A°- 891* Woensdag 25 November. N°. 7893
Eerste Blad
ij f - n - v© r t i g- s t J aargan
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER:"T ODÉ.
Bnitenlamlsche Berichten.
Aronnkmentsprijs, per kwartaal
franco per past, door liet geheele Rijk
Afzonderlijke nominers
1.X5.
- 2.50.
- 0.10.
KUUBAT: BOTERSTRAAT, E 2 7.
Advertentieprijs: va., tin gevn>„ u< s met
inbegrip van eene Courantr 1 10,
Iedere gewone regel meerH 01%
llRiEMaai. geplaatst wordt tegen rwmivti iio.ekeml.
Schiedam, 24 November 4891.
(Vervolg.)
De stem van den hoogleeraar Kemper,
•die onze staat, na de omwenteling in 1813
vrijzinnig wenschte bestuurd te zien, is in
■die dagen, zooals professor Jorissen zegt, die
eens roependen in de woestijn gebleven.
Kreeg Kemper in zooverre zijn zin, dat den
Isten December de prins van Oranje tot
souverein vorst werd uitgeroepen, toen den
"21 sten dier zelfde maand een commissie van
veertien leden werd benoemd, belast met het
vervaardigen eener grondwet, was Kemper
niet onder dit getal.
Van Hogendorp, wiens besproken ontwerp
tot leiddraad bij de beraadslagingen strekken
zou, werd door deze commissie tot haren
voorzitter benoemd.
Van de beraadslagingen dezer commissie
is weinig bekend. Van Hogendorp getuigde
vele jaren later: »ln 1814 heb ik in de
■commissie mannen ontmoet, uitstekende niet
alleen door verstand en bekwaamheid, maar
ook door een deugdzaam gedrag, en die in
den loop der revolutionaire tijden in 's lands
zaken waren gekomen. Door deze ben ik
bewogen geworden om nieuwe instellingen
aan te nemen, die de oude overtroffen".
Geheel anders oordeelde Kemper. Deze, we
zagen het, maakte geen deel der commissie
uitmaar wist toch alles, wat in haar
vergaderingen behandeld werd; bem stond
de gang van zaken tegen. Zelfs rekende
hij zich verplicht, den 2<len Februari 1814,
terwijl de commissie haar taak nog lang niet
voltooid had, den souvereinen vorst een me
morie aan te bieden, die zoo zegt professor
Jorissen als een bewijs van zijn onafhanke-
lijken in en helder oordeel zijn naam tot
eer verstrekt. Hij wraakte de beginselen, die
bij de samenstelling der nieuwe grondwet
schenen te zegevieren, .«Het scheen hem toe,
dat men de groote zaken onaangeroerd zou
laten, en met behoud van oude vormen en
woorden ook onze beginselen zou doen zege
vieren." »»In de politiek zijn woorden niet
zoo onverschillig als in het gemeene leven
en waartoe de oude woorden, zoo men het
eens is, dat zij niet meer de oude zaken be-
teekenen zullen?"" »Hij vreesde, dat
sommigen zich deze gelegenheid zouden ten
nutte maken om hun gevoelens als waar
borgen der burgerlijke vrijheid te doen voor
komen en hierdoor tusschen den vorst en het
volk een middellicbaam van provinciale en
stedelijke souvereiniteit te plaatsen, hetwelk
op den duup-even gevaarlijk voor den vorst
als nutteloos voor het volk zou zjjn. Bij
keurde een Staten-Generaal af, die uit afge
zondenen van de Provinciale Staten zou be
staan, omdat zulk eene vergadering den strjjd t
over provinciale belangen zou doen herleven
en 'iaar lidmaatschap noodwendig langzamer
hand het uitsluitend voorrecht van zekere
familiën zou woiden."
Kemper's stem werd niet gehoordVan
Hogendorp's denkbeelden zegevierden. »De
souvereine vorst ontving het recht van oorlog
en vrede, het opperbestuur over de geld
middelen, de beschikking over vloten en legers.
De Kamer der Staten-Generaal, uit 55 leden
bestaande, werd voor drie jaar door de Staten
der provinciën benoemd. Haar goedkeuring
weid gevorderd op dejaarlijksche begrooting
en op de wetsvoorstellen, door den vorst
haar toegezonden. Tot de Provinciale Staten
hadden de edelen en de ridderschap der
provinc'ën, die als de natuurlijke hoofden van
het platteland werden beschouwd, toegang,
ïlri het algemeen was het oogmerk geweest
de gebleken der oude constitutie te ver
beteren, zonder onnoodige veranderingen en
met meest mogelijk behoud van oude ge
woonten, rechten, ambten en zelfs namen."
De vrijheid van godsdienst, de gelijkheid van
allen voor de wet en de onafhankelijkheid
der rechterlijke macht waren echter erkend
en in de grondwet opgenomen. Doch de natie
zelve was van allen dadelïjken invloed op de
samenstelling der hoogste staatslichamen uit
gesloten, en kon dus nimmer op den gang
des bestuurs invloed oefenen.
Den 2n Maart 1814 diende de commissie
haar ontwei p aan Zijne Hoogheid den souve
reinen vorst in.
Eigenaardig is de wijze, waarop deze con
stitutie tot stand kwam. »De Souvereine
vorst het door de leden der Wetscommissie
en door de Commissarissen-generaal in de
verschillende gewesten lijsten van de aan
zienlijkste ingezetenen maken. Deze lijsten
werden vervolgens ter beoordeeling overge
geven aan een nieuwe commissie, die bij
eede moest beloven, getrouw en zonder aan
neming des persoons in haar onderzoek te
werk te zullen gaan. Haar werd de last
opgedragen, «nauwkeurig en onpartijdig r.a
te gaan, of de personen, welke op die lijsten
gebiacht waren, wel en terecht konden be
schouwd worden als de notabelen der natie
als mannen, aanzienlijk, hetzij door deugd
en uitstekende bekwaamheden, of door ge
boot te, of door vermogen, 't zij door tegen-
wooidige ambts-betrekkingen"Voldeden
ze niet aan deze voorwaarden, dan moesten
ze worden geweerdde goedgekeurden
moesten op een afzonderlijke lijst van het
departement of gewest, waartoe zij behoorden,
worden gebracht, en uit die gewestelijke
lijsten moest dan het getal gekipt, 't welk
ieder gewast, naarmate van zijn bevolking,
recht had om in een aantal van 600 notabelen,
't welk voor liet geheele land was bepaald,
te leveren.
Over.deze €00 notabelen, door.deiregee-
ring aangewezenwerd daarna het oordeel
der natie gevraagd. Ieder hoofd eens gezins
had liet recht, op een iegister, dat gedurende
acht dagen bij den vrederechter (kantonrech
ter) zou openliggen, met onderteekening van
zyn naam, doch zonder verdere bijvoeging,
zoodanige persoon of personen af te keuren,
die hij onbevoegd zou rekenen. Op slechts
enkelen werden aanmei kingen gemaakt, die
echter, schoon de gebezigde maatstaf des oor
deels onbekend isniet van die beteekenis
werden geacht, dat zij onwaardig of onbe
voegd werden gerekend, om het Nederiand-
sche volk te vertegenwoordigen.
Wat deze commissie verrichtte, hoe zij haar
taak opvatte is vaardig, van naderbij bezien
en met ernst overdacht te worden. Wij zul
len dit in het volgend nummer beproeven.
D U I T S C II t X S
Uit Berlijn wordt van gisteren gemeld
Volgens de avondbladen zal keizer Wilhelm
den hedenavond alhier aankomenden Russi-
schen minister van buitenlandsche zaken Von
Giers morgenvoormiddag ten gehoore ont
vangen, Daarna zal de lieer Von Giers gevolg
geien aau eene uitnoodiging van den rijks
kanselier Von Caprivi tot een déjeuner.
Gisteravond te lOVa uur is Giers te Berlijn
aangekomen en aan het station ontvangen
door den Russischen ambassadeur en het
geheele personeel der ambassade. De minister
heeft zich terstond naar het »HóteI Continen
tal" begeven.
De Beilijnsche correspondent der Hf. 22. Cl.
schrijft van gisteren:
Voor zoover de pers zich met het bezoek
van den Russischen minister Giers bezig
houdt, wordt algemeen erkend dat hij een
vredelievend man i«, die evenwel slechts een
matigen invloed bezit en ten slotte doen moet
wat de czaar wil. Zijn bezoek aan Berlijn
brengt geen wijziging in den algemeenen
Europeeschen toestand, al wordt hij ook
officieel door den keizer en door Capiivi ont
vangen, en als Rusland aan den staat van
oeconomischen oorlog tegenover Duitschland
een einde wensclit gemaakt te zien, dan
moeten de eerste stappen daartoe van Rus
sische zijde worden gedaan. Hiermede is de
strekking weergegeven van de beschouwingen
der onafhankelijke bladen.
In een daarentegen naar allen schijn
officieus communiqué wordt uitdrukkelijk ver
klaard, dat Duitschland geenszins met zoo
bijzonder verlangen naar eene tegemoet
komende politiek van Rusland uitziet; het
voorbereiden van vriendschappelyker betrek
kingen blijft door de logica der feiten aan de
Russische politiek voorbehouden, welke toch
eenmaal zonder bitterheid en ook onomwonden
hare bedoelingen zal moeten uitspreken.
Graaf Herbert Bismarck, die te gelijk met
Giers te Parijs was, heeft daar wel de Rus
sische grootvorsten ontmoet, maar eene
samenkomst met Giers had hij niet, zoodat
het gerucht weerlegd is dat hij eene uitnoo
diging zijns vaders aan Giers zou overbrengen,
om naar Friedrichsruhe te komen.
Thans wordt stellig verzekerd, dat zoowel
de nieuwe Duitsche, als de nieuwe Pruisische
leeningen reeds in het eerstvolgend kwartaal
zullen worden uitgegeven.
Omtrent dr. Wissrnann'« gezondheid, die te
Kaïro door longontsteking is aangetast, luiden
de berichten ongunstig; als hij herstelt, zal
hij volstrekt rust moeten nemen en in geen
geval naar Oost-Afrika kunnen terugkeeren.
F It A N K K IJ K.
In de Kamer drong de lieer Foucher aan
op contróle der geheime fondsen. De minister
De Freycinet bestreed dit voorstel. Het
voorstel-Foucher werd met 286 tegen 162
stemmen verworpen.
De minister Constans stelde bij de quaestie
der geheime fondsen, de quaestie van ver
trouwen ten aanzien dier fondsen. Deze
werden met 278 tegen 158 stemmen goed
gekeurd.
OOSTENRIJK.
Berichten uit Weeneri molden, dat in liet
kabinet belangrijke hervormingen op til zijn.
De minister van buiten!, zaken, graaf Kul-
noky, zou worden benoemd tot grootmeester
van het hof en vervangen door den lieer
Ivallay. De minister van onderwijs, Von
Gautsch, zou tot een hoog ambt in liet be
stuur benoemd en vei vangen worden door
graaf Sehónborn, wiens portefeuille van justi
tie zou overgaan op den tegenwoordigen
minister van financiën Steinbach, die op /ijn
beurt zou worden vervangen door den beer
Von Plener, leider der oud-Czechen.
RUSLAND.
De Regeeringshode bevat de volgende mede-
deeling
De voorraad graan, die na het uitgevaar
digd uitvoerverbod in Ruriand ove»blijftis
voldoende om tot aan den volgenden oogst
in de behoeften der bevolking te voorzien.
Daar de bevolking der gouvernementen
welke zich met den akkerbouw bezighouden,
van den graanverkoop Ie. ft en daarvan ook
belasting betaaltis baar toestand op bet
oogenblik zeer hachelijk, en om haar te hel
pen zijn ongeveer 60 millioen roebels uit de
schatkist beschikbaar gesteld. Dit was moge
lijk doordien, tengevolge der gunstige laatste
3 jaren, het aanzienlijk cijfer van 220 millioen
aan gereede gelden in de schatkist aanwezig
was. Daardoor werd het verder doenlijk ook
in andere dringende behoeften te vooraett,
Voor dit jaar zjjn de vooruitzichten voor de
rijksontvangsten veel minder gunstig. Daar
ze echter, voorzichtigheidshalve, op 43 millioen