartje zich toegang tot
den trein verschaft en daar met hare porte-
monnaie in de hand gereedstaat om aan
elk een dubbeltje te geven. Zwijgend en met
dankbaren blik namen zij allen de gift aan,
en niet weinigen zijn er onder die Russische
joden welken bij het afscheid de tranen der
erkentelijkheid over de wangen vloeien.
Te Boven-Hardinxveid is Maandag jl., ten
id van oodüs
Eene Schets naar het leven.
Naar het Iloogduitsch door Gregor Samarow.
13.
Hij greep weder hare hand en drukte er een
hartelijken kus op. Zij trok haar terug en sprak
kalm
«Het is nu genoegvan nu af ben ik voor u
nog slechts eene moeder, wier plicht bet is
twee kinderen gelukkig te maken."
vMaar," sprak hij, terwijl zijn voorhoofd be
wolkt werd Hij hield op en ging eerst na
eenige ougenblikken aarzelend voort
>AVat zal mijnbeer Briiekner er van zeggen
Ik keu hein ternauwernood. Zou bij genegen
zijn zijne dochter af te staan ann een armen
man, die geheel geruïneerd is? Want hij zal
spoedig bemerken hoe mijne zaken staan. Hij
zalo, het is ontzettend hard voor een vader,
den naam, dien zijno dochter dragen zal, eerst
voor schande te moeten vrijwaren."
«Wees daarover niet bezorgd," zeide zij, «mijn
man laat de zorg voor de toekomst mijner
dochter aan mij over. En kan hij meer verlangon,
dan dat zij eens den naam zal dragen van een
der eerste geslachten des lands '1 Zorg het slechts
met Bianca klaar te spelen, en als gij hem dan
eerlijk en oprecht te gemoet treedt, dan zal bij hem
de geldquaestie geenszins den doorslag geven.
Hij is koel en hard somtijds, maar stoffelijke
beweegredenen spelen bij hem niet de hoofdrol.
Iltj heeft nog nooit over de toekomst van Bianca
mot mij gesproken en dat overtuigt mij, dat
hij met haar geene plannen heeft. Doch daar
komt zijgij kent thans uwen plicht. Gij spraakt
van acht dagen uitstel, welnu, na acht dagen
moet uwe betrekking van dien aard zijn, dat gij
hand aan hand den heer Brückner, die dan
terugkomt, kunt te gemoet treden."
Na nog een langen smartelijken blik op den
jongen man, dien zij prijsgaf, wendde zij zich
glimlachend tot hare dochter, die naar buiten
kwam en blozend met neergeslagen oogen
naderde. De graaf scheen plotseling als met
handen omgekeerd. Hij trad op Bianca toe, die
slechts weinig aan haar toilet veranderd had
en ook zonder bijzonderen opschik lieftallig ge
noeg was, en ving met baar een onverschillig
gesprek aan, zooals een oud vriend des huizes
dit doet. Toch sprak er uit zijne woorden iets
geheel bijzonders de toon, de uitdrukking was
anders dan gewoonlijk en zijne oogen blikten nu en
dan zoo doordringend en onderzoekend in de
hare, dat zij ze schaamachtig nedersloeg, ter
wijl een vreemd gevoel haar hart doortintelde.
Hoe weinig beteekenend des graven toespraak
was, tocli kwam liet haar voor, dat hij heel wat
"meer wilde zeggen en zij opgehouden had ii,
zijne oogen een kind te zijn.
3o Hoofdstuk.
Langzamerhand verschenen de gasten.
Bianca moest hare vriendinnen begroeten ert
zag zich spoedig omringd door jongelieden, die
de dochter des huizes het hof kwamen maken.
De graaf was vroolijker gestemd dan ooit.
Voor alle dames had hij eene beleefdheid, voor
alle heeren een geestigen kwinkslag ten beste;
hij bewoog zich van de eene groep naar de
andere en was als altijd liet middelpunt, waarom
zich op zijne beurt het gezelschap bewoog. Toch
scheen het Bianca toe dat hij van uit de ver
schillende groepen en te midden van liet drukste
gesprek altijd weder naar haar rondzag en zoo
dikwijls zij gevoelde, dat zijne oogen op haar
rustten, steeg haar bot bloed naar de wangen
en wendde zij zich af, oru straks weder heime
lijk naar hem uit te zien.
Mevrouw Brückner nam op onberispelijke wijze
do honneurs waarzij was alleen een weinig
bleeker dan anders, en nu en dan, als zij naar
den graaf en dan naar hare dochter omkeek,
drukte zij onwillekeurig de hand op iiet hart.
De thee werd opgedragen. De avond was
gevallende lichten werden ontstoken en
eerlang spoelden de wonderlijkste tir.ten en
schoonste kleurenmengelingen tusschen hoi groen
der hoornen en de sierplanten van liet terras.
In de openstaande tuinkamer werden eenige