A0. 1891. Donderdag 26 November, N°. 7894. ij - en-veert g-ste Taar^an g. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. 'UIT fi EVER: J. O D ft. Bititeulandscli e ericItten. Abonnementsprijs, per kwartaal franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers 1.85. - 2.50. - 0.10. Schiedam, 25 November 1891, Vervolg en Slot.) De 600 Nederlandsche notabelen werden tegen 29 Maart 1814 opgeroepen, om over de nieuwe grondwet te stemmen en haar aan te nemen of te verwerpen. »Van de 600 opgeroepenen bleef meer dan «en zesde deel afwezig. Sommigen verklaarden te ziek of te oud te zijuanderen keurden •den geheelen loop der zaken af en weigerden ronduit hun medewerking. In de Nieuwe Kerk te Amsterdam had de plechtigheid plaats, die door een aanspraak van den souvereinen vorst en een van den heer Van Maanen, eersten voorzitter van het Hooge Gerechtshof der Vereenigde Neder landen, vroeger eersten president van het keizerlijk gerechtshof in Den Haag, werd geopend. Na het vertrek van den vorst ging de vergadering, in afdeelingen verdeeld, on middellijk tot haar taak over. Gemakshalve werd over de grondwet in haar geheel, niet over ieder artikel, gestemd. Niettemin behield ieder het recht zijn bijzondere bedenkingen en bezwaren tegen dit of dat gedeelte schrif telijk aan den voorzitter ter hand te stellen, teneinde zij ter kennisse van den souvereinen vorst werden gebracht. Op deze wijze merkt een tijdgenoot scherpzinnig aan was voor de noodige kortheid der beraad slagingen gezorgd en de weg tot meestal nuttelooze woordenwisseling en langdurig, redetwisten afgesneden." Odie mannen van 1814, mochten ze de oogen nog eens opslaan, wat zou het hun zonderling te moede worden I De vergadering was des morgens tusschen •10 en 41 ure aangevangen, en had zich na het hooren van lange redevoeringen, van welke die van den heer Van Maanen ruim 30 bladzijden druks, met lust en moed aan het werk gezet. sAan haar was de beslissing opgedragen over het geluk der volgende ge slachten, zij moest de voorwaarden vaststellen, onder welke alleen de toekomst des volks zonder vrees tegemoet kon worden gezien. Niettemin heeft ze deze grootsche, deze zware taak binnen weinige uren volbracht. De prins, die de feestviering der Amster- damsche departementen van de maatschappij 'lot Nut van 't Algemeen bijwoonde, werd naar buiten geroepen, en door een commissie met de blyde tijding verrast, dat de nieuwe grondwet met 422 tegen 26 steromen was aangenomen. Verontwaardiging spreekt uit hetgeen pro- lessor Jorissen aan dit relaas toevoegt: »Het is een aandoenlijk, een treffend schouwspel, wanneer zonen van denzelfden grond als broeders samenwonen. Doch geen gevoelige teerhartigheid, geen slaperig goed vertrouwen, maar alleen ijskoude onverschilligheid voor de belangen van een volk kan het woord BBKBAP: b«tek»traat, e a 1 i ADVERTENTIEPRIJS: van 110 gewmir inbegrip van eene Courant feriere gewone regel meer Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. f 1.10. - 10. van heilige verontwaardiging over zulk een handelwijze van de lippen terugdringen. In weinige uren tijds hadden deze mannen de grondslagen van het volgend geluk of ongeluk der natie gelegd. Tijd tot onderzoek was er niet geweest: ternauwernood tot stemming voor de 450 leden. Met een overhaasting zonder wederga werd over al de levensvragen der toekomst beslist". »De tijdgenoot", gaat professor Jorissen voort, »de tijdgenoot zag dit echt er niet in." Al wat deze ia den waarachtig treurigen staat van zaken te betreuren vond, was de omstandig heid, dat de souvereine vorst genoodzaakt werd, zich eenige oogenblikken uit de ver gadering der feestvierende Nutsleden te verwijdei en, om de commissie der notabelen te ontvangen, die hem de aanneming der grondwet kwam mededeelen. 't Staaltje van gezwollen stijl, waarin pro fessor Jorissen ons deze mededeeling doet, is te curieus, om het niet in zyn geheel op te nemen. Jan Konijnenburg schreef een dik boek van meer dan 700. zegge zevenhonderd blad zijden druks, als gedenkboek der hernieuwde Nederlandsche Unie, welke, zooals professor Jorissen aanmerkt, nooit hernieuwd is. Hij citeert uit gezegd boek van Jan Konijnenburg het volgende, dat betrekking heeft op de feest viering der Amsterdamsche departementen van 't Nut. »»Het is"", zegt hij, »»de be roemde dichter C. Loots, wien de maat schappij tot spreker in haren naam heeft uitgenoodigd. Zijn geheele zegezang, in den geest des tijds gedicht, ademt volle kracht des gemoeds, in warmte ontgloeid, waar dei- vaderen heldenschim zich door den naneef van Batavier en Oranje gewioken ziet wegens de gruwzame heiligschennis, door Korsikaan- schen overmoed aan naam en roem gepleegd, en de wetenschappelijke beschaving, zelfs der geringere standen, haien toekomstigen inilden oogst dankbaar huldigt."" Nauwelijks is de redenaar ter helfie van zijn voordracht ge vorderd, of de plechtigheid wordt door een tmschenkomend ongelukkig beletsel afge broken. 't welk de vorst eciiter naderhand, nadat het/elve is opgeheven, door eene her haalde verschijning wederom aanvult, ten einde aan dit eerwaardig kinderfeest zijn heiligen invloed in volle mate te verleenen! De lezer begrijpt het reeds, dat tusschen- komend, ongelukkig beletsel was de boodschap aan den souvereinen vorst, dat de constitutie was aangenomen 1 Waardeerend spreekt professor Jorissen over Willem I. ïVol ijver en werkzaamheid, ging hij met lust aan den arbeid, die, gelijk spoedig bleek, hem alleen op de schouders was geworpen. De uatie scheen toch geen beter middel te weten om hem haar ver trouwen eu liefde te betoonen, dan door zich zorgvuldig en angstvallig van alle ondersteu ning en medewerking te onthouden. Slechts nog eenmaal het was na de wederkomst van Napoleon schpen ze te ontwaken. Weder deed de Nedei landschc leeuw zijn oud wraakgebrul hooren, en op de veiden van Waterloo werd het vorstelijk bloed ge plengd, dat den nieuwen bond tusschen volk en vorst moest bezegelen. Doch toen het ge vaar geweken was, vlijde men zich ter ruste neder en liet den koning voor alles zorgen. Is 't wonder, dat deze, die de natie zich zelve onmondig zag verklaren, haar voor onmondig hield, en met al de groote talenten, die hij bezat want ook hij heeft zijn plaats in de achtbare rij der Oianjevor-ten verdiend de taak der volksleiding op zich nam? De natie scheen voor niets oogen te hebben dan voor dadelijke voordeeleu en genoegensde aanvankelijke herleving van den koophandel, de herkrijging der meeste koloniën, de rege ling der staatsschuld en de aanwinst van grondgebied waren even zoovele gronden, wïiarop het volk zijn rustig vertrouwen bouwde. De gewonnen lauweren, meende men, zouden nimmer verouderen of verdorren, en de roem der vaderen scheen tot niets nut, dan om in maat en rijm de slaapdrank van den tijdgenoot te zijn." Men heeft in later dagen geschimpt op Willem I en zijn regeering^beleid. Goed doet het daarom, professor lorissen aan de nakomelingen van die slaperige Nederland sche burgeisrliaar te hooren toevoegen»Er is in de volgende 25 jaren (na 1814) geen enkel gioot werk op tiet gebied van handel en nijverheid tot stand gekomen, waaraan Willem I niet of den eersten sloot gegeven óf de mogelijkheid der uitvoering verzekerd heeft. De oplichting der Handelmaatschappij was grootendeels *.ijn werk; het Noordhol- landsch kanaal, het droogmaken van den Zuidpias, het Kanaal van Voorne, enz. wer den door ziju rijke ondersteuning mogelijk gemaakt. Dit alles heeft Willem I gedaan en de natie Ze heeft Willem I Vader des Vaderlands, geliefde, geëerbiedigde. Europa's Salomo ge noemd Maar een krachtig politiek leven heerschte hier niet; iutegendeel onverschilligheid voor alles, wat den engeu kring van het gerneene leven te buiten ging. Er is niets schoons, niets edels in een vei ti ouwen op anderen, dat tot dekmantel van eigen traagheid en werkeloosheid dient. En zeer juist is professor Jorissen's opmerking, waarmede wij onze herdenking aan 1813 besluiten: iWillem l ware nimmer geworden, wat hi in later jaren weid, zoo de natie van den aanvang af een andere, een waardiger houding had aangenomen. 1) U I T S C II L A K D. De keizer heeft gistervoormiddag te halfelf den Russischen minister van buitenl. zaken Von Giers gedurende 20 minuten ton paleize te Berlijn ten gehoore ontvangen. Bij den rijkskanselier had gistermiddag een déjeuner plaats ter eere van den Russischen minister Von Giers, waartoe o. a. genoodigd waren de Russische gezant graaf Schuwaloff, de gezantschapsraad Muraview, vorst Radzi- will, de minister Von Wedell, de staats secretarissen Von Marschall en Rothenhao, en generaals Von Werder en Wedell. Heden komt de keizer in Torgau, om het 150-jarig feest van het daar in garnizoen liggende pionnier-bataljon Von Rausch mede le vieren. De Rijksdag is nog steeds bezig met het ontwerp tot wijziging der wet op de zieken fondsen. Aangenomen werd een door de regee ring goedgekeurd amendement der centrum partij om te bepalen dat bij plaatselijke verordeningen de verplichte verzekering alleen kan worden opgelegd aan personen die min der dan 6s/, mark (f4) daags met hun arbeid verdienen. De regeering is voornemens een onderzoek in te stellen, om tot eene wettelijke hervor ming van den handel ter beurze te geraken, in het bijzonder wat de goederenmarkt betreft. B E U I E. In de eerste zitting \an het mijnwerkers- congres te Seraing, Zondag jl., is, op verzoek der afgevaardigden uit het bekken van Char leroi, die er de meerderheid hebben, besloten de zitting geheim te houden. Na eene heftige zitting, die 4 uren duurde, is het volgende besluit aangenomenHet congres der Belgi sche mijnwerkers besluit, dat er reden is om meer propaganda te maken voor het r.lgemeen stemiecht, het eenige billijke en rechtvaardige stelsel. Alle werkliedenvereenigingen zijn uitge noodigd hiertoe mede te werken. Er is beslo ten een nieuw mijnwerkers-congres in 1892 te houden en de wensch werd uitgesproken, de werkliedenpartij zich in een buitengewoon congres te zien vereenigen, om over de nood zakelijkheid eener algemeene werkstaking te beslissen. In de tweede zitting van Maandag, zijn de achturige werkdag, de loting voor de conscrip tie, »de bloedbelasting," welke tot het volgend congres is uitgesteld en waartegen het congres al vast een protest uitsprak, ter sprake ge bracht, eindelijk ook nog het feest jaarlijks op 1 Mei te vieren. Dit werdals het grootste jaarlijksche feest beschouwd »Moeten wij bet werk dien dag staken", zeide de inleider Flauviaux Douse, oplicht is het, allen den volgenden dag weder op het werk te zjjn".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1