Iff ij
S 1 j (1.
n.
w g 2 is
a
m
■S-l
j i §1
a a
s s
fe a
s 2
-ï -*
aS'S'MSw
I 'i I
to,s tl
g1 c 3 JS
S S
1 2 I
s |gl ii-Ss
n.\jiatuiir- en werktuigkundige en tech
nologie - 1600.—
4. wiskunde, handelsrekenen en boek
houden 1900.
5. scheikunde, chemische technologie,
natjui lijke historie en warenkennis - 1900.
G. staathuishoudkunde, staatsinrichting
van Nederland, statistiek en handelsrecht - 500.
7. Nederlandsthe taal en letterkunde. - 1000.
8. Fransche taal en letterkunde - 1200,
9. Engelsche taal en letterkunde - 1100.
10. Hoogduitsche taal ea letterkunde. - 1200,
11. rechtlijnig teekenen- 400.
42. handteekenen- 500.
13. gymnastiek (tevens belast met het
geven van onderwijs aan de leerlingen
der openbare lagere school met uitgebreid
leerplan voor jongens). 700.
S. aan de burger avondschool bedraagt
de jaarwedde voor den leeraar in
I. geschiedenis en aardrijkskunde, met
den titel van directeur- 600.
2 natuur-, wis- en werktuigkunde en
technologie- 400.—
3. wiskunde- 200
4. scheikunde- 200.
5. staatswetenschappen. - 100.
6. Nederlandscbe taal 200
7. rechtlijnig teekenen- 600.
8. handteekenen- S00.
9. handteekenen. 400.
10. Nederlandsche taal, geschiedenis en
aardrijkskunde - 200.
II. wiskunde- 200
f20300.
Art. 9. Kosten van schoolboeken en schoolbe-
hoeften f800
Deze i>ost strekt tevens tot aankoop van werk
tuigen, leermiddelen enz
Art. 10. Kosten van belooningen en eereblijken
van de burger-avondschool f50.
Vastgesteld bij raadsbesluit van 29 October 1892.
Art. 11. Vuur en licht in de scholen f700.
Deze post is verdeeld, voor
Brandstoffenf 275.
Licht - 425—
f 700.—
Art. 12. Onderhoud der gebouwen, meubelen enz.
flSOO,
Deze post is verdeeld, voor:
Gewoon onderhoud van het gebouw f 300.—
Verven binnenwerk, schoolbanken enz. - 200.
IJzeren hek tot afscheiding van het
stoomgemaal- 750.
Meubelen250.
f 1800—
Naar bovenstaande raming is de post f 800 hooger.
Art. 13. Jaarwedde van den concierge en kosten
van diens woning f635.20.
De jaarwedde van den concierge is bij raadsbesluit
van 30 October 1879 vastgesteld op f500voor zijne
woning is een lokaal in gebruik van het Proveniers
huis, tn de onmiddellijke nabijheid van de hoogere
burgerschool, tegen f2.60 per week.
De verdeeling van dezen post is alzoo
Jaarwedde van den concierge f 500.
Kosten voor zijne woning - 135.20
f 635.20.
Art. 14. Jaarwedde van den amanuensis f500.
Art. 15. Kosten van het plaatselijk toezicht op het
middelbaar onderwijs f100.
Deze post strekt om daaruit te voldoen de kosten,
vallende op het houden der vergaderingen, examina enz.
Kosten van het lager onderwijs:
Art. 16. Jaarwedden der onderwijzers f49000.
Jaarwedde van het hoofd der openbare school met
uitgebreid leerplan voor jongens (behalve genot van
vrije woning)f 1600.
Jaarwedden van vier onderwijzers aan
school - 3150.
Eén le klasse k f 1075, drie 3e klasse,
waaronder 1 a f775. 1 k f700 en 1
a f600.
Jaarwedde van het hoofd der openbare
school met uitgebreid leerplan voor meis
jes, (behalve genot van vrije woning)- 1500.
Jaarwedden van zes onderwijzeressen
aan die school. - 4700.
Eén 1e klasse a f 1125, vijf 3e klasse,
waaronder 1 a f 850, laf 825, 1 a
f800,1 a f600 en 1 a f300.
Jaarwedde van het hoofd der openbaie
burgerschool (behalve ger.ot van vrije
woning)- 1400.
Jaarwedden van drie onderwijzers aan
die school 2000.
Eén le klasse a f1000 en twee 3e
klasse f500.
Jaarwedde van het hoofd der 1ste
openbare tusschenschool (behalve genot
van vrije woning) 1400.
Jaarwedden van acht onderwijzers
aan die school. - 4850.—
Eén le klasse a 11000, zeven 3e
klasse, waaronder 2 a f600, 3 k f550
en 2 a f500.
Jaarwedde van het hoofd der 2e
openbare tusschenschool (behalve genot
van vrije woning) - 1400.—
Jaarwedden van vijf onderwijzer» aan
die schooi 3500.—
Eén le klaste a f 1000, vier 3e klasse,
waaronder 2 a f700 en 2 a f550.
jaarwedde van het hoofd der 1ste
openbare kostelooze school (behalve ge
not van vrjje woning) - 1400.
Jaarwedden van tien onderwijzers aan
die school- 6251'
Eén le klasse a f 1000, éen 2e klasse
a f800, acht 3e klasse, waaronder 2
a fC50, 1 a fGOO, 1 a f550 en vi«*r
a f500.
Jaarwedde van liet hoofd der 2e open
bare kostelooze school, (behalve genot
van vergoeding voor gemis van vrije
woning. Zie volgnr. 138) - 1400.
Jaarwedden van tien onderwijzers
aan die school- 5850.
Eén le klasse h fiOOO, negen derde
klasse, waaronder 1 a f650, 1 a f600,
2 a f550 en 5 a föOü.
Jaarwedde van het hoofd der 3de open
bare kostelooze school (behalve genot
van vrije woning) 1400.
Jaarwedden van tien onderwijzers aan
die school 6150.
Eén le klasse a f 1000, negen 3e
klasse, waaronder laf 650, 4 a f 600,
2 a f550 en 2 a f500.
Jaarwedden van twee onderwijzeressen
4e klasse, in nuttige handwerken, aan
de openbare tusschen-, 1ste en 2de
kostelooze scholen- 600.
Twee a f300.
Overeenkomstig bovengemelde rer-
erdening wellicht toe te kennen verhoo
gingen van jaarwedden- 450.
f 49000—
STAAT der rijksbijdrage in de jaarwedden
der onderwijzers, volgens art. 45 der wet
tol regeling van het lager onderwijs.
SCHOLEN. Bijdrage.
Jongensschool.
Onderwijsvakken ai, l, o en
77 leerlingen op 15 Januari 1893.
f 50 maximum schoolgeld per leerling
's jaars.
a. Voor het hoofd f 250.
5. den verplichten bijstand:
1 onderwijzer. - 150.
c. Voor het onderwijzend peisoneel
boven het minimum:
1 onderwijzer. - 150.
Meisjesschool.
Onderwijsvakken ao en t
74 leerlingen op 15 Januari 1893.
f55 maximum schoolgeld per leerling
*s jaars.
a. Voor het hoofd- 250.—
5. den verplichten bijstand
1 onderwijzeres - 150.
0. Voor het onderwijzend personeel
boven het minimum
1 onderwijzeres- 150.-
Burgerschool.
Onderwijsvakken a—k,
79 leerlingen op 15 Januari 1893,
f 18 maximum schoolgeld per leerling
's jaars.
a. Voor het hoofd - 250.
1. den verplichten bijstand
1 onderwijzer.- 150.
c. Voor Let onderwijzend personeel
het minimum
1 onderwijzer- 150—
1ste Tusschenschool.
Onderwijsvakken ak.
397 leerlingen op 15 Januari 1893.
f7.50 maximum schoolgeld per leer
ling 's jaars.
a. Voor het hoofd- 500.
J. den verplichten bijstand
1 onderwijzer boven 23 jaren, met
rang van hoofdonderwijzer - 300.
6 onderwijzers a f200- 1200.
c. Voor het onderwijzend personeel
boven het minimum
1 onderwijzer. - 200,
2de Tusschenschool.
Onderwijsvakken aTc.
241 leerlingen op 15 Jannari 1893.
f7.50 maximum schoolgeld per leer
ling 's jaars,
0. Voor het hoofd 400,
1. den verplichten ijstand
1 onderwijzer boven 23 jaren, met
rang van hoofdonderwijzer - 300.—
3 onderwijzers a f'200. - 600.
c. Voor het onderwijzend personeel
boven het minimum
1 onderwijzer- 200.
1ste kostelooze school.
Onderwijsvakken aTc.
4#6 leerlingen op 15 Januari 1893.
a. Voor het hoofd 600.
5. den verplichten bijstand
2 onderwijzers boven 23 jarenmet
rang van hoofdonderwijzer a f300. - 600.
7 onderwijzers h f200- 4400.
e. Voor het onderwijzend personeel
boven het minimum
1 onderwijzer- 200.—
2de kostelooze school.
Onderwijsvakken ak.
405 leerlingen op 15 Januari 1893.
a. Voor het hoofd 500.—
b. den verplichten bijstand
1 onderwijzer boven 23 jaren, met
rang van hoofdonderwijzer - 300.
6 onderwijzers a f200. - 4200.—
c. Voor het onderwijzend personeel
boven het minimum
2 onderwijzers a f200- 400.
3de kostelooze school.
Onderwijsvakken ok,
366 leerlingen op 45 Januari 4893.
a. Voor het hoofd - 500.—
6. den verplichten bijstand
1 ouderwijzer boven 23 jaren, met
rang van hoofdonderwijzer
6 onderwijzers a f200.
Voor het onderwijzend personeel
boven het minimum
2 onderwijzers a f200.
300.-
1200,-
400.-
Te zamen f 12950.-
Wordt vervolgd.)
Waarom bepaalt men zich nu tot houtarbeid
Niet, zooals sommigen meenen, omdat de jongens
dan timmerman kunnen worden evenmin als
men uitsluitend zwemmen leert om zich hij het
te wator vallen te kunnen redden. Neen, men
bepaalt zich tot den houtarbeid omdat deze de
meest opvoedkundige voordeelen oplevert.
Bij de keuze eener grondstof moet men reke
ning houden met de lichamelijke ontwikkeling
der leerlingen. De grondstof moet goed verdeeld
kunnen worden. Karton verdient in dat opzicht
boven alle andere stoffen de voorkeur, doch
daarbij krijgt de hand geen alzijdige ontwikkeling,
de lichaamskrachten worden niet gesterkt en de
beweiking met karton levert geen tegenwicht op
tegen het lang achtereen stilzitten. Bij houtarbeid
heeft noen die voordeelen wel, en bovendien
wordt de belangstelling van den leerling gewekt,
omdat bij dingen leert maken, die practische
waarde voor hem hebben.
Ook kan men bier de eischen voor zuiverheid
en reinheid tot hun recht laten komen, wat bij
ijzer- of biikarbeid niet mogelijk is. Het schoon
heidsgevoel wordt vermeerderd en men is niet
gebonden aan bet aantal leerlingen, want hout
arbeid kan zuiver classicaal gegeven worden.
Waarom men nu de oefeningen bij den tim
merman zoekt en niet bij den draaier-beeld-
houwer of terugkeert tot het figuurzagen? Zie
bijgaand staatje, overgenomen uit het Tijdschrift
voor II. A., en het antwoord is duidelijk.
"o o-
a
«s C
"o a
ts e
3 •- e S
ho
SP •3
O ui
i»-
•o S c
- -- a 3
'3 o o
,3
u O fl
»s=:
ul I c—
3 <3 "S
C 6®
l ffi C
O
">3 S
4)
-u -c c:
u *o
co
c EPS 3
i-i .ft - u
Z B B
■g g g a a
c c c c .cc
$3 g g g g S
55 25 25 55 Z2
r ffl O O
©O w
55 55 55 55 55
o
71 »-H
55 55
55 55 55
c c c c c
41 Cl «l O Q) M
Q) W O CJ
55 S5 2 S5 SS
3 S
O --
u 9 C
■- K O o
u
o i u t.
3 O
g M-g
*o c u O
r± 3
o s
-
cc
<B '-5 e-»
•D :s**t3
«ANC
"3
O
fee©
p* 60
5
j o
3 a co
2i 2:
rt <S C3 C3 C3 C8 03
c C c
OU®
<u
m m C8 C3 C3_CJ©
Bh,-,
eS
cccccc .ccc
IVUOQCImVOO
4D© O© O) O «S OJ
2ZZ22; z 55 55
-IC
-H* 'J? a
-
c s
na©©©
g 1J5 55 55
c c c
c
c cö
S C2; 55 55
CS 'ZZ
CQ
c
CS
g-S C
w c
g «B Sd e c
S m *a e
CC«NC5feCc©
-o
S2 V O 'qj 31
wBïs-.finpqtadHQca
-i«ffl«»in<st f; ci o
Het timmeren voldoet aan alle eischen, die men
stellen kan, en daarom verdient het als slojd de
voorkeur.
Dr. Otto Salomon te Ntias komt de eer toe,
het eerst gebroken te hebben met het allerlei
systeem, dat vroeger algemeen gevolgd werd en
in Frankrijk nog vee! voorstanders heeft. Daar
leert men ook van vele handwerken wat, doch
van geen enkel iets degelijks. Salomon was de
eerste, die alleen houtarbeid liet beoefenen.
Hij heeft aangetoond, evenals Mikkelsen te
Kopenhagen, dat men met houtarbeid alleen
beter de paedagogische waarde van den slöjd kan
verkrijgen dan met velerlei- of een anderen arbeid.
Volgens verklaring van dr. Salomon volgt de
kaïtonslöjd in waarde op den houtarbeid, vooral
voor jeugdige leerlingen, wier lichaamsontwikke-
ling het hanteeren van de gereedschappen voor
houtbewerking verbiedt.
Aangezien er tusschen het Deenscbe en Zsveed-
scbe systeem een aanmerkelijk verschil bestaat,
dient men, alvorens te beslissen welke methode
de beste is, eenigszins na te gaan, welke de
meeste voordeelen aanbiedt of voor kinderen het
best geschikt is.
Het systeem-Salomon ligt opgesloten in eene
bepaalde serie modellen, die 88 oefeningen be
vatten, terwijl Mikkelsen zijn methode bouwt op
de werktuigen. Kan men de werktuigen han
teeren, dan is men vrij welke modellen men wil
samenstellen.
In Zweden is men sterk tegen vooroefeningen.
Dadelijk toepassing op het model. Mislukt het,
overdoen. Neem daarbij in acht, dat behalve
het niet slagen der nieuwe oefening, de n.imte
onnauwkeurigheid in maatvorm of afwerking
onverbiddelijk «overmaken" gebiedt. Een zeer
groot bezwaar ora dat bij kinderen streng doer
te voeren.
Het Deenscbe systeem laat toe, dat de oefening
eerst op een waardeloos stuk hout wordt toege
past, om haar daarna bij het maken van een
model aan te wenden. Gelukt dus de oefening
niet de eerste maal, dan nog eens, tot men haar
zoover machtig is, dat ze toegepast kan worden.
Bij het niet gelukken is hier alleen de vooroefe
ning verloren, terwijl bij dadelijke toepassing op
bet model het zagen, snijden enz., wat ook ge
daan moest worden om het geheel te verkrijgen,
ook vruchteloos is geweest.
Begint men in Zweden met het mes een werk
tuig, hoe practisch en eenvoudig het ook zij,
toch zeer gevaarlijk in de kinderhand in Dene-
marken leert men eerst de zaag hanteeren, een
werktuig bij uitnemendheid geschikt om het hout
te verdeelen en om bij da hanteering flinke
lichaamsbeweging te verkrijgen, vooral als men
het links en rechts laat doen en streng op de
houding let.
Wordt er volgens dr. Salomon veel tijd besteed
aan schuren en vijlen een werk dat veel stof ver
oorzaakt en daarom schadelijk is voor de gezond
heid de heer Mikkelsen is een groot vijand van
schuurpapier; het dekt de fouten, die gemaakt
zijn, en is dus onwaar.
Ten slotte eischt de heer Salomon hoofdelijk
onderwijs en keurt hij classicaal onderwijs onvoor
waardelijk af, terwijl de heer Mikkelsen zuiver
classicaal blijft, zonder dat de uitersten er veel
nadeel van ondervinden. De onderwijzer kan daar
door meerdere kinderen gelijk onderrichten en de
invoering op de schooi levert minder bezwaren op.
Opmerkelijk is liet, wat men omtrent dit ver
schil van methode leest in Het Schoolblad van
Dinsdag 29 Augustus j.l.
Een cursist van den cursus, die dezen zomer
te Leiden gegeven is onder leiding van den heer
Van der Meulen, streng volgens het Zweedsche
systeem, schrijft daar o. m. het volgende:
We waren ook in de gelegenheid
kennis te maken met de Deenscbe modellen, die
in een schoollokaal der fabriek aanwezig waren.
Toen leerden we meteen welk een antipathie er
tusschen deze beide systemen bestaat. Natuurlijk
was volgens onzen leider de Zweedsche slöjd de
eenige goede en wees hij ons meteen sooit van
minachting op de Deenscbe reeks. Naar ik hoor,
waren er echter velen, die deze laatste serie vrij
wat doelmatiger vonden dan onze; b.v, ze be
vatte meer voorwerpen uit den jongenskring
(wagen, molentje), terwijl in onze reeks, voor
zoover ik weet, niet éen stuk voorkomt, dat voor
den jongen practische waarde en daardoor groo-
tere aantrekkelijkheid heeft.
Dat de Denen met de zaag beginnen, vonden
velen met mij ook beter dan het mes; in aan
merking genomen de vele en soms diepe wonden
die de cursisten zich de eerste week toebrachten,"
Hiermede, Mijnheer de Redacteur, meen ik de
vier gestelde vragen beantwoord te hebben. Ik
breng u mijn dank voor de vei leende plaatsruimte
en noem mij
Uw dicnsiiv. dien.
A. VAN WAART.
Schiedam, 13 September 1893.