N°. 8384,
Tweede Blad.
A°. 1893.
Vrijdag 20 October.
Zevenenveertigste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Binnenlandselie Berichten.
Gemengde Berichten.
UITGEVER: J. ODÉ.
COURANT.
Abonnementsprijs, per kwartaal
Franco per post, door het geheele Rijk
Afzonderlijke nommers
1.85.
- 2.50.
- 0.10.
BUREAU: BOTER8TEAAT, E 3 7.
Advertentieprijs: van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courant1.10.
Iedere gewone regel meer. 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL.
Provinciale heffing in Zuid-Holland.
Op 14 December 1893 vervalt de termijn
waarvoor bij de wet van 10 December 1888
voor vijf jaar bekrachtiging is verleend aan de
heffing, ten behoeve van Zuid-Holland, van
bruggegeld voor den overtocht van de brug over
de Oude Maas, verbindende de Hoeksche Waard
met het eiland IJselmonde.
De Staten dier provincie besloten het be
staande tarief te bestendigen. De opbrengst van
het bruggegeld is gebleken niet meer te zijn dan
eene tegemoetkoming in de kosten van aanleg,
onderhoud en bediening der brug.
Bij een door de regeering ingediend wetsvoor
stel wordt voorgesteld de heffing opnieuw voor
vijf jaar te bekrachtigen, in overeenstemming
mot bet besluit der Staten, volgens hetwelk het
tarief vóór 1 Januari 1899 zal worden herzien.
De afdeelingen der Tweede Kamer heb
ben gekozen tot rapporteurs over hoofdstuk
V (binnenlandsche zaken) der staatsbegroo-
ting de heeren Kerdijk, Roëll, Tydeman,
Rutgers van Rozenburg en De Me er.
SCHIEDAM, 19 October 1898.
Het Sociaal Weekblad wijdt eene beschou
wing aan den toekomststaat, dien de sociaal-
democratie verwacht, maar waaromtrent zij
tot nog toe de grondslagen niet heeft aange
geven, zoodat er eigenlijk niet over te rede
neeren valt. Wat den toestand van den arbeider
in dien staat betreft, zegt het blad:
Stellig waar is het, dat in onze maat
schappij de arbeider niet ontvangt de volle
waarde van hetgeen hij docr middel van het
kapitaal, met behulp der arbeidsmiddelen,
voortbrengt; maar even stellig waar is het,
dat dit bij de socialistische productiewijze
niet anders zou kunnen zijn. Ook daar zou
een gedeelte van het product gereserveerd
moeten, blijven voor de herstelling van het
gedurende het arbeidsproces te loor gegaue
kapitaal; een ander gedeelte moet worden
besteed tot uitbreiding van den kapitaal-voor
raad, teneinde de productie met de toeneming
van bevolking en behoeften gelijken tred te
doen houden; weer een ander gedeelte zou
moeten worden afgezonderd voor het onder
houd van allen noem hen ambtenaar of
hoe ge wilt die met de leiding der pro
ductie, met het beheer van het kapitaal zou
den belast zijn; een volgend gedeelte weer
zou moeten komen aan hen, die geen recht
streeks productieven arbeid verrichten, aan
kunstenaars en mannen der wetenschapeen
groot gedeelte zou moeten worden gereser
veerd voor hen die nog niet of niet meer
werken kunnen, enz. Hier evengoed als in i
het kapitalistische stelsel gaat dus van het
product meer af dan men aanvankelijk zou
meenen; hier evengoed als daar kan den
arbeider slechts het overschot toekomen. Is
dit uitzuiging in het eene stelsel, dan is het
ook uitzuiging in het andere; dit kan men
met de meest schoonschijnende praatjes niet
loochenen, dit wascht het water van de zee
niet af.
Naar aanleiding van hetgeen onlangs ge
sproken werd in eene vergadering van bur
gemeesters in Zuid-Holland, bevat de Wekker
een artikel over schoollucht. Het blad gaat
de moeilijkheden na, welke de handhaving
daarvan vereischt, en komt dan tot het advies
van een der daar aanwezige burgemeesters,
om den stok als middel van tucht tegen on
deugende straatjongens te bezigen.
Dit werd door de vergadering afgekeurd,
niet omdat het verouderd was, maar omdat
het niet deugde.
»Zou, vraagt de Wekker, de politie te
Rotterdam en in zoovele andere gemeenten
dat zoo gaaf toestemmen?
Wat is het oordeel van vele onderwyzers
in deze zaak?
Achten zij de tegenwoordige tuchtmiddelen
in bijzondere gevallen voldoende Wat moet
op school met een exemplaar gedaan wor
den dat zich aan ernstige overtredingen
schuldig maakt Mijne instructie schrijft voor:
de verschillende autoriteiten gehoord, kan hij
met hun goedkeuring van de school verwij
derd worden; dat is zeer gemakkelijk, maar
niet in het belang van den leerlinghet is
dan ook nog nooit toegepast. Door schipperen
en plooien en zoo iets ii la derobée moet de
wagen recht gehouden worden, waar nu zelfs
de burgemeesters ten einde raad schijnen,
en de zaak aan de school willen overdragen,
mogen de onderwijzers daaromtrent wel eens
onomwonden hun gevoelen zeggen.
«Zijn er andere, betere middelen, dan die
door den burgemeester aan de hand zijn
gedaan
Door den kolonel van het leger des heils,
W. Elwin Oliphant, is een vliegend blaadje
in het licht gegeven in zake hetverborgen"
meisje. Het is een antwoord op beschuldi
gingen voorkomende in het N. v. d. D. en de
Kamper Courant.
Daaruit blijkt dat het meisje hare moeder
ontvlucht is om aan de mishandelingeu van
deze te ontkomen. Zij heeft zich eerst naar
hare zusters begeven, waarvan er eene officier
bij het L. d. H. is. Bij deze bracht zij, geheel
buiten medeweten van den kolonel, een nacht
door eu stelde zich den volgenden dag onder
hoede eener andere zuster, verpleegster te
Rotterdam, welke sedert dien tijd voortdurend j
bekend is geweest met hare verblijfplaatsen. I
De zusters handelen geheel op eigen verant- j
woordelijkheid en als vrije Nederlandsche
burgeressen. Van verbergen is nooit sprake
geweesthet meisje is door vertrouwbare
personen op platvormen in openbare bijeen
komsten gezien. Met de toedracht der zaak
heeft de koionel de politie in kennis gesteld
nooit en nergens is die van de zijde van
officieren van het L. d. H. bemoeilijkt. De
schrijver van het artikel in het If. v. d. D.
is een jongeling, dien geruimen tijd geleden
het bestuur van het L. d. II. zich verplicht
zag te ontslaan.
Het schrijven van den heer Oliphant be
vestigt geheel de wederlegging van de praat
jes ten aanzien van het j verborgen" meisje
uitgestrooid en die zeker meer uit vijandschap
tegen het leger des heils, dan uit belangstel
ling of medelijden voor het meisje voortsproten.
Verdwijning van twee vrouwen.
Een correspondent van de New-York Herald
die te Amsterdam toeft, bracht Dinsdag een
bezoek aan den rechter van instructie, mr.
Simons.
De correspondent vroeg den rechter, wan
neer De Jong zou voorkomen.
Voorkomen? Waarvoor? Wat kunnen wij
doen zoolang de beide vrouwen nog niet ge
vonden zijn? Wij hebben op dit oogenblik
een rustpunt bereikt."
sMaar", vroeg de correspondent weer, ïkan
hij niet veroordeeld worden wegens verduis
tering, zoodat ge hem steeds bij de hand hebt
als 'tnoodig blijkt?"
kW: zijn nog zoover niet", antwoordde
de rechter, doch 't kwam mij voor, schryft de
correspondent, dat hij hieraan weinig waarde
hechtte.
»U kunt altijd nog overgaan tot hypnotis
me", hernam de correspondent.
»Daar zie ik niets in", zei mr. Simons.
i> Wat denkt gy over het gebruik van bloed
honden by het zoeken?"
»Ik acht dat uitstekend, maar ongelukki
gerwijze zyn er geen in Holland. Wij moeten
blijven trachten die lijken te vinden. Gebeurt
dat niet, dan is de zaak uit. Men kan iemand
niet veroordeelen wegens moord, alleen om
dat de persoon in quaestie vermist wordt."
Zoo althans verhaalt de correspondent.
Nog is als getuige gehoord een predikant
der Ned. herv. gemeente te Amsterdam, die
dezen zomer door de omstreken van Rozen-
daal (bij Arnhem) wandelende, een bebloeden
doek gevonden had. Toen had hij daarop
weinig achtgeslagen, doch later bracht hij
die vondst in verband met de zaakDe Jong.
Zyn ontdekking versterkt het vermoeden, dat
er ïn den omtrek van Velp een misdaad ge
pleegd kan zijn.
Men schrijft uit Bergen-op-Zoom aan de
Independence Beige: Zou er in de zaak
De Jong nog van een ander slachtoffer sprake
zijn Hier houdt men zich met niets anders
bezig, dan met de verucijning van den heer
Schmitz, kapitein der infanterie, hier in gar
nizoen, van wien in den laatsten tijd geen
enkele tijding is vernomen.
De kapitein is de broeder van juffrouw
Schmitz, die De Jong verdacht wordt ver
moord te hebben. Alle nasporingen om het
spoor van den officier te ontdekken, zijn tot
heden vruchteloos men vreest dat de onge
lukkige kapitein zich van kant gemaakt heeft,
daar de eer zijner familie in de zaak—De
Jong gemoeid is.
Op eene verkooping van oudheden, dezer dagen
te Keulen gehouden, bracht een kersepit de
aanzienlijke som van 6700 mark op. De pit
ontleent deze groote waarde aan microscopische
portretten, door den Neurenberger graveur
Peter Flochner er op gesneden.
De Engolsche stad Burnley is wegens de
schaarschte van steenkolen sinds Vrijdag zonder
gaslicht. De kerken werden Zondag zoo goed
mogelijk verlicht met kaarsen en lampen. De
schouwburgen en vele winkels moesten Zaterdag
avond sluiten.
De heer Abbadie, lid van het Fransche
Institut, heeft zijn landgoed ïAbbadia", in de
Pyreneeën, geschonken aan de lAcadémie", met
een kapitaal van 400,000 francs, om daar een
laboratorium en een observatorium in te rich
ten, voor het samenstellen van een sterrencata-
logus. Als eenige voorwaarde heeft de erflater
gesteld dat op zijne bezitting nooit vivisectie zou
toegepast worden.
De 50-jarige Italiaansche luchtreiziger Char-
bonnet, die met zijn 19-jarig vrouwtje een
huweüjksreisje per balion over de Alpen naar
Frankrijk zou maken, is jammerlijk omgekomen.
Nabij Balme stootte de ballon tegen een bergtop,
waardoor de mand kantelde en Charbonnet met
zijne vrouw en twee medereizigers op een glet-
scher werden geworpen. O. viel de hersenpan te
pletter, de overige drie personen werden meer
of minder ernstig gekwetst.
In het laboratorium van prof. Strieker, te
Weenen, werden onlangs de proeven van het
innemen van cholera-bacillen, zooals dit.voor
eenige maanden door prof. Pettenkofer, te Miin-
chen, gedaan is, door zes personen herhaald.
Van deze bleven twee geheel gezondéen ieed
aan hoofdpijn, lichte koorts en slapeloosheid
twee hadden korten tijd diarrhee, en slechts éen
(de zwakste) werd meer ernstig ziek, doch her
stelde geheel. Bij geen der zes personen werden
verschijnselen van cholera waargenomen.
Met de ontdekking van een tweede Pompei' in
Griekenland schijnt 't mis te zijn 't kan Tho-
rikos niet zijn, doch een ten zuiden van Laurion
gelegen plaats der oudheid ook zijn de ruinen
niet eerst nu ontdekt, doch reeds eenige jaren
geleden, bovendien verkeeren de bouw wei ken
niet in beteren staat dan in honderd andere
ruinen van Griekenland.