A0. 1892.
Maandag 22 Augustus.
N°. 8083.
Eerste Blad.
esenveertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Biimenlandsche Berichten.
UITGEVER: J. ODÉ.
BURBA Ut BOTRKSTRAAT, R 2
Schiedam, 20 Augustus 1892.
We vervolgen onze aanteekeningen op
Nijhoffs werk: ^Staatkundige Geschiedenis
van Nederland, van 1713'95.
In de tweede helft der achttiende eeuw
ging het onzen landgenooten goed, zeer goed
zelfs. Ze wisten zich te houden buiten den
zevenjarigen oorlog, en daardoor rezen ze in
de schatting van Europa niet; integendeel,
de groote Engelsche staatsman Pitt sprak
met verachting van het Nederlandsche volk.
Maar door dezezeker karakterlooze neutra
liteit nam onze welvaart en rijkdom buiten
gewoon toe, en nog meer dan een tiental
jaren bleef ons land werkelijk overvloeien
van melk en honig. Van 17671780, zegt
professor Fruin, geleek ons volk op een wel-
gestelden rentenier, die zijn koetjes op 't
droge heeft en in kalm zelfbehagen om zich
heen ziet naar het woelen en werken van
minder gegoede of minder voldane buren."
Elders vindt men vermeld, dat de handel
-in de eerste jaren van het stadhouderschap
van Willem V een nooit gekende hoogte had
bereikt. De middelen te water brachten een
derde meer op dan naar gewoonte; het
financiewezen was ook door aflossing in gun-
stigea toestand; de schatkist was rijkelijk
voorzien; de Oostindische maatschappij niet
ver van oude schulden te hebben afgedaan
en weder aanzienlijke uitkeeringen te doen.
Weldra zou deze gunstige toestand echter
keeren; het was na het uitbreken van den
Amerikaanschen vrijheidsoorlog. De heer
HijhofF zegt hierover het volgende:
Een der groote oorzaken van den Noord-
Amerikaanschen vrijheidsoorlog moet gezocht
worden in de ijverzucht van de Europeesche
volken over het stichten van koloniën.
Frankrijk had voorheen Canada bezeten maar
had dit in den 7-jarigen oorlog verspeeld.
Ware het Frankrijk gelukt geweest, zijn
Amerikaansche koloniën uit te breiden, in
plaats van ze te verliezen, dan zouden de
Amerikaansch-Engelsche koloniën zich uit
vrees voor Frankrijk met te meer ijver aan
het moederland hebben aangesloten. Nu er
echter geen viees voor Frankrijk behoefde
te bestaan en dit integendeel uit weerwraak
het plan opvatte om die kolooiën in hun
verzet tegen Engeland te steunennu Frank
rijk een helper in plaat-s van een vijand
werd, werd in Amerika de geest tegen het
moederland hoe langer hoe vijandiger en
scheurde het zich daarvan af. Door zijne
dwaze koloniale politiek had Engeland tot die
vijandige houding aanleiding gegeven. De
willekeurige behandeling van de koloniën
door het moederland prikkelde tot verzet. In
het parlement zaten geen Amerikanen, hun
toestand was er onbekend; de rechterlijke
macht over Amerika behoorde in laatste in
stantie bn Engeland; de koloniën werden
eenvoudig als een handelsinrichting be
schouwd, hun handel met vreemde staten
verboden en alle industrie onderdrukt. Daar
bij kwam nu sinds 1764 de belastingheffing,
die, gelijk bekend is, op de thee toegepast,
tot het gewapend verzet en de onafhankelijk
heid leidde. Reeds in 1776 kondigde het
congres die af en 6 jaar later werd die door
Engeland erkend.
Het doel, dat Amerika had, werd bereikt,
het doel echter, dat Frankrijk beoogde: de
verzwakking van Engeland, niet. Het verlies
zijner koloniën in het Westen heelt Engeland
niet gedeerd. Wel was nu het oordeel uit
gesproken over het oude koloniale stelsel,
maar Engeland, dat in de Oost-Indien zijn
schade in de West dubbel vergoed zag, begon
sedert door een verstandiger staatkunde eerst
ten volle zijn krachten te ontwikkelen, meer
dan het ooit door het bezit van Amerika
had kunnen doen.
Ook in ons vaderland vond de zaak der
Amerikanen vurige voorstanders. Toch, zegt
de heer Nijhoff, was het gansch iets anders,
sympathie met hen te gevoelen, hun toe te
wensehen alle succes op hun verzet tegen de
onderdrukking van het moederland, dan hun
de hand te reiken en daadwerkelijke hulp
te verleenen of op een andere wijze door
ingrijpende daden te toonen, dat men hunne
zaak voorstond. Deze sympathie leidde onder
anderen tot een oorlog tussclien Frankrijk
en Engeland, en ook Holland kwam op den
duur door zijn sympathiebetuigingen in bit
teren nood, waaruit alleen ware staatkunde,
die rekening houdt met de werkelijkheid ook
bij de erkenning van het ideaal, het had
kunnen verlossen.
Reeds een jaar na het uitbarsten van den
oorlog in Amerika werd ons volk geplaatst
voor een zeer moeilijk vraagstuk. De koning
van Engeland toch maakte aanspraak op het
leenen van de zoogenaamde Sehotsche brigade,
een korps van 6000 man, sedert eeuwen in
dienst der republiek, teneinde tegen Amerika
krachtiger maatregelen te kunnen nemen.
Schandelijk hadden verschillende Duitsche
prinsen hunne stoere onderdanen aan George
III voor datzelfde doel afgestaan. Eenig recht
kon die koning op onze hulp voorwenden,
daar de tractaten met Engeland, sedert jaren
gesloten, wederzijds tot ondersteuning ver
plichtten. Gelukkig echter was de clausule
daarbij opgenomen, dat voor oorlogen, buiten
Europa gevoerd, die hulp niet kon worden
opgeëischt. Toch deed George het met den
noodigen aandrang en zijn gezant in de
republiek, die reeds jarenlang hier werk
zaam was geweest, Yorke, veroorloofde zich
op hoogen toon in naam zijns konings die
hulp te eischen. Gelukkig stuitte dit af op
den tegenstand, dien de eisek zoowel van
de zijde der democratie als van de lioogere
politiek ondervond. Aan de eene zijde wekte
Capelle van de Poll de verontwaardiging van
het volk er tegen op, door zijn redevoering,
die, in de dagbladen opgenomen, door het
volk met grooten bijval werd gelezen; aan
den anderen kant bestreed in den hofkring
de hertog van Brunswijk den eiseh van den
koning van Engeland. Want vreemd, de
aristocratische regenten waren er niet tegen,
minder uit sympathie voor Engeland, dan
omdat ze hoopten daardoor voorgoed van
dien militairen lastpost te worden bevrijd.
Gelukkig behaalde na langdurigen strijd over
dat punt de ware zienswijze de overwinning.
Een schandelijke bladzijde te meer in onze
18-eeuwsche geschiedenis zou het geweest
zijn, indien van.onze regeering kon verhaald
worden, wat van den toenmaligen keurvorst
van Hessen bekend is, dat bij zijn landstroe-
pen als goedwillige schapen ter slachtbank
naar Amerika zond, om den koning van
Engeland, te believen.
Het niet afslaan van de Sehotsche brigade,
ook door politieke wijsheid voorgeschreven,
zou echter gevolgd worden door daden, die,
hoe ook gegrond op sympathie met de
Amerikaansche gewesten, toch te weinig reke
ning hielden met de werkelijkheid, om straf
feloos plaats te kunnen hebben. De oude
quaestie van den handel met een van twee
strijdende mogendheden herhaalde zicli. Hoe
begrijpelijk ook voor ons hedendaagsch inter
nationaal bewustzijn, dat een dergelijke handel
in strijd is met neutraliteit, dat kon, dat
wilde men in die dagen maar niet inzien.
Thans kan niemand er slechts een oogenblik
aan twijfelen; tegenover de Engelsche koop
lieden uit de Straits Settlements, die de
Atjehers willen voorzien van wapens en
voorraad, handelen wy op dit oogenblik
en dat is ons recht op dezelfde manier,
als de Engelschen tegenover ons in de voor
gaande eeuw. Doch in die dagen ging over
die schending van den handel eene algemeene
kreet van verontwaardiging onder onze koop
lieden op. Hoe! deze hadden zelfs wel in
den 80-jarigen oorlog met den vijand handel
gedreven en hem zelfs wel voorzien van de
middelen, om ons te blijven bestrijden. Zou
men dan thans geen recht hebben, om, buiten
den oorlog staande, handel te driven in alles,
waarvan voordeel te behalen was? Alsof
hier niet het groote verschil bestond, dat
gedurende onzen oorlog met Spanje juist de
rijkdom, dien de handel zich verwierf, ons
in staat stelde, den oorlog voort te zetten;
terwijl liet thans alleen de baatzucht der
kooplieden was, die hen tot den handel met
Frankrijk en Amerika dreef.
(Slot volgt.)
SCHIEDAM, 20 Augustus 1892.
Wij herinneven onze lezers er aan, dat,
ter gelegenheid van de internationale ten
toonstelling van gezondheidsleer, voedings
middelen en kookkunst, ingericht door de
vereeniging tot bevordering der hygiène,
en thans in het gebouw voor kunsten en
wetenschappen te 's-Gravenhage geopend,
een wedstrijd wordt uitgeschreven tusschen
al de brood-, beschuit-, koek- en banket
bakkers (confiseurs) en koks van Nederland.
Deze wedstrijd zal plaats hebben op 25 en
26 Augustus.
Toetredingen worden tot 24 Augustus a.s.
aangenomen aan liet adresM. de Vriese,
administrateur der tentoonstelling, Buitenhof
2, den Haag.
Hedennamiddag ongeveer vijf uur is J. IC
Dinkelaar, voerman van een vuilniskar, op de
Hoogstraat rijdende, door een gistwagen aan
gereden, zoodat hij van de kar viel, welke hem
over het lichaam reed, tengevolge waarvan
hij ernstig gekwetst werd. Nadat hij inden
parapluiewinkel van den heer Togni was op
genomen, werd hem door den heer J. A.
Rutschy geneeskundige hulp verleend, waarna
hij per brancard naar zijn woning werd ver
voerd.
Als eene bijzonderheid verdient vermel
ding, dat in het plantsoen achter de Groote
Kerk alhier een goudenregen dit jaar voor
de tweede maal in vollen bloei staat.
Benoemd bij den grooten staf, tot adjudant
in gewonen dienst van H. M. de Koningin, de
ritmeester E. F. C. H. J. baron Van Tuyl van
Serooskerken, van dien staf ordannans-officier
van H. M.
De minister van binnenlandsche zaken, over
wegende dat, volgens ingekomen ambts
bericht, de Aziatische cholera te St.-Peters-
burg voorkomt; gelet op artt. 4 en 2 der
wet van 28 Maart 1877 (Staatsblad no. 35),
heeft goedgevonden, met aanvulling van zijne
beschikking van 29 Juli j.l. no. 2918, afdee-
ling M. P. (opgenomen in de Nederlandsche
Staatscourant van 30 Juli j.l., no. 177), alle
Russische havens aan de Oostzee, wegens
Aziatische cholera, besmet te verklaren.
De minister van oorlog heeft de aan de
militairen gegeven vergunning, om in kleine
of dagelijksche tenue, buiten dienst, in het
openbaar te rocken, in dien zin uitgebreid,
dat het voortaan aan militairen ook geoorloofd
zal zijn te rooken, wanneer zij, in andere
dan de kleine of dagelyksche tenue gekleed,
buiten dienst, in het openbaar verschijnen.
Het V. T>. kan het bericht van het Hlld.,
dat niet aan naasting van de maatschappij
COUf)A T,
Abonnementsprijs, per kwartaal
Mranco per post, door het geheel?' Rijk
Afzonderlijke nominees
1.85.
- 2.50,
- 0.10.
ADVER7IHTUPEI18: rxn 110 gewone regels me
inbegrip van eene Courantjl.-jo.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
(St.-Ct.)