Het is nog maar weinige jaren geleden,
dat wij, met iemand over de Schiedamsche
Symphonic- Vereeniging sprekende, in de rede
gevallen werden door zijn uitroep: de Schie-
damxcJie symphonie-vereeniging? U bedoelt
zeker die Hotterdamsche, waar ook een paar
Schiedammers meespelen Zeker konden wij
niet ontkennen, dat een groot deel der execu
tanten uit Rotterdam waren overgekomen en
er niet zoo heel veel stadgenooten bij waren.
Met bijzondere ingenomenheid zagen wij
gisteravond bij liet eerste concert, hetwelk de
symphonie-vereeniging in dit seizoen gaf,
zoovee! bekende gezichten, liet gelieele orkest
bestond bijna uitsluitend uit stadgenooten en,
wat het feit van te meer beteekenis maakt,
voor een groot deel uit jongeren, die zich
aan het bespelen van een instrument zijn gaan
wijden. l)it is een verschijnsel van zooveel en
zoo gplukkige beteekenis, dat wij eene beoor
deeling van het concert van gisteravond niet
beter tneenen te kunnen beginnen dan op
dit verschijnsel bijzondere aandacht te vesti
gen. Iladde de symphonie-vereeniging geen
ander resultaat dan dit, zij zou toch hooge-
lijk getoomd moeten worden, want zij toont
hierdoor zeer veel bij te dragen tot de ontwik
keling van den kunstzin in onze stad.
Die ontwikkeling heeft zich gisteravond
nog op bijzondere wijze getoond. De tijd ligt
nog niet zoo heel ver af, dat in deze zelfde
vereeniging een banaal stukje als Au Moulin"
van Gillet, waar een heuschelijk molenwiek-
geklapper zich deed liooren, daverend zou
zijn toegejuicht en minstens gebisseerd zou
zijn geworden. Door liet hooren van goede
symplionisclie werken is de smaak der leden
zooveel verbeterd, dat dit stukje maar matig
voldeed, daarentegen het Intermezzo uit de
»Cavalliera ru.sticana" van Mascagni zóo bij
zonder in den smaak viel, dat eene herhaling
verlangd en verkregen werd. Dank zij intus-
schen ook de voortreffelijke vertolking, die
niets te wensciien overliet. Het orkest was
over het algemeen zeer gelukkig, hoewel wij
niet ontkennen mogen, dat volgens onze mee
ning de fra'-eering in het eerste en derde
gedeelte der sArkadisclie Suite" te wenschen
overliet. Nu kan het zijn, dat de kleine zaal
daarvan eenigszins de schuld draagt, omdat
vooral in het eerste gedeelte de blaasinstru
menten zich nogal doen hooren en bij een
zoo kleine zaal allicht de figuren ineenvloeien,
maar het. wil ons toch bedunken, dat ook in
de Musis-za.d dit ineenvloeien door bet op
leggen van p, en p.p. aan de blaasinstrumen
ten ook waar die niet zijn voorgeschreven
door den dirigent had kunnen voorkomen wor
den. Wj vinden te meer grond voor dit
vermoeden, omdat de Ouverture »Don Juan"
aan die fout niet mank ging en deze de
blaasinstrumenten nog veel grootcre taak op
legt. Meenen wij onzen indruk niet te moeten
terughouden, waar die een minder goede is,
wij kunnen gelukkig daartegenover plaatsen
eene bijna vlekkelooze vertolking van het
tweede gedeelte der Suite, waarbij zich het
aangename verschijnsel voordeed, dat ook de
kleine soli zeer mooi geblazen werden door
dilettanten, terwijl ook de Don Juan-Ouver-
ture, die liet concert besloot, uitstekend ten
el,oor.; werd gebracht. Summa sumarum
Zeer vee! goeds naast weinig gebreken, een
gelukkige avond dus voor liet orkest en zijn
kumligen. energiekeu leider.
Als soii«ten traden op mej. J. N. alhier
en de heer Jacques J. Hofsteede van Rot
terdam, terwijl de heer Georg Rijken wel
willend de piano-begeleiding op zich ge
nomen had. Mej. N, is zoo bescheiden haren
naam achter initialen te verbergen, zij wil
zich hierdoor zelf als dilettante aanwijzen.
Hare initialen natuurlijk eerbiedigende, mee
nen wij, dat eene korte bespreking van
haar eerste optreden in het publiek haar
toch niet onaangenaam kan zijn, te min
der, daar wij zoovee! goeds kunnen zeggen.
Kwam het ons voor, dat mej. N. in het
sAve Maria" van Max Brucli zenuwach
tig was en dus nog niet geheel durfde,
die meening werd bevestigd door haar voor
dracht van drie liederen in de tweede afdee-
iing, welk aantal op verlangen van het publiek
nog met een vierde moest worden vermeer
derd. Mej. N. is in het gelukkige bezit van
eene niet sterke, maar allerliefste, omvang
rijke en glasheldere sopraanstem, zingt daarbij
door en door zuiver en draagt met veel ge-
vcel voorvooral hare pianissimo's waren
voortreffelijk, wij zouden liaast willen zeggen
dat zij dat zelf wel weet, want zij zingt met
bijzondere voorliefde pianissimo; waar zij liet
intusschen zoo mooi doet, zal men het haar
gaarne toestaan. Toont hare voordracht het
voortreffelijk onderwijs van haren leermeester,
den lieer Georg Rijken, met wiens gevoelvol
lief wiegeliedje mej. N, het meeste succes
behaalde, een bijzonder compliment mag deze
jonge zangeres wel hebben voor baar goede
uitspraakeen enkele maal toont zij nog
neiging, om van den icA-klauk een breeden
sisklank te maken schrecklisc/iem Dunkei,
nach frühliic/iem Tage, maar overigens con-
stateeren wij met groot genoegen, dat mej.
N,, wat de uitspraak betreft, tot de beste
jonge zangeressen behoort, die wij in langen
tijd gehoord hebben.
Van den heer Jacques Hofsteede, den jon
gen Rotterdamschen cellist, die aan het Brus-
selsche conservatoire den eersten prijs be
haalde, kan men nu reeds met gerustheid
zeggen, dat hem eene groote toekomst wacht,
wij hebben hier te doen met een kunstenaar.
Dat hij, nadat hij reeds vier nummers ge
speeld had nog tot een vijfde gedrongen
werd, spiak als het ware vanzelf, het pu
bliek wilde zich het genot, hem nog eens te
kunuen hooreu, niet ontzeggen. Wat ons bij
zonder opviel bij het spel van dezen jongen
kunstenaar, was de hooge muzikaliteit, die
zoowel in de keuze zijner stukken als in zijne
opvatting doorstraaldezijn breede, forsche,
zekere streek en daarbij volmaakte technische
vaardigheid vermochten zijne opvatting en
intenties geheel op het auditorium over te
brengen. Dat de techniek geen moeilijkheden
meer voor hem heeft, bewees hij door den
»Elfentanz" van David Popper, eene verzame
ling van technische moeilijkheden, die hij
zóo w st te overwinnen, dat liet pubiiek niet
eens merkte, hoe moeilijk dit werk te spelen
is. De heer Hofsteede heeft door zijn optreden
in liet concert van gisteravond velen aan
zich verplicht.
Een bijzonder woord van dank ten slotte
aan den heer Rijken voor zijn voortreffelijke
piano-begeleiding.
Waarschijnlijk wegens het gelijk tijdig piaats
hebben van andere bijeenkomsten was de
eerste openbare vergadering van Patrimo
nium", gisteravond in het lokaal sPaulus"
gehouden, slechts zeer matig bezocht.
De spreekbeurt werd vervuld door den
heer P. van Vliet Jr., van Arnhem, die een
belangrijke rede hield over ïPatrimonium's
roeping". Ter inleiding den ernst dezer tijden
besprekende, waarin liet vereenigiugsleven
zich zoo krachtig ontwikkelt, wees spreker
op de groote verscheidenheid alsmede op het
verschil in streven der werkliedenvereeni-
gingen. Meenen de meeste het wel zonder
godsdienst af te kunnen en trachten vele haar
doel te bereiken langs den weg van geweld,
jiPatrimonium" baseert zich op Gods Woord,
dien machtigen factor in den strijd om 't
bestaan, waardoor wij worden weerhouden
van muiterij en geweldpleging.
De tijdsomstandigheden zijn anders, en veel
ernstiger en neteliger dan vroeger, doch om
trent de oorzaken daarvan loopen de meenin
gen zeer uiteen. Grove misstanden, schreiende
nooden verwijderen menschen en standen
onderling, schokken het vertrouweu in elkaar.
Overdadige weelde grenst aan broodarmoede,
het stoomwezen ontneemt duizenden werk en
brood, verlaging van het peil der zedelijkheid
richt ontelbaar velen ten verderve, eigenbaat
en zelfzucht treden in de plaats van gerech
tigheid en mededeelzaamheid. Wel wordt
j door velen barmhartigheid en liefdadigheid
l beoefend, doch deze werken vernederend en
I menschonteerend. De vermogenden vermeer
deren steeds hunne bezittingen dermate, dat
vele anderen óf een ellendig bestaan hebben
I óf geheel wegkwijnenen wat dan nog van
die overdaad wordt afgestaan, is geen opoffe
ring, wordt niet eens gemist.
Ook onze wetgeving laat ontzaglijk veelte
wensciien, daar zij geen gerechtigheid kent,
I maar bevoorrechting van enkele klassen en
standen, 'tGemeenschappelijk vaderland wordt
door de mindere burgers verdedigddie
bovendien veel te lang in dienst worden
gehouden. In de fabrieken worden werkzaam
heden gevergd, welke hen die ze verrichten
tot machines maken en allen geest in hen
dooven vrouwen en kinderen worden aan
het familieleven ontwend en leven in krotten.
En bij al die ellende liggen uitgestrekte
velden en akkers braak, omdat de eigenaars
geen oog en geen gevoel hebben voor de
minder bedeelden. De drankduivel speelt zijn
parten en richt het volk ten gronde. nSluit
Schiedam is de eenige waarborg tot kee
ring van die volkszonde.
In al deze euvelen wijziging te brengen is
de heerlijke roeping van ^Patrimonium",
dat langs geleidelijken weg en met christelijke
beginselen de rotte, onchristelijke maatschap
pij uit haar zondestaat wil opbeuren.
Voor de gelegenheid tot debat meldden
zich twee personen aan, n.l. J. van Hees en
T. van Es. Eerstgenoemde verklaarde met
genoegen sprekers rede te hebben gehoord
en geheei in te stemmen met het beginsel,
dat van alle streven tot maatschappelijke
verbetering de godsdienst de basis behoort
te zijn. Naast deze instemming heeft opponent
evenwel een tweetal bedenkingen, en wel
lo. dat het wegnemen van machines uit de
maatschappij niet dienstig zou zijn aan de
industrie en beschaving; 2o. dat geheele
afschaffing van den drank ongewenscht zou
zijn, vooreerst voor Schiedam, waar steeds
zuivere waar wordt geleverd, anderdeels voor
de ryksschatkist, welke geen onbelangrijk
contingent daarvan trekt.
Door Van Es werd geopponeerd tegen de
afschaffing van groot grondbezit, daar deze
maatregel op den duur een tegenovergestelde
uitwerking heeft, getuige Australië en Enge
land. Hoewel hij met spreker dën drankduivel
bestrijdt, zou hij gaarne een surrogaat van die
industrie hebben. Bij laakt de houding van
onzen afgevaardigde ter Tweede Kamer, die
in al de jaren, gedurende welke hij zitting
heeft, nog zoo bedroevend weinig voor de be
langen van de Schiedamsche industrie heeft
uitgevoerd en volstrekt geen gemeenschap
heelt met zijne kiezers. De zegeningen dei-
arbeidswet kan opponent niet bespeuren, wan
neer hij in aanmerking neemt dat sedert hare
invoering tooneelen op straat plaats grijpen,
waarover een volwassene zich schamen zou.
Nog werd door een derde, die zich niet had
aangediend, in een grooten omhaal van woor
den een lans gebroken voor de studenten in
de godgeleerdheid ten opzichte van den alge-
meenen dieustplicht, waarvan de heer Van
Vliet een voorstander schijnt te zijn.
De heer Van Viiet, repliceerende, betuigt
zijn dank voor het welwillende en openhar
tige debat. Spreker wenscht geenszins de
machines weg te nemen en zou dit zelfs be
treuren; doch een billijke schadeloosstelling
aan de broodeloos geworden werklieden acht
hij zeer gewenscht. Ten opzichte van den
drank handhaaft hij zijn gevoelen. Groot
grondbezit is naar sprekers overtuiging niet
geoorloofd, ook op grond van Gods Woord,
waarin gesproken wordt van het akker aan
akker trekken door de Israëlieten, tengevolge
waarvan de overige bevolking tot slavernij
werd gedoemd. Met den opponent keurt spre
ker het gedrag van onzen volksvertegenwoor
diger af. De arbeidswet acht hij een zegen,
al heeft zij ook hare schaduwzijde. Studenten
in de godgeleerdheid behoeven volstrekt geen
uitzondering te maken ten opzichte van den
dienstplicht; boerenjongens moeten ook stu
die en werk verzuimen en zijn niets minder.
Laten allen dienen, dan kan de overdreven
diensttijd beperkt worden. Nog verklaart de
heer Van Vliet geen voorstander te zijn van
algemeen kies- en stemrecht, doch wel van
het ontwerp-Tak van Poortvliet, dat de be
staande kiassenvertegenwoordiging in een
werkelijke volksvertegenwoordiging zal doen
veranderen.
Met dank aan den spreker en de gebrui
kelijke ceremoniën werd de vergadering door
den voorzitter gesloten.
De gewone audiëntie van den minister
van koloniën zal Vrijdag 24 dezer niet plaats
hebben.
Het Dinsdag bij de Tweede Kamer inge
komen wetsontwerp tot regeling van het toe
zicht op het gebruik van stoomtoestellen
moet de belichaming zijn van het reeds vroe
ger in overwegiug genomen denkbeeld om
liet korps der tegenwoordige inspecteurs van
den arbeid en van dat der ambtenaren voor
het stoomwezen aan eene reorganisatie te
onderwerpen, met samensmelting van beide
tot den enkel korps en nadere regeling van
hunnen werkkring.
De benoemde tijdelijke referendaris bij het
departement van koloniën, jhr. mr. Van Wijck,
oud-gouvernementssecretaris van Ned. Indië,
zal optreden als chef van liet kabinet van
den minister.
De toestand van liet Tweede-Kamerlid
mr. Keuchenius is achteruitgaande. De krach
ten vari den patiënt verminderen.
De gure najaarsdagen brengen verwoes
ting aan in de st lederen der oud-strijders
van 1830-31.
Te Amersfoort stierven op den dag L. Rich
ter en J. R. Reulen, 86 en 84 jaar oud; te
Koedijk Jacob de Waal in 85-jarigen ouder
dom en te Noord-Escbmarke II. Keuzekamp,
eveneens 85 jaar oud.
Behalve met het Metalen Kruis, waren
allen ook versierd met de Citadel-medaille.
Te Berlijn is Maandagavond een tehuis voor
verpleegsters, een ïSchwesternheim", in Frie-
drichshain ingewijd, in tegenwoordigheid van
keizerin Frederik, vari verscheidene prinsessen
en van andere hooge persoonlijkheden. Daarbij
verleenden eenige musici hunne medewer
king, en onder hen de Hollandsclie dames De
Jong, Corver en Snijders. Zij hadden naar
de N. R. Ct. meldt veel succes en werden
voorgesteld aan de keizerin, die haar een com
pliment maakte over haren zang en zich ver
der ook zeer vriendelijk over de Hollandsche
meisjes in het algemeen uitliet. Het is merk
waardig moet de keizerin gezegd hebben
dat er in Holland niet alleen zoovele mooie
meisjes zijn, maar ook zoovele muzikale."
Onder de personen, met wie de jonge zange
ressen kennis maakten, was Virchow.
In de Rotterdamsche diergaarde zijn uit
Hamburg drie ijsberen aangekomen.
Te Delft breiden de pokken zicii meer en
meer uit. Thans is weder een geval gecon
stateerd in een gezin aan de Builenwatersloot.
De heer J. A. Smits van Nieuwerkerk,
onlangs te Dordrecht overleden, heeft naar
de JDordr. Ct. verneemt bij testament
bepaald, dat zijne coilectiën penningen, mun-