Zaterdag 22 October. POLITIE. A0. 1892, N°. 8127. Feuilleton. esenveertigst© Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, üitgevërT T. odé. Bnitenlandsclie Berichten. AAN DE GRENS. I GO JRANT. 4ÏÓNKKHENTSPRU8, par kwartaal Jnmoo per past, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers t.85. - 2.50. - 0.10. BCREAVt BOÜBÏïBAAT, E 21. Advertentieprijs: ns 1—10 gewon, regels met inbegrip van «ene Courant. f .10. Iedere gewone regel meer - 0.10 Driehaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. Aan het commissariaat zijn als op straat gevonden aangebracht of aangegeveneen bril, een deksel van een kachel, een vitte zakdoek en een vragenboekje, een rozenkrans, een kinderschoentje, een lorgnet in étui, een yzeren ketting, 3 hemden gemerkt J. Z. 6 en 2 onder broeken, een jonge geit, een gouden kinderoorbelletje en een sleutel. Schiedam, 21 October 1892. De Nieuwe Botterdamsche Courant heeft thans een viertal artikelen aan de nieuwe kieswet gewijd, waarvan de eerste een over zicht bevatten van den inhoud der ontwerpen. De laatste artikelen behelzen een critische beschouwing daarvan, en dan betoogt het blad, dat de tijd voor ruime uitbreiding van het kiesrecht is gekomen, ofschoon het niet meent, dat de aandraag om tot de "stembus toegelaten te worden, algemeen is. Krachten, die zich aan de openbare zaak wen- schen te wijden, mogen echter niet worden afgestooten. Doet men dit, er ontstaat onte vredenheid en worden zulke krachten elementen van verzwakking. Bovendien, het programma der liberale partij bij de jongste verkiezingen«uitbreiding van het kiesrecht, zoover de Grondwet toelaat", verplicht haar tot die uitbreiding. Maar de uitbreiding jran het kiezerskorps, dat thans 300,000 bedraagt, tot 800,000 is deze sprong niet te groot, vraagt de N. B. Ct. De vergelijkingen, die de regeering met andere landen maakt, gaan niet op, zeker ook niet wat Engeland betreft, waar 65 personen kiezer zyn tegen 74 hier te lande, zooals de berekening onzer regeering is. Het Engelsche volk, opgevoed in self- government, is krachtig, is door zyn vak- vereenigingen ervaren, leeft in beter woningen dan onze werklieden. Hoevelen van dezen, wien men het stemrecht wil gaan verschaffen, zullen aan de stembus niet den wil van anderen doen, in plaats van hun eigen inzichten te volgen. Zelfs meent het blad, dat een groot gedeelte niet rijp is voor het kies recht het wijst op de baldadigheid, en op de geweldenarijen, gepleegd hier op de Heils soldaten en elders op de socialisten; op de tooneelen, die het volk Ievei t by gelegenheid, dat een kermis wordt afgeschaft. Doch elk nieuw kiesrecht is een sprong in het duister, en men zou op dezen grond van alle kiesrechthervorming kunnen afzien. De vraag is niet, of men wel zeker is niet tot onwaardigen af te dalen, maar sof men door tot de grens van het proletariaat te gaan niet daar komt, waar «maatschappelijke wel stand" eigenlijk klinkt als een bittere spot- terny. In de toelichting der ontwerpen vindt de N. B. Ct. niets aangaande'het gehalte van het nieuwe contingent «Of van dat halve millioen nieuwe kiezers niet een breede zoom tot eenen anderen dan den gezeten werkmansstand behoort; zelfs tot de klasse der bedelaars, landloopers, dak- loozen, straatmuzikanten en dergeiijken; of er niet bij menigte kiezer zullen worden die, bij liefdadige instellingen aankloppende, als onwaardig afgewezen zouden wordenlieden die voor diefstal, dronkenschap, straatschen derij, verzet tegen de openbare macht en voor wat niet al gezeten hebben; kwartjes vinders, souteneurs en verder uitschot; kort om, of er, niet enkelen, maar geheele groe pen het kiesrecht zullen verkregen, die de Grondwet met hare kenteekenen van geschikt heid en maatschappelijken welstand heeft willen uitsluitenhierover ontbreken alle gegevens. 'Over den wil, de bedoeling van de Grond wet kan men lang twisten. "Wie maakt het uit? De Grondwetgever" is een onpersoon lijk wezen, dat men niet in verhoor kan nemen. En wat in het byzonder art. 80 aan gaat, dat het kunststuk heeft moeten verrich ten om vó<}} èn tegenstanders van uitgebreid kiesrecht tea Idoen, laat «de Grondwetgever" aan het raden naar zijne bedoelingen vry spel. Maar zoo op éen punt aan zijne bedoeling twijfel uilgesloten is, dan is het wel dat hij de elementen die achter de gezeten werkmans klasse staan, niet tot hqt kiesrecht heeft willen toegelaten zien, en d^t de kenteekenen van ge schiktheid en maatschappelijken welstand in de Grondwet opgenomen zijn, om die soort uit te sluiten. Te dityj opzichte zjjn de verklarin gen van het beging het einde zoo ondub belzinnig mogelyk gevast." Bovendien meent het blad, dat er tegen «le ontwerpen een grondwettig bezwaar is aan te voeren, namelijk wegens de uitsluiting van het kiesrecht van velen, als de wegens misdrijf veroordeelden, deserteurs, uit het leger weggejaagden en wanbetalers, hetgeen moeilijk met de bepaling der grondwet is overeen te brengen. Een enkel woord over het oordeel van de Standaard. Dit blad heeft eerst sympathie voor de ontwerpen betoond, op grond van de overeenkomst van het nieuwe kiesrecht met het door het blad zoo geliefde huismans kiesrecht. Toen heeft het blad verklaard, dat het zich had vergist en er van die genoem de overeenkomst niets aan is. Verder heeft het te kennen gegeven, dat tot de bedeelden, die uitgesloten moesten worden, slechts dezulken moesten gerekend worden, die van de overheid ondersteuning genoten; andere dus de van kerkelijke zijde bedeelden moesten som Jezus' wil" worden toegelaten. Daarna heeft de Standaard verklaard, dat dit 'ook niet kon, als strijdig met de grondwet. Ten slotte heeft het blad de voordracht zelf ongrondwettig genoemd, en zal het dus voortaan moeten bestrijden, wat het eerst met toejuiching heeft begroet. DUITSCHLA.KD. Keizer Wilhelm heeft een som van 50,000 mark naar Hamburg gezonden tot het stich ten van een ondersteuningsfonds voor weezen van choleralijders. In tegenwoordigheid van de prinsen en prinsessen van het koninklyk huis, den rijks kanselier, de ministers en tal van generaals, heeft de keizer Dinsdag, den geboortedag van wijlen keizer Frederik, den eersten steen ge legd voor de in den Tiergarten te bouwen kerk ter nagedachtenis zijns vaders. Na het verrichten dezer plechtigheid ging de keizer naar Spandau, teneinde het gedenkteeken, ter eere zijns grootvaders opgericht, te ont hullen. De Nationallïberale Corresp. meldt, dat het ten vorigen jare bij den Rijksdag inge diende ontwerp tot bestrijding der dronken schap niet opnieuw bij dat lichaam zal wor den ter tafel gebracht. In de evangelische kerk is een felle stryd uitgebroken over het al of niet behouden van de 12 artikelen des geloofs in de z.g. Apos tolische geloofsbelijdenis. Het hoofd der be weging, welke tegen het behoud dier artikelen is op touw gezet, is de Berlijnsche professor Hemack. De Berlijnsche correspondent van de N. B. Ct. sehryft van gisteren: De zaak van professor Hernack, die eene critiek op de «Apostolische Geloofsbelijdenis" gaf, schijnt eene groote staatszaak te zullen Roman van JOHANNES VAN DEWALL. 4. In het oogenblik toen de adjudant beproefde bet achterwiel te grijpen volgde het ongeluk het rijtuig viel rechts op den grond, tamelijk zacht onder de bestaande verhoudingen, daar het dichte struikgewas en de sneeuw den val iets verzachtten, maar toch niet zonder eenig ■ongeval, want de heer viel, ongalant genoeg, op de jongedame en begroef haar onder zijn pels, terwijl den dienaar een groot aantal sabels en geweren navolgden, die onder in het rijtuig waren verborgen geweest. Een s sak ra" ontsnapte aan den mond des ritmeesters, zijn oog vestigde zich op de wape- -tien, die zoo onbescheiden uit het rijtuig te voorschijn kwamen. «Nauwelijks de stad ver laten en reeds zulk een rijke vangst gedaan 1" dacht hij. Doch aanstonds daarop fronste hij het voorhoofd en nam de sigaar haastig uit den mond, want hij zag naast een eskadron- paard, dat op drie pooten stond, een zijner ulanen en den korporaal Fareza, die juist deu gewonden poot van het dier optUde. De zorg van en ritmeester was veel grooter voor zijn troep dan voor de vreemdelingen bij wendde zijn paard daarheen. «Wat is bel, korporaal Fareza?" riep hij onder het naderbij- komen dezen toe. De aangesprokene keeide zich om en richtte zich op. «Luister eens, mijnbeer de ritmeester," rapporteerde hij, »het Poolsche vrouwspersoon daar heeft twee paarden kreupel gemaakt en een is geslagen. Dit paard heeft eene gedachte wond gekregen en zal op zijn minst veertien dagen kreupel zijn ik heb het haar echter betaaldgezet, mijnheer da ritmeesteren voegde hij met een grimmig lachje en met een veelbeteekenenden blik op het omgevallen rijtuig er bij«het vrouwspersoon reed midden onder het keizerlijke eskadron, beeft gescholden en met de zweep geslagen De ritmeester boorde het rapport aan, zonder een spier van zijn gelaat te vertrekkenslechts toen hij bij de laatste woorden nog eens naar het rijtuig omzag, vloog er eene schaduw over zijne trekken. «Luitenant Van Parschner 1" riep hij. «Hier ben ik, mijnheer de ritmeester 1" De geroepene, een flinke, jonge officier, galoppeerde naderbij. «Laat eenige mannen afzitten en de geweren en de geheele kraam daar in beslag nemen. Gij kunt aanstonds van het rijtuig gebruik maken, om alles naar de stad terug te brengen." «Het zal onmiddellijk gebeuren, ritmeester!" «Laat eens zien, korporaal Fareza, hoe is het met het paard wendde hij zich daarna weder tot dezen. Terwijl de ritmeester Van Brandenstein met groote belangstelling naar het paard onderzoek deed, waren anderen bezig om de gevallenen bij te staan. Eer nog de kleine, woordrijke majoor den voet uit den stijgbeugel getrokken had, stond graaf Hancke, de adjudant van het regiment, in weerwil van zijne verlakte laarzen reeds midden in de sneeuw, wierp den ordon nans de teugels toe en sprong over de sloot. De begeleider der dame lag nog op den grond hij bedekte de dame, die de teugels nog altijd stevig in de hand geklemd hield, geheel, hij lag onder zijn pels begraven, de voeten op den rand van de sloot, het bovenlichaam tus- schen de korte dennenstammen, wier naalden op eene onaangename wijze met zijn gelaat in aanraking kwamen. Van de dame was voor- loopig slechts een buitengewoon klein en sierlijk voetje fc.. zien, dat een weinig onbescheiden uit de plooien van haar kleed te voorschijn kwamal het overige bedekte de zware man en zijn met bont gevoerde pels. Bij geluk ston den de paarden stil, zoodat de luitenant graaf

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1