A". 1892
Woensdag 30 Maart.
N°. 7981.
Eerste Blad
Nat onale Militie.
KENNISGEVING.
esenveertig:
s
t J"V». a r g- a tl gr.
Bnitenlandsche Berichten.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
riiTGÊvE :7T odé.
DD1TSCU1ASV.
De keizer is Zaterdag tegen den avond uit
Hubert usstock te Berlijn teruggekomen.
De zitting van den Rijksdag van Zaterdag
-zal in de jaarboeken der geschiedenis eene
belangrijke bladzijde vervullen. Nadat het ont-
.werp om de rijkssubsidie voor de wereld
tentoonstelling te Chicago te verhoogen tot
2 miilioen mark bij tweede lezing was aange
komen, werd overgegaan tot de derde lezing
der rijksbegrooting en van het daarbij behoo-
rend voorstel tot het aangaan eener nieuwe
leening.
De sociaal-democraat Lïebknecht keurde
de steeds toenemende legeruitgaven af als
■een gevolg van liet tegenwoordig door de
meeste mogendheden gevolgde legerstelsel,
dat weder ooi-zaak is van de overal voorko
mende mishandeling van minderen. Alleen
de invoering van militie-legers kan daarin
verbetering brengen, en veel beter dan Etzas
en Lotharingen te annexeeren had Duitsch-
land gedaan, wanneer het aan Frankrijk de
veiplichting had opgelegd zijn staande leger
door een zoodanig leger te vervangen. Die
annexatie heeft hij trouwens niet alleen
steeds een misdaad, maar ook een groote
■staalkundige fout geacht, en deze twistappel
BDttEArt B»W«kTtbaA T, E 29*.
zal eerst worden weggeruimd, wanneer Elzas-
Lotharingen zelf door eene volksstemming
zal hebben uitgemaakt tot welk rijk het
voortaan zal hehooren. Ook de oorlogen van
1S6S en 1870 keurde hij af, als slechts
ondernomen met het doel binnenlandsche
moeilijkheden te voorkomen. Voorts laakte
hij in de regeering de voortdurende zucht
tot bestrijding der sociaal-democratie, en dat
nog wel ondanks de verklaring van decs rijks
kanselier dat het alleen aan haar te danken
Is, dat de jongste ongeregeldheden geen
grooter omvang hebben verkregen. De sociaal
democratisch© partij zal daarom den strijd
niet opgeven, overtuigd dat haar koers de
juiste is.
De voorzitter riep Lïebknecht, wegens de
uitdrukking dat de annexatie van Etzas—
Lotharingen een misdaad was, met nadruk
tot de orde, omdat dïe annexatie geschied is
door den Duitschen keizer, gesteund door de
bondsvorsten en goedgekeurd door den Rijks-
daggen het Duitsche volk.
De heer Eugen Richter (Duitsch-vrijzinnige) j-i-,
keurde Liebknechts rede in alle opzichten af
en laakte het dat een voldongen feit in debat
wordt gebracht, omdat daardoor bij het buiten
land slechts eene verkeerdé meening wordt op
gewekt, waaruit ernstige gevaren zouden kun
nen voon,vloeien. Nu eenmaal, in strijd met het
gebruik, bij de derde lezing der begrooting de
atgemeene staatkunde tot een punt van debat
is gemaakt, zou spr. het onnatuurlijk vinden,
wanneer over den ommekeer in de staatkunde
geen woord gerept werd. De rijkskanselier is
weer in den Rijksdag verschenen, maar hij is
niet meer dezelfde als voorheenin zijne poli
tieke functie is bij om zoo te zeggen, gehal
veerd, door zjjne aftreding als Pruisisch
minister-president. Wat hij in die betrek
king gedaan heeft, wensch ik thans niet aan
eene beoordeeling te onderwerpen; het zij
genoeg als ik hem er op wijs dat het toch
moeilijker is dan hij meende om tegen den
stroom op te zwemmen. De scheiding der
ambten van rijkskanselier en Pruisisch
minister-president komt ons ondoelmatig
voor, omdat de rijksgrondwet gebaseerd is
op het beginsel dat de rijkskanselier de lei
dende staatsman in Pruisen is. Vorst Bis
marck heeft in 1873 zelf beproefd, beide
ambten te scheiden, maar slechts elf maanden
heeft die proef geduurd en eerljjk heeft hij
later bet mislukken daarvan openlijk erkend.
De rijkskanselier komt ons op het oogenblik
slechts voor als een rijkskanselier ai interim.
Wel hebben wij, als part|j,geen reden om over
die scheiding ontevreden te zijn, want zij voor
komt ruilhandel in dien zin dat zaken worden
toegestaan om Pruisen te bewegen in een
ander opzicht aan sommige partijen toe te ge
ven. Zelfs waren wij overtuigd dat de positie
des rijkskanseliers wijziging behoefde, maar
niet in dien zin als thans geschied iswij wen-
schen de instelling van verantwoordelijke
rijksministerseene parlementaire in plaats
van eene kabmets-regeering. Hadden wij eene
zoodanige, dan zou het aanzien der regeering
lang niet zooveel schade hebben geleden als
door de jongste gebeurtenissen geschied is.
De rijkskanselier, graaf Caprivibestreed
die meen ing. Naar zijne overtuiging verliest
de rijkskanselier, door het opgeven van het
minister-presidentschap inPruisen, niet anders
dau eenigen persoonlijken invloed (en een an
deren bezit de Pruisische minister-president
niet), maar het rijk kan daarbij slechts win
nen, want, waar de rijkskanselier als Pruisisch
minister-president gevaar liep iu elke minlste-
rieele crisis medegesleept te worden, is zijne
positie thans veel sterker geworden. Wat de
instelling van verantwoordelijke rijksministers
betreft, men moge die wenschelijk achten, de
verbonden regeeringen zijn van eene andere
meen ing en zonder eene ganse he herziening
der rijksgrondwetmet terzijdestelling van
den Bondsraad, valt daaraan ook niet te den
ken. Het best is, den loop der dingen af te
wachten.
De lieer Von KardoQ rijkspartij) bestreed
de meen ing dat de Pruisische minister
president geen staatkundigen invloed bezit
of behoeft, maar verzekerde dat het buiten
land dwaalt, waar het in de ministerieele
crisis eene verzwakking van het drievoudig
verbond ziet, omdat de gansche natie aan
dat verbond zal vasthouden.
Graaf Ballestrem, de woordvoerder der
centrum-partij, betreurde het aftreden van
Caprivi als minister-president, maar verze
kerde dat hij als rijkskanselier het volle
vertrouwen zijner partij bezit en dat deze
hem spoedig de teugels vau het bestuur in
Pruisen weer hoopt te zien opnemen. De
instelling van verantwoordelijke rijksministers
acht hij in strijd met de grondwet.
De nation aal-liberale dr. Ton Benntgsen
herinnerde dat in de grondwet van een ver
antwoordelijk rijkskanselier gesproken wordt
en betoogde dat, zonder terzijdestelling van
den Bondsraad, ook verantwoordelijke mi
nisters, in de eerste plaats een minister
van financiënwenschelijk zijn. Wat de
scheiding van het rijkskanselierschap en
het Pruisisch minister-presidentschap be
treft, doen wij voor het oogenblik zeker
het best den loop der dingen af te wachten,
want voor Duitsehlands invloed is eene
voortdurende wisseling van personen en
stelsels niet gewensclit. Wanneer wij echter
nagaan dat de vereeuiging van beide ambten
een gevolg is geweest van de overweging
dat de leiding der zaken in Duitschland
en Pruisen in dezelfde handen behoort
te zijn, gelijk de keizer van Duitschland tevens
koning van Pruisen is, staat slechts teleur
stelling te vreezen. Toch is spr, overtuigd
dat, waai* Von Caprivi als Pruisisch minister
president onhoudbaar was, zijn aanblijven als
rijkskanselier zoowel iu het binnen- als buiten
land wordt toegejuicht, omdat hij algemeen
vertrouwen geniet als waarborg voor het be
houd des vredes.
De heer Richter wees er nog op, hoe
grooten invloed vorst Bismarck als Pruisisch
minister-president heeft bezeten, ja, hoe hij
zelfe, wanneer dia invloed hem nog niet ge
noeg was, ook het ministerie van koophandel
op zich nam. Dat graaf Caprivi, als minister
president, voor zijn ambtgertobt is in de bres
gesprongen, neemt niemand hem kwalijk,
maar wanneer hij als zoodanig zoo weinig
Invloed had, waarom stelt hij dan een ander
in zijn plaats, die zeker wel aanspraak zal
maken op een weinig meer invloed, dan hem
volgens zijne meening toekomt 7
Graaf Kanilz keurde het iu den heer Von
Bennïgsen sterk af dat deze ambtenaar (regee-
ringspresident in Hannover) arm in arm gaat
met de oppositie.
De heer Von Bertnigsen verdedigde zich,
waar hij geen lid van den Pruïstschen Land
dag Is, volkomen bevoegd te zjjn sis lid van
den Rijksdag de regeering tegen dwalingen
te waarschuwen, vooral waar die waarschu
wingen zijn ter harte genomen.
Na nog een uitvoerig debat over de jongste
ongeregeldheden te Berlijn werd de zifting ge
sloten.
De nieuwe minister-president, graaf Eulen-
buig, en de minister van onderwijs en eere-
dienst, dr. Bosse, hebben Vrijdag den minis
terraad bijgewoond en hunne functie aanvaard.
Graaf Zedlitz, de afgetreden minister van
onderwijs en eeredienst, zal benoemd worden
tot regeerings-president in Silezië.
De Rijksdag heeft het ontwerp tot beteuge
ling van wtjnvervalsching by tweede lezing
aangenomen.
Bij den Rijksdag zal vermoedelijk nog een
wetsontwerp worden ingediend betreffende
den aanleg van strategische spoorwegen, waar
voor '10 miilioen mark gevorderd wordt.
Het Pruisische ministerie heeft het vonnis
van het hof van discipline, waarbij de voorma
lige gezant graaf Limburg Stirum van zijn
ambt ontzet wordt, bevestigd.
In de Pruisische Kamer van afgevaardig
den verklaarde de minister-president, giaaf
Euleuburg, gisteren, alvorens tot de oide
van deu dag werd overgegaan, dat, aangezien
de beraadslaging over het schoolwerp-outwet
zoowel in de volle zitting als iu de commis
sie en ook in het gansche land tot dusver
ondubbelzinnigen tegenstand beeft ontmoet en
een bevredigende uitslag thans niette wach
ten is, de regeering van verdere behandeling
afziet, zich echter voorbehoudende om later
en onder welken vorm ook, mits binnen de
door de grondwet gestelde perkenop de
zaak. terug te komen,
In parlementaire kringen wit meu welen,
O
coin it ii
ABt>N«KHBNTsrBiJs, oer Itwarttai
Ironro per pn«stdoor het geheele Rijk
Aftondetlijke numiiiers
BüRGEMEESTERenWSTHOUDERSvanSCHrEOAil,
Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat
de Militieraad m het 2de district van Zuid-Holland,
voor dele Gemeente ep Zaterdag de» luit April
jsanstaondé,ies vrjórmvldagi ten 9 t/s ttrv,zijne Ticeede Zit
ting tal houden te ROTTERDAM,inliet Oude-Mannen
huis aan de Hoogstraat aldaar, en brengen voorts
in herinnering de aitikelen 88 en 92 der Wet h fi
fe ekkclijk de Nationale Militie van den 19u Augustus
1861 (SfaatsWad Ne. 72), luidende:
Art 88 Voor den Militieraad moet verschijnen
-1. enz,
3, Hij, die voor een Loteling ah Plaatsvervanger oj
ah HO'nmercerteiseelattr verlangt op te treden.
Art. 92. In de Tweede Zitting two den Militieraad
wordt uitspraak gedaan omtrent alle inde Eerste Zit
ting niet afgedane Zaken en ooifrent &e»> die alt
PLAATSVERVANGER of NOMMERVERWISSE
LBAR verlangen op te treden
De Loteluig omtrent wien de Militieraad in lijne
Éérste Zitting -eeds uitspraak heeft gedaan, behoeft
NIET in de Tweede Zitting te verschijnen, ten ware
hij daaria een Plaatsvervanger of Notmnerverwisse-
fear mocht willen voorstellen.
Zij herinneren mitsdien den Lotelingen der lichting
van 1392, die verlangen mochten tich voor den dienst
•der Nationale Militie te dnen vervangen, dat lij voor
gemeld en Militieraad tan bepaalden dage en ure
moeten vetschyr.en, teneinde hunnen Plaatsvervan
ger of Nommerverwisselaar te doen onderzoeken.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 28sten Maart 1892.
Burgemeester en Wethouders toornoestd,
VAN 01,1 K VAN MATENESSE.
Be Secretaris,
VERNÈDE
1,85.
- 2.50.
- 0.10.
AtivenTSHTiKPfttUS: ven 1f0 gewone regels mei
inbegrip van eene Courentf 1A 0.
Iedere gewone regel meer - 0,1 ft,
Driemaal geplaatst wordt tegen t web ha hl berekend.