Een teil aai JpIfUfT
Gemengde Berichten.
den strijd aanbinden tegen onze drank ge
woon te. Om een denkbeeld te geven van den
omvang dezer gewoonte zou spr. twee vragen
beantwoordenlo.Wordt er werkelijk zooveel
gedronken 2o, Hoe en op welke wijze moet
de vrouw dien strijd voeren?
De vier millioen inwoners van ons landje
besteden jaarlijks 80 millioen aan drank;
de stapel rijksdaalders, die eiken dag aan den
drankgod wordt geofferd, is anderhalfmaal
onzen Westertoren. Wij staan pas aan het begin
van het barre jaargetijde en reeds wordt er
een ton meer gevraagd dan verleden jaar.
Toch, ondanks de strenge koude en de nij
pende armoede, hebben de kroegen 't er niet
minder om gehad.
De verleiding is grootmen kan in de ach
terbuurten de kroegen niet tellen en in de
Kalverstraat niet de drankpaleizen en proef
lokalen. Tal van banketbakkerswinkels hebben
vergunning. Hoe verderfelijk de drank werkt,
bleek laatst op het congres voor volksont
wikkeling en volksgezondheid. Van de aard-
werkers bedroeg de sterfte 314 tegen 397
onder de kellners, louter door de dranklucht.
De houders van kroegen sterven zesmaal
vroeger dan een gewoon mensch. Het her
stellingsoord sBethanië"', te Zeistpredikt
een droeve geschiedenis. Tal van kinderen
met ongeneeslijke kwalen zijn die verschul
digd aan het drankmisbruik der ouders. Er
zijn daar twee kinderen van 5 en 4 jaar,
schandelijk door de dronken moeder mishan
deld. Van de 300 idioten zijn 145 kinderen
van dronkaards, van de blinden de helft.
Velen lijden nog aan toevallen.
Te Haarlem schreef een man op de deur
zijner woning2,Oost, west, thuis best". Dit
te bewerken vermag alleen de vrouw. In
onze dagen is het huiselijk leven verwoest
de huiskamer ledig. Wat de vrouw, vooral de
moeder vermagblijkt thans nog bij de
Middernachtszending. Meestal is het voldoende
de hand op den schouder van den grijsaard
of den jongeling te leggen en hem te vragen:
»IIebt gij eene moeder, die voor u gebeden
heeft of nog voor ii bidt
Spreekster wekte ten slotte de vrouw op tot
algeheele onthouding.
Mej. Van Hogendorp nam thans het woord,
om te spreken over ware en ziekelijke phi
lanthropic ook hier vindt de vrouw een uit
gestrekt arbeidsveld.
Mevrouw Van EssenHovy sloot hierop de
vergadering met eene godsdienstige toespraak
en dankgebed.
Geheel spontaan zongen de toehoorderes
sen een lied, waarop men de zaai verliet. Bij
het komen werden door eenige leden der
vrije vrouwenvereeniging aan de deur brochu
res uitgereikt.
Alma Tadema is, naar men uit Londen bericht,
ernstig ziek geweest, (aan longaandoening), maar
thans aan de hetere hand. De beroemde schilder moet
op raad van zijn geneesheer eenigen tijd verblijf houden
te Ventnor op het eiland Wight.
De allernieuwste Parijsche heeremnode is Russisch
een zoogenaamd moizs/ii-kostuumeen' wijde House
van laken of fluweel, een lederen gordel, een Turksche
broek, hooge slopkousen en een rondemuts met bont.
De echte mousjik ziet er wel eenigszins anders uit,
maar het moet den Russenvrienden al goeddoen
eenigszins op zijn Russisch gekleed te zijn.
Koetsiers en kindermeisjes in. Russisch kostuum
zijn al sinds geruimen tijd mode te Parijs.
Te Guben is de «Kantor" en toondichter Eduaïd
Köllner gestorven, die voor de verbetering van het"
kerkgezang in Duitschland veel heeft gedaan.
Het rapport der professoren Ritter en Tetmajer,
die doof de Zwitsersche regeering belast werden met
een onderzoek omtrent het instorten van de spoorweg
brug te llünclienstein, komt tot de slotsom dat de
brug van"den beginne af aan te zwak en verkeerd ge
bouwd wasdat het jjzer voor het grootste gedeelte
niet aan de gestelde eischen voldeed,; dat de brug
door het ïoógwatèr Vai 1881 verzwakt en in 1890
onvoldoende hersteld werd, en dat de voornaamste
oorzaak van het instorten te zoeken is in de te zwakke
middenschoorbalken. Er heeft geen ontsporing plaats
gehad vóór het instorten.
Volgens berichten uit Montevideo zijn aldaar meer
dan 2000 personen door influenza aangetast
Te Consegrua, «de stad der dooden," worden nog
altijd lijken gevonden onder het puin der door de
overstroorning vernielde huizen. Men is er nu begon
nen met het bouwen van de nieuwe wijk voor het
geld, dat de inzamelingen van de Imparcial opleverden.
Een jong dokter te Newton Abbot (Engelseh graaf
schap Devon) is dezer dagen het slachtoffer van zijn
beroep geworden. Hij werd door een kind dat aan
diphtheritis leed, gebeten en sloeg volstrekt geen
acht op de kleine woud. Maar niet lang nadat de
kleine patiënt gestorven was. werd ook hij door de
vreeselijke ziekte aangetast, waaraan ook hij over
leed.
Het is misschien niet van algemeene bekend
heid, dat de residentie eene vereeniging rijk is
die, hoewel meer in berioten kring dan in het
openbaar werkzaam, toch evenals zoovele andere,
ook haar goed recht kan doen gelden op eenige,
zij het dan ook geene omvangrijke waardeering.
Deze vereeniging, onder den na.un van «Ijzer
gieterij Vereeniging. Samen wei king tot. Genoegen",
is gevestigd aan de meer algemeen bekende
«Maatschappij Ijzergieterij de Prins van Oranje".
De eenige maal dat zij de eor genoot, in een
onzer locale bladen aangehaald te worden
ongeveer 2 jaar geleden geschiedde zulks nog
geheel onjuist, zoodat eene terechtwijzing daar
van, al komt zij ook een weinig achteraan, bij
deze gelegenheid wel op hare plaats kan geacht
worden.
En daarom het volgende.
Zij bestaat uit alle technische en administra
tieve beambten van bovengenoemde fabriek
heeft tot beschermheerenmr. R. J. graaf
Schimmalpenninck van Nijenhuis, mr. C. J. E.
graaf van Bylandt en M. Giebert, commissarissen
der maatschappij, tot eere-voorzitter, de heer
J. J. van Coeverden, directeur, oprichter der
vereeniging eereledende heeren E. O. C.
van Coeverden, onder-directeur, R. van Diggelen,
hoofdingenieur en L. C. ten Brummeler, hoofd
boekhouder, verder tot bestuur, de heeren Pr.
A. Risch, L. Nieuwieller, J. G. A, Lieflering en
L. de Knegt, respectievelijk als president, vice-
president, secretaris en penningmeester.
Door hare aangenomen gewoonte om in stillen
eenvoud werkzaam te zijn, kan hier van open
baarmaking van al hare verrichtingen geen
sprake wezen, maar alleen vermeld worden, dat
daaronder eene geede plaats inneemt de eigen
aardigheid van jaarlijks eene excursie te houden
naar een of ander schoon deel van ons aan
schoone deelen zoo rijk vaderland.
Zoo ook dit jaar, in het begin van Augustus,
toog zij uit, en wel naar Driebergen, doordien
haar de onderscheiding ten deel viel, van jonk
heer H. M. J. van Loon, op aanvrage, toestem
ming te ontvangen tot bezichtiging van zijn
landgoed «Hydepark", gelegen tusschen Drie
bergen en Doorn.
Stellig kan dit eene onderscheiding genoemd
worden, daar deze alleen, en dat nog wel bij
uitzondering, aan corporation verleend wordt
hetgeen den- bezoeker'recht duidelijk is, wanneer
hij den keurigen aanleg van alles bewondert,
die door eene ruimere openstelling licht geprofa
neerd kan worden.
En nu ter zake.
Met den trein van 8 uur uit Den Haag ver
trokken, werd onze vereeniging na een schoone
wandeling van het station ZeistDriebergen
naar «Hydepark", aldaar aan het eerste hek,
waarbij eene portierswoning die aan eene sierlijke
villa in beknopt formaat doet denken, door de
heeren Staai Haalmeijer ontvangen.
Wanneer de lezer hier vraagt wat hij met
genoemde namen te maken heeft, toont hij
daarmede weinig of niets van* «Hydepark" ooit
geboord te hebben en komt,zoodoende In de
afdeeling onwetende lezers, die wij misschien
juist zullen noodig hebben, wil hetgeen hierv.e
volgt eenige kans hebben van met belangstelliug
gevolgd te worden.
Men wete dan dat genoemde heeren, make
laars en aannemers, met de hulp van den
architect J. N. Landré, allen te Amsterdam
in de jaren 1885 tot en met 1888 «Hyde
park" gemaakt hebben tot datgene wat het nu
is, namelijk een landgoed waarvan de weergA
zelfs in Engeland, bij uitstek het land van
grootsche bezittingen, slechts schaars -zal gevon
den worden.
Een breede laan en rijpad volgend, langs
fraaie beplantingen en een uitgestrekten vijver
gaande waarin forellen uit Duitschland aan
gebracht valt ons weldra het indrukwekkend
in Renaissance-stijl opgetrokken hoofdgebouw in
het oog, terwijl de uit den watertoren wappe
rende driekleur ons herinnert, dat mevrouw
Van Loon aanwezig is.
Voor ons evenwel geen beletsel en wij gaan
eenige treden opdie ons op een rondom het
gebouw gelegen terras brengen, geheel gebouwd
van noordsch graniet en aangelegd met de heer
lijkste bloemperken.
De lengte van den voorgevel van het gebouw
(42 meter) wordt door de vele terugsprongen
die hij maakt gebroken, terwijl de vele vei anda's
en balkons, mozaïekwerken en balustraden het
geheel een ongemeen bevallig uitzicht verleenen.
In de vestibule gekomenzien wij deze ver
sierd met gepolijst granieten borstwering, mozaïek
vloer, wit marmeren beeldgroepen, schilderwerk
enz. Hier zij vermelddat verschillende fraaie
marmersoorten in het geheele gebouw rijk en af
wisselend zijn toegepast.
Langs de wanden van het trapportaalmet
de trap opgaande, is schilderwerk aangebracht,
voorstellende de vier jaargetijden, terwijl twaalf
vrouwenfiguren de evenzoovele maanden van het
jaar weergeven, alles keurig uitgevoerd.
Om nu hier eene beschrijving te geven van de
kunstschatten, die verder in salons en op andore
plaatsen te zien zijn, is ons eenvoudig onmogelijk.
Het zij voldoende dat gewezen wordt op de
kostbare bronzen, op Iraai bewerkte kasten met
gesmeed staal ingelegdfamilieportretten en
andere schilderijen waaronder die van Cabanel
en Therèse Schwartze vooral de aandacht trek
ken tapijten, sierlijke kronen en branches,
waarbij op de venassendste wijze het electrisch
licht is aangebracht, de zuiverheid in stijl van
Moorsche, Gothische, Fransciie en ik weet al
niet wat voor andere salons, en het afwisselende
en de harmonie der verschillende kleurenkort
om, het minste onderdeel brengt er het zijne
aan toe, om het gebouw tot een waar toover-
paleis te maken en net den schijn te geven, als
had men bier tot het leveren van dit machtig
geheel, de verbeelding totaal uitgeput.
En hiermede zijn wij kinderlijk blijde, van
dit onderwerp met schik naar wij hepen, te
kunnen afstappen, daar zich bij de beschrijving
van zulke gebouwen, voor een leek eigenaardige
moeilijkheden voordoen, waarbij dient opgemerkt
te worden dat, wil men niet nu èn dan in
anticlimax vervallen, men op kunstige en spaar
zame wijze met de beschikbare portie bijvoeg
lijke naamwoorden moet weten om te springen.
Wij gaan dus met verlicht gemoed uit deze
phantastische omgeving naar buiten en zien een
rozenpark en een bloemenaanleg de Italiaan-
sche partij genaamd eenig in hun soort,
waarbij een waterbassin met springenden straal.
Vervolgens het koetshuis bezoekende, waarin
voldoende ruimte is, dat twee rijtuigen elk met
vier paarden bespannen elkander kunnen pas-
seeren, wekt alles wat hier en in het naastge
legen stalgebouw te zien is, onze oprechte be
wondering.
Tuigetikamer en zadelmakerijpoetskamer
aparten stal voor paarden der iogés, overal de
nieuwste uitvindingen op stalgebied in toepassing
gebracht, warmwatergeleidingen om alles op de
gewenschte temperatuur te hoüden, daarbij het
groote aantal fraaie paarden niet te vergeten,
maken deze inrichting zeer belangrijk. .- -
Én nu komen wij aan verschillende serres,
broeikassen en moestuinen waarover niet
genoeg kan gezegd- worden om daarna de
Oranjerie te.bereiken, die naar onze bescheiden—
meening wel het ideaal kan zijn van alle bloemen
liefhebbers.
Dit gebouw van lichtgele kleur, met zijn koepel
vormige daken, op het middelste waarvan een
beeldengroep prijkt, zijn rijke verscheidenheid van
gewassen en zijne in het middengedeelte ont
springende fontein, wier straal sierlijk langs
rotsen naar beneden krult, met zijn uitzicht op
de omringende bloemperken is een ware
lusthof, waarvan men zich zonder het gezien te
hebben, slechts een vaag denkbeeld kan vormen.
Wij gelooven dan ook niet, dat de tuinman
van het landgoed, die daar dat flinke, op zich zelf
staande gebouw bewoont, een gemakkelijke taak
te vervullen heeft,
Van eene boerderij met varkensfokkerij op groo
te schaal alleen tot het verkrijgen van de
noodige mest van eene jagerswoning en ge
bouwtje waar de jachthonden vei blijf houden en
een grillig van rotswerk gebouwde tunnel, die
onder den Arnhemschen straatweg door, een
aardigen toegang verleent tot het woestere ge
deelte van de plaats maken wij slechts ter
loops melding.
Verder bemerken wij een dichtbegroeid en om
rasterd bosclmchtig gedeelte, waarin fazanten
gefokt worden, om eindelijk bij de reeds lang te
voren opgemerkte tuine aan te Jandon, waar wij
verwonderd staan over de bedriegelijke wijze
waarop aan het metselwerk den schijn van oud
is gegeven.
Van deze ruïne, die op een vrij hoogen en
diehtbogroeiden heuvel staal, wordt verteld, dat
hare fundeering zich tot op don beganen grond
uitstrekt; dit met het oog op den last dien bet
gebouw waarin een reservoir, dienende voor
de besproeiing en den toren, waarin een dito
voor den verderen wateraanvoer te dragen Leb
ben.
Aan liefhebbers van klimmen biedt het pano
rama, van af het bovenvlak des torens gezien,
ruimschoots vergoeding.
Een ondergrondsch waterkanaal met wellen en
Norton-pijpen, voorziet door vlietende beekjes m
den watervoorraad van den grooten vijver en
eenige andere plaatsen.
En nu naar het nette gebouw waar de factors
staan, die het leeuwenaandeel hebben in de
krachten, welke «Hydepark" roet hare 300 HA
uitgestrektheid in luister en grootheid houden.
Ik bedoel hier de twee fraai compound stoom
machines met twee dynamo's en toebehooren, tot
opwekking van electrisch licht voorde algemeene
en grandiose verlichting, van het landgoed. (Ook
de geleiding hiervan is ondergronds aangebracht.)
-Voorts de twee stoompompen, die liet water
naar de reservoirs op de ruïne persen.
De beide stoommachines, elk van 50 p.k. met
twee stoomketels, zijn vervaardigd en gesteld
door de «Maatschappij Ijzergieterij de Prins van
Oranje", terwijl de electrische inrichting is aan
gebracht onder leiding van de heeren HorrixS:
Vogels te 's-Ilage; dezen firma's alle eer die haar
ruimschoots toekomt.
En hiermede gelooven wij eenig, hoewel uiterst
zwak denkbeeld gegeven te hebben van de groote
schepping, genaamd «Hydepark".
Wij kunnen er nog bijvoegen, dat een dertigtal
bedienden, ongerekend nog het verdere dienst
personeel van bet landgoed, dat hier en daar
verspreid woont dagelijks om de welvoorziene
tafels van «Hydepark" gezeten zijn, dat tot
gemak, een meesterknecht met de noodige werk
lieden van de heeren Staal Sc Haalmeijer voort
durend aanwezig is voor toezicht op gebouwen
en anderszins, dat terwijl bij de eerste portiers
woning, waarvan wij in het begin spraken, een
zwaar gesmeed ijzeren hek, rustend op rood
graniet, als afsluiting dient, bij de tweede por
tierswoning een houten hek daarvoor gebezigd
wordt, in overeenkomstig met den Ch&letvorm
die aan het keurig huisje gegeven isdaarbij
de mededeeling, dat jhr. Van Loon zijn hoofd
zetel in Amsterdam hebbendete Caen in
Frankrijk iets dergelijks bezit.
Wanneer men nu bedenkt, dat hier op iHyde-
park" door kunst alles verkregen is, voelt, men
respect voor de Nederlandsche industrie en in
het bijzonder-voor den man, die van zijne schatten
een zoo nuttig gebruik weet te maken, tot be
vordering, van kunst en nijverheid en alge
meen welzijn, kunnen wij er wel bijvoegen.