BIJVOEGSEL
Kamer van Koophandel en Fabrieken
VERSLAG
Zondag 23 en Maandag 2é April 1893.
TE SCHIEDAM,
ALGEMEEN OVERZICHT.
VAN DE
ScHwcte Courant
VAN
VAN DE
over den toestand van Nijverheid, Handel
en Scheepvaart In liet jaar 1693.
Niettegenstaande het vorige jaarverslag der Kamer
eenig vooruitzicht mocht openendat de sinds jaren
minder gunstige beschouwingen over den toestand van
Handel, Nijverheid en Scheepvaart in deze gemeente zich
zouden verhelderen, en eetxe periode van meerderen bloei
zou aanbrekendie hoop op verbetering van den
algemeenen toestand is, wat dit jaar aangaat, nog geens
zins vervuldjaer moet zelfs geconstateerd worden,
dat het jaar 1892 integendeel aan die verwachting slechts
zeer weinig heeft voldaan.
De producten van onzen hoofdtak van industrie moesten
tegen zeer lage, niet loonende prijzen van de hand worden
gezet. Hoewel de daling der graanprijzen aan den eenen
kant in het belang der exploitatie van de Branderijen
had kunnen zijn, en dat tot op zekere hoogte was, werd
daar echter aan de andere zijde niet van geprofiteerd,
aangezien het goedkooper worden van de grondstoffen,
waarvan anders bedoelde fabrieken voordeel hadden kunnen
trekken, werd geneutraliseerd, zoo niet erger, door scher
pere concurrentie van eene naburige gemeente en van
het Buitenland, om niet te spreken van ongunstige tijds
omstandigheden.
Zelfs de productie van de nieuwere Gistsoort, hoewel
bewijzende, dat de Schiedamsche industrie op dat ge
bied wil en kan concurreeren, en niet behoeft achter
te staan bij hare mededingers, en van welke opleving,
niet zonder grondveel vooruitgang gehoopt werd
zelfs die productie mocht nog niet ten volle aan de ver
wachting beantwoorden. Toch blijft het verschijnsel, dat
zich op dit gebied een nieuwe" veerkracht heeft geopen
baard, alleszins moedgevend voor de toekomst.
Het uitbreken en dus buiten werking stellen van
Branderijen hetgeen dit jaar slechts zeer weinig plaats
had die zoo geweldige amoveering in de latere jaren,
waarop veler hoop gebouwd was, als zullende de vermeende
overproductie en dus het overvoeren der markt voor
't vervolg belettenblijkt ook niet het gewenschte
resultaat te hebben gehad, daar, wat hier wordt afge
broken, zelfs in onze nabuurschap en wel door Maatschap
pij en op aandeel, dat verschijnsel vooral van den nieuweren
tijd, waartegen het individu op hoogst zeldzame uitzon
deringen na, niet kan blijven concurreeren, wordt
opgebouwd.
De hoop, dat de kwestie der waterverversching dit
jaar zou zijn opgelost, werd, helaas! niet vervuld. Wij
blijven steeds de verwachting koesteren, dat onze fabrieken,
door de oplossing van die kwestie, weldra in gunstiger
conditie zullen komen.
De algemeene toestand is er dus lang niet beter op
geworden. Althans voor 't oogenblik. Toch is het een
moedgevend feit, dat onze nijvere stad, door hare gunstige
ligging aan de rivier de Maas nog niet behoeft te wanhopen,
en volkomen in staat is, zich eene eervolle, zoo niet uit
stekende plaats onder de Hollandsche steden te heroveren,
zij het dan ook, dat er, wat wij niet hopen, nog veel water
voorbij Schiedam zal stroomen, eer er zich hier, zoo niet
.alleen door de aloude industrie, dan toch door het aangrijpen
of zich vestigen van nieuwe takken van Nijverheid en Handel,
een frissche herleving van bloei vertoonen zal. Inderdaad,
dat er zoo weinig animo bestaat, althans zich openbaart,
gebruik te maken van de prachtige ligging der stad en de
minder kostbare gelegenheden, welke zich hier bij menigte
opdoen wij herhalen, is het dan al niet tot het uit
breiden van de oude Schiedamsche industrie op breeder®
basis en naar meer wetenschappelijke methode, waarvoor
door het toepassen van de resultaten der Bacteriologische
experimenten thans reeds gelegenheid wordt gezocht,
dan toch van die gunstige locale gelegenheid te profiteeren
voor andere takken van Handel en Nijverheid, de Scheep
vaart niet het laatst te noemen over dat ongebruikt
laten van zulke schoone plaatselijke gesteldheid mag men
2ich met recht verbazen.
Het is een niet te weerspreken feit, dat menigeen hier
voor een onbeduidenden prfls gelegenheid kan vinden op
dit oogenblik, ter vestiging van grootere oflleinere fabrie
ken van welken aard ook, gebouwen of terreinen te ver
krijgen. allergunstigst gelegen Voor het vervoer te water
en te land van hare productenvoor welke gelegenheid
men elders het drie- of vierdubbele zou moeten betalen.
Wanneer de Industrie in het algemeen hare aandacht
mocht beginnen te vestigen op de vele terreinen
alsook op de tot velerlei doel geschikte panden
zoowel hier aan de rivier de Maas als aan onze havens
gelegen, die zoo voordeelig als nergens elders konden
worden verkregen en geëxploiteerd, dan zouden Handel,
Nijverheid en Scheepvaart, en dns de Gemeente eveneens,
daarvan gelijktijdig rijke vruchten kunnen oogsten.
Maar, wanneer dat niet geschiedt, en er van bevoegde
zigde geen meerdere pogingen worden aangewend, om
hier Handel, Nijverheid en Scheepvaart door alle mogelijke
middelen te steunen en aldus een deel van dien
vruchtbaar makenden stroom hierheen te leiden, dan
wij kunnen het ons moeilijk ontveinzen geeft de toe
komst dezer gemeente weinig aanleiding tot rooskleurige
voorstellingen.
Het zijn echter niet alléén plaatselijke maatregelen,
welke die verbetering -zouden kunnen teweegbrengen,
maar vooral zou hetRijksbestuur al onmiddellijk veel kunnen
doen, om den tegenwoordigen hoofdtak van bestaan dezer
gemeente zoo niet den bloei, dan toch het leven meer
mogelijk te maken.
Immers het Brandersvak, men kan wel zeggen die bij
uitstek Nederlandsche industrie, sinds eeuwen zijn domi-
cilium te Schiedam hebbende, wordt door allerlei ver
ouderde en ongelijkmatig toegepaste fiscale bepalingen,
waai op, jammer genoeg, hij de jongste arbeids-enquête
in 't geheel de aandacht niet is gevestigd, hier, om het
niet sterker uit te drukken, weinig mmder dan ge
dwarsboomd en alleen aan de welwillende houding der
betrokken ambtenaren is het te danken,, dat deze fiscale
druk nog niet meer revolteerend is.
Inderdaad is het verbazingwekkend, dat, niettegen
staande de zeer aanmerkelijke baten, die Schiedam aan
de schatkist des Rijks toebrengt, gezwegen nog van het
nut der door iedereen, zonder onderscheid, gewaardeerde
Gistfabricatie en Spoelingproductie, niettegenstaande
deze belangrijke bijdragen tot de algemeene behoeften,
er van Rijkswege niets wordt gedaan, om bedoelde in
dustrie door het wegnemen van hinderlijke en onnoodige
wetsbepalingen, wjj zeggen niet eens te beschemienmaar
haar ten minste het bestaan dragelijker te maken.
Evenwel bestaat het vooruitzicht, dat het opheffen der
vooral ten opzichte Van de Branderijen buitensporige Patent
belasting eene betrekkelijk kleine verlichting zal aan
brengen. Moge eene herziening van de eveneens verouderde
wet van 20 Juni 1862 op het gedistilleerd mede niet lang
meer uitblijven, en er meer vrijheid bij het stoken worden
gegeven, zoodat niet alle en dus ook onwillekeurige en in
de meeste gevallen niet te voorkomen afwijkingen van de
letter der wet, als frauduleuze feiten worden beschouwd
en exemplair gestraft.
Het is de welgegronde overtuiging der Kamer, dat, wil
de Staat niet voortgaan, zij het dan ook onwillens of on
willekeurig, het monopolie voor buitenlandsehe spiritus
fabrieken hier voor te bereiden, eene belangrijke wijziging
der fiscale bepalingen van deze wet noodzakelijk dient ter
hand genomen te worden, om het voortbestaan van be
doelde Nederlandsche industrie niet te bezwarend te maken.
Thans, nu de algemeene strooming in het belang van
den dus genaamd vrijen handel nog weinig van hare
kracht heeft verloren, is elke verzachting der administra
tieve bepalingen aan onze gedrukte industrie welkom.
Overigens zal het met allen ijver gebruiken van de mid
delen om haar meer te volmaken, door toepassing van de
nieuwste werktuigen en methoden bij hare exploitatie,
voorloopig wel het meest krachtige en duurzame correc
tief blijken, en spruit daaruit in elk geval het voordeel,
dat de opwakende energie haren vèr strekkenden, ver-
levendigenden invloed rondom zich zal doen gevoelen.
Branderij en en M o u t wij n h a n d el. Welzijn
onder de eersten de Weenergistfabrieken dit jaar weder
in aantal toegenomen, waardoor ontegenzeggelijk de ex
ploitatie der Stokerij iets gunstiger is geworden, doch
andere omstandigheden -wogen daar wèl tegen op. Het
gedistilleerd, met name de Moutwijn, kon zich niet boven
den prijs van 9.50 per Hectoliter verheffen, ja daalde
weldra tot ƒ8.- om met zeldzame volharding zich op de
noteering van 8.50 te handhaven. Zware concurrentie,
zoowel met het Buitenland als met binnenlandsche spiri
tusfabrieken, bleef met loodzware hand op onze Moutwijn-
markt drukken. De omstandigheid, dat de prijs der Rogge,
vooral in 't begin des jaars, aanmerkelijk hooger was dan
die der Ma'is, moest de Voordeelen, welke overigens de
Weenergistfabrieken door meerdere en betere productie
konden hebben, door het verplicht meerder verbruik van
Rogge aanmerkelijk reduceeren.
Het is te verwachten, dat de aanstaande verhooging
van den accijns op het Gedistilleerd alweder de belemme
ringen van de Branders in de fabricatie en bij den afzet
van hunnen Moutwijn niet zal verminderen.
Toch bestaat er eenige grond, te hopen, dat de tegen
woordige Minister van Financiën, met name bij beboetoare
afstokingen, ten minste een mildere gedragslijn zal doen
volgen. Pogingen, door onze Kamer aangewend, om on
willekeurige, hoewel naar de letter der Wet strafbaar
gestelde, afwijkingen door den Minister niet als frauduleuze
handelingen per se te doen beschouwen, hebben geen
ontmoedigend resultaat opgeleverd. De mildere toepassing
der Wet zal nu wel niet te beschouwer! zijn als gróóte
financiëele winst, doch de zedelijke inci/uk, dien eene
billijke en gematigde toepassing der W et op deze van
alle zijden gedrukte industrie uitoefenen zal, is niet van
zoo geringe beteekenis te achten.
Gist handel. Ook de Gisthandel had dit jaar ruim
schoots zijn aandeel van den druk, zij het dan niet in
die mate door Wetten en administratieve bepalingen, dan
toch door de ongunstige tijdsomstandigheden veroorzaakt.
De scherpe concurrentie deed ook dezen tak van Handel
hare gevolgen ondervinden en, terwijl onze binnenlandsche
concurrenten, de naburige Gistfabrieken, Schiedam overal
fel bestookten, breidde het Buitenland eveneens zijne fa
bricage uit.
Ondervonden wij op de Engelsche markt de mededinging
van de Schotsche en ïersche gist, in België hadden
wij het hoofd te bieden aan den Frnnschen gisthandel,
die in zijn eigen land, beschermd door een invoerrecht
van 60 centimes per kilo zijne overproductie des te ge
makkelijker voor zeer lagen prijs kon af/.etten.
De uitgebroken cholera-epklemie in Hamburg, met de
sporadische gevallen in Holland, gaf dezen concurrenten
het onedele wapen van verdachtmaking der Schiedamsche
gist, in sanitair opzicht, in de hand. Hoewel dit valsche
bericht, dat de Hollandsche gist aanleiding tot besmetting
door cholera-bacillen zou geven, niettegenstaande rich in
Schiedam geen enkel geval van de/e gevreesde ziekte had
voorgedaan, hoewel dit valsche bericht onmiddellijk
door de Schiedamsche G istvereeniging met behulp van
gezaghebbende deskundigen zooveel mogelijk wetgelogen
straft, toch was de invloed van deze tendenz-berichten
maar al te zeer op onze gewone afnemers in Engeland
merkbaar, en de hoop, dat onze nieuwe Weener of
Schepgist zich een baan aldaar zou bteken als equivalent
van Hamburgsche en Deensehe gistsoortea werd, althans
voor dit jaar, door deze noodlottige bijomstandigheden de
bodem ingeslagen. Dit neemt niet weg, dat er alle voor
uitzicht blijft bestaan, dat, bij het wegnemen van de/e
toevallige hinderpalen, onze gistfabrikanten het, zoo wij
hopenkortstondig verloren terrein zullen herwinnen.
Het behoeft geen betoog, dat de prijzen der gist onder
deze omstandigheden sterk moesten dalen, om niet totaal
verdrongen te worden De overvloedige aardappeloogst
werkte mede drukkend op den gisthandel.
Spoelinghandel. Het derde en niet minst nuttige
product der Branderijen, de spoeling, had, alle omstan-
heden in aanmerking genomen, zoo al geen gelukkig, dan
toch een bevredigend jaar. Wel werkte het verbod van
invoer van vee, zoowel in België als in Engeland, om het
hier heerschende mond- en klauwzeer, noodzakelijk on
gunstig op den spoelinghandel, maar toch waren in dit
jaar goede prijzen voor de spoeling te bedingenge
middeld 1.26 per ketel.
Door deze betrekkelijk hooge spoelingprijzen kon de
fabricatie van spoelingmeel niet ten volle voldoen aan de
aanvrage naar dat artikel en ingedikte spoeling voor het
Buitenland. Wel bracht de fabriek met voortdurend succes,
gesteund door hare nieuwere machines, hare producten in
den handel en had zij de satisfactie, op de Landbouwten
toonstelling te Leiden een door haar met spoelingmeel
gemest stuk vee met den tweeden prijs bekroond te zien,
doch door de duurte harer grondstoffen was zij verplicht,
om aan de eene zijde niet te verliezen wat aan de
andere Zijde kon gewonnen worden, haren handel stationnair
te houden.
Scheepvaart. Het langdurige verbod van uitvoer
van Granen uit Rusland oefende een nadeeligen invloed
op de scheepvaart uit. Zonder dat verbod zou de be
weging natuurlijk hier beter geweest zijn, maar eenigsrins
werd de belemmering vergoed, door de omstandigheid, dat
er in dit jaar meermalen ertsbooten van de firma Friedrich
Krupp te Essen, onze haven aandeden, om hier, in plaats
van in het door cholera besmette Rotterdam, te lossen.
Dit toevallige feit, 'twelk aan vele rappe handen eene
gelegenheid tot welbeloonden arbeid gaf, mocht zich
evenwel niet bestendigen; zelfs niet, nadat het Ge
meentebestuur, in deze materie door onze Kamer gead
viseerd, eene niet onbelangrijke verlaging van het shaven-
geld" voor zeestoom booten toestond.
Nadat de oorzaak, het ophouden der besmetverklaring
van Rotterdam, was opgeheven, moest Schiedam het tot
zijn leedwezen weder aanzien, dat de ertsbooten van Krupp
zijne haven voorbijstoomden. De hoop is evenwel niet
verdwenen, dat er door nieuwe concessies, wat het haven
geld betreftaan de wijziging van welk tarief thans
wordt gearbeid, onze gemeente in staat zal komen,
de scheepvaart naar hier, buitengewone Voordeelen aan
te bieden.
Graanhandel. De aanzienlijke prijsverhooging
waarop ggrekend werd, zoowel door het verbod tan
uitvoer uiFRiïsland, als door den heerschenden hongersnood
aldaar, werd weldra, door ruime aanvoeren van elders
naar hier, in zwaren achteruitgang omgezet. Het lijdt
geen twijfel, of vele graanhandelaars zijn hier de dupe
van deze door niets te voorziene misrekening geworden,
en natuurlijk zij, die hunne inkoopen of speculatiën reeds
in 't begin des jaars hadden gedaan of gesloten, het