A0. 1892. Maandag 6 Juni N°. 8028. Eersle Blad esenveertigste Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag. Binnenlnndsclio Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. BVKBAÜi ROTEttlTRAAT, E «7. Schiedam, 4 Juni 1892. Drie en veertig jaren reeds lieerscht kei zei* Trans Jozef over een rijk, dat Oostenrijk-Hon- garjje heet, doch dat eigenlijk uit eert bonte verzameling van landen, volken en volkjes bestaat, wier taal, zeden en gewoonten ver bazend verschillen. En als het ergens heeten mag szooveel hoofden zooveel zinnen", dan voorzeker in datzelfde Oostenrijk. Dit maakt de taak van de regeering buitengewoon moei lijk en veroorzaakt den keizer onophoudelijk hoofdbreken. Daar heeft men vooreerst Bo- hemen, met zijn Crechische bevolking. Daar te lande maken de Duitse hers de minderheid uit, en hun invloed vermindert er met den dag. 't Spreekt vanzelf, dat hun dit hindert, vooral daar het Duitsche element in vroeger jaren den boventoon voerde in de gansche Oostenrijksche monarchie. Dat was zoo in Bongarjje, dat was zoo in Bohetnende Hongaren hebben vijf en twintig jaar een soort van zelfbestuur, en het Duitsche ele ment heeft er weinig te beteekeneu. Bohemen is naijverig op Hongarije, 't zou ook zoo gaarne zien, dat de keizer van Oostenrijk zich tot koning van Bohemen liet kronen, evenals dit in Hongarije is geschied; doch 'tis niet te denken, dat de vorst daartoe op zijn ouden -dag nog zal overgaan. De Czeehen evenwel, een rumoerig volk, laten telkens van zich hooren, eu in afwachting van de dingen, die komen zullen, plagen ze de Duitschers op alle moge lijke manieren. Dit verklaart de maatregelen, die de regeering tnssehenbeide neemt, als de Czeehen wat al te luidruchtig worden en -dreigen uit den band te springen. Zoo ver bood ze voor een paar maanden de viering van het Comeniusfeestzoo konden ook de gymnastiekverenigingen uit Bohemen geen verlof krijgen om naar Nancy te gaan, waar een groot gymnastiekfeest wordt gevierd, dat door den president der Fransche republiek zal worden bijgewoond. Misschien zouden de woelige Czeehen daar hun tegenzin in al wat Duitsch is wel wat heel duidelijk heb ben getoond door een groot enthusiasms voor Frankrijk aan den dag te leggen, en daarom heeft de regeering geweigerd. Het feit zelf, van hoe weinig belang overi gens, levert toch een merkwaardige bij drage tot de toestanden in Oostenrijk-Hon- garije. Een regeering is bevoegd aan een bijzondere corporatie te verbieden een buiten- landsch reisje te makendat boezemt geen boegen dunk in van de constïtutioneele ont wikkeling daar te lande. De geest van den ouden Metternieh, de geest van het despo tisme werkt er nog steeds na. Ook in Hongarije heerscht gisting, en wel -onder de daar te lande talrijk vertegen woordigde Rumenen. Die hebben het met de Hongaren nooit best kunnen vinden. Van het zoogenaamde zelfbestuur van Hon garije hebben de Rumenen geen vruchten geplukt, of liever ze hebben die niet willen plukken; hun was de autonomie van Hon garije een doom in het oog; ze weigerden het nieuwe gouvernement te erkennen, en geen hunner nam het lidmaatschap voor den Rijksdag aan. Nu hebben ze onlangs een beweging op touw gezet, om op te komen voor hun verdrukte nationaliteiten een duizendtal hunner is naar Weenen gekomen, om voor den keizer hun belangen te bepleiten. Waarschijnlijk heeft de keizer wel sympathie voor de Rumenen; ten minste tijdens den opstand der Hongaren in 1848 waren ze ge hoorzamer onderdanen dan dezen; maar de keizer van Oostenrijk bezit een "meesterlijken tact om met zijn zoozeer velschillende onder danen om te gaan, en daarom heeft hij de Rumeensche deputatie niet willen ontvangen; hij heeft baar doen weten, dat hij haar niet zou te woord staan, omdat ze niet kwam als afge vaardigd door haar natiete gelijk heeft keizer Fians Jozef hiermede het misnoegen der Hon garen bezworen, dat zeer zeker in hooge mate opgewekt zou zijn, als hij de Rumenen bjj zich had toegelaten. Hoe men de zaak ook beziet, ze blijft een bewijs voor de innerlijke zwakte van dit uitgestrekte rijk met zqn elkander vijandige nationaliteiten. Binnenkort gaat het Engelsche Parlement uiteen, om plaats te maken voor een nieuw, daar er algemeene verkiezingen zullen worden gehouden. Wel trachtte lord Chamberlain nog de ontbinding tot het volgende voorjaar te verdagen, en de wet omtrent van het plaatselijk zelfbestuur in Ierland nog door het tegenwoordige parlement te doen behan delen, maar zijn voorstel is verworpen, het parlement gaat uiteen. De oude heer Gladstone heeft reeds een verkiezingsrede gehouden, wel niet voor zijn eigen kiezers, maar toch een verkiezingsrede in de hoofdstad des rijks. Men moet den hoogbejaarden man toch bewonderen; zijn handigheid begeeft hem bij het klimmen der jaren niethij wist de Loodenaars te winnen, door hen te beklagen, wijl aan zoovelen hunner het kiesrecht wordt onthouden. Dit spruit uit de middeleeuwsche toestanden voort, die Londen verdeelen in de city en hetgeen daarbuiten ligt, en die wat het kiesrecht aangaat, aan de city groote voorrechten verleenen, boven het overige gedeelte van Londen. De heer Gladstone echter verzweeg wijselijk, dat hij zelf, als leider der regee ring, geen enkele poging heeft gedaan, om de bedoelde misbruiken uit den weg te rui men; voor het overige, en niemand had anders verwacht, deed de oude man een aan val op Lord Salisbury, die eeriige dagen zoo heftig tegen de zelfstandigheid van Ierland was te velde getrokken, en deze een bedrei ging voor de protestantsehe Ieren in het graafschap Ulster had genoemd. De oude heer was niet malsch in z'jn oordeel over deze rede, die hjj, kortweg, een minister der koningin onwaardig noemde. Hij eindigde met een woord van opwekking, om toch vooral de candtdateu der liberalen te stem men. Het zal een warme strijd zijn, die in het Vereenigd Koninkrijk in deze warme dagen gestreden wordt. De buitengewone ontvangst van onze Ko ninginnen aan het hof van Berlijn heeft aller wegen indruk gemaakt. Dat die in ons vader land op hoogen prijs wordt gesteld, is natuur lijk, daar thans aan de soort van stroefheid een einde is gekomen, die jarenlang het verkeer tusscheu beide hoven had gekenmerkt. De Duitsche bladen hadden slechts waar- deerende woorden voor het Nederlaudsehe volk; daaraan waren we anders ook al niet verwend geraakt. De Fransche haasten zich te doen uitko men, dat men toch vooral geen politiek ge wicht aan dit vorstelijk bezoek moet hech ten. Nu, zoo wijs waren we reeds, en zoo wijs zijn we ook, dat we achter deze verzeke ring een zekere vrees ontwaren, dat het kleine koninkrijk in nauwere verbinding met het groote keizerrijk zou kunnen komen. "Wij kunnen met de tegenwoordige verhou ding tevreden zijn. SCHIEDAM, 4 Juni 1892. De particuliere correspondent van de N. 22. Ct. schrijft uit Honnef van heden: Na in den ochtend een rijtoer te heb ben gemaakt, vertrokken de Nederlandsche Koninginnen precies te 12 uur, met een extra trein, bestaande uit vijf saionwagens, naar Nederland. Aan het station overhandigden Haar eenige Hol land sche meisjes van het pensionaat van Frl. Bredau, uit Bonn, bou- quetten, terwijl tien Hollaudsche meisjes, van het pensionaat van Frl, Schniewind, uit Godesberg, met heldere stem het t> Wien Neerlaadsch bloed" aanhieven. De beide Koninginnen zagen er recht gezond uit. Zij onderhielden zich vriendelijk met den burgemeester van Honnef en stegen na een zeer harteljjk afscheid van de koningin van Zweden en de vorstin-moeder van Wied, met prinses Elisabeth van Waldeck in het konink lijke rijtuig. Kort daarop stelde de trein zich in beweging en onder de luide toejuichingen der menigte, die beantwoord werden door buigen en wuiven, verdween de trein uit het gezicht. Betreffende het hek voor het gebouw der sport ten toons teL ing te Seheveningen geplaatst lezen wij in de JF. R. Ct. het volgende: Het loont de moeite even voor dit hek stil te houden en het aandachtig in oogenschouw te nemen. Het is geheel van smeedwerk, in sierlijke en smaakvolle ornementatie, en is afkomstig uit de werkplaatsen van den heer Vincent te Schiedam. Het geeft een hoogen dunk van den kunstzin en de werkkracht van den maker, die met succes een kunst beoefent, welke eenmaal in Nederland zoo hoog gestaan heeft eri waarvan wij de prachtige over blijfselen van tijd tot tqd nog terugvinden in oude choorlickken en sloten, maar die in den loop der eeuwen, hetzjj door onbekwaamheid der smeden, hetzij door gebrek aan bestel lingen, verloren schjjnt te zijn gegaan. De heer mr. Heyligers, Oostindlsch ambte naar met verlof en secretaris der staatscom missie voor de arbeiders-enquête, zal aan het departement van waterstaat, handel en nijver heid worden geplaatst, speciaal voor de be handeling van sociale vraagstukken. Naar het Centrum uit goede bron verneemt, is van de instelling eener afdeeling Arbeid" aan bet departement van waterstaat, waarvan de Avondpost het bericht verspreidde, geen sprake. De heer C. P, Hoek, burgemeester van Wateringen, lid van de Provinciale Staten voor het district Vlaardingen, is gisteren na een langdurige ongesteldheid overleden. Door de vijf zonen van wijlen professor H. J. Royaards is aan 's rijks archief te Utrecht ten geschenke aangeboden een »ear- tularium" der heeren van Montfoort, uit de 1ste helft der 15de eeuw. De aanwinst van dit vroeger geheel onbekende stuk is van bijzondere beteeken is, omdat op enkele kleine uitzonderingen na de Montfoortsche cartu- laria, die in 's rijks archief te Utrecht tehuis behooren, sedert den aankoop der heerlijkheid door de Staten van Utrecht in 1648, ver teren schijnen te zijo. Aan de schenkers is voor dit belangrijk geschenk de bijzondere dankbetuiging der regeering aangeboden. (Stel.) Nader vernemen wij dat door de Neder- iandscbe Handel-Maatsch appij utt de o ver 1891 behaalde winst een bedrag van f 1,200,000 is afgeschreven voor de reserve. (JV. 22. Ct.) De regeiing voor het gebruik van abon nementskaarten Staatsspoor en Hollandsche op gemeenschappelijke lijnen, welke den In dezer kwam te vervallen, is tot 1 October e.k. verlengd. Met 1 Juli *s, zal de postdienst van Rot terdam naar Brielle en Hetlevoetsluis geschie den door stoombooten van de maatschappij »Vlaardingen". Deze dienst wordt met 15 Juui voor personenvervoer opengesteld. COURANT. fcBOHNeMENTSFttus, per kwartaal franco per post, door het getieele Rijk AftonderUjke nominers 1.85. - 2.50. - 0.10. lD?EtTSKiiepttis; ran 1—10 gewon» regels ntet inbegrip ren «ene Coorentaoi Iedere gewone regel meer0.10 Drikhah. geplaatst wordt tegen twbbvaaL berekend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1