Sliitlm passage over te MalMri. "kennisgeving. N°. 7907. Eerste Blad. "ijf-en-veertigste Jaargang:. Versch nt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: T. ODÉ. Schiedam, den llden December 1891. Schiedam, 12 December 1891. Het was een drukke dag voor de Parijze- •naarstoen de lijkdienst van Dom Pedro ex-keizer van Braziliëcommandeur van de •orde van het Legioen van Eer, zou plaats hebben. De laatste qualiteit gaf recht op een begrafenis met militaire eerbewijzingenen die zijn dan ook zonder eenig voorbehoud gebracht. De troepen der Fransche republiek hebben geassisteerd bij den plechtigen op tocht, die het lijk van den overleden keizer van het sterfhuis naar de Madeleinekerk te Parijs en van daar naar het station bracht waar de trein gereedstond om het stoffelijk •overschot van dezen goeden man naar Por tugal, het land zijner vaderen, de Braganza's -te voeren. Hij was een tragische figuur^ deze over leden keizer. Hij beminde zijn land en trachtte het te ontwikkelen. Zelf ondernam hij, om zijn geest te ontwikkelen, herhaaldelijk reizen maar Europa. Daar kon mei. hem vinden bij de .zittingen der roemruchtige Fransche academie, maar men kon hem ook in ons land in een ge wone lagere school zien, vol belangstelling, vol minzaamheiden den onderwijzer zijn .portret tot aandenken schenkende.Hij droomde zooveel voor zijn half barbaarschhalf be schaafd landhij schafte de slavernij af, hij -wilde zijn volk vooruitbrengen op elk ter rein daar komt de omwenteling, en de Brazilianen verklaren hun keizer ver vallen van zijn waardigheid; zij roepen de republiek uiten de keizer gaat heen schijnbaar kalm vertrekt hijmaar zijn land was hem lief, en stilletjes, onop gemerkt weet hij een zak zand te verzame len van den bodem van Brazilië. Als hij eens ver van zijn keizerrijk verwijderd sterft, wil hij rusten op den grond van het land, dat hij heeft liefgehad. En als de Fransche republi keinen deze bijzonderheid vernemen, verhef fen zij hoog den naam dezes mans, en zij ontblooten zich de hoofden," als zijn stoffelijk overschot langs hen heen wordt gevoerd, en ze roemen hem edel en groot! En als in het land, dat hem verstoot, de tijding van zijn overlijden komtsluiten o. a. in de hoofdstad Rio Janeiro de winkels, de vlaggen woiden uitgestoken hal verstok, en men spreekt er \an, hem ter eere een gedenkteeken, een standbeeld op een der pleinen van de hoofd stad op te richten. Hebben we met krank zinnigen te doen in het laatste decennium dezer eeuw Honderd jaar vroeger sloeg men den koning te Parijs het hoofd af, een schan delijke bladzijde in de geschiedenis van Frankrijk; in 1891 wil men in Brazilië een standbeeld voor een vei dreven keizer oprichten geen roemrijke bladzijde in de geschiedenis van Brazilië. Kinderen, kinderen blijven de mensehen, en een verstandig aan- 0ewende roede is het instrument, waarmede zij nu en dan getuchtigd moeten worden. Dom Pedro, ex-keizer van Brazilië, heeft te Parijs als man van karakter geleefd. Moest Alphonse Daudet zijn werk x>De koningen in ballingschap" nog schrijven, hij zou, naast al de nietelingen, die hij teekende, in Dom Pedro een persoon hebben gevonden, die aan zijn werk het cachet van adeldom had verleend. Milan van Servië en Pedro van Brazilië hebben gelijktijdig in het republikeinsche Parijs gewoond. Parqs zal over beiden oordeelen. De Duitsche rijkskanselier Caprivi is in den Rijksdag weder aan het woord geweest, ruim anderhalf uur achtereen. Hij kwam er om de beraadslaging over de handelsverdragen in te leiden. De conservatieven, de jonker partij, in 't algemeen de voorstanders van beschermende rechten zijn zeer tegen deze tractaten gekant, omdat verscheidene invoer rechten verlaagd worden. De Kreue-Zeitung streng conservatief, spreekt openlijk een afkeurend vonnis uit over Bismarck, den grooten voorstander van beschermende rech ten, omdat deze niet op zijn post is, om de handelsverdragen, welke het blad verderfelijk acht, te bestrijden; maar Bismarck is niet verschenen om ziekte, naar het heet. De rijkskanselier heeft met veel talent gesproken; hij wees er op, hoe moeilijk het was, het rijk van de noodige voedings middelen te voorzienhij wees op Rusland, van waar niets kon betrokken worden, en toonde aandat men van de Vereenigde Staten concessiën had verkregen. Voor het volk zegt het veel, dat het invoerrecht op tarwe en rogge van 5 mark op 3Vs wordt teruggebracht. Het hooge invoerrecht op genoemde graansoorten kon op den duur niet in stand worden gehouden. Bovendien was een verlaging van dat recht reeds daar om noodzakelijk, wijl men zicli anders bij een algemeenen oorlog onmogelijk van het noodige zou kunnen voorzien. Voorloopig zijn tractaten gesloten met Oostenrijk-Hon- garije, België en Italië; met Spanje hoopt men ook tot overeenstemming te komen. Bovendien zullen, naar beweerd wordt, nog onderhandelingen worden aangeknoopt met Nederland en Denemarken. De groote massa zal met vreugde de aanneming dezer over eenkomsten 2ien. Aan de opdrijving van de prijzen der eerste voedingsmiddelen wordt paal en perk gesteld, en daar de duur der tractaten over jaren loopt, kan het volk de toekomst met eenige gerustheid te gemoet zien. Maar daar zit juist de knoop, de groote grondeigenaais zien zich door de trac taten ia hun belang benadeeldze zouden deze overeenkomsten gaarne wijzigen, als ze ten minste niet in haar geheel kunnen ver worpen worden. Maar de Rijksdag staat voor het feit, dat veranderingen in hetgeen voor gesteld wordt, niet worden toegelateu, en dat de stemming niet zal loopen over ieder tractaat afzondei lijk, maar over alle geza menlijk. Het vuur werd in den Rijksdag geopend door een conservatief van den echten stempel, die o. a. niet onduidelijk liet doorschemeren, dat hij geloofde aan verkeerde raadgevingen achter de schermen, waaraan de keizer en de kanselier beiden gehoor verleenden. Toen is de kanselier boos geworden hij greep naar zijn zwaard en stampte er mede op den vloer. Misschien wist hij reeds van de geruchten, dat te Berlijn zich een comité van anti semieten heeft gevormd, dat zich met geest verwanten in Oostenrijk tracht te verstaan over een bestrijding van de handelspolitiek, welke nu door beide rijken staat gevolgd te worden. Lang zal de wereld niet in onzekerheid behoeven te blijven omtrent deze merkwaar dige beweging. Immers, er is besloten de ontwerp-tractaten niet naar een commissie te verzenden. Ze zullen dus waarschijnlijk nog vóór Kerstmis in stemming komen. Goed voorgaan doet goed volgenwie weet, of we niet staan voor nog grootere wijzigingen in de handelspolitiek, die tot verbetering van den economischen toestand in de beschaafde wereld kunnen strekken. Met meer dan gewone aandacht zijn zeker de begrootings-debatten in onze Tweede Kamer gevolgd. Ze kenmerken zicii door groote hoffelijkheid en welwillendheid tegenover de regeering. De ministers, die tot heden in het vuur kwamen, die van buitenlandsche zaken, justitie en binnenlandsche zaken, hebben ge toond, volkomen op de hoogte van hun moeilijke taak te zijn. Geen weifeling in hun optreden, geen achterdeuren opengehouden, geen slingers om den armpositief is elk antwoord, dat gegeven wordt. Of echter, trots de aansporingen tot zelf beperking, die de voorziter gedurig lot de leden richt, liet werk zoo vlug van stapel zal gaan, dat ook de Eerste Kamer op Oudejaarsdag de begrooting zou afgehandeld hebben, valt te betwijfelen, en dit is jammer. Jarenlang heeft ze de eerste dagen van het nieuwe jaar daaraan moeten wijden; negen op zijn hoogst tien dagen staan de Tweede Kamer ten dienst, en binnenlandsche zaken is nog niet afge handeld; oorlog, marine, koloniën, financiën, de wet op de middelen staan op de agenda; in ieder geval, wat reeds afgehandeld is, geeft stof tot voldoening. Binnenlandsche Berichten. SCHIEDAM, 12 December 1891. Op last van het ministerie van binnen landsche zaken zijiri thans bij de firina "Van Weelden en Mingelen te 's-Gravenhage ook in druk verschenen de uitkomsten der 7e algemeene volkstelling, voor zooveel het rijk betreft. Alleen de beroepsstatistiek is daar onder niet opgenomen. Hieruit blijkt, dat in Nederland op 31 Dec. 1889 bestonden 811,353 bewoonde en 35.680 onbewoonde woonhuizen, 2264 woonhuizen die in aanbouw waren, en verder 9784 be woonde schepen. Bij de telliug waren aanwezig 2,144,111 mannen en 2,227,382 vrouwen. Tijdelijk afwezig 84,376 mannen en 55,546 vrouwen, hetwelk een totaal geeft van 4,511,415 be woners. Het getal huisgezinnen bedroeg 910,930, wier leden verdeeld waren als volgtmanne lijke hoofden van gezinnen 787,824, vrouwe lijke id. 123,106, kinderen 2,199,492, per sonen in dienstbetrekking 228,497 (waarvan mannen 70,520, vrouwen 152,977), overige leden der gezinnen 1,024,151afzonderlijk leefden 26,091 mannen en 40,894 vrouwen. De bevolking van gestichten en andere instellingen onder éen bestuur te zamen wonende, bestond uit 47,970 mannen en 33,390 vrouwen. In oppervlakte besloeg het rijk 3,253,826,52 hectaren, d. i. 1368,49 inwoners per 1000 hectaren Naar <fe geloofsbelijdenis was de bevolking van Nederland verdeeld als volgtNeder- abosnkmentsphijs, per kwartaal franco per postdoor het geheele Rijk Afzonderlijke nominers f 1.85. - 2.50. - 0.10. BÜKEAl'! B OTË B8TRAAT, B 2Ï. Advertentieprijs: van i—10 gewone regelv met inbegrip van eene Courantf A 10. Tedere gewone regel meer- <>10 Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Burgemeester en Wethouders van Schiedam brengen ter openbare kennis, dat de MALLEBRUG, wegens nood zakelijke herstelling, op Maandag den ldlden December a.s., en zoo nor dig op volgende dagen, voor de passage geheel gesloten zal zijn. "Burgemeester en Wethouders voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE. De Secretaris, VERNÈDE. De burgemeester van Schiedam, Biengt bij dezen ter kennis van de Ingezetenen: Dat de kohieren voor de Belasting op het Per soneel No. 7 en 8 dezer Gemeente over het Dienst baar door den Heer Provincialen Inspecteur der Directe Belastingen te Rotterdam, op den lOn December 1891 executoir verklaard en op heden aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter in vordering zijn overgemaakt. Voorts wordt bij dezen herinnerd, dat een ieder verplicht is zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet. te voldoen; alsmede dat van heden af de termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames tegen dezen aanslag behooren te worden ingediend. En is hiervan afkondiging geschied, waar het be hoort, den 12n December 1891. De Burgemeester voornoemd, VAN DIJK VAN MATENESSE,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1