A". 1892. Maandag 21 Maart. N°. 7975. Eer si e Blad. Zesenveertigste Jaargang, Verschijnt dage! ks, uitgezonderd Dinsdag. Binnenland se he Berichten. Abonnementsprijs, per kwartaal fr<tneo per post, door het geheele Rijk A tondel lij be iioinmers 1.85, - 2.5(1, UITGEVER: J. ODÉ. BCKEAWt BOIBKSTRAAt, E 2 7. AovKfttsNTtsr'RUs: 'ac l—|0 gewone regels met inbegrip van «ene Courant. /'t.fd. Iedere gewone regel meer- 0.10, D (uk ma ai. geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Schiedam, 19 Maart 1892. Over eenige dagen zal het kleine Naarden getuige zijn van een eenvoudige plechtigheid, die binnen zijn muren zal worden gevierd. Mannen vao naam op allerlei gebied zullen zich dan vereenigen op de plaats, waar het stoffelijk overschot rust van een man, dien men thaDs als een van de merkwaardigste figuren uit de zeventiende eeuw beschouwt. Op den 28n Maart zal het driehonderd jaar geleden zijn, dat Jan Amos Comenius werd geboren. Wie was bij Wat heeft hij gedaan Waardoor is zijn naam aan de vergetelheid ontrukt 7 Ziedaar vragen, wier beantwoording menigeen onvoldaan zal laten. Immers, Co menius heeft 2ich niet onderscheiden als krijgs man, niet als staatsmanniet als dichter. Hij is godgeleerde geweest, en heeft veel theologische werken geschrevenmaar hierdoor is zijn nagedachtenis niet bewaard gebleven. Comenius heeft den mensch bestudeerd, den mensch in zyn ontwikkeling, en hij heeft geleverd, wat vóór hem nog door niemand was beproefd te leveren: een stelselmatige onderwijskunde. Een seli ooi meester dus; als men wil, ja, waarom niet? maar dan toch een van buitengewoon talent, op wiens grond beginselen thans nog altijd wordt voortge bouwd, en wiens levensloop hem heeft ge maakt tot, wat dezer dagen een zijner ver eerders zoo naar waarheid van hem getuigde: seen man van smarten". Jan Amos Comenius werd den 28sten Maart 1592 te Nivnitz, een Moravisch dorp, geboren. Zijn ouders behoorden tot de Moravische broederschaphg verloor ze vroeg, en zijn opvoeding werd door de broederschap behartigd; daar ze voor de opleiding harer eigen leeraars te zorgen had, bestemde ze ook Comenius voor het leeraarambt Op zijn zestiende jaar werd hij naar een Latijnsche school gezonden; op zyn twintigste was hij student in de theologie aan het college te 'Herborn in Nassau. Zjjn scherpen blik ontging het gebrekkige, dat het onderwijs in die dagen aankleefde, niet. Dit blij kt uit de wijze, waarop hij de scholen van zijn tijd teekent. "t Zijn plaatsen, zoo schrijft hij, die de schrik zijn van de jongens, waar de geest wordt gedood, waar afkeer van boeken wordt ingeboezemd, waar lien of meer jaren worden besteed om te Jeeren, wat in éen jaar opgedaan zou kunnen -worden, waar wat zacht moest ingegoten worden, met ruw geweld wordt opgedrongen, waar hetgeen duidelijk en voorzichtig moest -voorgehouden worden, op een verwarde en ingewikkelde wijze wordt voorgesteld, alsof het een verzameling raadsels wasde scholen zjjn plaatsen, waar de geest wordt gevoed met woorden. Deze gebreken waren reeds vóór hem door anderen opgemerkt, en met name de opvoed kundige Ratlch had den eersten stoot gegeven tot een nieuwe, een betere richting. Vooral kwam men op tegen de wijze, waarop aan de knapen Latijn werd geleerd. Tien jaren, zegt Comenius, worden besteed aan de studie van het Latijn en ten slotte is de uitkomst zeer onbevredigend. Erasmus en Luther o. a. hebben daarover reeds geklaagd. De leeftijd der knapen wordt verkwist met taalregels, die wijdloopig, ingewikkeld en ver ward zijn. Jongens worden volgepropt met woorden zonder dat ze leeren, die onderling of met zaken te verbinden. Dat moest anders worden, en Comenius voelde de kracht in 2ich tot betere dingen. Op zesentwintigjarigen leeftijd werd hij godsdienstleeraar te Fulneck bij Troppauin deze betrekking had hij tevens het opper toezicht over een nïeuwopgerichte school. Welk een arbeidsveld opende zich hier voor den jongen maal Mg trad in den echt en bracht in zijn gemeente een drietal gelukkige jaren door. Maar 't waren toen harde tjjden. In 1521 namen de Spanjaarden de dertig jarige oorlog woedde toen Fulneck in. Alles wat Comenius bezat, ook zijn boeken en handschriften, werden vernield. Hij verloor een weinig tijds daarna vrouw en kindde vervolging tegen de hervormden steeg met den dag; hij zag zich eindelijk ook genood zaakt zgn land te verlaten, en begaf zich naar Polen, waar hg te Lissa een betrekking kreeg, waarschijnlijk als rector van een gym nasium. Hier schreef hij zijn beroemd werk sde groote onderwijskunde", benevens eenige werken over de beoefening der Latijnsche taal. In 1641 begaf hij 2ich, op uitnoodiging van een Poolsch koopman, die te Londen ver blijf hield, naar Engeland. Maar daar was de tyd niet gunstig voor de ontwikkeling en de uitvoering van opvoedkundige denkbeelden. Daarom nam Comenius de uitnoodiging aan van Lode wijk de Geer, eert rijk en aanzienlijk Hollander, die zich in Zweden had gevestigd. Daar maakte ^hij kennis met den beroemden kanselier Oxenstiema, die hem met genoegen hoorde. Te Elbïng toen Zweedsch was by eenïge jaren werkzaam; daar ontving hg van den vorst van Transsylvanië een dringende uitnoodiging om de scholen in zijn vorsten dom te komen hervormen. Dit vorstendom, thans een deelvanHongarije,wasmeermalen een schuilplaat» geweest voor de Moravische broeders. Te Patak in dit vorstendom bracht hg eeDige gelukkige jaren door, jaren van voorbeeldelooze werkzaamheid. Toch gevoelde hij zich in!654 verplicht, naar zyn voormalige woonplaats Lissa in Polen terug tekeeren. Twee jaar later, in 1656, werd Lissa door vijandelijke benden verwoest, en weder ging Comenius' have, ook zgn boeken en zgn hand schriften verloren. Hij was toen 63 jaar. Daar ontving lig van den zoon van zijn vroe- geren beschermer De Geer de uitnoodiging naar Amsterdam te komen. Kij nam die uit noodiging aan, en heeft er tot 1671 gewerkt. De Amsterdamsche magistraat gaf hem ge legenheid zijn methode op twee knapen toe te passen, en zijn beschermer De Geer schijnt hem met anderen te hebben ondersteund. Wij prijzen onze republiek gelukkig een man als Comenius te hebben geherbergd. Hier heeft hg rust gevonden geldgebrek t o wonder voor een man als hg, heeft hij niet gekend, In zijn 80ste jaar is hij over leden, en werd waarom weet men niet te Naarden begraven. Thans, nu de 300ste verjaardag van zgn geboorte nadert, is al wat zich in Duitsch- land met onderwijskundige studiën bezig houdt, in beweging, om Comenius en zgn beginselen te huldigen. Niet de theoloog- de,schoolmeester wordt herdacht. Zgn denk beelden, in de zeventiende en achttiende eeuw schjjnbaar vergeten, hebben in de negentiende de belangstelling opgewekt van allen, die zich met de opvoeding van het opkomend geslacht bezighouden. Jan Amos Comenius heeft de waarheid gegrepen en die gebracht onder het bereik van tijdgenoot en nazaat, eu zoo lang er be langstelling bestaat voor de opvoeding en het onderwijs, zoo lang zal zgn naam prijken aan het hoofd der pioniers, die gestreden hebben voor de ontwikkeling van de hoofden en van de vorming der harten van de kinderen der menschen. Daarom zal de 28ste Maart van dit jaar een vreugdedag zgn voor alle voorstanders van volksbeschaving en volksverlichting. Op het voetspoor van Jan Amos Comenius, heb ben Duitsche paedagogen, als Basedow en Pesfalogzi hun stelsels ingericht, en de mensch- heid in alle werelddeelen geniet van een ver-*- beterde methode en een verbeterde tucht als vruchten van den arbeid van den zwerveling der zeventiende eeuw. Feestvieren tot aandenken van een persoon of van een zaak is geen moeilijke onder neming; een feestmaaltijd werkelijk op den Comeniusdag zal er gegeten, gedrouken en getoost worden te zijner eere. Nu, het kan ditmaal; met vrienden als De Geer en andere Amsterdamsche patriciërs zal Comenius ook niet vreemd zgn gebleven aan den beker der gezelligheid. Maar er is iets anders. Onze kinderen zyn het beste, wat wij hebben, Hen op te voeden in den geest van de grooten en goeden, die gearbeid hebben in dagen van bitteren strijd, hen in verstande lijken en zedelijken zin te harden voor den heeten strgd, dien men noemt #den strijd om Ihet bestaan": de verlevendiging van deze plichten zy de vrucht van de gedachtenis viering van den grooten man, wiens geboorte dag in ons werelddeel en daarbuiten weldra herdacht wordt! SCHIEDAM, 19 Maart 1892. Door burgemeester en wethouders is be noemd tot kol en meter J, C. Maagdenberg. De politie heeft proces-verbaal opgemaakt tegen J. B., vroeger wonende alhier, thans wonende te *s-Gravenhage, die verdacht wordt in de maand Februari j.l. uit de molens »de Palmboom" en sde Witte", zakken maïs, meel en rogge te hebben gestolen, waarvan een gedeelte hier is in beslag genomen. De broodbakker F. van Loon, wonende aan den Singel alhier, vermiste Donderdag van onder zijn toonbank een zakje met circa f10.Na daarvan aangifte te hebben ge daan by de politie, is het haar gelukt de daders, zyode 5 Rotterdamsche jongens, op te sporen. Gisternamiddng is de schippersknecht C. Bos van af zgn schip, liggende achter de mouter! van den heer Schade, in de Buiten haven te water gevallen. Hg werd daaruit zonder letsel te hebben bekomen gered door den mouter C, in 'tHol en F. Schoei, H. M, de Koningin-Regentes is als begunstig ster opgetreden van de 's-Gravenhaagsche vereenigiug voor koepokinenting. Tevens schonk H. M. aan de vereenïging f200, en wel f 100 namens H. M. de Koningin en f100 namens haar zelve. De gewone audiëntie van den minister van justitie zal op Dinsdag 27 Maart a-s, niet plaats hebben. Gisteren heeft te 's-Gravenhage ten stad- huize de aanbesteding plaats gehad van den bouw eener school met gymnastiekgebouw en onder wijzers woning, waarvoor 13 biljetten waren ingekomenlangste inschrijver was de heer Pinster van Schiedam, voor het geheel f 58,729. voor de school met gymnn- itiekgebouw f 48,779, voor de on< woning f 9950hoogste de heer H. R. Hendriks te 's-Gravenhage, voor het geheel f 78,300 voor de school met gyranas ekge- bouw f 63,500, voor de onderwijzerswoning f 14,800 Met 1 Mei wordt geplaatst als referen daris bij het departement van koloniën en heiast met de Indische marine-aangelegen heden de onlangs afgetreden directeur ran het marine-etablissement te Soerabaja, de heer L. Ditloff Tjassens. Door de Kamer van koophandel te Winscho ten is besloten tot het zenden van een adres aan de Tweede Kamer, betreffende de voor gestelde belastingontwerpen. De Kamer ont raadt de verhooging van den accijns op het gedistilleerd en de afschaffing van het in voerrecht op zachte zeep. De kiesvereenigtng Eendracht maakt macht", te Bergum, heeft besloten zich per adres tot de Tweede Kamer te wenden, met verzoek de thans ingediende belastingen t» wer ien, al of niet gewijzigd, aan te nemen. Van dit adres Jzullen afdrukken gezonden worden aan de kiesvereenigiDgen in ons land, COURANT - 0,10.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1