J
Maandag 17 October.
N°. 8123
A0. 2892.
Eerste Blad
Z ©senTeertigste
Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGÉYEnTfy ODÉ.
DU nummer bestaat uit drie bladen.
Schiedam, 15 October 1892.
Eenige dagen geleden bevatte het Handels-
Had een artikel over de drie-wetsontwerpen
tot regeling van het kiesrecht; het blad ver
klaarde het voorstel, wat de hoofdgedachte
betreft, te steunen. Eenigszins bedenkelijk
volgt er echter later: sliet komt ons voor,
dat de regeering niet in allen deele reken
schap heeft gegeven van de ingrijpende ge
volgen harer voordracht, en door te eenvoudig
en langs den negatieven weg een ingewikkeld
probleem te willen oplossen, op de bezwaren
niet genoeg licht heeft doen vallen". Het
blad eindigde met de verwachting uit te druk
ken, ndat de liberale partij in de Kamer
het liberale bewind krachtig zal steunen in
het streven, om in allen geval het kiesrecht
te vestigen op de breede grondslagen, welke
de Liberale Unie ten vorigen jare in haar
manifest heeft medergelegd. Wanneer beiden
doordrongen zijn van het besef, dat het
vraagstuk opgelost moet worden en niet lan
ger een sta in den weg mag zijn voor tal
van noodige hervormingen, dan zal het ge
meen overleg ook wel tot een goede oplossing
leiden".
Sedert het Handelsblad genoemd artikel
gaf, hebben verschillende organen hun oor
deel uitgesproken. O. a. de Zutphensche Cou
rant, die meent, dat het standpunt van den
heer Tak alle toejuiching verdient. Geen
geteem, zegt dit blad, geen geteem over
kenmerken om geschiktheid of welstand aan
te toonen, geen census, geen capaciteitenstel
sel, geen huismanskiesrecht; eenvoudig doch
logisch wordt aangenomen, dat geschikt is hij,
die niet ongeschikt is, en voldoenden wel
stand bezit hij, die niet behoeftig is.
Een zeer verstandig woord gaf het Utrechtsch
Dagblad, Gewagende van de zeer groote uit
breiding van het aantal kiezers, meent het
blad, dat daaraan groote bezwaren verbonden
zjjn. Doch wanneer men te kiezen heeft tus-
schen twee stelsels, die beide hun gebreken
hebben, dan geeft het blad de voorkeur aan
dat kiesstelsel, waarvan mag worden verwacht,
dat het althans aan alle tot de uitoefening
van het kiesrecht geschikten dat recht ver
leent. Heeft dat mede ten gevolge, dat een
aantal ongeschikten mede stemgerechtigden
worden, dit kwaad komt het blad geringer
voor dan dat, verbonden aan een stelsel, dat
•geschikten weert en ongeschikten toelaat tot
de stembus.
ïMnar, gaat het blad voort, zullen onder
het uitgebreide kiesrecht de ongeschikten
niet de geschikten overstemmen Die vrees
bezielt menigeen en ongetwijfeld is men
daarin te goeder trouw. Ook mag niet wor
den verheeld, dat het nagenoeg verdrievou
digen van het kiezerskorps zijne bedenkelijke
zijde heeft, waar zoovelen van hen, die dan
eerlang het kiesrecht zullen verkrijgen, tot
dusver weinig of niets zich aan staatszaken
lieten gelegen zijn. Wij gelooven echter, dat
men zich met gerustheid verlaten kan op het
gezond verstand van het Nederlandsche volk.
Dat volk heeft zich altijd onderscheiden door
zijn liefde voor orde en voor vrijheid, en het
zal die eigenschappen zeker niet verloochenen,
wanneer het in al zijne lagen, met uitsluiting
ntusschen van het maatschappelijk en weten
schappelijk proletariaat, tot rechtstreeksche
deelneming aan de openbare zaak geroepen
wordt. Veranderingen in de bestaande partij
verhoudingen zullen wel niet uitblijven onder
het uitgebreide kiesrecht; van proefnemingen
op wetgevend gebied die sommigen, mis
schien velen, bedenkelijk voorkomen, zuilen
wij wellicht niet verschoond blijvenmaar
wij zijn oyertuigd, dat de uitkomst ook dit
maal zal bewijzen, dat de toekomst behoort
aan de vrijzinnige richting, die de beste waar
borgen biedt voor eene geleidelijke en bedacht
zame ontwikkeling onzer instellingen op den
als deugdelijk beproefden grondslag der ver
worven staatkundige rechten."
Het blad meent, dat »na het tot stand
komen van deze regeling het kiesrechtvraag-
stuk zijne beteekenis als middel van beroe
ring verliezen zal en niet langer een hinder
paal zal zijn voor den regelmatigen gang
van den legislatieven arbeid,
nMaar meer dan vroeger zal het van over
wegend he'ang zijn, de ontbolstering van de
lagere volksklassen met den meesten ernst
ter harte te nemen, hun belangstelling voor
de openbare zaak in te prenten en allerwegen
gezonde begrippen over de zaken van staat
en gemeente te doen ingang vindenmeer
dan ooit wordt dit een plicht, die op de
ontwikkelden rust."
Met genoegen lezen we ook de beschou
wing over de wetsontwerpen in de Arnhem-
sche Courant. Dit blad zegt, dat het wel te
verwachten was, dat een regeering, die de
gebrekkige voorloopige regeling van het kies
recht zonder reactionnaire bedoelingen zou
willen herzien, een voorstel zou moeten doen
in den geest van het nu ingediende, waarin
het kiesrecht zoover als de grondwet toelaat
uitgebreid en feitelijk een van het allemans-
kiesrecht weinig verschillend stelsel ingevoerd
wordt. Dan wijst het blad op de groote
kalmte, waarmede de openbare meening het
wetsontwerp van dit ministerie ontvangen
heeft, en vervolgt aldus: »Wars er tien jaren
geleden een dergelijk by de Staten-Generaal
aanhangig gemaakt, dan zou er zonder twijfel
een kreet van angst en ontzetting zijn opge
gaan, en aan een bekrachtiging van het be
ginsel door de vertegenwoordiging zou geen
oogenblik gedacht zijn geworden. Doch de
tyden zyn veranderd, en sedert de laatste
herziening vau de Grondwet, die in art. 80 het
censusstelsel verwierp en dat van de »ken-
teekeiien van geschiktheid en maatschappe-
Irjken welstand" aannam, is men meer en
meer tot de overtuiging gekomen, dat er voor
den vrijzinnige geen keus meer overbleef. Nu
het censusstelsel was afgekeurd, moest men
wel overgaan tot de Verst mogelijke uitbrei
ding.
Vraagt men nu, of die persoonlijke ge
schiktheid in het thans voorgedragen stelsel
volkomen tot haar recht komt, dan ant
woorden wij volmondig ontkennend. In zoo
verre is het zeker, dat geen enkel geschikt
mannelijk meerderjarig Nederlander buiten
de kiesbevoegdheid zal gesloten zyn, wanneer
alle mannelijke meerderjarige Nederlanders
tot kiezers gemaakt worden, maar juist dere
algemeenheid levert het bewijs, dat er niet
naar kenteekenen of waarmerken is gezocht,
en dus de geschiktheid bij de toekenning van
het recht huiten beoordeeling is gelaten.
»Dit kan echter niet anders. Er is geen
ken U/-ken of waarmerk, te verzinnen, waar
door kan worden uitgemaakt of A, B en C of
wel wie hunner de hier bedoelde geschikt
heid bezit. Laat men den census los, dien
men niet langer vasthouden kan, dan is er
geen ander object, dat houvast geeft; indien
men regelen wil en moet, handelt men dus
het verstandigst tot de ruimste inrichting de
toevlucht te nemen. Daarom zeiden wij hier
boven, dat de persoonlijke geschiktheid »in
het afgetrokkene maatstaf voor kiesbevoegd
heid behoort te wezenin de praktijk daaren
tegen is die maatstaf onder geen vaste formule
te brengen, die des eenen toelating, des
anderen uitsluiting beslist.
»Onze aanvaarding van het zeer uitgestrekt
kiesstelsel van het ingediend wetsontwerp be
rust voor een groot deel op hetgeen men de
conclusie der verlegenheid genoemd heeft, de
conclusie die genomen wordt als pis-aller,
omdat men een ander dan het bestaande,
voor iedereen onvoldoende, wenscht, en inder
daad geen ander dan het voorgestelde te
vinden weet. Het is zoo; wy weten zeer goed
dat het gekozen stelsel vele en groote bezwa
ren heeft, dat het in den eersten tijd zijner
toepassing leiden zal tot veel verlies van tyd,
krachten, geduld en moed, niet weinig fouten
en misgrepen zal doen begaan. De eerste Sta
ten-Generaal, die uit dit nieuwe kiesrecht voor
komen, zullen er vreemd, voor ons weinig aan
trekkelijk uitzienmaar wij mogen de licht
zijde niet uit het oog "verliezen. Door de zeer
verre uitbreiding wordt de belangstelling in en
de deelneming aan de publieke zaak in een
zeer ruimen kring gebracht, en mag de uit
oefening van het nieuwe recht in den aanvang
minder grif, zelfs minder regelmatig en recht
vaardig 'gaan, ook hier zal er al doende ge
leerd moeten worden. Eene politieke opvoe
ding yereischt tyd en om iemand zwemmen te
leeren, dient men hem te water te laten gaan."
Inderdaad, zoo behoort een onbevooroor-
oordeeld staatsburger de ingediende ontwer
pen te beschouwen.
Op bedenkingen, van verschillende zijden
er tegen ingebracht, wenschen we in een
volgend nummer te wijzen.
BinnenlandschBerichten.
SCHIEDAM, 15 October 1892.
Hedenmorgen is ter observatie in de barak
aan het ziekenhuis alhier opgenomen J. v. d. S.,
oud i9 jaar, smid bij de H. IJ. S. M., wo
nende te Haarlem, die alhier aan de spoor
lijn werkzaam was en door krampen ïu de
buik was aangetast. Ey had gisteren te
Rotterdam gewerkt en daar Volgens zijn
zeggen nogal veel ongekookt Maaswater ge
dronken.
Reeds hedenavond is v. d. S. als hersteld
uit de barak ontslagen.
Bij kon. besluit van 9 dezer is de commis
sie, welke bij koninklijk besluit van 14 Octo
ber 4888 benoemd werd tot het instellpn
van een onderzoek betreffende de gouverne-
ments-koftiecultuur in Nederlandsch Indië,
ontbonden, met dankbetuiging voor de wijze,
waarop zij aan de haar verstrekte opdracht
heeft voldaan.
De afdeelingen van de Tweede Kamer
hebben benoemd tot rapporteurs over hoofd
stuk financiën der staatsbegrooting de
heeren: Zylma, Hintzen, Dobbelman, Schepel
en Van Alphen.
Als rapporteur over hoofdstuk marine is
gisteren vermeld de heer Iiuber, dit moet
zynDe Kanter.
Blykens het verschenen overzicht van de
opbrengst der rijksmiddelen in September j.l.,
is op f 13,000 na de raming voor 9/12 bereikt.
Het bedrag der raming van dat tijdvak n.l.
bedraagt f86,842,087.50 tegen eene opbrengst
van f86,828,733.15. Het zou dus al zeer
slecht moeten ioopen, indien aan het einde
van het jaar niet op een behoorlijk overschot
was te wyzen. De opbrengst van het jongst
verschenen 9-maandsch tijdvak is althans
reeds 3*/s millioen gulden boven dat van het
vorige jaar.
De maand September is op zich zelf niet
zoo voordeelig geweest als haar naamgenoot
van 1891, daar wij tegenover deze f287,000
ter. achteren zyn. Er vloeide n.l. nu slechts
f11,682,986.97 in 's rijks schatkist, tegen
f 11,969,602.14 in 4891. Dit nadeelig verschil
is jyist wat de Domeinen minder hebben
afgeworpen, hetgeen daarom niet wil zeggen
dat al de andere middelen precies in die twee
in vergelijking gebrachte Septembermaanden
met elkander sluiten. Integendeel er heeft
daar ook afwisseling genoeg plaats gehad,
welke wij hier detailleeren. Zoo leverden de
directe belastingen (grond- en personeele be
lasting en patent) f9000 en de rechten op
den invoer f42,000 minder in de schatkist
Van de accynzer verkeerden in ditzelfde
geval de suiker f138,000, de wijn f 8000,
het zout f2000, terwyl daarentegen hooger
waren het gedistilleerd f 83,000, de zeep
f 11,000, de bieren en azijnen f 5000 en het
geslacht f 11,000. Van de indirecte belas
tingen is er slechts den ten achteren, en wel
Abonnehentbprus, per kwartaal
franco per post, door het geheele Rgk
Afzonderlijke nommers
f 1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BUREAU B ©TE HL 8~T RAAT, E 2 7.
Advertentieprijs: tui 1—10 gewone regels met
inbegrip vee eene Oom sa». f ,10.
Iedere gewone regel meer - 0.10
Drienul, geplaatst wondt tegen tweemaal berekend.