Zondag 21 en Maandag 22 Mei.
A°. 1893.
N°. 8276.
Eerste Blad
INSPECTIE DER VERLOFGANGERS.
Kennisgeving.
KENNISGEVING.
P O L r T I E.
venenveert gate Jaargang'.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
UITGEVER: J. ODÉ,
Torpedo-terrein In
het 8chulpengat (3e district).
Abonnementsprijs, per kwartaal 1.85.
Franco per post, door het geheele Rijk- 2.50.
Afzonderlijke nommers - 0.10.
B 0 It B A C: IIOTKKSTRAAT. E 2 7.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer. 0.10.
DRIEMAAL geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
Dit nummer bestaat uit «21* i e
bladen.
Burgemeester EN WETHOUDERS VAN
SCHIEDAM
Gezien het besluit van den heer Commissaris
der Koningin in de provincie Zuid-Holland van
den 26sten April jj„ A. no. 1286 (2de afd.)
prov. blad no, 26,
brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat de inspectie over de vei lolgangers der
militie te land, binnen deze gemeente zal plaats
hebben
op DINSDAG 20 JUNI 1893,
des morgens ten 914 ure,
op het terrein achter den Doelen, aan deNoordvest;
dat op die inspectie zullen moeten verschijnen
de miliciens der lichtingen van
1887, 1888, 1889. 1890, 4891 en 1892.
voor zooverre zij vóór den 1 sten April j.l. in het
genot van onbepaald verlof zijn gesteld, met
uitsondering allêcn van hen, die w de maand
Juni c.h. in werkeligken dienst moeten komen.
En worden mitsdien opgeroepen al de hier
boven vermelde, zich met onbepaald verlof binnen
deze gemeente bevindende veilofgangers, om op
bovengemelden tijd en plaats te verschijnen.
Slikkende voorts tot informatie
a. dat de vet lofgangers, volgens art. 140 der
wet van den lÖden Augustus 1861 staats
blad no. 72), ter inspectie hshooren te ver
schijnen IN UNIFOÏtM GEKLEED en voorzien
van al de kleeding- en uitiustingstukken, hun
bij het veitrek met vei lof medegegeven, van
hunne zakboekjes on van hunne verlofpassen
en
b. dat zij, volgens att. 130 der genoemde wet,
worden geacht onder de wapenen te zijn niet
alleen gedurende den lijd, dien het boven
bedoeld onderzoek duurt, maar in het alge
meen wanneer zij in uniform zijn gekleed,
zoodat zij, die ongeregeldheden plegen of zich
aan misdrijven schuldig maken bij het gaan
naar de plaats voor het onderzoek bestemd,
fedurende het onderzoek en bij het naar huis
eeren, te dier zake zullen worden gestraft
volgens bet crimineel wetboek en het regle
ment van krijgstucht voor het krijgsvolk te
lande, bij gemeld art. 130 toepasselijk ver
klaard. i
En is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 19den Mei 1893.
Burgemeester en Wethouders van Schiedam,
VAN DIJK VAN MATENESSE.
De Secretaris,
VERNËDE.
DEBurgemeesterVAM Schiedam
vestigt, op verzoek van den heer Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland, de aandacht
'van belanghebbenden op het volgende beiicht aan
zeevarende
Volgens raededeeling van den Inspecteur over het
Loodswezen in het 3e District, d.d. 4 Jleij 1., zullen
vanaf 5 Juni tot 15 Juli a.s. m het Schulpengat
zeegat van Texel, buiten het betonde vaarwater,
ter hoogte van K'jkduin, torpedo-oefeningen gehou
den worden. Het torpedo-teirem 7al aangeduid
worden door rood-.® zwart geblokte spitse en stompe
tonnen. (Zie »Ned. Krt." no 1).
Schiedam, den 20sten Mei 1893.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DIJK VAN MATENESSE,
Aan het commissariaat zijn als op
straat gevonden aangebracht: een R.-k.
kerkboekje, een geel-bruine kip, een
bonte kinderzak, een grijze gestreepte
broek, J/30 lot in de thans trekkende
staatsloterij, een klnderschoentjc, een
bruin glacé dameshandschoen, een ge
kleurde zakdoek, een bijbeltje,een muil
korf, een Iel en 3 sleutels.
Schiedam 20 Mei 1893.
We hebber de laatste week veel nieuws
gehoord, en nieuws, dat al kwam het ook
van verre, niet nalaten kon, belangstelling
te wekken. Daar hebben we het nieuws uit
ChicagoJ waar de tentoonstelling, die al haar
voorgangsters in de oude wereld zou over
treffen, gelde lijk als misl ukt moet worden
beschouwd. Wanneer Amerikaansche bladen
dit zelf melden, zal het wel zoo zijn; geen
vierde gedeelte der bezoekers, die noodig zou
den Zijn, door hun entrees de kosten te dek
ken, heeft tot nog toe de terreinen betreden.
Bovendien schijnt er niet zeer solide gebouwd
te zijn. Met het oog op een buitengewoon
bezoek zijn er natuuilijk eenige hotels in
elkander gezet, en reeds is daarvan een drie
tal ingestort, waarlijk geen aanbeveling voor
de andere pas gebouwde, die tot nu toeslaande
zijn gebleven. Als men een interviewer, een
van dat nieuwe listige ras voor bekende per
sonen, gelooven mag, dan zou prins Bismarck,
door een lid dezer club uitgeb"ord, gezegd
hebben, dat hij, de ex-kanselier, die tentoon
stelling niet anders beschouwde dan een onder
neming op groote schaal van hotelhouders.
sMijn vriend, de Amerikaansche gezant, zoo
zou Bismarck verder gezegd hebben, ant
woordde op mijn vraag naar het doel dezer
tentoonstelling, dat zij de Amerikanen amu
seerde.
En zeker, ging de kanselier voort, het zal
hen amuseeren, als zij de Europeanen mee-
doogenloos kunnen plukken. Het is een goede
zaak voor gaarkeukens, maar voor het overige
verwacht ik van deze tentoonstelling weinig
heilTot zoover Bismarck.
Er is echter, volgens ons, belangrijker
nieuws uit Amerika. Dat het anti-semitisme
er wortel schiet, is tot nog toe niet gebleken
maar in het verre Westen, in Califomië, in de-
hoofdstad St. Francisco, tiert welig een ras,
welks telgen niet zelden met de kinderen
Israels worden vergelekende Chineezen.
Welnu, de woede van den Yankee tegen den
Chinees is tot een bedenkelijke hoogte ge
stegen. Onwillekeurig denken we hier
aan een zeer vieze bladzijde uit de geschie
den! onzar Oostindische Compagnie. Over
bevolking is de kwaal, waaraan China sinds
eeuwen laboreert. Wie dus wilskracht en
werkkracht heeft, verlaat zijn land. en zoekt
elders een goed heenkomen. Zoo was op Java
in de eerste helft der voorgaande eeuw het
aantal Chineezen tot een aanzienlijk getal
gestegen. Wat den Chinees vau onze dagen
kenmerkt, was hem ook in dien tijd eigen
Hij was uit zijn land gegaan, arm, maar vol
werkkracht; welk baahtjehij kon aanpakken,
hij liet het niet loopen, als er maai' wat te
verdienen was. En van zijn verdiensten hield
hij altijd over. Hij had weinig behoeften,
was matig, en verzamelde gaarne,, om en
dit was zijn hoogste wensch eenmaal als
gezeten, liever rijk burger naar het Herwel-
sche Rijk terug te keeren. Maar hij had ook
zijn ondeugden, en daaronder zeer leelijke,
die we nu liefst maar niet noemen. Hij
heette op Java in 1740 gevaarlijk voor de Com
pagnie en de gouverneur-generaal Valckenier
liet een veertigduizendtal zijner stamgenooten
vermoordenf Dat was een gemakkelijke
manier om van de vreemdelingen verlost te
worden. Voegen we er tot eer van het
toenmalige bewind tij, dat Valckenier ge
vangengenomen werd, doch op de thuisreis
naai' Nederland stierf, dus zonder gevonnist
te zgn.
We zijn anderhalve eeuw verder, en we
zijn vooruitgegaan. In Californie vooral ge
voelt men al de zwarigheden, aan de tegen
woordigheid van een groot aantal Chineezen
verbonden. Ze vermoorden, a la Valckenier,
daar denkt men niet aanmen pist een
andere methode toemen maakt een wet.
die bepaalt, dat de Chineezen de groote repu
bliek der Vereenig de Staten, die haar deuren
wijd voor alle natiën openstelt, zullen verlaten.
Het is echter gebleken, dat een wel als deze
onuitvoerbaar is, en men heeft enkel een
opruiming gehouden onder het laagste soort
dor zonen van het Hemelsche Rijk. De Chi-
neesche gezant in Amerika heeft natuurlijk
geprotesteerd, en aangezien er in China vrij
wat zonen der Amerikaansche republiek ge
vestigd zijn, op wie de Chineesche regeering
dezelfde bewerking zou kunnen toepassen,
Iftl de zaak wel een vredelievend verloop
hebben, Een oorlog tusschen China en
Amerika, dat zou anders wel een buiten
kansje zijn voor hen, die belust zijn op voor
vallen van buitengewoner ".ard. De Chineezen
zijn als tegenstanders ni - te verachten
Nieuws uil ons eigen werelddeel. Twee
gedenkteekenen voor keizer Wilhelm I ont
huld, en bij geen van beide de man tegen
woordig, die toch als de geestfc'ijke vader van
het tegenwoordige keizerrijk Duitschland te be
schouwen is 1 Bismarck was afwezigDoch wat
deert het hem Wat kan hem dit deren,
was op het slagveld aan 's vorsten zijde; hij
was te Versailles, bjj de vergadering van
vorsten toen Pruisens koning tot keizer van
Duitschland werd uitgeroepen. Nu er stand
beelden worden opgericht voor den helden-
keïze-, wordt de eenig overgeblevene van
diens raadsgevers, van diens bezielers, thuis
gelaten.
Toch schijnt ook in hoogere kringen in
Duitschland het besef levendig te zijn, dat
er aan de tegenwoordige vei houdiugen iets
hapertdat de man, die voor twee en twin
tig jaar schier alvermogend was, niet goed
wordt behandeld. De prins-regent van Bruns-
wijk, prins Albert van Pruisen, zou aan een
hooggeplaatst persoon een brief hebben ge
schreven, waarin over de wenschelijkheid van
een verzoening tusschen den keizer en prins
lismarek werd gewaagd. Een socialistisch
blad publiceerde dien blief, welke eerst voor
verzonnen werd verklaard. Hoe dit zij, er
bestaat toch nog vereering voor den grijzen
staatsman, al blijkt ze bij den jongen keizer
niet groot; ten minste er wordt verzekerd,
dat van hoogerhand was bevolen, Bismarck
niet uit te noodigen bij de feestelijkheden,
die plaats hadden bij gelegenheid van de
onthulling van het gedenkteeken voor keizer
Wilhelm te Gorlitz.
Natuurlijk heeft keizer Wilhelm II daar
het woord gevoerd; natuurlijk bracht hij
daar den tegen woord igen toestand ter sprake.
De versterking van het leger zooals die bij
de door den Rijksdag verworpen legerwet was
vastgesteld, is en blijft voor de eer en veilig
heid van het hoogste belang en volstrekt
noodzakelijk. De keizer hoopte, dat het trouwe
Duitsche volk hemdnaibij den noodigen steun
niet zou onthouden. Te Trier, waar insgelijks
een gedenkteeken voor keizer Wilhelm I
werd onthuld, zeide een spreker, dat ieder
Duitscher verplicht was te handelen, zooals
keizer Wilhelm, leefde deïe nog, het zou
hebben gewild. Nu gelooven wfl zeer aan
de trouw \an het Duitsche volkniets doet
ook maar eenigen twijfel ontstaan aan de
gehechtheid dan den Duitschen keizer aan
vaderland en koning of keizer, maarer
is den groot bezwaar. Wie zal de kosten be
talen? In het Deutsche Wochenblatt wordt
omtrent deze aangelegenheid het een en ander
in het licht gesteld. De Bondsstaten zouden
gezamenlijk deze kosten moeten betalen, welke
voor het koninkrijk Pruisen ongeveer 24 mil-
lioen gulden jaarlijks zullen bedragen.
Een inderdaad achtbare som, waartegen zelfs
de meest opgewonden Pruis bedenkelijk zal
opzien. Om deze som te veikrijgen, zou de in
komstenbelasting met 25 pCt., dus een vierde
deel van het tegenwoordig bedrag, moeten wor
den verhoogd. Maar dan is men er nog niet, en
blijft volgens genoemd blad seen financieele
maatregel op groote schaal" noodzakelijk. Een
ander blad voorspelt, dat deze maatregel zal
uitloopen op een monopolieplan. Dat moet er