HAAGSCHE SCHETSEN.
ontploffing geen mensehen konden worden
getroffen. Het geheele gebouw is toen inde
lucht gevlogen.
It U S L A K D.
Een keizerlijk besluit verbiedt allen vreem
den emigranten, ook aan hen, die Russisch
onderdaan worden, zich in het gouvernement
Volhynië huilen de steden te vestigen en
onroerend goed te koopen. Van dit verbod
zijn alleen uitgesloten de belijders van den
orthodoxen godsdieust.
De Rijksraad heeft bet wetsontwerp betref
fende de positie der joden in het rijk aan
een bijzondere commissie gezonden. De be
raadslaging zal eerst in liet najaar worden
hervat.
OOSTENll/K.
De onderhandelingen tusschen de ministers
van financiën der beide deelen van de monar
chie in zake de munt-her vorming zijn neer
gekomen op eene overeenstemming over de
belangrijkste punten, maar zijn nog niet ge
ëindigd.
ITALIË.
De minister van biimenlandsche zaken
heelt alle publieke vergaderingen en optochten
op 1 Mei verboden.
Er is weder een ministerieel* "risis uit-
gebroken. Tengevolge van bet verschil van
meening, dat in de drie laatstgehouden zit
tingen van den ministerraad aan don dag
kwam, beeft Ttudini den koning bet verzoek
om ontslag van het geheele Kabinet aange
boden. De koning heeft Iïudini met de vor
ming van een nieuw ministerie heiast. Het
programma der regeenng blijft onveranderd.
Rudini beoogt zelfs, bet financieele programma
nog scherper te doen uitkomen.
Na de wisseling van nieuwe nota's over
het gebeurde te New-Orleans, zijn de diplo
matieke betrekkingen tusschen Italië en de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika her-
-vat. De regeering heeft 425,000 lire toege
kend aan de betrekkingen der slachtoffers.
De door den president der Vereenigde Staten
gegeven instruction doen vervechten, dat de
betrekkingen op den ouden voet zullen her
steld worden.
liet handelsverdrag tusschen Italië en
Zwitserland zal den *19n dezer worden ge-
teekend.
SPANJE.
Te Cadix zjjn eenige palroneu ontploft,
;uist bij bet voorbijtrekken eener processie.
De verbijstering was groot, maar ongelukken
hadden niet plaats. De stoet kon zijn weg
vervolgen. Fen persoon werd aangehouden.
Te Tarrassa. zes uren gaans van Barcelona,
is door werklieden op de spoorbaan een pak
met 20 dy nam ietpatronen gevonden, van lon
ten voorzien.
POBTÜttiL
Aan de Times wordt gemeld dat de af
stammelingen van den Portugeeschen prins
Dom Mignel (die in 4834 van den troonaf
stand heeft gedaan) zich verzoend hebben met
het tegenwoordige koninklijke huis, onder be
ding dat zij een apanage zullen genieten en
den titel van koninklijke prinsen behouden.
EGYPTE.
De firman, houdende de aanstelling van
den kbedive, en de depêche van den sultan
zijn Donderdag in het paleis Abdin voorgelezen,
■waarna de kbedive door het volk werd toege
juicht.
AMERIKA.
De commissie in den Senaat der Vereenigde
Staten beeft voorgesteld de door liet Huis van
afgevaardigden aangenomen wet op de Chi-
neezen te verwerpen, maar de thans bestaande
■wet tien jaar langer van kracht te verklaren.
Uit Buenos Ayres verneemt de Times dat
de Braziliaonsche staat Matto Grosso zich
onafhankelijk verklaard heeft onder den naam
van Republic» Transatlantiea, en als vlag heeft
aangenomen de blauwe en de groene kleur,
met eene gele ster in het midden. Kolonel
Barbozo heeft het bevel over bet legerende
rivier vloot aanvaard. Het arsenaal is bezet
evenals Lazario en andere versterkte plaatsen.
Het leger is twaalfhonderd man sterk.
CHINA.
Uit Peking verneemt de Times dat de onder
handelingen over de jaarlijksche audiëntie
des keizers aan de buitenlandsche gezanten
mislukt zijn, tengevolge van geschillen tus
schen de gezanten onderling. De Fransche
gezant inoet instructie hebben ontvangen te
doen als de Russische, die weigerde de leiding
van tien Duilschen adeken" te erkennen.
De Fransche en de Russische gezant biel den
aan op eene audiëntie in het keizer lijk paleis,
waarin de ontvangst van den Oosten rij kschen
gezant onlangs niet beeft plaats gevonden.
De Chineesche minister van buitenlandsche
zaken adviseerde tot het indienen van ecu
gemeenschappelijk adres der gezanten, waarin
om de audiëntie zou worden gevraagd
hiertoe werd besloten, maar toen in iiet
adres de woorden bleken voor te komen
^aangezien de Westeuropeesche hoofden van
staten de gelijken des Chineeschcn keizers
z(jn", weigerde de Chineesche minister het
adres verder te lezen en gaf hij het docu
ment terug, verklarende dat de onderhande
lingen waren afgebroken.
Een gemachtigde van den onderkoning te
Shaugaï is naar Hounari gezondeu om den
oprui er tegen niet-Cbi neezen, $jan-lmn, ge
vangen te nemenhij keerde echter onver
richter zake terug.
JAPAN.
Het nieuwgekozen Parlement telt 29"
ledeu, waarvan niet minder dan 108 in de
Japan 'fieraid worden opgegeven als land
bouwer". Hiertoe bepaalt de vei tegenwoor-
diging van den vuornaamstcu tak vau bestaan
des lands zich echter niet, want er zijn nog
öi Parlementsleden die tevens zitting hebben
in de provinciale raden, en onder deze be
vinden zich stellig nog een aantal landbou
wers. Er zijn voorts 19 gewezen ambtenaren,
19 leden zonder beroep, 17 rechtsgeleerd^,
10 bankiers, *13 dagbladschrijvers, 4 letter
kundigen, 2 genees! teeren, 11 beambten, waar
onder een generaal, een dichter, een priester,
22 kooplieden of industrieel en, en drie wier
beroep niet bekend is.
Aan eene andere bron ontleen en wij dat
de onvoorwaardelijke oppositie 130 leden
sterk is, en de vaste regeeringspartiij ongeveer
70. Dan zijn er nog 8 radicalen en 37 libe
ralen. De overschietenden zijn opportunisten,
die stemmen zullen naarmate van de omstan
digheden. De regeering heeft dus weinig wil
vau de ontbinding, want te midden dezer
vlottende groepen zal de meerderheid nu in
de eene dan in de andere richting zich vor
men. Het eenige voordeel dat zy behaald
heeft, is dat eenige hnrer lastigste bestrijders
niet herkozen zijn en ook, dewijl er geen
herkiezingen in liet Japansche kiesstelsel be
staan, niet meer gekozen kunnen worden.
Deze omstandigheid, gepaard aan de toege
felijkheid, die de nieuwgekozenen na eene
politieke crisis veelal pleegt te kenmerken,
kan oorzaak zijn dat de ministers, met een
weinig tact en geluk, zich toch staande zul
len houden.
„Op dit toouccl zult ge in éen avond vijf levende
beelden zien, uit eeuw aan eeuw Joodscbe legende.
Eerst de Aartsvader-tijdboe Eleazar, knecht van
Abrani, kwam halen een vrouw voor Izak, Ab rams
zoon, cn, ziend Rebekka met de waterkruik, zei:
drenk me, en zjj zei.* Drink. 'n Egyptisch
beeldHoe Hozes, die de Fnro'3 dochter vond in
't biezen kistje aan de(n) waterkant, en op deed
voeden door een Joden-vrouw, wetend niet dat
die vrouw zijn moeder was, vóór haar geveerd
werd door die voedster, toen hij grootcr werd, en
hem het koningskind naam gaf van Mozes, dat
beduidt: de uit water getoogne."
„En éen beeld uit den Richtren-tijd: van Samson,
die Dalila 'thaargcheimonthulde, en sliep opbaren
geboot: een scheerder scheert hem de lokken af
en Filistijnen staan in de deur."
„Dan pronkt de Konings-ceuw van Isrel op voor
u in Salomo, staand op de trappen van 't paleis,
waar hij de koningin van Saba welkom heet, die
komt met goud cn stoeten kemelen."
„En allerlaatst dc Babylonische ballingschap
zult gij zien, waar Moidechai rijdt op het konings-
paard met koningskroon, en Haman voert hem die
hem dooden won, roependzoo doet dc kon'ng
dien tot diens eer hij 'n welbehagen beeft."
„Zoo zult ge in vijf beelden het leven weer her
leven zien van dat al heel oude cn bccl heerlijke
volk,"
„Ik zal met bevende muziek van stem vóor-zeggen
u, eer ge elk beeld ziet*t verhaal, waaruit dat
beeld maar éen moment verbeeldt: opdat ge,
't hccle in uw verbeelding ziend, aan 't u ver
toonde beeld niet vreemd zult zijn."
't Zijn verzen, die regels. Nu ge 't a-eet, noodig
ik u uit den cadans te zoeken. Misschien zal 't u
met veel moeite gelukken; maar zoo niet, wijt
't dan aan mij, die u opzettelijk op een dwaalspoor
bracht- "Wijt het nief aan Albert Vcrwey.
Immers, die regels vormen dc inleiding op „De
Joden in Pulchri". Dc Joden in Pulchri (Pulchri
Studio heet het eerbiedwaardig kunstgenootschap
iu dc residentie, dat zÉér oude cn zéér seriense
brieven kan doen gelden; ik hoop daar binnenkort
eens wat meer van te vertellen;! de Joden in
Pulchri is de titel van een recks tableaux vivnutg,
vijf in getal, die iu dc vorige weck in de fraai0
zaal van „Pulchri" werden vertoond, met tekst
van Albert Verwey, uit Amsterdam.
Mijn lezers zullen wel gelezen hebben hoe die
uitvoering, driemaal herhaald, is mislukt, hoofd
zakelijk door de voordracht der verzen door den
auteur. Ik heb voor 'toogenblik niets met die
voordracht te maken, maar wensch iets te zeggen
over dc verzen zelve, die, in een vrij lijvig bun
deltje verecnigd, bij de uitvoeringen verkrijgbaar
waren.
Alhoewel de inleiding in geen enkel opzicht
artistieke verdienste heeft, zou 'tme toch spijten,
als mijn lezers iets satirieks vonden in de wijze
waarop ik haar afschreef. Diatom was 't mij niet
te doen. Ook het Hooglied van Salomo, om alleen
dit maar te noemen, 't onvergelijkelijk schoone
Hooglied is zonder „afgepasten" cadans ge
schreven, cn niettemin zijn 't verzen, die voor ons
zijn bewaard. En een niet alleen oorspronkelijk,
maar ook hoog artistiek denkbeeld was 'tvan
Verwey om de in vijf tableaux verdeelde geschie
denis van het „heel oude en heel heerlijke volk
Isrel" met historische zangen telkens by elk tableau
in te leiden voor 't publiek, dat komen en hooren zou.
Vergunt me over die zangen 'n enkel woord.
Verwey's verzen zijn, bij al hunne kardinale
gebreken in 't oog van iemand die nog gelooft
aan strengheid van taal cn stijl, magnifiek.
Ze vormen een eyclns van vijf zangen, elke zang
besloten door een koor, terwijl een weinig bedui
dende inleiding voorafgaat. De mij toegestane
ruimte is te klein om uitvoerig te worden in
't aanhalen van schoone gedeelten; ik doe dus hier
en daar 'n greep.
Den eersten zang overslaande, schrijf ik deze
wonderfraaie regels af:
„Lichter is 'tal; gcruisch komt van de(o) kant;
En opgeschrikt vlncht weer die schuwe 2) in
('t dichtre
Riet, de bank ov'r, in 't hout. Diar staat ze en mèt
Gaat de zen, zichtbaar door het hoog-geboomt,
Glanzen op 'tdak vau 't Faraonenhuis,
En de zonnestad Memphis",
Onmiddellijk vóór deze verzen gaat éen regel,
die onvergelijkelijk schoon is in zijn jaistgekozen-
held:
„Vloertje dat draagt zorgzaam gedragen vracht",
doelende op den riet-gevlochten bodem van het
kistje, waar „'t Jodenmeisje" zoo aanstonds haar
kind den toekomstige a Man Gods, Mozes, in
neerleggen zal.
Verder de regels;
„Water verdrinkt het Diet, vuur verzengt het niet,
„Mozes Volk".
Prachtig zijn de oladzijden 31 cn 32; innig ge
voeld de woorden uit het koer, als door Dalila's
toedoen Samsons lokken ziju afgeschoren
„Zachtkens lacht Samson, zeitWist ik niet wel
Dat zij het doen zou En na deed zij 'tarme
Kleine Dalila".
i) Zóo zeggen de bladen, en die weten het
immers?
De moeder van Mozcb.
Heel dat koor is mooi, vooral ook nog het ge
deelte beginnende met„Zijn volk zag hij
Vcrgnn me er nog deze slotregels uit af te
schrijven
„Toen zag me o wie 't zag! zijn aren
Zwolle' en zwaar kromden zijn spieren
Om boog hij met bande' aan zuïIcd;
Schoof rots-schijf uit iedte zuil uit;
Eén val viel beeld, dak en tempel
Eén dood stierf met Filistijnen
Samson, Jood,
Daar ging geloof ik oen ontroernis door allen
die onbevooroordeeld gekomen warentoen deze
regelen werden gezegd. Eq 'u applaus werd gehoord,
voor 't eerst, voor *t ccrsi in drie avonden, waarmee
Woensdag voorgoed het ijs gebroken was.
Ik mag niet langer citccren, wijl er geen ruimte
voor nog andere opmerkingen zou overblijven. Het
meet me dan nu van 't hartdat ik ecu ernstig
protest niet achterwege kan laten omtrent dcwjjzë
waarop Vcrwey met onze taal omspringt. Ik zal
dat protest doen blijven hooren zoolang ik de pen
mag voeren enVorwey zóo zal blijven doen,Verwey,
die 't niet behoeft te doen.
Ik heb niets hoegenaamd tegen het creëeren van
nieuwe woorden, beter, tegen het zoeken naar on
gewone samenkoppelingen, wanneer ze werkelijk
dc kernachtige uitdrukking zijn eener gedachte of
van oenen woordvormdie anders met meerdere
woorden zon moeten gezegd worden. „Gond-bcfl-
gnurd," „gnldon-tongig," „passémentig", ..beman
teld," „klnarwaatrig," „'t krulwarge haar," om het
er maar hij te laten, ziju woorden waarvan ik de
vinding toejuich. Niet alzoo de willekeurige weg
lating der lidwoordenvcd tuinder dc nóg willekeu
riger weglating van klinkletters. Grooto bedenking
heb ik ook tegen het afbreken van woorden,gefijk
op bladz. 43
„Ik Salomo koos voor schoonvader gc-
Sccpterdc Farao
en elders:
„leeuwen van goud zijn
{d'arm-
Leeniugen aan dien troon van elpenbeen".
Van 't weglaten der lidwoorden, ziehier eenige
voorbeelden
„Binnen in zaal van cederhout," „zuilenzaal
door naar zaal", „dat wind beweegt", enzoovoort
Eindelijk, 't weglaten van de e, daar, waar die
niet raag worden weggelaten. Ik wil zoo vrijzinnig
zijn als mo mogelijk is, maar te schrijven: „D'Jo-
den" en dergelijke niet alleen ongeoorloofde, maar
ook on-mclodische verbindingen, kas cr niet mee
door. Daax is een vrijheid, die tot bandeloosheid
voertik wenschte dat Verwey die wel zal
erkennen 'tniet alléén te weten zijn voornaam
talent wou leggen aan den niet knellenden baud
van gekuischte taal eu stijL
En nu nog een woord over de voordracht, door
den auteur zelf drie avonden achtereen gegeven.
Een zeer droevige figuur hebben sommige ver
slaggevers gemaakt, die, dc heïde eerste avonden,
maar den eersten avond vooral kennelijk aange
stoken waren door den lachlust van het publiek.
Men zegt mij, dat de derde avond dien ik kon
bijwonen veel goedmaakteen ik moet daartoe
het zwijgen doen. Dien avond nu heb ik een
genot gesmaakt, als in geen jaren voor me was
weggelegd.
Alles, de artistieke decoratie der lieve Pulchri»
zaal, de muziek, het denkbeeld van nu eens „onder
artisten" te zijn, alles stemde reeds tot de goede
stemmingKat ik eerlijk zijn en zeggenalles
stemde tot welwillendheid. Hoezeer bedroog ik
mijReeds do inleiding, hoe weinig die ook te
beteekenen heeft, pakte me in door de wijze waarop
zo werd gezegd. Maar daarna, toen Verwey, in
priesterkleeding gekleed, twee dienaren naast zich,
éen gehurkt, zijn eersten zang zcide, hoe diep
was toen de impressie, hoe verdween alles om me
heen, om slechts te leven alleen voor die „bevende
muziek van stem", magnifiek in al haar trou
wens weinige nuances, begeleid door een voor
treffelijk sober manuaal. Soms klonk er een muziek
in mijn ooren als uit een ander oord, bijvoorbeeld
in de koren, want Verwey, hoewel hij dien
avond de koren niet zeggen zou, maar blijkbaar
aangemoedigd was door een warm applaus, gaf
ei toch twee. O, die unieke toon, waarop het
Samson, Jood" klonk, hij bracht een kleine
geestdrift teweeg, die al grootcr werd, en eindelijk
het heele pabliek aanstak. Toen was Verwey's
pleit gewonnen. Men scheen niet meer te hooien,
dat do dichter sommige klanken op eigenaardige
in geen geval Amsterdamschc wijze spreekt:
mij hinderde dat hcclemnal niet; men kwam onder
den invloed zijner buitengewone zeggingskracht,
en begon te begrijpen, dat èn stembuiging èn toon-