klasse. TL~ Minimum (inge sloten). "III." 1 Maximum (uitge sloten). IV. Midden- cijfer. V. Belast baar per centage. VI. Belastbaar bedrag. 1 f 500 f 600 f 550 40 f 220 o 600 - 700 650 45 - 292.50 3 - 700 - 800 - 750 50 - 375 4 - 800 - 900 - 850 55 - 467.50 5 - 900 - 1000 - 950 60 - 570 6 - 1000 - 1200 - 1100 65 - 715 7 - 1200 - 1400 - 1300 70 - 910 8 - 1400 - 1600 - 1500 75 - 1125 9 - 1600 - 1800 - 1700 80 - 1360 10 - 1800 - 2100 - 1950 85 - 1657.50 11 - 2100 - 2400 - 2250 90 - 2025 12 - 2400 - 2800 - 2600 95 - 2470 13 - 2800 - 3200 - 3000 100 - 3000 14 - 3200 3700 - 3450 100 - 3450 15 - 3700 4300 - 4000 100 - 4000 16 - 4300 - 4900 - 4600 -100 - 4600 17 - 4900 - 5600 - 5250 100 - 5250 18 - 5600 - 6400 - 6000 -100 - 6000 19 - 0400 - 7400 - 6900 100 - 6900 20 - 7400 - 8500 - 7950 -100 - 7950 21 - 8500 - 9800 - 9150 100 - 9150 22 - 9800 -11000 -10400 100 -10400 23 -11000 -13000 -12000 100 -12000 24 ■•-13000 -15000 -14000 100 -14000 25 -45000 -17000 -16000 100 - 16000 26 -17HOO - 20000 -18500 -100 -18500 27 - 20000 -23000 -21500 100 - 21500 28 - 23000 -26000 - 24500 1<:0 - 24500 29 -26000 - 30000 - 28000 100 - 28000 30 -30000 -35000 -32500 100 -32500 31 -35000 -40000 - 37500 400 -37500 32 - 40000 -46000 - 43000 100 -43000 33 - 46000 -53000 - 49500 100 - 49500 34 -53000 -61000 -57000 100 -57000 35 - 61000 - 70000 -65500 100 -65500 36 -70000 -80000 -75000 ■100 -75000 terwijl elkef'10.000 meer een hoogere klasse vormt met eeo belastbaar percentage van 100. Art. 9. Van het, in artikel 8 genoemd, belastbaar bedrag van eiken belastingplichtige wordt voor zijn kinderen beneden 16 jaar afgetrokken voor het eerste kind f80.— i> tweede t> - 60. t> derde -40.en s vierde -20. Inwonende oudere kinderen, die door voort durende gebreken niet in eigen onderhoud kunnen voorzien en niet belastingplichtig zijnworden als kinderen beneden 16 jaar beschouwd. Inwonende kleinkinderen, die niet belasting plichtig zyn, worden als kinderen beschouwd. Inwonende ouders of schoonouders boven 60 jaar, die niet belastingplichtig zijn, worden als kinderen beneden 16 jaar beschouwd. Inwonende ouders of schoonoudere, die door voortdurende gebreken niet in eigen onder houd kunnen voorzien en niet belastingplich tig zijn, worden ais kinderen beneden 16 jaar beschouwd. Als beslissend tijdstip ter bepaling van den leeftijd geldt het begin van het dienstjaar. De voortdurende gebreken" moeten door den belastingplichtige naar genoegen van burgemeester en wethouders worden bewezen. Art 10. De rangschikking en de aanslag geschieden ambtshalve. Het staat den belastingplichtige vrij, op het beschrijvingsbiljet de klasse aan te wyzen, waarin hij meent te moeten gerangschikt wor den, alsmede alle inlichtingen te geven, welke hem voor een juiste rangschikking wenschelyk voorkomen. Met een en ander kan rekening worden gehouden bij de ambtshalve rang schikking. Art. 11. Het dienstjaar loopt van 1 Juli tot 30 Juni. Art. 12. Die in den loop van een dienstjaar door vestiging of verblijf belastingplichtig wordt of door vertrek ophoudt dit te zijn, wordt naar tijdsgelang aangeslagen of ontheven over eenkomstig art, 245 der gemeentewet. Die op boven Vermel de, wijze belasting plichtig wordt en zij, die door eenig verzuim niet op de primitieve kohieren zijn geplaatst, worden op suppleioire kohieren gebracht. Art. 13. Na overlijden van een belastingplichtige ■wordt aan rijn erfgenamen, desverlangd, ont heffing van een evenredig deel van den aanslag door teruggave of afschrijving gegeven over de maanden van het dienstjaar na de maand, waarin het overlijden plaats vond. Indien bij overlijden van een belastingschul dige de ontheffing wordt verleend, is er be lasting verschuldigd voor genoemde maanden door de erfgenamen, die binnen deze gemeente hoofdverblijf of verblijf hebben, ieder voor zijn aandeel in de erfenis. Zij zijn tot het doen van opgave hiervan, te gelijk met de indiening van het verzoekschrift, verplicht. Art. 14. Behoudens de gevallen, in de artt. 12 en 13 omschreven, hebben omstandigheden, welke gedurende het dienstjaar verandering brengen in den toestand der ingezetenen, geen aanslag, vernietiging of wijziging van aanslag ten gevolge. Art. 15. Voor eik dienstjaar wordt voor ieder, die op 1 Juli vermoed wordt belastingplichtig te zijn of het wettelijk beheer te hebben over de goederen van een vermoedelijk belasting plichtige, aan zijn woning vóór 15 Juli een beschrijvingsbiljet uitgereikt, overeenkomstig een door den Raad vastgesteld model. Voor hem, die in den loop van een dienst jaar door vestiging of verblijf in de gemeente vermoedelijk belastingplichtig is geworden of het wettelijk beheer over de goederen van een vermoedelijk belastingplichtige heeft ver kregen, wordt zoo spoedig mogelijk een be sch rrjvingabilj et aan zijn woning uitgereikt. Art. 16, Ieder, voor wien aan ziju woning een be schrijvingsbiljet is uitgereikt, is gehouden op dat biljet de daarin gestelde vragen volledig en juist te beantwoorden, en deze beantwoor ding met zijn hand teek ening te bekrachtigen. Bij deze beantwoording kan worden verwezen naar die van het vorige jaar. Indien hij niet kan schrijven of indien hij verhinderd is, is hij verplicht, behoudens eigen verantwoordelijkheideen ander te machtigen tot invulling en onderteekening van zijn beschrijfingsbiljet en van deze mach tiging ten genoegen van Burgemeester en Wethouders te doen blijken. Het staat den belastingplichtige vry, op het beschiljvingsbiljet alle inlichtingen te geven, welke hem voor de juiste rangschikking wen- echelijk voorkomen. De teruggave of terugzending van het be schrijvingsbiljet kan in gesloten omslag ge schieden. In dit geval wordt ook het aanslag biljet in gesloten omslag toegezonden. Art. 17. De belastingplichtige of hjj, die het wette lijk beheer over de goederen van een belas tingplichtige heeft, is gehouden, indien hij geen besch rij vingsbiljet heeft ontvangen, hier van kennis te geven ter gemeente-secretarie vóór 1 Augustus, of ingeval van vestiging in de gemeente of verkrijging van zoodanig be heer, binnen éen maand. Art. 18. Hij, wiens biljet 14 dagen na de uitreiking niet is teruggehaald, is verplicht het uiterlijk 8 dagen na het verstrijken van dezen termijn ter gemeente-secretarie te bezorgen. Art 19, Bij het opmaken der kohieren doen burge meester en wethouders zich voorlichten door een commissie uit de ingezetenenjaarlijks door den raad te benoemen. Burgemeester en wethouders doen voor die benoeming een aanbeveling van dubbeltallen. De raad bepaalt het aantal leden dezer commissie en stelt haar instructie vast. Art. 20. De raad benoemt uit zijn midden éen of meer commissies, teneinde alle bjj hern inge komen bezwaarschriften van aangeslagenen over hun aanslag te onderzoeken en daarover aan hem advies uit te brengen. Deze commissies brengen geen advies uil dan na hem, die een bezwaarschrift heeft in gediend, in de gelegenheid te hebben ge steld, zijn bezwaren mondeling toe te lichten of te doen toelichten. Deze commissies bestaan uit vyf leden, van wie ten minste drie by het geven der toe lichtingen moeten tegenwoordig zijn. De leden onthouden zich in de gevallen, bedoeld bij art. 46 der gemeentewet, van het aanhooren der toelichtingen en het geven van advies. Er worden plaatsvervangende leden benoemd. Art. 21. De leden van den raadvan het college van burgemeester en wethoudersvan de commissie van voorlichting en de betrokken ambtenaren zin, ten opzichte van I iel geen bij het opmaken en het vaststellen der kohieren verhandeld is, tot geheimhouding verplicht. Art. 22. De belasting wordt in 10 termijnen betaald, die der suppletoirs kolderen kan in éen ter- m'yn invorderbaar gesteld worden. De vervaldagen der betalingstermijnen wor den door burgemeester en wethouders bepaald, Het staat den aangeslagenen vrjj, hun be talingen in eens of in grooter sommen dan de termij neu aanwyzen te doen. De verschuldigde belasting is dadelijk en in éen termijn verschuldigd, zoodra de aan geslagene de gemeente metterwoon verlaat, in staat van faillissement of van kennelijk onvermogen is verklaard of op zijn roerende of onroerende goederen executoriaal beslag is gelegd. terwijl hij den handels raad hij na angstig aanzag Vk vrees, dat da heer Walther niet komen zal den geheelen dug niet", «Den geheelen dag niet '1" vroeg de heer Biiick- ner. «Waarom niet 1 Weet gij. waar hij is 1" De goede man werd onrustig. Een oogerddik dacht bij eraan, dat Koenraad er toe had kunnen kooien zich te verwijderen teneinde aan Bianca hate volkomen vrijheid lenig te geven, zuoals hij haar beloofd had. «Ik vrees," hornare de boekhouder, nou meer aarzelend, «dat de heer Walther niet komen kan omdat omdat hem een ongeluk overgekomen is." «Een ongeluk 1" riep de handelsraad en liet zijn breed© hand zwaar op den schouder van den ai men boekhouder neerkomen. sja, een ongelnk. Men spreekt er var in de stad, maar de een zegt dit, de ander wat anders." «Wat vertelt men dan, waarvan spreekt men in de stad riep de heer Brttckner. «Spreek, ik moe alles weten I" «Nu dan." zeida de man, «nu mijnheer de han- delsraad het volstrekt wil weten mijnheer Wal ther is hedenmorgen vroeg uitgegaan en nu vertelt men in de stad, dat hij daarbuiten in het bosch je mat graaf Malsherg heeft gevochten, dat de graaf door het hart geschoten en dood gebleven is «En mijnheer Walther Nu t" viel de handels- raad in, doodelijk ontsteld en met wijd geopende oogen en mond. iSommigen bier teggen, dat zij mijnheer Wal ther uit een rijtuig in de villa hebben zien dragen, eok gewond. Generaal Brückner on de regiments dokter wat en bij hom en hadden hem naar het vet trek van den generaal gebracht." De slei kt» man beefde als een riet. Verder spreek verder!" riep hij. Om Gods wil, zeg mij alles wat gij weetIs hij dood 1 Zeg het dan spoedig «Neen neen," riep de boekhouder, «mijnheer Walther is niet dood. Daarvan spreekt niemand en het blaft Mies «til bij u aan huis. Do dokter is •r Sater nog eens geweest, zot -is men zegt, en als hij nu dood was, zouden wij het hier wel gehoord hebben." «Gij hebt gelijk," steunde nu de handels read, de armen wijd uitstrekkende als om lucht te geven aan zijn benauwde borst, «hij ie niet dood, hij kan niet dood zijn; dat zou te veel, dat zou meer zijn, dan ik dragen kon 1" Hij vroeg niet verder. Zonder zelf zijnen hoed te nemen stormde hij de trap af en liep, op niets of niemand lettende, den weg op naar de villa, tet wijl de boekhouder in de grootste verbaring den anders zoo deftigen en bedaard optredei en man nastaarde, Buiien adem en geheel ontdaan trad de hew Brürkner de spreekkamer van den generaal binnen, wiens oude bediende verschrikt opsprong, toen de binnenkomende zich op oen stoel wierp en op gejaagden toon uitliep; «Waar is Koenraad f Hoe gaat het hem T' «Mijnheer Walther slaapt," sprak de bediende met zachte stem, als om den handelsraad tot kalmte te stemmen; «de generaal is bij hem hij is buiten gevaar, maar op bet ©ogenblik kan Ik mijnheer den handelsraad onmogelijk binnen laten het zou den ziek© opwinden en zijn leven in gevaar brengen." De heer Brückner sprong op. «Niet toelaten I" riep hij heftig uit. «Maar ik moet hem zien en mij overtuigen van de waarheid van hetgeen gij zegthem in mijne armen slui ten, mijne hand op zijn hert leggen I" Hij scheen den ouden man ter zijde te willen stoeten, maar bezon zich en sprak, de hand tegen de borst drukkend «Doch geen overijling,.het kon hem scheden on het noodlot, dat mij vervolgt, zou mij nog tot moordenaar kunnen maken van een wezen, dat mij als laatste band nog aan dit leven bindt." Hij beval den dienaar om den generaal te roepen en zelf «enigen tijd diens plaats aan het bed van den kranke in te nemen, als dit zonder gevaar geschieden kon, {Wordt vervolgd.) Nommer der

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 6