llipiiivadiFÉW,
Vri dag 6 November.
N°. 7880.
KENNISGEVING.
Feu 11 e t o n.
A0. 1891
Vij f- n -v©er tig"s t Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGËyER: J. ODÉ.
Buitenlandsche Berichten.
C D U R A n.
juaoNNKMKNTSPRUS, per kwartaal
franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nominers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
RVKEAIJ: BOTER TSAAT, E 3 7.
Advf.rtentispsijs: ran 1—10 gewone regels raat
inbegrip san eene Courant. /|l.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10,
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kannen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders van
■Schiedam;
Gelet op Art. 8 der wet van den 2den Juni
4875 Staatsblad no. 95);
Geven kennis aan de ingezetenen, dat op
heden aan J.C. VREDEBREGT en zijne recht
verkrijgenden vergunning verleend is tot
oprichting eener smedery, in het pand
aan de Schie, wijk F, no. 31, kadaster sectie
A, no. 1203.
Schiedam, den 5den November 1891.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
VERNEDE.
DÜIXSCÏÏL ASD.
Naar verzekerd wordt, denkt de regeering
ernstig aan een tijdelijke opheffing der invoer
rechten op maïs, teneinde aan de behoefte
aan tarwe en rogge te gemoet te komen.
Er heefl zich te Berlijn een comité gevormd
■ter voorziening in den nood der duizenden
Duitschers langs de Wolga, die gebrek lijden.
Dat de Russische keizer ditmaal niet de reis
van kopenhagen naar zijn land over Berlijn
'heeft gemaakt, brengt de Duitsche bladen
eenigszins in verlegenheid. Zij doen het nu
voorkomen dat de czaar niet uit boozen tegen
zin Berlijn vermeed, maar enkel uit eene
bijna ziekelijke menschenschuwheidDe
czaar heeft het, zoo zegt men, altijd onaange
naam gevonden met vreemde personen samen
te zijn en het middelpunt te moeten uit
maken van groote officieele feestelijkheden.
Anderen beweren, dat de czaar in den
laatsten tijd weder tal van dreigbrieven heeft
ontvangen en daardoor ontstemd en gedrukt is.
Intusschen weet men zeer goed, dat Alex
ander III geen vriend van Duitschland is en
het nooit zal worden. Men vreest te Berlijn
dan ook meer de toenadering tot Frankrijk
dan men wil zeggen. Reeds dadelijk na de
hartelijke bejegening van Carnot door den
czaar, die den president gelukwensehte met
het schitterend figuur dat de Fransche vloot
maakt, heeft men te Berlijn gemeend dat een
Fransch-Russisch verbond een einde zou willen
maken aan het overwicht van Duitschland.
Zoowel van Fransche als van Russische
zijde is dit ontkend en te kennen gegeven, dat
het samengaan van de republiek met het
despotisme slechts ten doel had, de mogend
heden van het Drievoudig Verbond van een
oorlog af te schrikken.
Hoe dit zij, niemand kan gelooven, dat
eene ontmoeting der beidé" keizers eene ver
andering zou hebben gebracht in hunne
politiek en het is in zooverre dus niet van
gewicht, dat de Duitsche keizer den czaar,
toen deze Duitschen grond te Dantzig betrad,
niet heeft begroet.
Maar het is nu toch duidelijk geconsta
teerd, dat Duitschland het heeft opgegeven,
de Russische vriendschap te verwerven en
in Frankrijk zal men juichen, dat de czaar
geene ontmoeting met den Duitschen keizer
heeft gezocht.
F R A N K B IJ K.
In den ministerraad heeft de heer De
Freycinet Dinsdagmorgen een wetsontwerp
toegezegd, waarbij het houden van postduiven
onder staatstoezicht zal worden gesteld. Men
herinnert zichdat de militaire autoriteiten
in den laatsten tijd opmerkzaam zijn gemaakt
op het gevaar, dat in oorlogstijd zou kunnen
ontstaan door het overbrengen van berichten
naar den vijand, met behulp van postduiven.
De maires zullen er nu voor te zorgen heb
ben, dat de houders van postduiven geregeld
opgave doen van het aantal duiven dat in hun
bezit is; daarenboven zal de invoer van
vreemde duiven op last van de ministers van
oorlog en binnenlandsche zaken verboden
kunnen worden.
Noch bij het ministerie van marine, noch
bjj de administratie der koloniën is tot nog
toe bevestiging ontvangen van een uit San
Francisco gemeld bericht, volgens hetwelk de
Franschen posten zouden gevestigd hebben op
eenige eilanden der Viti(Fidsji)-ei!anden.
Heden zou door eenige radicale afgevaar
digden waaronder de heeren Clémenceau
Pelletan en Tony Révillon, een bijeenkomst
worden gehouden met het oog op de mogelijke
vorming eener partijgroep der uiterste lin
kerzijde.
Het wetsontwerp van den minister van
justitie tegen de kamerverhuurders, houders
van drankbuizen en andere personen, die de
prostitutie begunstigen, behelst o. a. de vol
gende bepalingen: kamerverhuurders, die
met medeweten aan de ontucht bevorderlijk
zijn, worden met 3 maanden tot 2 jaar
gevangenisstraf en eene geldboete van 100
tot 1000 fres. gestraft. Dezelfde straffen
treffen de houders van café's, bier- en wijn
huizen, die vrouwspersonen, welke al dan
niet bij hen zijn aangesteld, de gelegenheid
gemakkelijk maken om zich aan de prostitutie
over te geven. Souteneurs" worden be
schouwd als landloopers en volgens de be
palingen van art. 277 van het strafwetboek
gestraft, rSouteneurs" worden allen geacht
te zijn, die, onverschillig of zij al dan niet
eene vaste woonplaats hebben, gewoon zijn
uit de prostitutie zich voordeelen te ver
schaffen of haar op straat in de hand werken.
Volgens bovenbedoeld art 277 kunnen deze
personen tot 5 jaar gevangenisstraf worden
veroordeeld.
ENHEEAND.
Het blijkt thans, dat de beide zonen van
den prins van Wales geen krans hebben
gelegd op Parnelis graf te Dublin, maar
dat zij eenvoudig, door nieuwsgierigheid ge
dreven, den stapel kransen op dat graf zijn
gaan bezichtigen.
Uit Singapore wordt aan de Times geseind
dat, volgens uit Hoenan ontvangen berichten,
een manifest van invloedrijke zijde aan liet
volk aldaar het licht heeft gezien, bevelend
alle inlandsche Christenen op te sporen en te
verbannen en alle Christenkerken te verwoes
ten, terwijl de Christenbeambten met onge
nade uit Peking bedreigd worden.
OOSTENRIJK.
In de Kamer verdedigde de minister van
onderwijs gisteren de opleiding van vrouwen
tot geneeskundigen.
Tegen een aantal te Weenen verschijnende
bladen is, op bevel van den minister van
justitie, eene vervolging ingesteld wegens
het verspreiden van onzedelijke geschriften.
Reeds hebben vele huiszoekingen plaats gehad.
De gouverneur van Bohemen stelt alles
in het werk om den leider der Oud-Czechen,
dr. Rieger, af te brengen van zijn plan om
Eene Schets naar het leven.
'Naar het Hoogduitsch door Gregor Samarow.
35.
ïlk begrijp nog niet zeide hij«gij hebt
•mij nog niet aangehoord, en
ïNu ik," hernam de handelsraad op den
zelfden korten, scherpen toon, rzooals gij zelf
•waagdet te onderstellen, vooraf ingelicht ben,
schijnt het mij natuurlijk, dat ik u zonder om
wegen mijne meernng doe kennen. Ik bespaar
daardoor de moeite te veel woorden te ver
spillen en bekort ons onderhoud, dat voor u
inoch voor mij aangenaam kan zijn."
De graaf was een oogenblik uit het veld ge-
■slagen. Hij had zich wel gewapend tegen be-
.zwaren, uitvluchten, maar eene zoo onomwonden,
.zelfs met alle vormen der wellevendheid spot
tende teiugwijzing had hij niet verwacht. Onder
andere omstandigheden zou hij op korte, hoog
moedige wijze het gesprek hebben afgebroken
doch nu stond er te veel op het spelhij zou
geruïneerd zijn, zich bespottelijk hebben gemaakt
voor zijne kennissen, zijn naam met voeten zien
treden. hij moest dulden en dragen, al
kookte het in zijn binnenste. Met een verpheh-
tenden glimlach en op bescheiden toon hernam hij
nik sta ten hoogste verbaasd, mijnheer de
handellraad, over deze verklaring, die ik onmo
gelijk had kunnen verwachten, daar uwe gemalin
mij in ^het geloof had gebracht, dat gij tegen
mijne betrekking tot Bmnca wel geene bezwaren
zoudt hebben, evenmin als zij zelve. Dit is ook
de oorzaak geweest, dat hier en daar buitenaf
reeds over die betiekking gesproken is. Eene
afbreking er van zou mejuffrouw Bianca en mij
des te zwaarder vallen
Nog eens viel de heer Brfickner hem in de
rede, zeggende
vMtjne vrouw heeft zich misschien niet ronduit
over uwe betrekking uitgelaten, wat zij wel had
behooren te doen doch ik meen te weten, dat
zij er ver af geweest is, die aan,te moedigen.
Zij beschouwt haar als eene idee, die men even
licht kan laten vallen als men haar opgevat
heeft, ingeval zij van mijn kant tegenstand
ontmeet. Zoo even heeft zij zelve zich in dezen
zin verklaard. Welnu, mijnheer de graaf, de idee
bevalt mij niet, en gij Iaat alzoo uwe verwach
tingen vaien."
»A ha 1" riep de graaf, plotseling van houding
en toon veranderende en op mevrouw Brtickner
met vlammende blikken neerziende, isa ha heeft
uwe vrouw zich dus uitgelaten 1 Daartegenover,
mijnheer, kan ik u vei klaren, dat zij onwaarheid
gespioken, dat zij u bedrogen heeft."
»De idee," ging giaaf Melsberg voort, »die
zij meent, dat men zoo gemakkelijk kan laten
vallen, droeg niet alleen hare goedkeuring weg,
zij heeft die zelve opgesvoipen. Zij heeft mij
op het denkheeld gebracht naar de hand van
mejuffrouw uwe dochter te dingen, een denkbeeld,
dat ik vóór dien tijd nooit gekoesterd had,
hoezeer ik mij overtuigd hield van de voortref
felijke eigenschappen van het mehje, en dat ook
nooit bij mij opgekomen zoude zijn, zonder dat
ik door uwe vrouw aangemoedigd ware."
De handelsraad bleef onder deze openbaring
volmaakt kalm. Mevrouw sloeg, nu voor het
eerst, de oogen op en zag den graaf stiak in
het gelaat. Zij gevoelde, dat zij den storm, die
tegen haar in aantocht was, niet meer kon
ontgaan en was bereid hem het hoofd te bieden.
»Wel mijnheer de graaf," zeide zij, wanneer
al de bewuste idee bij mij het eerst ontstaan
is en ik haar aanvankelijk niet verwerpelijk
vond, dan zegt dit nog niet, dat ik nu nog de
zelfde gevoelens koester. Men verandert wel
eens van inzicht, en wanneer dit thans bij mij
het geval is, dan zult gij moeten ei kennen, dat
daarvoor door u alle aanleiding gegeven is. Gij
zult herinneren, dat ik, toen wij over de zaak
spraken, u de strengste geheimhouding aanbe
volen heb, totdat mijn echtgenoot zich verklaard
had en u zelfs verzocht heb mijn huis tot aan
wijn terugkomst te mijden. Indien nu, in weer
wil van dit alles, de zaak ruchtbaar geworden
is, dan is dit voor mij reden genoeg om van
gevoelen te veranderen."
Wnrdt vervolgd