A0. i893. Zondag en Maandag 11 December. N°. 8421 jEerste Blad, anenveertig-ste Jaargang. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd Dinsdag, UITGEVER: J. ODÉ. BUREAU: BOTBBSTRA AT, E 37. Binnenlandsche Berichten. Schiedam, 9 December 1893. Op het Binnenhof ziju de algemeene be schouwingen, die bij gelegenheid der staats- begrooting worden gehouden, afgeloopen, en hoofdstuk IV, Justitie, is reeds een heil eind gevorderd. Het algemeen debat heeft leerrijke momenten opgeleverd. De rede van den heer Mees durven we uit een practisch oogpunt wel een van de belangrijkste noemen, die bij deze gelegenheid ziju gehouden. Over -staatsbemoeiing en staatsalmacht werd bij deze gelegenheid vrij wat gedebatteerd. Kon het ook anders? Dit is zoo wat het thema van den dag. De heer Mees meende, met .een zekere nuchterheid, dat zij, die zoo- .zeer zijn voor staatsbemoeiing, wanneer ze voor de oplossing van concrete vraagstukken -worden geplaatst, wel wat wijn in hun water zullen moeten doen, wel tot wijziging in hun denkbeelden zullen worden gedwongen. De toe stand van de financiën van den staat der Nederlanden is volgens den heer Mees op het oogenblik niet verontrustend, maar we moeten toch voorzichtig zijn op het punt der financiën, -en een zekere geest van zuinigheid moet ons parlement blgven beheerschen. Want, en deheer Mees was inditgedeelte van zijn betoog bi uitnemendheid practisch, welke belastingen heeft de Nederlandsche ■staatsburger thans niet te betalen Men jschrikke niet: personeel, vermogens- en be drijfsbelasting, en niet te vergeten, gemeente belastingen. Is niet de grens, tot welke men op dit punt komen mag, bijna bereikt? En wat staat nog in het vooruitzicht? Leerplicht, die groote offers na zich zal sleepen! Verbetering van het financiewezen der gemeenten! Roepen niet de gemeenten als •om strijd om geholpen te worden? En heeft dit voegde de heer Mees er nu eens niet bij ook de staat de gemeenten niet tot groote ■uitgaven verplicht, volgens gedecreteerde rijks wetten Amsterdam heeft thans reeds twee en ■■tachtig, zegge twee en tachtig scholen te •onderhouden, waar kosteloos onderwjjs wordt gegevenEn de heer Mees gaat voort »ligt niet reeds pensionneering van oude werk lieden in het verschiet? Zal onze defensie niet meerdere offers eischen? Wie zal dat -alles betalen? Waar komen de millioenen voor al die doeleinden vandaan?" De heer Mees kan zeer ondeugend zijn. Vroeger, zoo betoogt hg, ging de aandrang 'tot zuinigheid steeds van de parlementen, van de vertegenwoordiging uit. Thans is dat anders goworden. Nu is het de vertegenwoordi- -8>ng» zijn het haar leden, die voor verschil lende doeleinden gelden uit de staatskas 'trachten te bekomen. En in het vervolg zal Abonnementsprijs, per kwartaal Franco per post, door het geheele Rijk Afzonderlijke nommers Dit nummer bestaat uit drie bladen. t 1.85. - 2.50. - 0.10. Advertentieprijs: van 1—10 gewone regels met inbegrip van eene Courant:M iö. Iedere gewone regel meer- 0.10. Driemaal geplaatst wordt tegen tweemaal berekend. dit er niet beter op worden. Wanneer een maal liet kiezerskorps is uitgebreid, zal de groote meerderheid der kiezers de belastin* gen kunnen leggen op de schouders van een betrekkelijk klein aantal personen, terwijl de tegenwoordige kiezers elke vermeerdering van belasting op hun belastingbiljet gewaarwor den. Jt Is wezenlijk geen gouden eeuw, die de heer Mees aankondigttroosten we ons met de gedachte, dat die gouden eeuw vroeger ook niet bestond, maarvoegen we er bij sdat ieder zich toch, en wel zoo spoedig mo gelijk, bewust worde, dat we in een ernsfigen tijd leven, die groote offers vraagt van allen, welke wat te offeren hebben Of er nu al velen in den lande zijn, die zei ven zoo min mogelijk in die lasten zouden willen deelen, dat helpt niet, we staan voor de onverbidde lijke logica der feiten. De minister van financiën was vrij opge wekt, optimistisch moeten we zeggen, gestemd. Het Handelsblad zegt hiervan ïDe minister Pierson hoopt veel van den natuurlijken groei in de opbrengst der belastingen, in de ver hoogde opbrengst tengevolge van de meerdere welvaart der bevolking zonder verhooging der heffing. En ongetwijfeld is dit de aangenaamste bron, waaruit een minister van financiën put ten kan. Of die bron evenwel zoo ruim zal vloeien, dat de schatkist aan de haar op veler lei gebied te stellen eischen zal kunnen vol doen, is minst genomen, aan twijfel onderhevig. Tegenover een natuurlijken aanwas der mid delen staat immers een natuuilijke aanwas der gewone uilgaven, ook zonder dat die groote nieuwe nog in rekening komen. Dit is zeker te hopen, dat, welke richting in de toekomst ook aan het bestuur kome, zij door drongen zal zijn van den onafwijsbaren eisch, de geldmiddelen in voldoenden staat te hou den. Er mogen financieele maatregelen ge nomen worden, die men afkeurt, men mag het mes diep, te diep zetten in verschillende bronnen van inkomsten, zoodat terecht over hardheden geklaagd wordt; dat alles is te genezen en geneest veelal zich zelf. Doch ver geet een regeering haren plicht om de finan ciën te doen beantwoorden aan de eischen door de schatkist gesteldlaten wij wen- schen, dat Nederland ten allen tijde voor een dergelijk bewind zal gespaard blijven, want dan zou niet alleen de ondergang van den staat, doch tevens de ontbinding der maat schappij in het verschiet zijn. Slechte finan ciën zijn steeds de zekere voorboden geweest van een naderende revolutie. We vernamen verder vau den minister van financiën, dat het hem een teleurstelling zou zijn, indien de herziening van de wet op het personeel en de successie niet vóór 1 Mei a.s. werd tot stand gebracht; doch bepalen kan de minister dit niet, want het hangt van hem alleen niet af. We gelooven, dat de minister een verbazende werkkracht en een goeden wil heeftmaar als we twijfelen aan de invoering der beide genoemde wetten, zullen we in dien twijfel niet alleen staan. Nog veertien dagen, en de Kamer gaat naar liuis. Komt ze in Februari terug, dan zal toch wel de kieswet voor behandeling rijp zijn, en wat het lot daarvan ook zij, dat daarna of daai'tusschen terstond personeel en successie zouden worden behandeld, we kunnen het moeilijk aannemen. Nu nog een woord over het door den minis ter van buitenlandsche zaken gesprokene. e hebben hier vooral het oog op een hoogst gewichtig punt, door den premier behandeld de nooden. De taak, die te lenigen, is bij de particulieren en kerkgenootschappen. De vraag is alleen, of de bestaande wetgeving voldoende is, en die vraag moet de regeering bezighouden in verband met de middelen, die kunnen worden aangewend tot bestrijding der armoede. »Men moet waken", aldus sprak de heer Van Tienhoven, »dat men, terwijl men een monster bestrijdt, er niet een schept, dat veelhoofdiger is dan liet eerste. In ant woord aan den heer Heldt, die de regeering had uitgenoodigd eens tegenwoordig te ziju bg het uitgaan der kostelooze scholen in de arme wijken van Amsterdam, verzekerde de minister, dat hij we! degelijk met die kinderen en die wijken heeft kennis gemaakt, meer nog, dat ook de woningen der armen hem niet vreemd warenen dan heeft hij vaak onder vonden, dat de toestand de schuld der ouders was, en dat met hetzelfde inkomen het eene gezin rondkwam, het andere in diepe ellende verkeerde. Met zulke verschijnselen moest men vooi-zichtig zijn. Jarenlang is de minister te Amsterdam getuige geweest van onberaden huwelijken. In dien toestand kan geen wet verandering brengen. Slechts de werking van den eenen mensch op den anderen kan baten, van de hoogere standen, van de onderwijzers, van de kerk, om door zedelijke middelen tusschenbeide te komen." Tot zoover de minister van buitenlandsche zaken. Hij heeft met zijn laatste opmerking den vinger gelegd op een wondeplek in de maatschappij. Moge zijn uitnoodiging aan allen, die kunnen mede werken tot verlevendiging van het gevoel van verantwoordelijkheid onder grooten en kleinen, in goede aarde vallen I SCHIEDAM, 9 December 1893. Naar aanleiding van een door ons overge nomen bericht in zake vervalschiug van Hol- landsche gist in Engeland geconstateeid, dee len wij mede, dat het blad, hetwelk deze zaak publiceerde, n.l. Food and Sanitation, verklaart, dat niet bedoeld werd de Ver- eeniging van Gisthandelaren" te Schiedam. {ildbl. v. H. B.) De 13-jarige Jan Mak, wonende in de Zalm straat, in dienst by den melkboer Mt-yer aan den Dam, die hedennamiddag met den melk wagen vau zijn baas, loopende tusschen de hoornen, de Oude Sluis afreed, is, doordien hij dien wagen niet houden Jcon, tusschen dien wagen en de balie, staande op den wal kant aldaar, bekneld geraakt, tengevolge waarvan hg beide beenen boven de knie heeft gebroken. Ingedragen in het koffiehuis van de wed. Barneveld, is hem daar de eerste hulp door den geneesheer Rutschy verleend, waarna hg naar het ziekenhuis is vervoerd. H. M. de Koningin-Regentes heeft benoemd tot kamerheeren van H. M. de Koningin: nr. W. P. graaf van Bylandt, commies aan het ministerie van buitenlandsche zaken, en graaf van Limburg Stirum, jagermees- ter van g. M. de Koningin, en tot kamerheer in buitengewonen dienst van H. M. de Koninmn. jhr. H. A. Clifford. Bij kon. besluit is bepaald, dat de geheele erflating van mevr. de wed. Beens ten voor dele komt van het Oude-Vrouwenhuis te Breda. Familieleden hadden tegen de erflating geprotesteerd. e Koningin en de Koningin-Regentes hebben aan den commissaris der Koningin van riesland doen toekomen eene gift van f1500 voor de ramp, die den 1n December J.L. het visschersdorp Wierum heeft getroffen. De Koningin is door aankoop eigenares geworden van eene schilderij van Alma Tadema, voorstellende een Romeinschen pot ten akker, onlangs te Amsterdam ten toon be steld. e pi otograaf Broersma, te Leeuwarden,' heeft van de Koniugin-Regentes vergunning gekregen om eene kort geleden op het Loo door hem gemaakte photographie van Koning in iihelmina in Friesch kostuum in den handel te brengen. Deze photographie is de eerste voor wie de ngin in riesch kostuum heeft geposeend, en is zeer goed geslaagd. e minister van financiën heeft in de com missie van advies in zake de instandhouding en verbetering van het Haagsche bosch be noemd en heer H J. Lovink, directeur der Nederl. heidemaatschappij, te Wageningen. De oud-minister Geertsema, wiens toestand de vorige week bezorgdheid wekte, is thans herstellende. De oud-minister Kappeyne van de Coppello is, naar wy vernemen, ernstig ongesteld. (A\ B. Gt.) n de zitting der Tweede Kamer heeft gisteren een id gecollecteerd voor de nage- latt Jetrekkingen der verongelukte visscbers te Wicrum.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1