1893. Zondag 12 en Maandag 13 Februari. N°.8208. Tweede Blad NOTIFICATIE^ KENNISGEVING. Feuilleton. evenenveertigste Jaargang. AAN DE GRENS. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: J. ODÉ. Biütenl andsclie Berichten. BOURA ABONNEMENTSPRIJS, per kwartaal. Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommera 1 85. 2.50. 0.10. BDKEAl'i KOTKH9TKAAI, E 2 Advertentieprijs: van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10, Iedere gewone regel meer..- 0.10. DRIEMAAL geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. De GEDEPUTEERDE STATEN der provincie ZuiD- TJolland, Gelet op de Wet van den 6den November 1887 .(Staatsblad n°. 193), houdende veranderingen in de Atiditioneele Artikelen der Grondwet en op alt 73, alinea 2 der Wet van den 4den Juli 1850 Staats- .blad n°. 37) Noodigen de inwonersderprovincie Zuid-Holland, die elders in 's Rijks du ecte belastingen zijn aangeslagen, uit, om daarvan vóór den islen April 1893 aan Kun •Collegio te doen blijken, door overlegging van het aanslagbiljet of van een uittreksel uit de kohieren der Rijks directe belastingen, teneinde daarop worde gelet bij het opmaken der LIJST VAN DE HOOGST- AAN GESLAGENEN, verkiesbaar tot Afgevaardigden ter Eerste Kamer van de Staten-Generaal. - De aanslagbiljetten of uittreksels uit de kohieren moeten, wat de grondbelasting aangaat, den dienst •1893 betreffen. De bedoelde stukken belmoren dooi belanghebben den te worden ingezonden aan het lokaal van het Trovinciaal Bestuut van Zuid-Holland, met opgave van 1°. den naam, de voornamen en de woonplaats van den aangeslagene; 2®. de gemeente en de dagteekening zijner geboorte: en 3". bijaldien hij buitenslands is geboren, of, en zoo ja, waarom hij als Nederlander is te beschouwen, inet vermelding van de dagtee kening zijner naturalisatie, indien deze mocht hebben plaats gehad 's-Gravenhage, den 3lsien Januari 1893. Se Gedeputeerde Staten voornoemd, F OOK, V oorzitter. F. TA VENRAAT, Griffier. De COMMISSARIS DER KONINGIN m de provincie 2uid-Ilolland, Gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten van den 31 sten Januari 1893, n° 59; Gelet op art. 11 der wet van den I3den Juni -1857 (Staatsblad n° 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij voornoemd besluit door de Gedeputeerde Staten is bepaald: 1". dat de uitoefening der jachten op waterwild, opgenoemd tn *>rt. 15, litt d, en n der wet van den liideii Juni 1857 fStaatsblad n". 87), woidtge sloten op MAANDAG den 13denMaart aanstaande; 2". dit de uitoefening van het vveispel van kwar- telen met steekgaren of vliegnet (art. 15, htt. e, der ^ovengenoemde wet) is toegelaten van den Hitsten April aanstaande tot en met den 4den Juli daaraanvolgende, doch dat het vliegnet m geen geval tot het tirasseeren van kwartelcn mag worden ge bruikt; 3®. dat de visscherij in de binnenwateren, waar onder ook worden verstaan rivieien door sluizen afgesloten, zal zijn gesloten van den 15den Maart aanstaande tot en met den \sten Junidaaraanvolgende, met uitzondei ing: a. van de visscherij door middel van fuiken, aal- scharen, aalkorven, dobbers en door peuren naai aal en paling; i. van de visscherij met de gebbe om kleine vischjes te scheppen tot aas voor dobbers; 4?. dat het vissollen met kmlnetten, waaronder ook behooren ankerkuilen en staalboomen, van den 1 sten April n aanstaande tot den Ir den Juni daaraan volgende is vei boden 5°. dat de kooilieden hunne kooieenden in ditjaar moeten opsluiten of ophokken van het tijdstip der sluiting van de jacht op eenden tot en met den 2\stenAp U en van den 2de» Juli tot de opening der jacht op waterwild En zal deze kennisgeving, in piano gedrukt, wor den afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is, alsmede m het J?rosinciaal Blad en in de K ederlandsche Staatscourant worden geplaatst. 's-Gravenhage, den 3den Febiuari 1893. De Commissaris der Koningin voornoemd, FOCK. Oproeping onder de wapenen van Milicien-Verlofgangers derLICll- OTHfC van 1800. DE Burgemeester VAN SCHIEDAM, Gelet op de Circulaire van den lleerCommissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland van 31 Januari J.I, A, No. 252/1 2de Afd. Provinciaal Blad No. 9}; Brengt bij dezen ter kennis van de daarbij belangheb bende», dat Je Milicien-Verlofgangers van de lichting van 1890, die van de regimenten der Huzaren zijn overgeplaatst bij de trein-coinpagmeen van de regi menten der Veld-Arttllerie,tegen de hierna vermelde tijdvakken, krachtens ait 123 der Mihtiewet, onder de wapenen moeten komen, als le, 2e en 3e Regiment Veld-Artillerie, -i/3 der lichting, van 1 Maait tot 22 Maait 1893, 1/3 23 14 April 1/3 15 April 6 Mei Wordende mitsdien de navolgende milicien-verlof ganger, bij dezen opgeroepen, zich op na te melden dag, des namiddags voor vier ure, bij zijn korps, het 2e Regiment Veld-Artillerie, garnizoensplaats 's-Graven- hage, te bevinden, en wel op Woensdag den Isten Maart 1893: ARIE WI1.LEM DROGE, loteling der gemeente Schiedam. Voorts wordt den betrokken verlofganger verwit tigd, dat luj zich, voorzien van al de voorwerpen van Meeding en uitrusting door hem bij zijn vertrek met groot vei lof medegenomen, alsmede van verlofpas en zakboekje, op het bepaalde tijdstip bij zijn korps moet bevinden; dat hij zich echter vooraf ter Gemeente-Secretarie moet vervoegen, zoowel tot het afteekenen van zijn verlofpas als tot het ontvan gen van het daggeld waarop hij aanspraak heeft dat hij in gebreke blijvende op den bepaalden dag onder de wapenen te komen, bij zijne latere opkomst zooveel langer ltt dienst woidt gehouden, en hij, aan de oproeping niet voldoende, als deserteur zal wor den behandelddat hij, wegens ziekte of gebreken aan de oproeping met kunuende voldoen daaivau moet doen blijken door eene ter Gemeente-Secretarie over te leggen geneeskundige verklaring, onder verplichting zich, na zijne herstelling, bij zljnkorps te vervoegen, teneinde alsnog in den wapenhandel te worden ge oefend. Na deze openbare kennisgeving woidt genoemde milicien geacht van zijne verplichting kennis te dragen, waardoor hij gehouden wordt, zonder verdere oproeping, aan de voorschreven opkomst te voldoen, en derhalve later geene onwetendheid ten deze zal kunnen voorwenden. SCHIEDAM, den Uden Februari 1893. De Burgemeester voornoemd, VAN DIJK VAN MA.TENESSE. PRA3KRDK. De Parijsche correspondent der jV. üt. Cf. schrijft van gisteren: Het gistermiddag door het hof te Parijs gewezen vonnis in zake de administrateurs der Panama-maatschappij wordt in de och tendbladen met een koor van ontevreden heidsbetuigingen ontvangen, een gevolg daar van, dat men zich, zooals Edmond Magnier in 'Evenement erkent, de vrijspraak der be klaagden als onbetwistbaar zeker had voor gesteld, maar vooral een gevolg van de veroordeeling van erdinand de Lesseps tot het maximum der bedreigde straf. De Retits Rêpubligue Er (inga ise staat vrij wel alleen met haar oordeel, dat de openbare meening dit vonnis als eene daad van gerechtigheid zal ontvangen, welke zij hoopt dat niets zal komen vernietigen. Integendeel, zelfs bladen als b.V. de Eclair, die hunne ingenomenheid met het vonnis niet verbergen, zijn toch niet onverdeeld in hunnen lof, Omdat het eene te krasse tegenstelling vormt met de schan delijke straffeloosheid, waarvan sommige schuldigen, als RoUvier, profiteered Ik geloof dan ook met het Tetit Journal, daaruit de omstandige instructie ten duidelijkste geble ken is dat de mauoeuvies der udministrateuis onafscheidelijk verbonden waren aan de han delingen van sommige parlementsleden, dat de strenge behandeling Van genen, vergeleken bij het buiten vervolging stellen van dezen, voor het publiek eene zaak zal blijven welke men nooit zal begrijpen. Francis Magna! d vraagt in de Figaro gratie voor den ouden De Lesseps, als zijn oordeel uitsprekend dat, zoo ooit het gebruik maken van dit koninklijk recht gerechtvaar digd is, het dit •dezen keer zal zijn, in het geval van Ferdinand de Lesseps. Mèt de Figaro, zoo bekwaam meestal in liet raden van de stemming der publieke opinie, beklagen de monarchist Cornelv in de Qaulois, de mdi- caal Yves Guyot in de Siècle en ook de Eanternt het lot dat den man getroffen beeft, die eens nde groote Franschman" heeft ge- heeten. De justitie, zoo oordeelt laatstgenoemd blad, had, zonder iets van de rechten te ver- Roman van JOHANNES VAN DEWALL. 35. ïMaar hij graaft voor zich zelfeen graf, graaf hij behoort reeds b' de doodan, is onteerd, gebaat en aan den spot van iedereen overge geven." ïNog noemt hij zich de dictator, hoogwaardige beer 1" ïNeem daarom zijne plaats in en zet uwen voet op zijn nek laat hem ophangen S Graaf Braniczki knerste van toorn met de tanden wierp haastig eenige bladen in het vuur en las daarna, zonder den vorst iets te antwoorden, onbarmhartig voort »Üw slaap, Polen, is slechts een winterslaap, waarop eene schoone opstanding zal volgen. Deze opstanding zal aanvangen met den ondei- gang van al uwe vijandendie voornamelijk bestaan in den adel, de Jezuïeten en de Joden I" ïMaar dat is ongehoord dat is zoogoed als ven aad riep de generaal, bleek van woede. JiG hebt gelijk Wij moeten dat mensch aan klagen." »Poien heeft juist dat mensch uitgekozen heeft hem alle macht gegeven, generaal I" riep de graaf mot snijdende ironieen ging toen weer voort wet lezen, uSla de aarde gade op het tijdstip, waarop zij eene menigte vreeseüjke monsters uitbraakt, als salamanders met huiden van schildpaddenhonderdpootige wormen dio mot da snelheid van een stoomboot de ondcraardsche gangen doorkruisen, waaruit alle Jezuïeten en diplomaten geen uitweg zouden kannen vindonkrokodillen, tegen wier pantsers gebeele oorlogsvloten zouden verbrijzeld worden, en draken, gulziger dan de heeren van het ge recht boosaardiger dan de Dllitsche pers. Dit gezelschap van monsters was zoo vrêfiselijk. zoo machtig, zoo vol ijver, dat geen andere schep selen eenig bezit op de aarde konden krijgen behalve de lagere diersoortendie tot hunne voeding noodig waren. Onder het ijzeren juk van deze wezens, die met hunne wapenen, overleveringen, kerken, fatnillénen eigendommen de aarde in beslag namen zuchtten en baden de andere geslachten, de kiem van eene hoogere en betere maatschappij, om redding. Toen men door brochures, spionnen, opruiingen dit boeren gespuis wilde opzetten, toen spoten de wolken schuim van woede over deze gedrochten tot voor den troon van God. en zij zeidenwat willen deze samenzweerdeis van ons en ons voortreffelijk geregeerd land 1' sik word er waarlijk onwel van," verklaarde de vorst nu nadrukkelijk. »Bij den hemel ja, hij is rijp voor het krank zinnigengesticht >Neen, generaal voor de galg riep de geestelijke, rood van toorn, er tusschen. Graaf Braniczki zag hen alle drie met oen koelen blik aan en slingerde het papier in het vuur. sik vermoei u gij hebt gelijk waartoe zon het nog langer dienen 't h reeds meer dan genoeg I" Hij wierp de overige bladen de vorige na en trad terug, »Met zulke woorden en zulk schrift vergif tigen de uitverkorenen het volkmet vergift dolk en strop zijn zij begonnen en hebben het werk der vrijheid donr Jagen sluipmoord bezoe deld. Zij hebben wilde herden te zamen gebracht, maar geen nation «al leger; zij heerschen door vrees en schrik, hoe/etuen het besoliaafl Europa afschuw in en voeren Polen's goeden naam en recht geheel te gionde. Onze landelijke bevol king wantrouwt On®, weerwil van alle ver zekeringen wij zijn, zelfs in oogenblikken van gevaar, onderling veideeld." Terwijl hij sprakhief hij de rechterhand omhoog en zag de anderen zoo onderzoekend aan, alsof hij in het diepst hunner ziel wilde lezen en een oordeel over hen uitspreken. iWaarom tracht go mij tot dezen stap, die zeker onheil moet aanbrengen, over te halen t Ik zou een vuur voeden, dat God weet het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 5