Uit een mededeeling in de Boodschapper -volgt, dat de benoeming van den heer A. baron van 'Dedern tot president der Kamer- club niet anders beteekent, dan dat hij be last is met de technische" leiding. Wie de politieke leider is, zegt het blad niet. Omtrent den toestand van den heer Oppe- dijk, Kamerlid voor Harlingenmeldt men thans uit IJlst aan de Standaard »Sedert de heer Oppedijk alhier is aange komen, is de toestand aanmerkelijk vooruit gegaan. Het gebruik der ledematen komt terug en zoo nu en dan geniet hij de buiten lucht. Voortdurende rust blijft evenwel aan bevolen. De geneesheeren geven volkomen herstelling niet op, maar toch zal hij in den eerstkomenden tijd niet aan de werkzaam heden in de Tweede Kamer kunnen deel nemen. Te Rotterdam loopt het gerucht, dat de oud-minister Havelaar de aangewezen opvol ger van den heer Vening Meinesz zou wezen. De Standaard deelt uit het protocol der op 17 December 1887 gehouden conferentie te 's-IIage mede, wat daar aangaande het militaire vraagstuk door Roomsche en anti- revolutionnaire gecommitteerden gesprokenis. Het protocol is twaalf bladzijden folio groot en in dit protocol komt in zake de defensie niets voor dan deze korte paragraaf: >De heer De la Court stelt in zake de de fensie dezen eiseh voor: inrichting der defensie met beperking van kosten en lasten, en be houd der bestaande vrijstellingen. sDe heer Schaapman merkt op, dat men het over de plaatsvervanging ouder de katho lieken niet eens is. De groote meerderheid is tegen afschaffing der plaatsvervanging. En wei juist zij, die den toon aangeven. »De heer Kuyper deelt mede, dat het cen traal comité ook de bestaande vrijstellingen wenscht te behouden. Maar tevens afschaffing van de plaatsvervanging. Ilij meent, dat dit ook door de meerderheid zijner geestverwan ten wordt gewenscht. joDit punt blijft verder rusten." Donderdagavond hield de »Pius-Vereeni- ging" in Frascati te Amsterdam een verga dering, waarin de heer mr. B. M. Bahlmann, lid van de Tweede Kamer derStaten-Generaal, als spreker optrad. De heer Bahlmann zeide opgetreden te zijn ter verdediging van de politieke ge dragslijn door hem ten opzichte van de scheuring, welke ontstaan is onder de katho lieke Kamerleden, gevolgd. De oorzaak van die scheuring noemde hij den eigenaardigen toestand, waarin zich de anti-re\oUitiommire partij bevindt. Deze party is in haar hart een kerkelijke partij. In de doleantie schuilt de hoofd karaktertrek van wat zich tegenwoordig noemt de anti-revolu- tionnaire partij. Deze party, zeide spr., ver weet ons, dat wij geene staatkundige partij waren en een vast programma misten. Pogin gen om de katholieken van het geheele land te orgnniseeren en om deZe georganiseerde partij een programma te geven werden door dr. Schaepman ondernomen, maar mis lukten en moesten mislukken, omdat de katholieke partij veel meer een staatkundige paitij is dan de anti-revolutionnaire en er te groot verschil van belangen is tusschen de katholieken aan deze en aan gene zijde van den Maasdijk. Waar men op Duitschland en de centrum-partij wijst, daar antwoordde spr.Mocht het ook hier zoover komen, dat hier-Mei-wetten werden toegepast, ja dan geloofde hij ook, dat alle katholieken ter bescherming van hun godsdienst zich ver eenigen zouden, maar zoover was het niet gekomen en zou het niet komen te onzent. De modus vivendi op het stuk vanschool- -wetgeving is gewaarborgd door het hoofd van het nieuwopgetreden ministerie'zelf. Spr. ging nu alles na wat geschied was sedert 47 Dec. 1887, den dag, toen een bij eenkomst gehouden werd van katholieken en anti-revolutionnairentot het opstellen van een katholiek program van actie. Het eenige vaste besluit, dat op deze en de volgende vergadering genomen werd, was dat de partijen elkanders candidaten wederkee- rig zouden steunen bij de verkiezingen van '88. Dat was de eenige afspraaken zelfs daaraan heeft de anti-rev. pa.tij zich niet gehouden. Al het geschreeuw over het gemis van een katholiek program van actie was dus niet gemeend geweest. Spr. deed scherp uitkomen, dat de katholieken zich altijd beslist tegen invoering van den persoonlijken dienst plicht verklaard haddenzoodat dan ook de heer De Savornin Lohman bij bet aangaan van het bondgenootschap verklaard had dat de schoolstrijd nummer een zou zijn en de verbonden partijenals zij meerderheid ge worden warenhet militaire vraagstuk tot beider genoegen zouden oplossen. Dat was dezelfde man, die later zoo'n ^socialistische" verdediging van de legerwet hield. Toen men in 1888 meerderheid was ge worden, meende spr., dat de eerste en groot ste fout was geweestdat men den heer Heemskerk niet aan het roer gelaten had en dat men tot minister van oorlog maakte een katholiek, die vurig voorstander was van den persoonlijken dienstplicht. Waren, gelijk men beweerde, ouder de hoofdofficieren geen per sonen beschikbaar dan mannendie allen eveneens voor den persoonlijken dienstplicht waren, dan had men maar een burger moe ten nemen, evenals de ministers van oorlog in Amerika, Engeland en thans ook in Frank rijk zijn. Spr. kwam daarna op de staatscommissie voor het militaire vraagstuk, welke reeds dadelijk het wantrouwen opwekte, omdat voor standers als de heer Spruyl daarin zitting hadden en de minister Bergansius zelf president er van was. Toen is van Amersfoort uit de eerste agitatie tegen de legerwet aangevangen, bij het ver loop waarvan spr. vervolgens uitvoerig stil stond, evenals bij hetgeen thans gedaan werd door de besturen van den Noord- en Zuid- holiandschen bond, om invoering van den persoonlijken dienstplicht tegen te houden. Dit alles leidde tot niets. Na veel onder handelen deed de minister den katholieken Kamerleden de toezegging, dat hij voor 15 Oct. (1889) hun zou mededeelea of hij al dan niet den persoonlijken dienstplicht in het wetsont werp zou opnemen. Niettegenstaande deze belofte, liet de heer Bergansius '14 Oct. (éen dag voor het recès) zeggen: dat hij als minister van oorlog noch verplicht, noch gerechtigd was, mededee- lingen te doen, zoolang het wetsontwerp nog aan zijn departement in bewerking was. De spr. viel den ex-min ster hier tamelijk hard over en meende, dat iemand, die aldus handelde, niet het recht had den heer Tra- vaglino te insunueeren, gelijk hij in de Kamer gedaan had. Spr. geloofde, dat alles beter zou gegaan zijn, als men een jaar vroeger r-jt ministerie het vertrouwen had opgezegd, namelijk bij den val van den minister Keuchenius, zoodat voorkome ware geworden dat de heer Lohman als minister-president optrad. Echter de tegenstanders van den persoonlijken dienst plicht hebben de overwinning behaald, zij het dan ook tot een prijs, welke velen te hoog voorkwam. Spr. meende evenwel, dat niet anders gehandeld kon worden. De heer Bahlmann eindigde zijn rede met er op te wijzen, dat tot de taak der nieuwe regeering behoorteen betere regeling van het kiesrecht. Wanneer men dit werkelijk wil, dan hoopte hij, dat van katholieke zij de zal worden aangedrongen op proportïoneele vertegenwoordiging. Dan zal de katholieke partij hèt tót 84 35 zetels in de Kamer kunnen brengen, en dan is zij voor alt yd verlost van dat 5» zooge naamde'' bondgenootschap met de anti-revo lutionnairen, De rede werd zeer levendig toegejuicht. Het sociaal congres der anti-revolutionnai ren wordt op Maandag 9 November des avonds te 8 uren in x>Frascati" te Amster dam geopend, met een rede van den voor zitter der regelingscommissie. Daarop zal dan Dinsdag, "Woensdag en Donderdag des morgens in de sectiën wor den vergaderd, en des middags een algemeene vergadering worden gehouden. De sectiën zullen gepresideerd worden door de heeren jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman, ds. H. Pierson en dr. F. L. Rutgers, terwijl voor elke sectie zich bovendien een viertal heeren bereid hebben verklaard om in het moderamen zitting te nemen. Is de Standaard wel ingelicht, dan zal het moderamen voor de derde sectie, die de sociale quaestie van hare staatkundige zijde behandelt, zijn samen gesteld uit de heeren A. F. de Savornin Lohman als voorzitter, mr. L. W. C. Keu chenius als assessor, mr. Th. Ph. baron Mac- kay en mr. O. J. E. baron van Wassenaer vau Catwijck als secretarissen, en mr. C. E. Schoch als adjunct-secretaris. De rapporten over de onderscheidene onder werpen zullen geleverd worden door de heereu dr. H. Bavinck, ds. J. C. Sikkel, dr. F. van Gheel Gildemeester, ds. A. Brummel- kamp Jr., dr. W. Geesink, ds. S. Ulfers, A. Wieringa, P. van Wiet Jr., T. J. Kuipers; en voor de derde sectie door mr. D. P. D. Fabius, jhr. mr. W. H. de Savornin Lohman A.Fz., A. baron van Dedem, mr. Th. Heems kerk en den heer J. H. de Waal Malefijt. Telken morgen zal de bijeenkomst aan vangen met een ure des gebeds, door een daartoe uitgenoodigd predikant te leiden. Uitnoodigingen hiertoe werden verzonden aan de heereu ds. C. J. G. van Hoogstraten te 's-Gravenhage, ds. W. H. Gispen te Amster dam en ds. B. van Schelven te Amsterdam. Bovendien zal op Dinsdagavond een ure des gebeds georganiseerd worden in een der kerk gebouwen, waarin als voorganger zal optre den dr. Van Gheel Gildemeester te 's-Gra venhage. Met het Congres zullen nog drieërlei samen komsten verbonden wordendie alle zullen gehouden worden op Woensdagavonden wello. eene vergadering, uitsluitend voor vrouwen bestemd, waar de sociale quaestie meer uit dat bijzonder oog punt zal besproken worden, hetwelk het vrouwelijk leven oplevert. Mevrouw douairière Klerck, geboren Van Hogendorp, heeft zich bereid verklaard, om in deze samenkomst het woord te voeren. 2o. Een vergadering van christelijkejour- nalisten, om ook van hun zijde de vraag te bespreken, wat tot het verspreiden van beter licht over de sociale quaestie doeltref fend kan zijn. En 3o. een vergadering van c h r i s t e- 1 ij k e patroons, zoowel van groote in- dustrieelen en fabrikanten, als van gewone en kleine bazen, en ook van landbouwers, die nog zelf het bedrijf uitoefenen, teneinde te geraken tot de oprichting van een V e r- eeniging van christelijke pa troons, gelijk die elders optrad. Men schrijft uit Utrecht aan de N. It. Ct In eene correspondentie van hier in de Tijd, -waarin men zoo nu en dan ingelicht" woidt omtrent Utreelitsche toestanden, werd dezer dagen onze wethouder Reiger aange vallen. Men verweet hem o. a., dat hij heel wat op zijn geweten heeft in zake de gas fabriek. Inderdaad wij betalen den minsten prijs voor het beste gas, niettegenstaande de ge meente eene aanzienlijke uitkeering erlangt uit de gasfabriek en deze belangrijke uit breidingen en verbeteringen heeft ondergaan, die haar geheel op de hoogte des tijds hebben gebracht. En dan heeft hij ons de inkomstenbelasting bezorgd 1 Onvergeeflijk Men ga slechts na, dat dezer dagen bij eene voordracht tot afsluiting der kohieren over 1888, de mededeeling moest gedaan worden dat daarvan oninbaar was de som van f 588.90y2, dat is ongeveer 0,2662 pCt. van het bedrag der kohierenMet andere woorden, die belasting, die wy aan den heer Reiger te danken hebben, werkt zóo goed als geen andere belasting in Nederland En dat is dan ook de reden, dat éen der tegenstan ders van die belasting, de heer Merkus, openlijk bekende, bij de behandeling eener gemeente- rekening, dat de belasting, waartegen ook hy bezwaren had gehad, goed werkte. Maar die inkomstenbelasting geeft nog aanleiding tot eene bijzondere herinnering, die bewijst hoe men de openbare meening alhier kent. Toen die belasting aan de orde was, werd beweerd dat men algemeen tegen de invoering was, dat de burgerij er niet van gediend was, en dat er slechts eene openbare vergadering behoefde gehouden te worden om daarvan getuigenis te doen afleggen. Die openbare vergadering had plaats; de zaal, waarin de protestrneeting gehouden werd, de groote zaal van »Tivoli" was vol, meer dan vol. En in die vergadering, opgeroepen om te prote steeren, verklaarde de meerderheid zich vóór de inkomstenbelasting En van die voorstanders, die tot verbazing der protesteerenden in zoo grooten getale opgekomen waren, is niemand van zijne toenmalige ingenomenheid teruggekomen, maar wel is menigeen van zijne tegeninge- nomenlieid bekeerd, omdat men ziet dat, dank zij de voortreffelijke voorbereiding en uitvoe ring, geen van al de schrikbeelden verwe zenlijkt zijn. Waarom dan de heer Reiger toch van sommige zijden zoo fel bestreden wordt? Och, de heer Reiger heeft, als elke krachtige persoonlijkheid, vijanden, wier bitterheid grooter wordt, naar mate zij minder wezen lijke gronden van bestrijding vinden! Een zeer treurig ongeluk trof gistermiddag in Den Haag eene jongedame naar men meldt te Delft woonachtig die voor haar genoegen in de residentie vertoefde. Door het springen van het peilglas eener machine van eene tram van de staatsspoor, hetgeen in den regel met een hevigen knal gepaard gaat, zonder dat er direct gevaar voor de reizigers bestaat, schrikte een jongmensch, op een der balkons staande en sprong, ter hoogte van den dierentuin, van de in gang zijnde tram. De jongedame, die even zeer verschrikt was, volgde ongelukkig het voorbeeld, en viel. Zij kwam met de beide beenen onder den achtersten wagen, waar door zij deerlijk gekwetst werd. In den toestand van den heer uit Zundert, die Zondag bij het uitstappen van de tram te Breda twee gevaarlijke messteken ontving, is- buiten verwachting eenige beterschap geko men, zoodat er hoop is op behoud. 's-Hertogenboseh. Naar wij vernemen, heeft de maatschappij tot verpleging van krankzinnigen besloten tot eene aanzienlijke vergrooting en verbetering van liet gesticht Coudewater te Rosmalen. De plannen zuilen- eerstdaags aan de inspecteurs worden voor gelegd. (P. AL Ct.) 's-Gravenhage. De minister van justitie,- mr. Smidt, is heden naar Assen vertrokken tot het bezoeken van de gestichten te Veen- huizen en zal Donderdag a.s. alhier terug- keeren. Dientengevolge zal de gewone audiën tie dien dag niet plaats hebben.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2