Eet Huisgezin van deD Fabrikant. A0. 1891 Maandag 30 November N°. 7897 Tweede Blad Feuilleton. ij - e n - ve er t i g s 16 Jaargang. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. UITGEVER: J. ODÉ. Binnenlaiidsche Berichten. ARONNKMKNT'-i'RiJS, per kwartaal franco per po«tdoor liet getieele Rijlc Afzomieilijke Hommers f 1.85. - 2.50. - 0.10. lïlTKEAül BOT EK ST KA AT, E 3 7. Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courantf t.10. Iedere gewone regel meer- 0.10, Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 27 November. Heden zijn de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting voortgezet en kwamen de ministers aan liet v.-oord, allereerst de minister Van Tienhoven, die den indruk had gekregen dat de Kamer met de regeering wil samenwerken! En waar de steun niet onvoorwaardelijk werd verleend, hoopt zij het vertrouwen door haar daden te verwerven. De hoofd werkzaamheid van het Kabinet zal liggen in de regeling van het kiesrecht, van liet belastingstelsel en van het defensievraag stuk, het laatste op den grondslag van persoon lijken dienstplicht zonder oplegging van te ■zware lasten. De minister Seyffardt was in het Kabinet geroepen wegens zijn kennis en voortvarend heid en tact om klippen te vermijden, waarop het defensievraagstuk zou stranden. De vereffening van maatschappelijke onge lijkheden is niet te verwachten van regeering en wetgeving, maar de minister zette uit voerig uiteen, dat de regeering hare aandacht zal wijden aan het sociale vraagstuk en staats inmenging noodig is ten aanzien van de ver zekering van het lot der werklieden op hun -ouden dag en voor de veiligheid en gezondheid in fabrieken. De minister van binnenl. zaken verdedigde -de intrekking van wetsontwerpen bij de ver nieuwing der Kamer en zeide dat het kiesrecht de hoeksteen blijft van de hervormingen. In afwachting van het kiesrecht kan er veel wor den afgedaan ten behoeve der gemeenten en den arbeidenden stand. De minister van justitie deelt mede, dat deze regeering geen afzonderlijk departement van arbeid zal instellen en ook geen grond wetsherziening ten opzichte van de scheiding van kerk en staat zal voorstellen, maar dat hij bereid is het beginsel van onzijdigheid van den staat in kerkelijke zaken tot zijn volle recht te brengen. De kerk moet zich vrij kunnen ontwikkelen ter bevordering van gods dienstzin. Be minister van financiën wenscht bij zijn belastingherziening, waarvan het eerste be langrijke ontwerp in Januari te wachten is, te letten op gegoedheid en draagkracht, en niet eenzijdig te belasten. De minister van oorlog deelde mede, dat de regeering tracht zoo spoedig mogelijk het defensievraagstuk tot oplossing te brengen. Tot toelating van den heer Havelaar werd besloten. Bij het voortgezet debat over de staatsbe grooting volgden de replieken der heeren Kerdijk en Poelman. Eerstgenoemde hield vol, dat kiesrecht-hervorming urgent was; de heer Poelman bleef aandringen de zwakken te steunen door wettelijke voorziening, wat, constateerde de heer Van Houten, sedert lang in de bedoeling en het streven der liberalen lag. Na verdere replieken, stelde de heer Tijdens deze motie voorDe Kamer, van oordeel dat uitbreiding van kiesrecht, voor zoover de grondwet die toelaat, voorwaarde is van blij vende verbetering, verzoekt de regeering nog in dit of in het begin van het volgend zit tingjaar een daartoe strekkend wetsontwerp in te dienen. De heer Keuchenius betoogde dat deze regeering veel geschikter is voor de oplossing der quaestie aangaande de scheiding van kerk en staat dan de vorige. Verder vereenigde de heer Keuchenius zich met de denkbeel den van den heer Poelman en bestreed hij de motie-Tijdens. De regeering moest vertrou wen genieten omtrent hare toezeggingen. De heer De Mejjier bestreed sterk de motie- Tijdens. Dinsdag te halftvvee voortzetting. SCHIEDAM, 28 November 1891. De regeering heeft het voornemen teeke- ningen en eenige voorwerpen in te zenden op de te Parijs in 1892 te houden tentoon stelling verbonden aan het internationaal congres voor binnenscheepvaart. Een som van f1500 is voor zulk een inzending aan de Staten-Generaal aangevraagd. Door aanstelling van geschikt hulppersoneel zal de minister van waterstaat trachten, altijd met inachtneming van de belangen van het verkeer, geleidelijk de Zondagsrust voor de postambtenaren te bevorderen. Daar gebleken is, dat aan de circulaire van den minister van binnenlandsche zaken van 22 Mei 1890, om de Nederlandsc'ne werk lieden te waarschuwen tegen het lokken naar Duitschland, geen genoegzame bekendheid is of wordt gegeven, heeft de tegenwoordige minister den commissarissen der Koningin in de onderscheidene provinciën verzocht, ander maal de aandacht der buigemeesters op die circulaire te vestigen, met aanschrijving om jaarlijks, ten minste in het na- en in het voorjaar, aan den inhoud dier circulaire, in het bijzonder door aanplakking gedurende geruimen tijd, de noodige publiciteit te geven en voorts om bij afgifte van verhuisbiljetten Eene Schets naar het laven. Naar het Hoogduitsch door Gregor Samarow. 43. Zij begon het er voor te houden, dat het ■niet het besluit van haren echtgenoot geen ernst was geweest, dat het arren moede en plotseling was opgevatook, dat hetgeen hij van het testa ment gezegd had meer als eene bedreiging dan als werkelijkheid moest worden opgevat. Ztj achtte het geheel ondenkbaar, dat hij zoo ver zou gaan met die begunstiging van een vreemde. Met al de lichtzinnigheid, die haar levenslang eigen geweest •was, en het inzicht van vele licht beweeglijke en hartstochtelijke karakters dat, wat zij wenscben, -ook waarschijnlijk is, twijfelde zij er nauwelijks aan, dat het haar ook hier gelukken zou hare begeerte door te zetten. Het werd haar zelfs een genot, het denkbeeld van den strijd te zullen aan vaarden tegen oogenschijnlijk onoverkomelijke bezwaren, tegen haren man, dien zij vreesde en tegen den graaf, dien zijn baatte, en in dien strijd ten slotte te zullen zegevieren. Zij peinsde lang en ernstig over de zaak, totdat zij eindelijk een middel meende gevonden te hebben, dat haar ontwijfelbaar de zege moest verschaffen. Vóór alles kwam het er op aan, eene toenadering tusschen Bianca en Koenraad te ver hinderen. Om haar, dit wist zij zeker, zou de ban- delsraad geen de minste verandering in zijne plannen maken de tegenwerking der jongelieden zeiven moest hem daartoe bewegen. Op zekeren voormiddag trad zij, ter opening van den veldtocht, de kamer van hare dochter binnen, hetgeen zij anders weinig en dan ten minste niet zoo vroeg deed. Het meisje hield zich bezig met eene aquarei- teekening, voorstellende het plekje met omgeving, waar zij het eerst in de armen van den graaf ge rust had en waar notaris Selben en Koenraad hen verrast hadden. De teekening was reeds grooten- deels voltooidmaar de vervaardigster scheen het niet met zich zelve eens te zijn, op welke manier zij aan het landschap leven zou geven, en telkens het was aan eenige donkere vlek ken te zien had zij de menschelijke gestalten, er op aangebracht, weer uitgewischt, Bianca zat met het penseel in de hand en keek droomerig over haar werk heen. Daar scheen zij aan een nieuwe invallende gedachte uitvoe ring te willen geven, zette eerst aarzelend, toen sneller, hare schets voort en er ontstond een hoofd met donkere oogen en zwartlokkig haar, dat zich vooroverboog tot eene andere in schets gebrachte gestalte. Ten zeerste verschrikt, keek Bianca van haren arbeid op, toen hare moeder binnentrad. Met eene snelle en schijnbaar onwillekeurige beweging was de pas geteekende schets uitgewischt en trad zij de onverwachte bezoekster te gemoet, Deze begroette haar met meer dan gewone hartelijk heid en sprak vLaat ik u niet storen, mijn kind ga gerust met uw werk voort. Ik ben slechts gekomen om naar Duitschland aan werklieden daarop bij zonderlijk de aandacht van den vertrekkende te vestigen, met aan teekening op het verhuis- biljet, dat dit geschied is. Door prof. Joest is in eene vergadering van het aardrijkskundig genootschap te Berlijn een voordracht gehouden over Neder- landsch Guyana, die ook hier te lande de aandacht verdient. Volgens hem zijn daar de joden de meesters van het land en is Suriname tegenwoordig niets andets dan eenejoodsche kolonie. De troepen hebben van den com mandant tot den jongsten luitenant slechts Israëlietische officieren en in de Koloniale Staten zijn van de 15 leden 13 joden, die allen tot de oppositie behooren. Deze joden stammen in hoofdzaak af van Portugeesch- Amerikaansche Israëlieten, die in 1644 uit Brazilië werden verbannen en onder aanvoe ring van zekeren Nassy naar Suriname trok ken. Zij vestigden zich in de joden-Savanne, waar zij zich in allerlei voorrechten mochten verheugen, zoodat zij zich al spoedig begonnen te ontwikkelen. Langzamerhand werden door hen plantages aangekocht, welke zij aan negers verpachtten, en in den loop der tijden zijn zij door vlijt, oppassendheid en spaar zaamheid de meesters van het land gewoiden, hoewel hun aantal slechts 1400 bedraagt. Men leest in de Nederlander onder het op schrift »de leerling door den meester bestraft": »De heer Domela Nteuwenhuis vergeet, dat zoolang de wereld bestaat en bestaan zal, er armoede geweest is en blijven zal. Hij heeft zich beroepen op de uitspraak van onzen Heer Jezus Christus, maar wanneer hij aan het eene woord van onzen Zalig maker zulke groote waarde hecht, dan moet hij ook waarde hechten aan een ander wat met u te praten, en dit kan onder de bezig heid doorgaan". Zij rolde een kleinen leunstoel naar de tafel en zette zich daarm neder, terwijl Bianca een weinig verlegen weder hare plaats innam, zonder nochtans met haren arbeid vooit te gaan. #Ha, ziedaar ons park riep mevrouw Bruck ner, terwijl zij de teekening door haar lorgnet vluchtig overzag. «Die plaats ken ik; gij hebt goed gekozenzij is waarlijk schilderachtig. Maak die teekening af en geef ze aan neef. Als 't kan, zet hem er dan zeiven op. Hij is met zijn karakteristiek uiterlijk nogal licht te tref fen." En zich in haar zetel achteroverwerpende en hare stem eene uitdrukking van innige deel neming gevende, vervolgde zij sDoeh hoor nu eens. Ik heb nooit meer met u gesproken over die netelige quaestie, waarbij uw vader zoo be slissend optrad. Dat kwam, omdat ik u den tijd wilde laten tot bezinning te komen. Maar einde lijk dient er toch eens over gepraat. De goede raad eener moeder komt nooit te onpas. Wij moeten zien, dis zaak weer in het reine te brengen."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 5