11.
A0. 1892
Maandag 22 Februari.
N°. 7955.
Eerste Blad.
esenveertigete Jaargan g.
Verschijnt dagel ks, uitgezonderd Dinsdag.
uitokveuTY. ODÊ.
AtivKRTENTiRrmts: »»n l10 gpvwuf f-g-i* met
inbegrip tmc .»ene Courant
Iedere gewone regel meer
Oft if kam. geplaatst wordt tegen TW ER si am, berekend
Schiedam 20 Februari 1892.
We hebben bij gelegenheid van de invoering
van het nieuwe tarief in Frankrijk op 1
Februari j.l., waarbij alle accijnzen en invoer
rechten verhoogd zijn, allerlei nieuwtjes
kunnen lezen. We vernamen van verbazende
hoeveelheden koopwaren, vooral wijnen uit
Spanje, die nog vóór dien datum over de
grenzen waren gebrachtwe lazen van een
stoomboot, waarvan de lading, was het schip
•ook maar enkele minuten later binnenge-
ikorrien, met honderdduizenden francs meer
zou zijn belast, dan thans het geval is; maar
"thans vernemen we erger dingennog slechts
weinige dagen zijn op den lsten Februari ge
volgd, en alle levensbehoeften zjjn in Frankrijk
reeds in prijs gestegen, zelfs die, waarbij
■de rechten niet zijn verhoogd, en ofschoon
natuurlijk vooraf, onder het oude, iagere
tarief veel was ingeslagen. De tusschen-
persouen en de kleinhandel slaan hun slag
tot groote ontevredenheid van de burgerij,
•die het betalen moet. Het vleeseh is reeds
zeven en een halve cent duurder geworden
het bier is insgelijks in prijs gestegen. En
ofschoon nu de protectionnisten, dat zijn zij,
door wier medewerking het verhoogde tarief
is tot stand gekomen, klagen en beweren,
dat deze prijs verhooging de schuld is der
winkeliers, wier inhaligheid en de verlioogiog
der rechten eenige malen aan hun klanteu
in rekening doet brengen, ze delven daar
hun schuld aan den ingunstigen toestand
niet uit.
Gelukkig voor de arbeidende klasse, als
het waar is, wat de heer Leroy-Beaulieu
beweert, dat ia Frankrijk de rijken gestadig
armer worden, terwijl de welvaart der arbei
dende klasse toeneemt; deze kan dan ten
minste eenigszins tegen de stoot en, die ze als
gevolg van de handelspolitiek der regeering
ontvangt,
In liet bekeode werk over Amerika, door
den lieer George van Siclen In onze taal over
gebracht, komt natuurlijk ook de quaestie voor
van tarief en inkomende rechten. Vóór enkele
aren zijn in de «Zegevierende Republiek",
zooals de schrijver en de vertaler van het
bedoelde boek haar noemende inkomende
rechten aanzienlijk verhoogd. Echt Ameri-
kaansch is de wijze, waarop deze zaak wordt
besproken. In Brit tan je, zoo heet liet, wordt
vee! gesproken over de tariefpolitiek der repu
bliek, maar ik vrees dat de uitkomsten van
die staatkunde slechts weinig begrepen wor
den. De algemeene indruk isdat de inko
mende rechten zoo buitensporig hoog zijn
dat zij den handel tusschen de oude en nieuwe
landen ernstig nadeel toebrengen.
Dit is zoo ver vanwaar, dalBrittanjegeer,
klant heeft, aan wien het zooveel van zijn
fabriekgoederen verscheept, noch een met wien
zijn handel zoo snel aangroeit. Deze zooge
naamd itoog beschermde en zwaar belaste
republiek voert meer Britse he goederen in
dan eenig ander volk. Hier zijn de cijfers
over 1883, dat voor den Amerikaanschen
handel geen voordeel tg jaar was; Brittanje
zond in dat jaar goederen naar Indtë, die
geschat werden op eene waarde van 24
mil Hoen pond sterling, naar Du itsch land voor
19 millioen, naar Frankrijk voor 18 millioen,
naar de Vereenigde Staten voor 27 millioen.
Om te zien hoe verbazend veel deze repu
bliek van Brittanje koopt, hebben wij maar
haar aankoopen van andere landen hier tegen
over te stellen. In 1882 zond Frankrijk voor
18 millioen pond, en Duitscldand voor 11
millioen pond aan koopwaren naar Amerika,
Engeland alleen daarentegen voor ruim 39
millioen pond.
We laten hier nog een merkwaardige rede
neering volgen, die van te meer belang is,
omdat ze van een zijde komt, die in de
Yereenigde Staten gezag heeft:
Brittanje moge, óf Frankryk, óf Duitsch-
tand, ja zelfs beiden tegelijk als koopers ver-
li »zen en zijn handel zou niet zoo zeer geknakt
worden als door het zich onttrekken van den
veel beleedigden Amerikaan. Wordt het geen
tjjd, dat de Engetsche Monarchie een weinig
om dit feit deukt en dat zij zich een weinig
beter gedraagt tegen haren oppassenden telg,
dte jaar op jaar zijne klandizie uitbreidt en
van hare fabrieksgoederen meer neemt, dan
van aite andere landen De vryhandelsquestie
in Amerika is een vraagstuk, dat niet binnen
het bereik ligt van de p tactische staatkunde
van het thans levende geslacht. Om het op
te lossen, zïja er een of twee wegen te volgen
óf de landsinkomsten moeten verkregen wor
den door verhoogde directe belasting, óf er
moeten enorme rechten geheven worden op
de eenig noodzakelijke levensbehoeften, die
Amerika groeien deels invoert, zooals suiker,
koffie, etc.; geen van beiden is waarschijnlijk.
Een nieuw invoerrecht op het voedsel van het
Britsehe volk is even waarschijnlijk als op dat
van het Amerikaanschezelfs verklaarde de
^vtocratische president Cleveland in zijne
eerste boodschap aan liet Congres, dat de
eerste reductie in het tarief zoude gemaakt
worden op de rechten, die thans op de nood
zakelijke levensbehoeften worden geheven. De
geheele strekking is in deze richting. Het
tweede gevolg zoude zijn de schatkist te vullen
door middel van directe belastingen; dat is
de deate standaard en de Republiek zal er
zeker, in den loop harer geschiedenis toe
kotneu om dien standaard te volgen en dan
eene andere geavanceerde politieke les geven
aan anderen; tot dusverre heeft geen natie
ooit getracht dit zelfs nabij te komenklaar
blijkelijk is het niet voor onzen tijd of ons
geslacht.
Wat is dan de mogelijke en by gevolg de
eenig waarschijnlijke uitkomst der tarief-
bespreking? Niets, buiten eene mogelijke
trapsgewijze reductie van rechten met
tusschen rui uiten van eenige jaren, v'yf of zes
percent bijvoorbeeld iedere tien jaar, maar
deze reducties zullen, in liet algemeen ge
sproken, slechts op zulke artikelen worden
gemaakt, welke hier met 'oordeel kunnen
worden gefabriceerd, en goedkooper dan de
bestaande rechten; evenmin zullen de rechten
verlaagd worden tol zulk een peil, dat de
binnenlandsche fabrikage er schade door
zoude kunnen lijden. De vraag is nu niet,
welke politiek beter zoude zijn voor eene
nieuwe natie, vrijhandel of bescherming, maar
wat moet men doen met betrekking tot de
verbazend groote menigte van fabrieken, de
grootste ter wereld, zeoals wjj gezien hebben.
Zij zij ii onder zekere voorwaarden in het teven
geroepen en zjjn ermede opgegroeid.
Het conservatieve element der Democratie
is zoodanig hiervan doordrongen, dat men
veilig kan voorspellen, dat er wel gezorgd
zal worden, den thans bes taanden toestand
niet plotseling te veranderen. Ik hoor dik
wijls in Europa verwondering uitdrukken,
dat de groote menigte van vei bruikers zoo
geduldig de extra kosten draagt op datgene,
wat zij koopt, als een gevolg van de zware
invoert echten. De uitlegging is tweevoudig;
ten eerste verspreiden zich de Jabri kanten
snel over de meeste staten; de zuidelijke
staten Alabama, Tennessee, Missouri en andere
bijvoorbeeld, zijn tiians om deze reden wer
kelijk protectionistische staten evenals Min
nesota en Michigan in het noord-weslen zijn
maar de tweede oorzaak ligt veel dieper.
Prijzen van artikelen worden in het algemeen
rdet langer door de buiten landsche, maar door
de binnenhtndsche concurrentie vastgesteld,
Een voorbeeld zal vele andere ophelderen
waarin de verbruikers zeer goedkoop konpen
wat zij noodig hebben, in vele gevallen zoo
goedkoop als de Eutopeanen, zonder betrek
king tot de rechten. De techten op stalen
spoorstaven zijn, Iaat ons zeggen, §17.50
(£3 lis.) per ton, marktprijs in Brittanje,
vrij aan boord Liverpoolhet totaal in
New-York, mits zij vrij vervoerd en daar voor
niets ontladen werden, zou nog S42..Ï0 of
218 40s, zijn. De spoorwegen va, Amerika
hebben geen moeilijkheden ondervonden in
koopon van honderdduizenden tonnen tegen
§28 (£5 12s.) en zij weten wei, dat, indien
een aanzienlijk deel hunner benoodigdheden
uit het buitenland moest komen, de kosten
er van veel hooger zjjn zouden.
In kleeding, op welk artikel vroeger het
grootete verschil in prijs bestond tusschen
de beide landen, staan nu de prjjzen onge
veer gelijk. Enkele vertrouwbare vrienden,
die ons bezochten, verzekerden mij, dal de
prijzen over het algemeen even goedkoop
waren als in liet moederland en in enkele
gevallen zelfs goedkooper. Buitenlandsclie
concurrentie is aanbevolen geworden, als bet
noodige en zekere geneesmiddel tegen de
buitensporige verdiensten van den binnenland
se hen (ahriekant ten koste van den verbrui
ker; zeer juist, maar datzelfde middel wordt
gevonden in de sterke binnentaudsche con
currentie, Wat den vreemdeling betreft,
zooais wij in het voorbeeld met de spoor
staven gezien hebben, kon de Amerikaansche
fabriekant twee-en-veertig dollars en vijftig
cents per ton voor rails gekregen hebben, die
hjj verplicht was voor acht-en-twintig dollars
te verkoopenhetgeen slechts de Britsehe
prijs was, (vijf-en-twintig dollars) meteenen
billijken prjjs voor transportatie naar New-
York en onkosten, die er op vallen, zonder
een cent meer voor de inkomende rechten.
Wat bewoog hem aldus te handelen en den
verbruiker spoorstaven af te leveren legen
acht-cn-twintig dollars An twoordbinnen-
landsche concurrentie.
Zelfs kochten onze monarchale vrienden in
Canada verleden jaar spoorstaven van A mei i-
kaansche fabrieken, omdat de prijs lager was
*miiwit«KNTSP«ns, per kwwrtsuil
franco per po<!tdflor liei geliee)# Rijk
ifioudei Ujke nouimers
1.H5,
- 2.50.
- 0.10
iCItGAP: lOTBRIfRI AT, E 2?,
MO.
De Commissaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland,
Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten
van den Oden Februari 1892, n". 86;
Gelet op art 11 der wet van den 13deo Juni
-1857 {.Staatsblad n" 87);
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij
voornoemd besluit door de Gedeputeerde Staten is
bepaald:
1". dat de uitoefening der jachten op waterwild,
opgenoemd in art. ID, Jitt. d, f. er: 4, der wet van
den l'Jden Juni 1857 {Staatsblad n°, 8"), wordt ge
sloten op Zaterdag den 12rfr» Maart aanstaande;
2'1. dat de uitoe'enmg van het wetspel van kwar
talen met steekgareti of vliegnet (art. 15, htt. e,
der bot enge noemde wet) is toegelaten van den
Sasten April aanstaande tot en met den 4de» J-uli
daaraanvolgende, doch dat het vliegnet in geen geval
tot het tirasseeret» vatt kwartelen tnag worden ge
bruikt
3e dat de visscberij in de binnenwateren, waar
onder ook worden verstaan rivieren door siutzen
afgeslote", sal rijn geslote» vati den 15de» Maart
aanstaande toten met den 1rtsnd«»t daaraanvolgende,
wet uitsondering
a. van de visscberij door middel van fu.ken, aal-
scharen, aal kor ven, dobbers en door peuren
naar aal en paling;
b. van de visscberij met de gebbe om kleine
vischjos te scheppen tot aas voor dobbers;
4°. dat het visschen met knilnetten, waaronder
eek behooreu anket kuilen en sfaalboomen, van den
isleit April «aanstaande tot den 15de» Juni daataan-
volgeiide i« verboden
5°. dat de konÜiedcn hunne kooieenden in dit jaar
moeten opsluiten of opbokken van het tijdstip der
sluiting van de jacht op eenden tot en met den
Sist ei April en van den 2de» Juli tot de opening
der jacht op waterwild.
Eu ral deze kennisgeving, in plano gedrukt, wor
den afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen
gebiuikclij si, alsmede in het iVeoótetaaï Blad en
in de dlederitindseha Staatscourant woideu geplaatst.
's-G rave nil age, den 12den Februari 1892.
Ce Commissaris dor Koningin voornoemd,
FOCK.