A°. 5892.
Maandag 11 Januari.
N° 7925.
Eer si e Blad
Zesenveertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag.
UITGEVER: J. ODÉ.
Aan de lezers.
Ter regeling1 der oplaag van liet
Geïllustreerd Zondagsblad worden zij,
die er zich op wenschen te abon-
neerenbeleefd uitgenoodigd zoo
spoedig mogelpk bet in teekenbiljet,
van naam ert woonplaats voorzien,
bij den ondergeteekende te doen
bezorgen.
J. ODÊ.
Biiinenlaiidschc Berichten*
GOURA
*fKiNmf»KNTM'«IJS( i«!r kwarnuü
franco pei post, door tiet geliwHe fUjit
Afeonilci lijke miirMn-'r-
- 2.50,
- 0.10.
n U It ES ,1 I1 KOTKRftTKAiT, G 3 7.
AiivrittmitpRIJS; «tin 1to K«mu« met
inbegrip van eene Courant. f 110,
tedere gewone regel meer - I). 1 (I
[Irikhaai. geplaatst wnnlt tegen twee tl* At. he rek-mi
Schiedam, 9 Januari 1892.
Vervolg.)
De handelwijze van keizer Napoleon met
"betrekking tot de oprichting van liet koninkrijk
Holland was een kolossaal stuit brutaalheid.
"Tegen den admiraal Verhuell heette betseen
verandering in de staatsregeling der Bataaf-
sche republiek was noodig, omdat door de
instelling van een erfelijke regeering met een
prins uit het Fransche vorstenhuis aan het
hoofd, voor altijd aan eenige mogendheid de
lioop zou ontnomen worden liet Huis van
Oranje en de republiek te herstellenliet
was de wjl van Z. M. dat zijn broeder prins
Louis het erfelijk bewind opgedragen of de
republiek bij Frankrijk ingelijfd werd.
Den 25sten April kwam een commissie, be
staande uit de heeren Verhuell, Gogel, Sty-
ruin, mr. "W. Six, te Parijs, waar zich onze
gezant te Parijs, Brantzen, bij hen aansloot.
Nog Uienzelfden avond ontving de keizer Ver
huell; hij moest trachten Z. M. van zijn voor
nemen met de republiek te doen afzien, doch
al zeer spoedig werd hem toegesnauwd, dat
als de Hollanders niet wilden toegeven aan de
goede voornemens, welke bij, de keizer, voor
ben koesterde, hij hun een zijner generaals
zou zenden, den maarschalk Davoust of Soult
om hen te regeeren, daar zij toonden een
Franschen prins onwaardig te zijn.
Den volgenden morgen werd de geheele
•commissie door Talleyrand ontvangen; de
toon van den minister was niet veel beter
dan die van zijn vorste lij ken meester; bij ein
digde met te zeggen, dat als binnen acht dagen
uit Den Haag geen last was ontvangen, dat
de commissie om prins Louis als koning moest
verzoeken, de keizer tot de strengste maat
regelen de toevlucht zou nemen.
In welk een toestand de leden der com
missie verkeerden, blykt uiteen schrijven van
den gezant Brantzen aan den heer Van der
Goes, secretaris van staat voor buitenlandsche
zaken: pWij zijn verlorenzoo niet dafleljk
autorisatie wordt gegeven om prins Louis te
vragen.
Men zal ons niets vergen, maar ons onder
ling laten verderven en ons dan incorpo
reeren zoo is de stand van zaken. Ik schrijf
de waarheid; dringt 't met uw vrienden
krachtig door, menageert -niemand om 't welzijn
van one arm vaderland."
Er schoot dus niets over, dan in 's keizers
eisch te berusten Bovendien werden te Parijs,
buiten weten van den raadpensionaris Schim
mel penninek een tractaat en een staatsregeling
voor het koninklijk gei eedgemaakt, en door
Talleyrand en de leden der Hollandsche com
missie geleekend. Schïmmelpenninck was diep
verontwaardigd, toen men hein deze staats
stukken toezondhij wilde zich ook niet be
lasten met het indienen daarvan bij liet
Wetgevend Lichaam in Den Haag.
En de nieuwe koningï Hij was, in éen
woord, buiten alles gehouden. Diep veront
waardigd weigerde bij, toen de Hollandsche
deputatie hem verzocht de kroon te aanvaar
den doch hij mocht tegenstribbelen, zooveel
liy wildede keizer verklaarde hem, dat hij
de kroon reeds voor hem had aangenomen
en dat h" hem niet had geraadpleegd, omdat
een onderdaan niet weigeren mocht te gehoor-
samen.
Hierop volgde nog een nkte van brutaliteit
zonder wedergade. De minister Talleyrand
las aan Louis en zijn vrouw Ilorteu-e het
gesloten tractaat met Holland en de consti
tutie voor. Prins Louis merkte hierbij aan,
dat hij na een enkele voorlezing niet kon
oordeel en over een zoo belangrijk onderwerp,
dat bij, vreemd zijnde aan de onderhande
lingen en werkzaamheden, die plaats gehad
hadden, niet weten kon of men hem niet
meer deed beloven dan hem mogelijk was te
houdentoch moest hij de kroon aannemen.
Hij was niet in slaat zooals zijn broeder
Lucien, zelfstandig op te treden legen Napo
leon, die zijn opvoeding had bekostigd, en
zich niet ontzag, Item dit telkens voor de
voeten te werpen.
Om de comedie te volmaken, moesten de
leden der Hollandsche commissie in plechtige
audiëntie Z, M. keizer Napoleon verzoeken
als verlegen woord ige rs van hun volk. de
keuze van zijn broeder prins Louis, tot hoofd
van de republiek, als koning van Holland
goed te keuren. "Verhuell drukte verder de
hoop uit, dat Holland de dagen van zijn ouden
roem en voorspoed mocht terugzien, nu het
»voor altijd verzekerd was van de welwil
lendheid van den grootsten monarch en door
zulke innige banden verbonden was aan zijn
uitgestrekt en onsterfelijk keizerrijk".
De keizer stemde toe, en zich tot zijn
broeder wendende, zeide hij sGij, prins, aan
vaard de regeering over dien natie. Schenk
haar vorsten, die haar vrijheden, wetten en
godsdienst beschermen, maar blijf vooralle»
Fran&chman. De waardigheid van ConnetaMe
van het keizerrijk wordt door u en uw afstam
melingen behouden; zij schrijft u de plichten
voor, die gij jegens mij te vervullen hebt
benevens het gewicht, dat ik hecht aan liet
behoud der vestingen, welke het noorden
mijner staten beschermen en die ik u toe
vertrouw".
Inderdaad zeer aangenaam voor de leden
dei' Bataafse he deputatie, zulk een toespraak
aan te hooien 1
En de nieuwe koning? Ilij antwoordde:
adat sign lenen en zijn. wil den keizer be
hoorden dat hij de regeering over Holland
zou aanvaarden, omdat de Hollanders snik»
verlangden ett dat zijn Majesteit het hem
beval, dat hij alle achting gekregen had voor
het karakter en de hoedanigheden van de
Bataafsche natie, toen hij in de gelegenheid
was geweest haar goede eigenschappen te
waardeeren en dat de aan zijn hoede toe
vertrouwde vestingen, die het rijk in het
noorden dekten, goed bewaard zouden worden.
Wie in het rijksmuseum te Amsterdam
het portret van kouing Lodewijk lan Holland
beschouwt, vermoedt niet, dat hij daar de
afbeelding van een ongeveer dertigjarige voor
oogen heeft. Diezelfde man, m het Hollandsche
spraakgebruik ylamme Louh" genoemd, was
een man van karakter, een man, die eenmaal
tot een troon geroepen, werkelijk koning
wilde zijn. En dit was nu juist niet, wat
Napeleon wilde. Zijn broeders mochten koning
zijn, maar geen koning, roi souverain, wel
vassal, roi-préfet, altijd ondergeschikt aan den
grooten meester. r's Keizers wil was: blijf
vóór alles FranschmanLouis' daden zeiden
ik ben vóór alles Hollander.
Hierin lag de grond van de tweespalt
tusschen de beide broeders, die zich weldra
in verschillende regeeringsh an delingen open
baarde."
Den 18n Juni 1806 kwam het koninklijk
gezin onder liet gebulder van het geschut
in de Koekamp en het spelen van het canïllon
op het Huis ten Bosch te's-Gravenhnge aan.
uDe ontvangst door het volk was koelen
doodscli. Kalme berusting en doffe onver
schilligheid, zoo wordt de toe-tand het best
gekenschetst. Het beste was zooveel mogelijk
pa: j te trekken van een toestand, waaraan
toe niets te veranderen viel.
De onafhankelijkheid was ten minste bij
het tractaat van 24 Mei 1806 gewaarborgd".
De oud-Ilollandsche geest sliep echter niet
geheel. Kort vóór de komst des kouings ver-'
schenen er twee geschriften, die vooral te
Amsterdam en Den Haag veel opspraak en
beweging verwekten, Het eerste, waarvan
op hoog bevel de verdere uitgaaf verboden
werd, droeg den titel van y> Oproeping aan
het Bataafsche volk. Het tweede was een
gedicht vao Helmers, getiteldFragment
uit een onuitgegeven treurspel".
De Oproeping" was van de hand eener
jongedame. Het gedicht van Helmers
was hoogdravend genoeg en begon aldus
„Het vonnis is geveld; ja Grieken, gij wordt Slaven
„Leert nu in *t juk getrouw, op 's vrcemdlings wea-
(ken draven.
„GO'ïnAristides' kroost, E pain iao inlas' teelt,
„Wordt thans als roovers bnit door 's roovers klauw
(verdeeld."
Een Hollandsch man vond zeker die beeld
spraak wel wat kras voor gewone menschen,
en veranderde bovenstaande regels aldus:
„Het vonnis is geveld, uw lot beslist Bataven!
„Leert nu gedwee in't juk, op 's vree millings won-
(kco draven,
„De Kuiters nageslacht, der Trompen heldenteelt,
„Wordt thans als roovers bult door 's roovers
(klauw verdeeld."
Men verhaalt, dat koning Lodewijk, met
dit vers in kennis gesteld, zich tegen elke
vervolging verklaarde. Later evenwel stond
Helmers bij de Fransche politie met een
zwarte kool aangeteekendin 1812 werd
een bevel tot zijn gevangenneming uil Parijs
afgezonden. De dood ontrukte hem echter
aan alle vervolging.
De middelen, die den nieuwen vorst wer
den veislreht om in zijn beogen stand waar
dig te kunnen leven, waren tamelijk ruim.
Behalve de paleizen in Den Haag, het Iluis
ten Bosch en Seestdijlt, werd hem een in
komen van vijfmaal honderd duizend gulden
verzekerd. De Wet van den Slaat vei*zekei*de
daarenboven aan den koning een jaarlijksche
som van vijftienmaal honderd duizend gul
dens Hollandsch Courant Geld, iedere maand
bij twaalfde gedeelten te betalen.
Men ziet, Hollands rijkom werd niet ge
ring geschat,
Slot volgt.)
SCHIEDAM, 0 Januari 1S92.
In de pakhuizen alhier bedroeg de voor
raad koffie op 1 Januari jl. 900 balen op
Cedel en '10003 balen onverkocht. De voor
raad tin bedroeg 1832 blokken, onverkocht.
Wij vernemen, dat voor de eerste uitvoe
ring in dit seizoen van de alhier gevestigde
afdeeling der maatschappij tot bevordering
der toonkunst, door hare zangvereeniging
»Euterpe" op Dinsdagavond!9 Januari a.s. is
gekozen sAsclieubriideT'. Dit werk wordt door
de werkende leden, die het in studie namen
onder leiding van hun verdienstelijken direc
teur den heerL. F. BrandtsBuijs, hooggewaar
deerd. De poesie van het onvergetelijke kin
dersprookje »Asscliepoester" wordt dooi'den
componist Heinrich Hofmann op zulk een
wijze vertolkt, dat de sympathie van den man
zich vereenigt met die van het kind.
De uitvoering zal plaatshebben metfchtvier-
accompagnement en met medewerking van
den heer Orelio, eerste solo-bariton van de
Hollandsche opera, die de party van den ko
ning zal vervullen, en van dilettanten, die.de
overige solo-partijen welwillend op zich lieb-