Binuenlandsclie Berichten. OOSTEKRIJK. Het Huis van afgevaardigden heeft gisteren liet handelstractaat met Servië goedgekeurd. De minister van koophandel gaf te kennen, dat Oostenrijk-Hongarijeoprechtelijk de vreed zame ontwikkeling van den economischen toestand der Balkan-staten wenscht. Het Huis heeft vervolgens het handels- en scheepvaartverdrag met Zweden-Noörwegen goedgekeurd. ITALIË. In de Kamer heeft gisteren admiraal Brin, minister van buitenlandsche zaken, op eene vraag van een der leden geantwooid, dat de gezanten der mogendheden te Konstantinopel bij de Porte om een onderhoud gevraagd heb ben over de benoeming van een gouverneur op Creta. De Porte heeft zich nog niet ver klaard omtrent het ontslag van den tegen- woordigen gouvesneur. De minister \eiklaarde verder dat er onder handelingen aangeknoopt zijn met Spanje over een handelstractaat. Italië drong aan op eene vermindering van het Spaansche tarief. De schouwing van het lijk van een bij Coni overleden reiziger heeft verschijnselen van choleribchen aard aan het licht gebracht. De prefect heeft aan de grens denoodige ■voorzorgsmaati egelen gelast. SPANJE. Dinsdag sprong een bom in een werkplaats der beddenfabriek van San Martin. Een Italiaansch weikman werd gedood. De rech ter, vermoedende dat de gedoode een anarchist was, liet een huiszoeking in zijn woning doen. Daar werden twee Orsini- bommen gevonden, gevuld met ontplofbare stoffen. Vele arrestatiën zijn gedaan. Men zegt, dat een ware fabriek van ontplofbare werktuigen is gevonden. PORTUGAL. De ministerraad heeft de gedragslijn jegens de houdeis van de buitenlandsche schuld brieven vastgesteld. Eene overeenstemming zal men zien te bereiken voordat de goedkeu ring der Cortes er op gevraagd wordt. B u L G A E IJ E. Het huwelijk \an den vorst zal niet voorde bijeenkomst van de Sobranje worden gesloten, ■wijl de hertog van Parma er zich tegen ver zet, dat het huwelijk volt^pkken wordt voor de noodzakelijke giondwetswijzigingen zqn tot stand gebracht. SERTIE. De uitslag der veikïeziogen is thans, na de herstemmingen, dat er gekozen zyn 70 liberalen, 50 radicalen en 3 progressisten. T U R K H E. Aan de Daily News wordt uit Konstanti- nopel geseind, dat zooals later gebleken is, tijdens de reeds gemelde anti-Armenische onlusten te Cesarea de Mohammedanen drie Armenische kei ken gedurende de godsdienst oefening vernieldende aanwezige vrouwen - werden beroofd en vele Armeniërs gedood. De laatstgenoemden sluiten de winkels en de handel staat stil; de muzelmannen berooven de karavanen die waren overbrengen voor de Christenen; 510 Armeniërs zuchten te Cesarea in de kerkers waarin geen plaats is, zoodat van buiten aangevoerde Armenische gevan genen, waar ook de arrestatiën voortduren, in opgeslagen loodsen moeten huizen. Geen Armeniër is meer veiligvooral de gegoeden loopen gevaar gekeikerd te worden, wat alleen de geeischte brandschatting kan afwen den. Plakkaten roepen de muzelmannen op tot een opstand. i tt E K I K A. Volgens tijdingen aan de New- Yorlc B era ld is de staat van zaken in Venezuela zeer hachelijk. De verkiezingen voor het congres bleken eene bloedige comedie met noodlottige botsingen tussclien de kiezers op vele plaatsen van het land, waar een geest van anarchie toeneemt. De verkiezingen vielen nadeelig uit voor den staatspresident Pietri. De generaals die tot de partij van Gado behoorden dwon gen het beheer der schatkist onder den staatspresident Pietri te onderzoeken, het geen groote omkooperijen en knoeiergen voor millioenen aan het licht bracht. Pietri en vier anderen moesten aftreden en een nieuw Kabinet gevormd worden, waarin Unda het departement van financiën en Vellutini het premierschap aanneemt. Uit Buenos-Ayres wordt gemeld dat te Santiago eene overeenkomst is geteekend tusschen de gemachtigden van Chili en van Argentinië tot regeling van het geschil aangaande de grensscheiding. Uit Catamarea woidt gemeld, dat er een weinig beteekenende opstand is ontstaan. De opstandelingen hebben zich meester gemaakt van den spoorweg. TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitting van 15 Maart. De nieuwbenoemde commies-griffier, jhr. mr. Von Weiier, heeft na beeedigiug zijn be trekking aanvaard. Daai na werd het debat voortgezet over de motie-Van Karnebeek om de invoering der ver mogensbelasting tot 1 Mei 1894 uit te stellen. De heer Levy betoogde, dat met-invoering op het bjj de wet bepaalde tijdstip constitu tioneel onmogelijk is, onder herinnering aan de vi oegere weigering der regeering, om uit stel bij wetsontwerp voor te stellen. Intus- schen kan de heer Van Karnebeek van zjjn recht van initiatief tot het voorstellen van een ontwerp tot uitstel gebruik maken. Zjjn motie qualificeerdespreker als het uitlokken van een conflict tusschen Kamer en regeering, wat te voorkomen is door intrekking der motie, het geen hij den voorsteller aanraadde. De heer Ruys van Beerenbroek daaren tegen 7oeht een aannemelijken grond voor uitstel in de onmogelijkheid om de bedrijfs belasting op 1 Mei a.s. in te voeren, wat de regeering steeds heeft voorgespiegeld Intus- schen drong hij aan op het wegnemen der onbillijkheid, gelegen m gelijktijdige werking der vermogensbelasting naast de patent belasting. De heer Veegens duchtte niet zulke groote onregelmatigheden van een gelijktijdige wer king der beide belastingen, te minder daar de bedrijfsbelasting wel spoedig gereed zal zijn. Werd de invoering uitgesteld, de reeds be noemde ambtenaren zouden ten laste van de schatkist een jaar vacantie moeten krijgen, gezwegen nog van de schade voor belangheb benden bij de afschaffing van zeep-en verla ging van den zoutaccijns en de vermindering der mutatierechten. De grondbelastingver mindering was verder met gedekt door een equivalent, tenzij de verhooging van denjene- veraccijns, in strijd met de sociale rechtvaar digheid, daartoe worde gebezigd. De heer Hartogh achtte, in tegenstelling met zijne vroegere meening, uitstel onmoge lijk De bezwaren van niet-gelijktijdige in voering der beide belastingen waren z. 1. weg te nemen door een wijziging der patentwet voor 1893 ia den zin van loslating der heffing van opcenten van het patent. Uit een politiek oogpunt bestreed hjj thans uitstel wegens de ernstige gevolgen voor het Kabinet en omdat hij hen, die een oplossing van het kiesrecht- vraagstuk zoo gaarne verijdelen, niet in de band wil werken. De heer Van Karnebeek verklaarde, dat voor indiening zijnerzijds van een wetsontwerp tot uitstel geen tijd was, en hield vol dat het eene deel der gesplitste inkomstenbelasting zonder het andere niet kan ingevoerd worden. De motie beoogt wat de regeering vroe ger wilde en kan dus niet tot botting met haar leiden. Ook de heer Roell had bezwaren wegens de financieele gevolgen der motie en omdat aan bezitters van onroerend goed door ver laging der grondbelasting een ongewettigd geschenk zou worden gegeven. Hij drong aan op spoedige afdoening der bedrijfsbelasting en protesteerde tegen het denkbeeld om de kieswet nog te doen voorgaan. De minister van financiën beweerde, dat de Kamer tot invoering der vermogensbe lasting met 1 Mei a.s. besloot in het volle bewustzijn, dat de bedrijfsbelasting nog niet gereed was. De minister had uitstel van invoering overwogen, maar kwam tot de con clusie, dat uitstel nog tot veel groote bezwa ren zou leiden, want dan zouden de afschaf- fings- en verminderingswetten van belastin gen moeten worden verschoven. Spoedige totstandkoming van de bedrijfsbelasting bleef hij wenschen. Afschaffing van de opcenten op het patent zou te bezwarend zqn voor de schatkist, maar hij is bereid te zoeken naar een oplossing tot wegneming van de hard heden der patentwet naast de vermogensbe lasting. De bestendiging der hooge mutatie rechten acht hij echter grooter hardheid. De heer Beelaerts van Blokland verweet den heer Hartogh inconsequentie en den Mi nister te late indiening der bedrijfsbelasting na de indiening van het kiesrecht, wat de hoofdreden is der moeilijkheid. De heer Roell constateert dat de heer Beelaerts vroeger sterk de kiesrecht wijziging voorstond. Was dit om de veimogensbelasiing te ecarteeren? Nadat de heer Hartogh en de minister van financiën denheerBeelaertshaddenbestreden, trok de heer Van Karnebeek zijn motie in, daar hij geen »teun \ond bij hen die vioeger met hem samengingen. Op de vraag van den heer A. van Dedem, verklaarde de regeering, dat tot dusver alle pogingen tot opheffing tan het vei bod tot invoer van ons vee in Duitschland zijn mis lukt en niet spoedig de opheffing van het verbod is te wachten. De heeren Lieftinck, Smeenge en Schepel drongen aan op nieuwe pogingen bij Duitsch land en te trachten desnoods vrijstelling te krijgen van het verbod voor de drienoorde- lijke provinciën, wat de heer A. van Dedem bestreed. De minister verzekerde datbij Duitschland zal aangedrongen worden op geheele, ge deeltelijke of voorwaardelijke intrekking van het verbod. Ook bjj België blijft men aan dringen. Offlcieele Berichten. Bij kon. besluit is benoemd tot raadsheer in den Hoogen Raad der Nederlanden mr. A. M. van Stipriaan Luiscius, deken der orde van advocaten bij den Hoogen Raad. Bij kon. besluit is, met ingang van 1 April, benoemd tot plaatsvervangend lid van den geneeskundigen raad voor Zuid-Holland, L. van Itallie, apotheker te Rotterdam. SCHIEDAM, 16 Maart 1893. De gisteren alhier gehouden collecte ten behoeve van het ondeisteuningsfonds voor behoeftige oud-strijders heeft, na aftrek der onvermijdelijke kosten, opgebracht f 132.44. Over Spanje sprak gisteravond professor A. Pierson op de laatste bijeenkomst in dit seizoen der leden van het Schiedamsche depar tement der s Maatschappij tot Nut van 't Algemeen". Er waien er velen opgekomen, en door de vrijgevigheid van het bestuur had den bovendien verscheidene niet-leden het voorrecht de indruk wekkende, hoogstboeiende causerie van den begaafden hoogleeraar te hooren. In zijn inleiding deelde de redenaar mede, dat hij het voorrecht had mogen smaken, als gedelegeerde der Nederlandsche regeering bij het Amerikanisten-congres te Huelva op te treden. Bijzonder belangwekkend was dit con gres, èn om den tijd waarop èn om de plaats, waar het gehouden was. Voor vierhonderd jaar immers was op 3 October 1492 Columbus uitgezeild ter ontdekking van een nieuw werelddeel, en hij aanvaardde den tocht uit datzelfde Huelva, hetwelk verleden jaar zooveel vertegenwoordigers van verschillende natiën binnen zijn muren zag. Is Nederland van Franschen invloed niet vrjjgebleveo, is België half verf ranscht: Spanje heeft zijn nationaliteit in alles behouden. Dat had de redenaar opgemerkt, zoodra hij de Pyreneeën gepasseerd en St. Sebastiaan achter zich latende, op het Pyreneesche schiereiland aangekomen was. LodewijkXIV had in 1700 wel verkondigd: $Er zijn geen Pyreneeën meer" ze zqn er altoos gebleven, en Spanje heeft van zjja nationaliteit niets ingeboet. Van Madrid sprekende, volstrekt geen speci fiek Spaansche stad, werden we naar een terrein buiten de stad verplaatst, waar jaar in, jaar uit eiken Zondag stierengevechten worden gehouden, op elk van welke zes stieren worden geofferd. Terecht, volgens spreker, het bewijs, hoe door en door nationaal deze schouwspelen in Spanje zijn. Week in, week uit stroomen 's Zondags middags te twee uur duizenden inwoners van Madrid van het groote plein la Puerta del Sol, in allerlei voertuigen naar de arena, om het geliefkoosde volksvermaak te genieten. En van het eigenlijke stierengevecht verhaalt de redenaar niet meer, dan bij voor zijn doel noodig heeftde verschrikkelijke tooneelen spaart hij zijn hoorders. De ongelukkige paarden worden geschilderd, de stier ge schetst, zooals hij uit zijn donker verblijf verbluft m het strijdperk verschijnt; maar meer niet, en toch genoeg I Dan gaat het per spoortrein van Madrid naar Huelva, een weg van 17 uren sporens, een eenzame weg, waarop slechts twee steden maar ze mogen dan ookgenoemd wordenCordovaen Sevilla, de aandacht trekken. Dochditmaal washeteen meikwaardige tocht. Te M adrid een overvolle trein, doch die bij het vertrek misschien half leeg zal zijn, omdat men daar te lande zqn verwanten en vrienden tot in de coupes ver gezelt, en eerst bij het vertiek van den tiein retireeit. "Verder, in dien trein be vond zich de Spaansche minister-president Canovas, op reis naar de feesten te Huelva, en den ganschen nacht werden aan elk station ovatien door het landvolk aan den vertegen woordiger der regeering gebracht, in den vorm van toortsen, fakkels, Bengaalsch vuur en nationalen zang. En dan eindelijk Huelva, Hollandsch zindelijk en in feestdos, en de schildering \an de gulle ontvangst, van den overvloed van festijnen, die den gasten te wachten stonddan het klooster waarin Columbus zijn verblijf had gehouden gedu rende zes weken vóór zijn afi eizede schets van den open hof, waarin de zitting van het congres werdgehouden, ditalles werdons door den genialen ledenaar voor het oog getooverd. Wie er nog aan mocht getwijfeld hebben, of de Nederlandsche taal wel zoetvloeiend is, herinnere zich de bewoordingen van professor Pierson, waarin hij Canovas als redenaar schetst, of den aartsbisschop van Sevilla schil dert in zijn verheerlijking der Spaansche taal. Het schip Sancta Maria, waarmede Colum bus de reis deed, waarvan zoo getrouw moge lijk een model was vervaardigd en dat terreede van Huelva lag, werd besproken, maar tevens de aaudacht gevestigd op een notedop, le petit sabotde kleine klomp, waarmede een Ameri kaan van New-York naar Huelva was over gestoken, 'tWas, volgens den koenen schip per, geschied tot eer van God en tot eer der menschheid.MethonderdpersonenwasColum- bus naar Amerika gezeildhij was alleen, door niemand vergezeld, van de Nieuwe naar de Oude Wereld overgestoken. Een bezoek aan de pier te Huelva met haar cafés gaf den redenaar de gelegenheid, over de karasterieke Spaansche dansen, zoo bij uitstek bevallig, te spreken. Op de terugreis voerde professor Pierson zijn hoorders naar Sevilla, Cordova, Madrid en Burgos, teneinde rijn indrukken over Spaansche kunst mede te deelen. Architectuur en schilderkunst werden hier bij aangeroerd. De architectuur, en wel de Spaansche gothiek, vertegenwoordigd in de kathedralen. Een gedeelte is voor het volk, de zijschepen; het middenschip bevat het altaar en plaatsen voor de hoogere geestelijkheid. Voor het volk, de godsdienst, de eeredienst, iets ver boven hen, iets dat ze mogen gelooven, maar niet aanschouwen. Dezelfde stempel is gezet op de voortbrengselen der schilderkunst. Murillo's en Velasquez in overvloed, maar in een geheel ander genre dan onze Rerabrandts, Jan Steens en anderen. In het land van de inquisitie ontmoet men geen binnenhuisjes, zijn geen bruiloften en boerenkennissen, geen volksgebruiken gemaald. Een zich zelfgeese- lende monnik, zijn wonden niet verbergende, en dergelijke tafereelen meer zijn daar de typen van de nationale kunst.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 2