E V S A N D. Be Standard verneemt uit St.-Petersburg 'Jat ten gevolge van een misverstand de auto riteiten in onderscheidene havens, voorname lijk te Ismail en te Odessa, reeds het inladen van veldvruchten in schepen belet hebben, ofschoon in de daarop betrekking hebbende ukase de reeds aangevangen ladingen uitge zonderd worden. Er zijn dientengevolge een aantal protesten ingediend. Uit St.-Petersburg wordt gemeld, dat de keizerlijke familie Woensdagnamiddag met liare hooge bloedverwanten te Livadia is aangekomen. B U I (1 1 B IJ E. In het Rhodopo-gebergte is het lijk van den staatsprocureur Mi trot gevonden. De oflicieuse Svoloda zegt, dat het hier een zelf moord is, maar Russische bladen beschuldigen den president der Sobranje Androf, dat hij de dader is. Men begrijpt dat de zaak te Sofia opzien baart. AHEB1EA. Volgens berichten uit New-York staat de uitslag der verkiezingen gelijk met eene voor spelling van Cleveland's verkiezing tot presi dent in 1892, en wordt ook de door de regee ring gevoerde gedragslijn tegenover Chili er door afgekeurd, zoodat de terugroeping van den gezant Egan ophanden moet wezen. Een telegram uit Valparaiso te New-York ontvangen meldt, dat de liberalen en con servatieven den heer Jorge Monnt tot presi dent van Chili hebben gekozen. Den 26n December a.s. aan vaat dt hij zijn ambt. Een telegram uit Valparaiso aan de Neiv-YorTc Herald meldt, dat te Santiago eene samenzwering tegen de nieuwe regee ring ontdekt is. Juan Mackenna, een der zich in het Amerikaansch gezantschap schuil houdend vluchteling, wordt van het op touw zetten daarvan beschuldigd. De andere samenzweerders moeten voormalige officieren van Balmaceda zijn. Het hoofddoel der samenzwering was het vermoorden van ge neraal Del Campobevelhebber van het congresleger. Kolonel Gandarillas, die den moord zou uitvoeren, is gevangengenomen. De Braziliaansche legatie te Londen heeft een telegram uit Rio de Janeiro ontvangen, dd. 4 Nov., meldende dat het Congres ont bonden is en de president de natie zal op roepen ter verkiezing van nieuwe vertegen woordigers op een nog nader vasl te stellen datum. Rio de Janeiro en Nitherov zijn in staat van beleg verklaard voor den duur van twee maanden. Tot deze maatregelen moest worden overgegaan wegens de handelwijze van het Congres en wegens de pogingen van enkelen om de monarchie te herstellen. De tegenwoordige regeering heeft den steun van leger en vloot. Overal heerscht rust, en de regeering zal deze ook verder weten te hand haven. De grondwet zal geëerbiedigd worden, evenals alle door de natie aangegane ver bintenissen. Uit Rio de Janeiro wordt gemeld dat de gouverneurs der voornaamste provinciën heb ben Fonseca gelukgewenscht, omdat hij de handhaving der orde heeft gewaarborgd. CHINA. Als een bewijs van de algemeene verbitte ring, welke tegen de vreemdelingen heerscht, wordt uit Hongkong bericht, dat de taotai van Wulm, wiens ontslag door de vreemde gezanten werd geëischt, wegens zijn gedrag bij de onlusten tegen de vreemdelingen in Mei 11., thans in zegepraal naar Wuhu is teruggekeerd. Deze man, die de voornaamste aanstoker van de ongeregeldheden was, werd door aanzienlijken en geringen in die stad met geestdrift begroet en met eere-parasols en andere huldeblijken begiftigd. In vele steden heerscht nog steeds gisting en er worden nieuwe ongeregeldheden ge vreesd. Hoe de Chineezen over de Europeanen denken, blijkt uit de opruiende proclamaties, welke nu en dan aangeplakt worden. Daarin wordt o. a. gezegd»De vreemdelingen willen ons land voor hunnen handel openen; maar wij verzetten ons tegen het schenden van ons grondgebied. Als de mannen van ieder district de wapens opnemen, hebben wij in tien dagen de Europeesche zwijnen verjaagd. De vreemde duivels hebben de macht van het geld wij hebben de kracht van het aantal, en wij kunnen gemakkelijk onze vijanden verdelgen". Biiinculaiidsche Berichten. SCHIEDAM, 6 November 1891. Hedenmiddag vergaderde de gemeenteraad wederom, tot voortzetting der behandeling van de gemeente-begrooting voor 4892. Afwezig waren de heeren Loopuyt, Maas en Prins. Na opening stelde de voorzitter aan de orde de sinkomsten", en wel volgns. 4 en 10 te zamen. Door burgemeester en wethouders werd voorgesteld om nadat de gemeente raad in eene vorige zitting had besloten den post onder de uitgaven voor de werken der waterverversching pro memorie uit te trek ken het bedrag van den post onder nom- mer 10 (opbrengst eener in te voeren belasting) te doen vervallen en daarvoor in de plaats te stellen eene verhooging der opcenten op de hoofdsom der personeele belasting en der plaatselijke directe belasting. Hierover voerden de heeren Van Erpecum en De Groot het woord, en werden beant woord door den wethouder Elzevier Dom. Vervolgens werd de zitting geschorst en na heropening verdaagd tot Maandag a.s., des namiddags ten halfdrie ure. Heden in den vroegen morgen het was ruim 4 uur werden vele bewoners uit hun slaap gewekt door het geroep van brand, een oogenblik later gevolgd door liet luiden der brandklok en het geroffel van de trom. De eerste vraag pwaar is de brand?" werd spoedig opgelost en velen spoedden 2ich naar het Hoofdom het vernielend element in zijne werking gade te slaan. In de machinefabriek van de firma G. J. Vincent Sc Co. en het daaraan grenzend ge bouw van mej. de wed. H. Lindeman Gz., dat tot winkel en bergplaats van verfwaren, droge rijen en vernisstolcerij is ingericht, was alles een gloed. Van de firma Vincent Co. ver brandde de modelkamer metal hare in voor raad zijnde modellen en de daaraan grenzende ververijalsmede eene groote loods, die ge bruikt wordt tot berging van door genoemde firma vervaardigde tuinmeubelen, met haren inhoud. Hpt perceel van mej. ue wed. Linde man met den inventaris is geheel door den brand vernield. Ook de windkorenmolen iDe Ploeg" en een daaraan grenzend pakhuis van dèn heer A. Slagmolen, liepen groot gevaar; de balie van den molen en het dak van het pakhuis hebben dan ook wei lcelijk nog gebrand, doch door het Hink optreden der brandweer, vooral geholpen door de waterleiding, die stroomen waters over deze pereeelen goot, mocht het haar gelukken, den brand tot het aangetaste te beperken. Alle autoriteiten waren weldra aanwezig. De oorzaak van den brand is onbekend. Naar wij vernemen, was alles tegen brand schade verzekerd, en wel dat van de firma G. J. Vincent Co., wat den inventaris betreft, voor f 8200 bij de Engelsche maat schappij »The Imperial" te Londen, de loods voor f 3000 bij de maatschappij »de Rotte" te Rotterdam en bij de i> Koloniale Zee- en Brandassuiantie-maatschappij" te Batavia. Dat van mej. de wed. Lindeman voor f 6500 bij de 2> Maatschappij voor Bi andverzekering" te 's-Hertogenbosch. De brand heeft gelukkig geen belemme renden invloed gehad op de werkzaamheden aan de fabriek, zoodat deze op de gewone wijze kunnen worden voortgezet. Blijkens bij den Raad van State, afdeeling voor de geschillen van bestuur, ingekomen koninklijk besluitis als woonplaats van de arme krankzinnige M. M. Luking, voor de toe passing van art. 26 der armenwet, aange wezen de gemeente Schiedam (er bestond geschil hierover tusschen de gemeentebesturen van Schiedam en Steenbergen). II. M. de Koningin-Regentes heeft benoemd tot adjunct-intendant van het koninklijk paleis te Amsterdam jhr. C. C. Th. Six, thans ingenieur van den provincialen waterstaat in Zeeland. Bij kon. besl. van 4 November is J. H. L. de Haas, kunstschilder te Brussel, benoemd tot Nederlandschen commissaris voor de in 1892 te München te houden internationale kunsttentoonstelling, teneinde de belangen van de Nederlandsche kunstenaars aldaar te behartigen. Het comité voor de in 1892 te Scheve- ningen te houden tentoonstelling heeft het bericht ontvangen, dat H. M. de Regentes het beschermvrouwschap dier tentoonstelling heeft aanvaard. Met den gouverneur-generaal van Nederl. Indië is de minister van koloniën van mee ning, dat de dwangmaatregelen, tegenover een deel der kust van Atjeh toegepast, krachtig behoort te worden gehandhaafd, totdat hij doel zal hebben getroffen. De minister wil, als de afsluiting kan ophouden, eene scheepvaartregeling, die den algemeenen handel beperkt tot enkele plaatsen, waar wij de middelen onderhouden om hem te beschermen. Daarin acht hij het beste mid del gelegen om tot rust en orde in Atjeh te geraken. Plannen tot het in werking brengen te zijner tijd van den maatreg 1, zijn in Indië in behandeling. De gouverneur- generaal heeft inmiddels den gouverneur van Atjeh eerst mondeling en daarna nog eens teïegraphisch aangespoord, alles te vermijden wat tot verzwakking van den sluitingsmaat regel zou kunnen leiden, en met het geven van licentiën niet verder te gaan dan het laten vervoeren van rijst van Edi naar Kerti en Telolt Semawé, ter voorziening in den nood in de Paseistreek, en zulks alleen als uitzon deringsmaatregel. In Indië wordt overwogen of uitbreiding van den sluitingsmaatregel tot de oostkust van Atjeh aanbeveling verdient. Blijkens een zeer recent rapport van den tegenwoordigen commandant der zeemacht is de in Indië aanwezige marine volstrekt niet uitgeput, en zal zij nog geruimen tijd in staat zijn om den sluitingsmaatrege! vol te houden. Inmiddels wordt voor aanvulling zorggedra gen van de buiten dienst rakende schepen. Met het oog daarop is de aanbouw van twee nieuwe schepen voorgesteld. Het voornemen is om de eerste dagen na de hervatting van de werkzaamheden der Tweede Kamer te wijden aan het onderzoek in de afdeelingen van laatstelijk ingekomen wetsontwerpen, o. a. betreflende de tijdelijke versterking der militie en de staatsleening. De beraadslaging over de Indische be grooting zou dan niet vóór 17 November be ginnen. (TV. B. Ot.) Bij gelegenheid van het gedenkwaardig feest door den heer L.Haffmans dezer dagen gevierd, zijn zilveren jubilé als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, brengt het Centrum eene lezing in herinnering door den jubilaris in 1870 te Rotterdam gehouden. Daaruit blijkt, dat zoo al de kiezers hun afgevaardigde ge trouw zijn gebleven, van dezen hetzelfde niet kan gezegd worden wat zijne beginselen betreft. In 1870 verdedigde de heer Haffirnans met den gloed der overtuiging de noodzake lijkheid om voor de defensie des lands te zorgen. sMaar", eindigde hij, shoe zwaar de eisch moge zijn aan de thans levenden ge steld zij zullen daaraan beantwoordenzij zullen noch uit zorgeloosheid, noch uit ver twijfeling werkeloos biijven.Voor geen opoffe ringen, die vereischt worden, zullen zij terug deinzen. Zij zullen de zaak der nationale verdediging ter harte nemen en niet rusten alvorens zij behoorlijk geregeld zij." En dezen zomer, zoo herinnert het Cen trum, schreef de heer HaffmansGeen cent meer en geen man meer voor onze defensie". Er is een algemeene rijkswet op het wiel- rijden in bewerking. In verband hiermede wordt door het bestuur van den »Algemee- ne Nederlandsche Wielrijdersbond" opgave gevraagd van ieder, die ten behoeve van zijn beroep of bedrijf van een rijwiel gebruik maakt. Dit is het middel om mogelijke bepa lingen te voorkomen, die het gebruik van dit middel van vervoer bemoeilijken. Daaruit toch zal kunnen blijken, in hoeverre het rij wiel niet slechts voor zeer velen eene uit spanning ismaar voor velen ook een prac- tisch hulpmiddel bij hun bedrijf. Toen de heer P. van Vliet Jr. te Leeuwar den dezen zomer anti-revolutionnair candidaat was in een paar Friesche districten, liet hij zich in zijne redevoeringen in eenen sterk socialistischen geest uit. Daaraan had hij het te danken, dat zijne candidatuur onder de zoogenaamde Volkspartij veel steun vond, maar dat van den anderen kant vele anti-revolu- tionnairen zich minder met deze candidatuur ingenomen toonden. Na de verkiezing be ijverde zich de Standaard om den indrukr door de redevoeringen van den heer Van. Vliet teweeggebracht, te verzachten, Het moest toen heeten, dat hij volstrekt niet zoo'n erge socialist was als men had willen; doen gelooven. Thans heeft de lieer Van Vliet in eene vergadering van Patrimonium te Delft eene- voordracht gehouden, waarin hij het verband tusschen de arbeidersquaestie en de politiek behandelde. Over deze voordracht schrijft de- anti-revolutionnaire JDelvenaar »YVij kunnen niet zeggen dat Patrimo nium gelukkig was in de keuze van den spreker voor dezen avond. Hoe christelijk ge tint de rede van den heer Van Vliet ook was, bij meer dan éene passage kwam het socia lisme door de reten gluren. Geen wonder dan ook dat de volbloed socialist Helsdingen van Rotterdam, die met den spreker in debat trad, Patrimonium gelukwenschte met den spreker van hedenavond, er alleen maar op tegen hebbende, dat de heer Van Vliet niet radicaal genoeg was en nog een weinigtegods dienstig. Het was voor hem evenwel genoeg, dat spreker de verklaring had afgelegd, dat deze aaide gemeenschappelijk eigendom is. Blijkbaar voelde ook de president, dat het hier en daar in Van Vliet's rede hokte, en' op diens vraag om eene nadere verklaring van 's mans gevoelen over het gemeenschap pelijk recht op het bezit van deze aarde, was het antwoord zeer vaag, eindigende in de openhartige bekentenis, dat hij hierin op hetzelfde standpunt stond met Helsdingen en zijne parlijgeiioolen. «Wij hopen zeer", zoo eindigt de Delvenaar,. sdat sPatrimonium" ons niet meer zulk een' onverkwikkelijken avond zal bereiden." De heer F. van der Goes heeft zijn lid maatschap van den soc.-democratischen bond' opgezegd. De armenzorg in Den Haag besprekende, ves tigt de Haagsche Sprokkelaar in het V. JD- er de aandacht op, dat, zoo vele vermogen—

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2