A". 1893.
ondag 3 en Maandag 4 December.
N°. 8416.
Eerste Blad.
Z ©venenveertlgste Jaargang.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag,
Binnenlaudsclie Berichten.
UITGEVER: J. ODÉ.
Abonnementsprijs, per kwartaal
jfrof!co per post, door het geheele Rijk
Afronderlijke nommers
ƒ11.85.
2.50.
- O.tO.
BirilEAtJï BOTER8TKAAT, E 2 7.
Advertentieprijs van 110 gewone regels met
inbegrip van eene Courantƒ1.10.
Iedere gewone regel meer- 0.10.
Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend.
DU nummer
bladen.
bestaat uit drie
Schiedam, 2 December 1893.
Wie zal er minister worden in de Frausche
republiek Deze vraag is in den loop der
•week nog niet opgelost, en, zooals 't wel eens
meer gaat by dergelijke gelegenheden, aan
gissingen heeft liet niet ontbroken, en beweeg
redenen, waarom zoo en niet anders de zaken
marcheerden, zijn er in menigte ontdekt en
gepubliceerd. Ia de eerste plaats is de pre
sident der republiek, Carnot, over den hekel
gehaald. Hij zou er weinig mee opgehad heb
ben, dat Casimir Périer, de tegenwoordige
voorzitter der Kamer van afgevaardigden, met
het vormen van een ministerie werd belast.
De tijd namelijk nadert, dat de president als
zoodanig zal herkozen moeten worden, en nu
zegt men, dat Casimir Périer bij die gelegen
heid wel eens als concurrent van Carnot zou
kunnen optreden. En deze lieer Périer zelf?
Haarfijn wisten de Fransche bladen te ver
halen, dat hij het liefst voorzitter der Kamer
bleef, met liet oog op de toekomst. Want
president der Kamer van afgevaardigden, dat
is een eenigszins stabiele betrekking, minister,
dat wordt men in Frankrijk vandaag, om
misschien morgen weer af te treden. En als
iungeerend voorzitter der Kanier beteekent
men toch als caodidaat voor den presidents
zetel vrij wat meer dan als minister in ruste.
Dus de heer Périer heeft aanvankelijk gewei
gerd de vorming van een nieuw ministerie op
zicli te nemende oud-minister van onder
wijs Spuller, de talentvolle bestrijder van Bou-
langer, heeft toen welwillend de zaak op zich
genomen, maar is niet geslaagd. Even, even
maar kwam een naam op het tapijt, die van
Constans, den gevreesde, voor den dagmaar
zijn uur schijut nog niet geslagen, en thans is
de heer Périer aan het werk getogen, en mis
schien vindt men nog heden de namen der
nieuwe conducteurs van de Fransche staats
machine gepubliceerd. lieden I 't zou wel
merkwaardig zijnvoor ruim veertig jaren
verscheurde op den 2n December de derde
Napoleon de Fransche constitutie. De repu
bliek van '48, de sociale, zooals men haar wel
eens heeft genoemd, met haar nationale werk
plaatsen, die spoedig gesloten werden, neigde
van dien dag ten ondergang. De Fransche
natie moest wel duchtig voor haar onderling
krakeelen boeten. Tegenwoordig is hier te
lande weer een kostelijk boek in veler han
den »Carlyle, de geschiedenis der Fransche
omwenteling".Ernstig de talrijk schoone blad
zijden van dit belangrijke werk overdenkende,
lezende hoe en wat het Fransche volk in vo
rige eeuwen heeft geleden, vraagt men zich af
"waarom er tegenwoordig niet meer tevreden
heid heerscht. En gaat men nog wat verder
terug, dan komt men aan den beruchten
Lodewijk den Elfde. ïWat brengt u uw
koninkrijk wel op?" werd hem gevraagd, en
zijn brutale antwoord was: sFrankryk is een
weide, die ik elk jaar afmaai, zoo kort of
zoo lang, als ik goedvind". Zoo is het dan
toch eenmaal geweest in Frankrijk en elders
ook. Waarom zijn de menschen dan niet wat
meer tevreden in Frankrijk en elders ook?
Deze vraag is er een, die we hier maar niet
als bij toeval neerschrijven. Ze wordt gedaan,
en niet het minst in Frankrijk zelf. Wil men
weten, wat n Frankrijk wordt gewerkt, ge
dacht en geschreven tegen het einde van
onze merkwaardige eeuw, men leze het werk
van den Parijschen predikant Wagner, ge
titeld Jeugd". Wat zegt hy op een der eerste
bladzijden van zijn boek? b Indien wij een
mensch uit de voorbijgegane geslachten eens
onder ons terug konden brengen, en hem al
de wonderen toonen, die onze eeuw aan de
wetenschap is verschuldigd, dan zou hij zeker
van de eene verbijstering in de andere vallen,
en zeggen»Zoo hadden wij ons de gouden
eeuw gedroomd". Zonder twijfel moet de
mensch van heden zich gelukkiger gevoelen
dan die van vroegerhij moet beter, en meer
zich zeiven meester geworden zijn. Daar hij de
natuurwetten beter kent, moet hij niet kunnen
nalaten zijn leven daarnaar in te richten.
De ziekten, de armoede en ellende van het
leven zijn hem onbekend. Hij heerscht met
kalmte over gehoorzame krachten. Wat hem
eertijds verpletterde, draagt hem nu. Het vuur
is voor zijn wagen gespannen, de bliksem is
zijn bode. Hoe moet dit koningschap hem
veredelenDe geschiedenis der menschen
heeft hem te gelijk lessen van vrijheid, van
verdraagzaamheid en van barmhartigheid ge
geven. Welwillendheid moet heersehen op
de grenzen van elks vaderland. Rechtvaardig
heid regeert de personen en de samenleving.
Daar de menschen van hun jeugd af opge
voed zijn in het gevoel hunner waardigheid,
moeten zij vrede en broederlijke gezindheid
doen bloeien op diezelfde aarde, die hunne
voorouders met öloed besproeiden. Gelukkig
de jeugd, die de erfgenaam is van zttlk een
wereld
Aldus de Franschman, die echter, hoe
hooggestemd hij ook voor een oogenblik is, niet
vergeet de keerzijde der medaille met den
meesten ernst te beschouwen. De keerzijde
der medaille, dat is, bij al het goede, dat onze
tijd boven vroeger eeuwen te genieten geeft,
de som der nooden en behoeften, die aaulei-
ding geeft tot een ontevredenheid, welke
de atmosfeer in alle werelddeelen vervult.
Schilders van deze ongunst der tijden, we
behoeven ze in Frankrijk niet te gaan zoeken.
We hebben ze ook, en wel van de soort, die met
donkere verven zeer gemeenzaam weten om te
gaan, en als ze dan aan het werk tijgen op een
dag als den eersten December 1893, dag zonder
licht en vol naargeestigheid, zou de schildering
schier beangstigd maken, 't Trof op dien dag,
dat de staatsbegrooting in de Tweede Kamer
eindelijk aan de orde kwamhet algemeen
debat werd ingeleid door een lid der liberale
party, den heer De Beaufort uit Amsterdam;
de politieke hemel was bij geen der partijen,
die in ons parlement zetelen, volgens den
spreker helder, maar bovenal boezemden
hem de maatschappelijke toestanden bezorgd
heid in. Hij sprak van een worsteling tusschen
vrijheid en staatsalmacht, en wees op het be
denkelijke feit, dat de lagere standen voort
durend tot ontevredenheid worden aangezet, en
dat aan deze standen beloften worden gedaan,
tot wier vervulling niemand in staat zal zijn.
Hij wees op de eischen des tijds leerplicht,
dienstplicht en werklieden-pensionneering.
Mochten deze eischen als wetten belichaamd
worden, de vermogensbelasting zou zeker ver
dubbeld moeten worden, en, zoo voegde de
spreker er bij, wie zou daaraan durven den
ken? Leerplicht, dienstplicht, werklieden-pen-
sionneering, ons dunkt, lichtpunten aan den
maatschappelijken hemel, die, mochten ze in
werking treden, de heerschende ontevreden
heid vrij wat zou verminderen. En nog was
de heer De Beaufort met zijn sombere
teekening niet gereedde nederlaag der
liberale partij was hel slot van zijn droef
geestig betoog. Andere sprekers bleven uiet
achter, om wat helderder kleur, wat meer zon
in de teekening te brengen; zoo de Iieeren Heldt,
Schuepman en Kerdijk, welke laatste niet
aarzelde te verklaren, dat er voor hem in de
gelederen der liberale partij geen plaats meer
zou zijn, indien deze niet, ernstig en kalm,
zich de belangen der misdeelden in de maat
schappij aantrok. Juist zoo, dat is de schoone
taak ook der liberale partij bevordering van
het geluk van het individu, dat is iets anders,
iets meer dan het geluk van de menschheid.
De rede van deo heer Yan Houten verdient
een afzonderlijke bespreking, en de slotsom,
de algemeene indruk van het gesprokene in
's lands vergaderzaal op dezen donkeren
Decemberdag is deze de zucht naar levens-
practijk begint het te winnen tegenover de
redeneeringeu over levenstheorie.
SCHIEDAM, 2 December 185)3.
Vergadering van den raad der gemeente
Schiedam, Dinsdag den 5n December 1893,
des namiddags ten kwartier voor 2 ure.
Onderwerpen
1. Ingekomen stukken.
2. Onderzoek van de geloofsbrieven van de
nieuwbenoemde raadsleden, de heeren M.
Kranen en M. Elzevier Dom.
Benoemen van
3. een lid in de commissie van toezicht
op het lager onderwijs.
4. een niet-arnbtelijk lid en plaatsverv. lid
in de commissie van aanslag, bedoeld in art.
"19 ib en 2 der wet tot heffing der be
lasting op bedrijfs- en andere inkomsten.
Beraadslagen over
5. Voorstellen van burgem. en weth. tot
wijziging der gemeentebegrooting voor 1893.
6. Voorstel van burgem. en weth. tot het
geven van gymnastiekonderwijs aan de open
bare «chool met uitgebr. leerplan voor meisjes.
7. Voorstel van burgem. en weth. tot het
stichten van een nieuw schoolgebouw voor
de school met uitgebr. leerplan voor jongens,
het opheffen van de burgerschool voor lager
onderwijs, en daarmede in verband staande
voorstellen.
8. Voorstel van burgem. en weth. met
betrekking tot de voorgenomen nieuwe nom-
mering der panden in deze gemeente.
9. Ontwerp-verordening van de raadsleden
de heeren Van Erpecum, Schuurman en De
Groot, waarbij de raad het benoenen en ont
slaan van gemeente-ambtenaren en bedien
den aan anderen opdraagt, krachtens art. 145
der gemeentewet.
10. Adres van A. H. Ris, wed. E. de Koning,
om toekenning van eenig jaargeld uil de ge
meentekas.
11. Adres van S. E. Maas e. a., allen leden
eener alhier bestaande lawn-tennisclub, om
voor de oefeningen dier vereeniging gebruik
tc mogen maken van liet overdekte bassin
bij dn ruïne van Mallienesse en rapport
daarop der commissie van fabricage.
12. Ontwerp-strafverordening, regelende
liet toezicht op vleescli en vis®
En verdere voorstellen en mededeelingen.
Door
noemd tot
burgemeester
en wethouders is be-
graanmeter-weger J. Bexterman,
In de groote zaal der nOfficieren-Vereeni-
ging" gaf de gymnastiekschool gisteravond
haarjaariijksche openbare les, welke, de weers
gesteldheid in aanmerking genomen, vrij goed
bezocht was. al waren meerdere uiuioodigm-
gen onbeantwoord gebleven dan ten vorige»
jaren.
In korte lessen, bestaande uit de voor
naamste oefeningen, werd de gelieele «chool
doorloopen. Bij de kleinen zag men hei kinder
spel zich ontwikkelen tot gymnastiek het in
beweging brengen der spieren in aangegeven
tijdsmaat; het commando was hier vervangen
door liet kinderdeuntje. Het gelieele pro
gramma werd met succes afgewerkt, van de
eerste beginselen tot en met de toestcloefe-
ningeu een afzonderlijke vermelding vei dient
de jongensclub aanstaande leden van vereni
gingen, onder wie uitstekende krachten schui
len, welke op vetdere ontwikkeling wachten.