1893. ondag en Maandag 7 Augustus. N°. 8331 z Eerste Blad. F O L 1 T I E. ©v enenveert i g s t Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, Binnenlandsche Berichten. UITGEVER: J. ODÉ. Aan het commissariaat zijn als op straat gevonden aangebracht of aangegeven: 1 damesparaplalc; 1 boterhammen- znJije met kinderkousje en sokje; 1 portemonnale met eenlg geld: lbril; 1 rozenkrans; 1 ring met sleutels; 1 zwart jong bokje. Schiedam 5 Augustus 1893. »Wie zal de kosten dragen?" dit was bij de behandeling der militaire onderwerpen in den Duitschen Rijksdag eigenlijk een niet aan de orde gestelde vraag. De legervvet eischtnatuur lijk offers ea zonder twijfel moeten deze ge dragen worden door de belastingschuldigen. Doch hoe die lasten nu zullen verdeeld wor den, is een zaak, waarover de Duitsche regee ring zich nog niet officieel heeft uitgelaten, maar waaromtrent toch het een en ander is uitgelekt. De bijdragen door de bondsstaten te leveren zullen voor een aantal jaren wor den vastgesteld; hetgeen de rijksregeering daarboven behoeft, zal door tijdelijke of vaste belastingen worden gedekt. Eveneens zal worden vastgesteld, welke som door de ryks- regeeiing van haar inkomsten elk jaar aan de bondsstaten zal moeten worden uitgekeerd. Het overschot, dat er na deze uitkeering mocht blijken te zijn, zal aangewend worden tot aflossing van staatsschuld. Behalve deze echter zeer onzekere schulddelging zal voort aan éen pCt. van het nominale bedrag der schuld worden afgelost. Volgens dezelfde ge ruchten zou de regeering noodig hebben honderd millioen mark of zestig millioen gulden, die door belastingen moeten worden gedekt. Zulke cqfers zijn meer dan genoeg om den ernst van een zeer groot gedeelte van liet Duitsche volk te verklaren. Nieuwe belastingen en een belangrijke vermindering van den handel, door de verhoogde invoer rechten, die sedert eenige dagen door Rusland van Duitschland worden geëischt. De goede bondgenoot van Duitschland, Oostenrijk, heeft zich terzelfdertijd van datzelfde Rusland voor deel ige voorwaarden bij den invoer weten te verwerven, hetgeen bij de Duitscliers niet alleen ontevredenheid, maar zelfs veront waardiging heeft opgewekt. ^Verontwaardiging", niet zelden een voor gewende gemoedsbeweging, om geheel andere bedoelingen te bedekken, verontwaardiging heerscht in Engeland. Een van de Engelsche parlementsleden, politiek vriend van den heer Glads jne, heeft zijn ontslag als zoodanig inge zonden, omdat hij het\iiet langer met de regeering vinden kon. Zooals men weet, is het ontwerp tot regeling van het zelfbestuur in letland bij de tweede lezing of behande ling aangenomen. Zooals liet ontwerp thans luidtzal het woi den gedrukt en aan de leden rondgedeeld,^om dan voor de derde of laatste maal te worden ^behandeld. Nu heeft de heer Gladstone moeite genoeg gehad, om het zoover te krijgen. Zijn tegenstanders hadden het er eenmaal op gezet, de debatten tot in het oneindige te rekken.] Toen wist de eerste mi nister, bijzonder handig voor een meer dan tachtigjarige, de bepalingen er door te krij gen, dat het debat, als het te lang duurde naar zjjn zin, gesloten kon worden verklaaid, en deze maatregel is op drie vierden van de artikelen toegepast. Vandaar verontwaardi ging onder de tegenstanders. En die veront waardiging steeg, toen de bepaling er door ging, dat in het Engelsche Parlement wel 80 Ieren, in de lersche volksvertegenwoor diging daarentegen geen Engelschen of Schot ten zitting zouden hebben. Bedoelde veront waardiging heeft zich verleden week geuit in een vuistgevecht of bokspartij tusschen voor- en tegenstanders in het Parlement, waarbij het kostuum van verscheidene par lementsleden er niet ongedeerd afkwam, en waardoor de waardigheid van het Huis het zelfde lot als de kleeding onderging. En nu komt het parlementslid Grensvell verklaren ik scheid mij van de regeering af, en neem daarom ontslag als lid van het Parlement. Ik ben overtuigd, dat de lechts- toestand ut Ierland niet deugt, en verbetering behoeft; maar dat vertegenwoordigers van Ierland m Engelands Parlement zitting zou den hebben, zonder eenige vei antvvoordelijk- heid tegenover het Engelsche volk, dat wil er bij mij niet in". Men kan er op aan: de Ieren hebben hun home-rule-wet nog niet. De regeeringen van Frankrijk en Engeland zjjn het eens geworden over de zaken m Siam. Het spreekt vanzelf: Siam bij ft het kind van de rekening, maar Frankrijk heeft dan toch water in den wijn gedaan. De heer Develle, de Fransche minister van buitenlandsche zaken en lord Duflerin, de Engelsche gezant te Parijs hebben de zaak vriendschappelijk geregeld. Doch zonder een beetje verontwaardiging van de zqde van het Engelsche volk en zijn ver tegenwoordigers in het parlement kon het toch ook niet afloopen. Een interpellatie aan de regeering bleef niet uit. Het parlements lid Curzon leidde het debat in over den roof, door Frankrijk ten nadeele van het weerlooze Siam gepleegd. De gewezen minister Balfour stond den heer Curzon bij, en beiden laakten om het zeerst de houding der regeering, die had toegelaten, dat Frankrijk zich meester had gemaakt van een streek van 70000 vier kante mijlen, een oppervlakte ruim hon derdmaal zoo groot als ons land terwjjl het zich tevens de eilanden aan den ingang van de golf van Siam had toegeëigend, eilan den, die den toegang tot die golf beheerschen, strategische punten dus. Des heeren Cuizons memorie liet hem bij deze gelegenheid in den steek; want welke natie bezit over den ganschen aardbodem meer strategische punten dan Engeland misschien echter dacht de heer Curzon dat Engeland het monopolie dier punten toekomt. Doch genoeg, hij was verontwaardigd over de flauwe houding der regeering en hij hoopte, dat deze alsnog Frankrijk binnen behoorlijke perken zou weten te houden, en dat hoopte de oud minister Balfour ook. Het antwoord van de ministerieele tafel was zeer weinig afdoende, en kon dit ook niet zijn, omdat werkelijk de Engelsche regeering bij deze gelegenheid een flauwe rol heeft gespeeld, een rol, zoo geheel verschillend van die, welke de Engelsche diplomatie onder Palmerston en d'Israeli vervulde. De Franschen bereiden zich voor tot den verkiezingsstrijd voor de Kamer van afgevaar digden; ze houden vergaderingen onder een hooge temperatuur en deze schijnt velen be zoekers, vooral den anarchisten, naar het hoofd te slaan. Dat heeft de socialist Majan te Parijs ondervonden. Hj bepleitte zijn candidatuur in een veigadering, maar werd door een hoop anarchisten begroet met de voorspiegeling van het liefelijk vooruitzicht, dat ze hem zouden worgen. Zoover is het nu wel niet gekomen, maar zonder eenige kwetsuien is de man er toch niet afgekomen. In het depar tement du Nord hebben twee candidaten het zelfde lot ondergaan. Ook hier behoorden de anarchisten tot de bestrijdersook hier waren duwen en vuistslagen krachtige argumenten ook hier had de gendarmerie moeite hem tegen den dollen hoop te beschermen. En dat zijn allen vrije mannen Verontwaardigd is zeker de heer Rutgers van Rozenburg geworden, toen hij, peinzende over hetgeen hij in de Tweede Kamer over de kiesrech tont werpen van den minister Tak in het midden zou brengen, zich voorstelde, welk schouwspel de landen, waar algemeen stemrecht heerscht, wel opleveren. Op zjn gewone wijze heeft hij de ontwerpen uitge kleed, die door den heer Schaepman op talentvolle wijze in bescherming zjjn genomen. Weder zijn vier zittingen besteed aan de algemeene beraadslagingen. Een vierde ge deelte der leden van ons Parlement heeft reeds gesproken. Enkelen uitgezonderd, is het gevoelen eenparig: er moet uitbreiding van het kiesrecht. Hoe elk het dan wel zou willen geregeld zien, kwamen we echter niet te hooren. Misschien brengt de volgende week licht omtrent dit punt; misschienI maar als de weersgesteldheid blijft, als ze de laatste dagen geweest is, bestaat daarop weinig hoop. 't Is een tqd voor het houden van vergaderingen als geknipt! SCHIEDAM, 5 Augustas 1893. Vergadering van den raad der gemeente Schiedam, Dinsdag den 8n Augustus 1893, des namiddags ten kwartier voor 2 uie. Onderwerpen Ingekomen stukken. Benoeming van een onderwijzer of onder wijzeres 3e kl. aan de 2e openb kostel school. Beraadslagen over: Het in de vorige vergadering aangehouden besluit tot wijziging der gemeente-begroo ting 1893. De bezwaarschriften van T. Putters Tz. e. a. en G. J. Buekers c. s tegen hunne aanslagen in de pi. dir. belasting naar het inkomen dienst 1892/3. Vaststelling van het kohier der pi. dir. bel. naar het inkomen, dienst 1893 4, bevattende de wijken D—G. Rekening der stedelijke gasfabriek over 1893. Als voren van het handels-entrepot. Onderzoek geloofsbrieven nieuwbenoemde raadsleden. Definitieve vaststelling van de bepalingen omtrent het kosteloos toelaten van leerlingen tot het gymnasium en de h. burgerschool. Aanvulling der ljjst, van grondslagen voor het pensioen van gem.-ambtenaien, ten be hoeve van den met ingang van 15 Mei j.l. ont slagen agent van pol 3e klasse T. Ritman. Adressen van de ambtenaren J. F. Scheffer en J. Krabbendam om nog éen jaar in actieven dienst te mogen blijven. Adi essen van C. H. Hoek, J. Tak enmej. A. M. Nolet om restitutie van pl. dir belas ting, dienst 1893. Voortzetting der behandeling van de veror deningen op de openbare reinheid. En verdere voorstellen en mededeelingen. De Raad van Voogdij over Hare Majesteit Wilhelmina, Koningin der Nederlanden, inge steld bij de wet van den 14n September 1888 Staatsblad no. 150), maakt bekend vooreerst, dat de heer jhr. mr.J.JE. A. van Panhuys, vice-president van den Raad van State, en, als zoodanig, krachtens art. 2, laatste lid, der aangehaalde wet, van rechts wege lid van den Raad van Voogdij, den eed, voorgeschreven in art. 4, laatste lid, dier wet, in 's Raads vergadering van 2 Augustus in han den van den waamemenden voorzitter heeft afgelegd en daarna heeft zitting genomen; ten anderen, dat de Raad, in verband met art. 9, le lid, der voornoemde wet, in dezelfde vergadering, uit zijn midden tot voorzitter heeft benoemd mr. W. baron van Goltstein. De Staatscourant bevat het kon. besluit van den 20n Juli 1893, Staatsblad no. 117) tot nadere wijziging van het kon. besluit van Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers 1.85. - 2.50. - 0.10. BIJKB AU: B OJfKRiT B A A T, E 3 7. Advertentieprijs van 110 gewone regels met inbegrip van eene Courant1.10. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. n l 1? tf ir d* t, «4? %WS\ ik*

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1