A0. 1892; Maandag 26 December. N°. 8173, Eerste Blad. Nieuwjaarswenschen e t n v r t i g- s t Jaargang. S Verschijnt agelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: J ODE. PttEA Pt BOTBRÜBAAT, E 2 7. Tan A6 regels worden in het nummer dezer Courant dat in den vroegen morgen van den Nieuwjaarsdag zal verschijnen, ge plaatst voor VIJFTIG CENTS. Schiedam 24 December 1892. Rust't moet den politieken mannen, zoo hier als elders, een heerlijke herinnering zijn, als ze tegen Kerstmis dit woord hooren. Ver bazend, wat is er in de Decembermaand, die ten einde spoedt, gesproken! Gesproken in Frankrijk, waar men in het einde van spre ken tot handelen is gekomen, en dat is maar goed ook. Elke dag, die aanbrak, zag in de Fransche Kamer van afgevaardigden en in den Senaat een of meer politieke grootbeden verbleeken; veibleeken, omdat hun geweten niet zuiver was en ze ook al van den verbo den boom, die Panama-maatschappij heet, hadden gegeten. Thans zijn eenige afgevaar digden en senatoren, waaronder oud-ministers der republiek, in staat van beschuldiging ge steld; ook do rechterzijde der Kamer, dus de tegenstanders der republiek, telt haar ver tegenwoordigers onder de beschuldigden. De beschuldigden hebben zich deze zaak zoo maar -niet laten aanleunen, allen hebben hun on schuld gepleit; deze had slechts gelden aan genomen, omdat hij in zijn blad advertentiën voor de Panama-maatschappij plaatste; gene, omdat hij reclame voor haar maakte. De merkwaardigste verklaring was wel die van den gewezen minister Rouvier. Toen het voorstel der regeering in behan deling kwam, om de onschendbaarheid der afgevaardigden op te heffen, ten einde hen op aanvrage van den procureur-generaal te Kunnen gevangennemen, toen nam ook de heer Rouvier het woord. Hij was bleek en beefde vau aandoening, schrijft een corres pondent, nu, die kwaal was in de laatste dagen algemeen. Hij, Rouvier, zou zich niet verzetten tegen het regeeringsvoorstel, vooral omdat hij zelf er door werd getroffen. Was -dit niet het geval, dan zou hij het zonder linge van den eisch doen uitkomen, daar de opheffing van de onschendbaarheid den afge vaardigden werd gevraagd niet op grond van feiten, maar op grond van verdenking; men had ons eenvoudig als getuigen voor den rechter kunnen doen optreden. En wat ik •den rechter zou zeggen, dat wil ik, om den smaad, dien men mij aandoet, thans hierin het midden der afgevaardigden mededeelen. En nu, zich richtende tot do tafel der ministers, vervolgde de heer Rouvier: sNog voor eenige dagen zat ik op de bank der ministers, en bij mijn aftreden constateerde de minister Ribot, dat ik aan mjjn vaderland diensten bad bewezen, en thans doet hij mij den smaad aan, te eischen, dat men mij in staat van beschuldiging stelle. Welnu, ik heb mijn land gediend, zonder dat mijn vermogen ook maar in minst is aangegroeid. Wat ik onder gewone omstandigheden zou verzwijgen omdat het eigenlijk staatsgeheimen betreft, zal ik thans mededeelen. Ik heb onder moeilijke omstandigheden aan 't hoofd der regeering gestaan. Ik vond in de Schatkist geen geld voor eskere uitgavenmijn voor gangers hadden de geheime fondsen uitgeput, k moest dus wel andere wegen zoeken, om oor lie uitgaven aan geld te komen. Ik vond bij de bankiers, tot wie ik mij wendde, een goed onthaal. Meent gij, mijnheeien v'an 'echterzijde, dat uw mïnisteis anders ebben gehandeld dan ik Ook zij hebben zich gelden verschaft, om daarmede zekere politieke doeleinden te bevoideren. Ik heb uit handen van twee geldmannen zekere fondsen ontvangen. Ik verklaar dit hier, omdat ik mijn kinderen een onbevlekten naam wil nalaten. Wat ik in 1887 deed, hebben alle politieke mannen gedaan. Als ZÜ> er ontstond namelijk gedruisch, toen de heer Ribot deze woorden sprak als zij, die mij thans in de rede vallen, toen niet door mij verdedigd waren, zouden zij thans bier niet zitten. Dit heb ik u willen zeggen.,^ Ik heb geld genomen om de republiek te verdedigen, maar nooit voor mij zelf en nooit van Panama". We weten dan nu, dat tot het instandhou den der republiek zoo nu en dan de aan wending van geheime fondsen wordt ver- eischt, en dat die fondsen gemakkelijk te ver kregen waren. Een eeuw geleden viel dat b.v. in Rusland ook gemakkelijk. Dezelfde sommen, die in onzen tijd voor politieke doel einden worden aangewend, werden toen met kwistige hand geschonken aan hen, die het voorrecht hadden, keizerin Catharina H te behagen. Vergelijken we de doeleinden der 18de met die der 19de eeuw, dan is er eenige vooruitgang te beschouwen, al levert die voor uitgang slechts een schi alen troost op. Leefde vader Canpauijzen in deze dagen, hij reci teerde zeker het laatste couplet van zijn »Meische Morgenstond": Och, waren alle menschen wjjs En wilden daarbij wél, Deez' aarde waar' een Paradijs. Nu is zij meest een hel. Omstreeks middernacht eindigde onze Tweede Kamer hare talrjjke en vermoeiende zittingen. Ze heeft alle ontwerpen der be grooting aangenomen, zelfs de begrooting van oorlog, ofschoon de minister van dit departe ment de door hem verlangde uitgaven hier en daar opmerkelijk zag besnoeien, en hij de overtuiging moet hebben verkregen, dat het ederlandsche parlement zeer gesteld is op het handhaven van haar budgetrecht, en niet toestaat, dat er ook maar de geringste uit gave door de regeering wordt gedaan, zonder dat zij. de volksvertegenwoordiging, die uit gave heeft gevoteerd. Behalve de beraadslagingen over de be- gi ooting, verraste de afgevaardigde uit het woelige Winschoten, de heer Tijdens, de Kamer met een interpellatie over de werk loosheid. Is daartegen niets te doen? vraagt die geachte afgevaardigde aan de regeering Hij wil, in afwachting dat de regeering daarop een afdoend antwoord geeft, alvast wel eenige middelen aanwijzen, om in den nood te vooizien. Er zijn, zeide de heer Tijdens, in ons land nog wel 600,000 hek- taren grond, geschikt om in cultuur te wor den gebracht. Waarom begint men daar niet aan Vooral de ontveende polders in Friesland komen daai voor in aanmerking. Wij hebben tal van heidegronden, voor ontginning be schikbaar. Waarom doet de heidemaatschappij d'üar niets aan Wij he'sben ónze" tijdelijk oveistioomde gronden, die met zooveel vrucht kouden worden drooggelegd, omdat ze zooveel stikstof bevatten. Wij hebben onze zand gronden, die slechts door een kanalennet behoeven te worden doorsneden, om produc tief te worden gemaakt. Wij hebben den Dollard, die binnen tien jaar in vruchtbaar land kan worden omgezet. We hebben de Zuiderzee Verder vraagt de heer Tijdens, of de minis ter van binnenlandschc zaken bereid is, zoo spoedig mogelijk een krediet aan te vragen voor gemeenten, die in de bestaande werk loosheid willen voorzien. Den minister van waterstaat vraagt hij, of deze de werken, die voor rijksrekening moeten worden ondernomen, zoo spoedip mogelijk wil doen uitvoeren, b.v. de droog making der Zuiderzee. Aan den minister van justitie wordt de vraag voorgelegd, of deze bereid is een wets ontwerp in te dienen, regelende de onteigening van gronden, die niet of niet voldoende in cultuur worden gebracht. Natuurlijk kon de heer Tijdens op al deze vragen geen afdoend antwoord ontvangen. Zat hij zelf op de ministerieele banken, hij zou zoodanig antwoord evenmin kunnen geven. Doch er is een soort van lieden, die met interpeliatiën als van den heer Tijdens ge diend zjjn! En thans gaat onze Kamer, en met haar tal van andere Kamers, op reces. Ze heeft de aanstaande rust wel verdiend. Hoogst belang rijke onderwerpen zijn besproken, de nooden des volks werden in een helder licht gesteld, en we twijfelen er niet aau,.of de aanstaande Kerstdagen, die beloven ouderwetsch te zullen zijn, zullen door velen, die daartoe in staat zÜn, gebruikt worden, om in die nooden met onbekrompen hand te voorzien. 'tJaar, dat haast vooiby is, heeft ons geleerd, dat het nog verre is van Vrede op narde Mochten er dan ten minste een paar dagen aanbre ken, op welke er landvrede bestaat tusschen de kinderen der menschen I Bin lie it Ian d s eh e fieri c h t e 11. SCHIEDAM, 21 December 1892. Een groote aantrekkelijkheid in de Kerst dagen heeft de »Schiedamsche Kunstvereeni- ging' haren sladgenooten weder bezorgd met de tentoonstelling van schilderijen en sfudies van den heer P. J. Mak en een verzameling antiquiteiten, op onze stad betrekking heb bende. Is het wonder, dat wij allereerst een waar- deerend woord willen brengen aan onzen land schapschilder, die door zijn jaienlange wei k- zaamheid bijna een geheele expositie-zaal alleen met zijn werken kan vullen? Mogen zijn schildeiy'en, waaronder voornamelijk »Onder Berkel'S sAchter De Bilt bij Utrecht", »Duin- gezicht bij Rokkanje", uBij Steenwijkerwold", f Waterpartij aan de Berkel", Achter het boerenerf", Landschap bij Beugelsdijk'' en »In den Biefhoek" door waarheid van toon en kleur uitmunten, dan ook spoedig een olaats vinden bij liefhebbers der kunst. Behalve de schilderijen van genoemden schilder, is er ook een collectie van zijn stu dies. Interessant is het altijd, de studies van een ai tist te bezien, dikwijls belangrijker nog dan de schilderijen, daar in een studie zoo onmiddellijk, de totaal-indruk is neeigelegd, die de natuur op den kunstenaar gemaakt heeft. Vele zyn er onder, eompleet als een schilderij, en met een frischheid geschilderd, die juist de studies zoo aantrekkelijk maakt. an den beeldhouwer Odé is een statuette van een ouden Scheveningschen visscher geëxposeerd, een exemplaar van een serie staluetten van Hollandsche volkstypen, die door hem zullen worden gemodelleerd en waarvan reproducties in den handel worden gebracht In de IV. S. Ot. van 20 October j.I. wordt a. het volgende gezegd betreffende het blijspel Gevaarlijke Middelen" van Francis Stahl, dat Woensdag a.s. door de sVeree- nigde Rottend, ooneelisfcen' in den schouw burg der Officieren-Vereeniging za! worden opgevoerd «Blijspel van Francis Stahl, schrijver van «Tilly" deze woordenvermeld bij de aan kondiging van «Gevaarlijke Middelen,waien bijna zoogoed ais eene voorioopige inhoudsop. gaaf, en eene soort van aanbeveling tevens. Men kon zoo nagaan wat men ie zien zou krijgen een familiestukdood-onschuldig, hoogst waar schijnlijk iets vermakelijks, misschien wat karak- terteekening. Men is ook niet bedrogen uitgekomen, en wie met vrouw en kinderen eenen avond bui- iBD.nrimnnrii;;;, par kwartaal franco per post, door het geheek Rijk Afzonderlijke nominees 1.85. - 2.50. - 0.10. AD7ERTENT||PRI)b: ?id 1—-10 gewone regels Jüet inbegrip »«n eene Courant.10 Iedere gewone regel meer-010 Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1