Biniicnlandsclie Berichten. alle leden, die zonder geldige redenen afwe zig zijn, gevankelijk naar het vergaderlokaal te brengen Die maatregpl heeft reeds ter stond gewerkt, want den volgenden dag kon het Huis de debatten voortzetten. EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Zitlmg van 9 Januari, Ingekomen zijn de geloofsbrieven van den heer Geertsemn. Voorts eene dankbetuiging van den president der Fransche Kamer, voor het gegeven bewijs van sympathie. Zonder stemming werd aangenomen het ontwerp betreffende de lijsten der hoogstaan geslagenen, nadat de regeering verklaard had die ter bekrachtiging te zullen voordragen. Bij de behandeling van het ontwerp tot wijziging van den suikeraccijns kwamen de heeren A. Prins en Rahusen sterk op tegen de bescherming der beetwortelsuikerfabricage. Hij wenschte invoering van het entrepot- j stelsel om alle bescherming te doen verdwij nen. Toch zouden zij, ofschoon met tegenzin, voor het ontwerp stemmen. De heer Sassen achtte de bezwaren over dreven en wees op de groote voordeelen der tegenwoordige regeling voor den landbouw en den werkenden stand. Hij betreurt wel dat dit slechts 3 jaar zal duren, waardoor eene uitbreiding der fabricage in het noorden wordt j tegengehouden. 1 De lieer Muller bestreed sterk de protectie; in alle andere takken van industrie heeft vrijheid geleid tot bloei. Waarom enkel de j beetwortelsuikerindustrie beschermd? j Nadat de minister van financiën het suiker- ontwerp had verdedigd, is dit aangenomen zonder stemming. De Kamer is daarna gescheiden. SCHIEDAM, 10 Jauuari 1894. De zangvereeniging »St. Gregcius" gaf gisteravond in Musis Sacrum" eeneuitvoe- ring voor hare leden en genoodigden, welke j door een talrijk eu verscheiden publiek werd j bijgewoond. Het koor, dat de soiree opepde met een drietal kerkelijke liederen, waarvan Mozarts «Ave vermn" het best voldeed, ontwikkelde zijn kracht vooral in »Gruss an die heilige Nacht" van Bruch, dat goed ingestudeerd •was, alsmede in sChristnacht" van Hiller, dat den avond besloot. Mejuffrouw Johanna Se'yn en de heer H. P. Brinkman, beiden van 's-Gravenhage, goede bekenden bij »St. Gregorius", hadden we derom de solo-partijen op zich genomen. Eerstgenoemde bracht ten gehoore»Cavatine" van Weber, «Du bist die Ruh" van Schubert, >Mein Liebsler ist ein Weber" van Hildach en «Wiegenlied" van Petri, welke wegens de naïe - voordracht een zoo luid applaus uitlokten, dat een extra nummer onvermij delijk was; hiervoor viel de keuze op Hut- schenruijters «Breistertje". De heer Brinkman gaf «Erlkönig" van Schubert, nChavité" van Faure, sWeiehnach- ten" van Gounod en «Dies Irae" van Verhulst ten beste, waarvan het tweede en het laatste het meeste succes hadden. Het nog niet voldane publiek genoot vervolgens nog «Spiel- rnannslied van Nicolai. Ten slotte mag, behalve aan den directeur, den hees- A. M. den Draak, ook aan den be kwamen accompagnateur, den heer H, Veu- gelers, een woord van waardeering voor zijn pianospel niet onthouden worden. Gisteravond gaf Gemengd Koor" te Rot terdam wederom een zeer goed geslaagd concert onder leiding van zyn talentvollen directeur, den heer Georg Rijken. «Das Paradies und die Peri" van Robert Schumann werd door solisten en koor uit muntend vertolkt. Jammer echter dat daarin zoo veel voor de solisten en zoo weinig voor de koren is geschreven, want de koren hebben als altijd keurig gezongen; vooral mag dit gezegd worden van het slotkoor van de 2e afdeeling en het koor: »0 heil'geThranen" etc., welke beide koren onverbeterlijk gezon gen werden. Als solisten traden op mevrouw Haase Bosse als sopraan. Met veel gloed zong zij hare veel omvattende partij. Mej. Lüning als alt bracht alle aanwezigen in verrukking door haar prachtig geluid er. uitmuntende voor dracht. De lieer Hermann Kirchner van Ber lijn als tenor zong zijn partij zeer goed, docli met weinig gloed. De heer F. H. van Duinen van Amsterdam voldeed ons beter als bariton dan als bas; hij beschikt over een schoone stem en zingt fijn genuanceerd. Het quartet der 4 Poris voldeed zeer goed. Zeker mag «Gemengd Koor" op zulk een uitvoering trotseh zijn en mochten er ver moedelijk om de vinnige koude, niet zóo velen als op het laatste concert zijn opgeko men de talrijke schare welke de groote zaal der sociëteit «Harmonie" bijna geheel vulde stelde door het herhaald applaus de verdienste van den directeur zeer op prijs. Als bewijs dat de brievenposterij ook brieven weet te bezorgen, waarop geen bestemmings plaats voorkomt, diene het volgende Onlangs verzond iemand te R. een brief zonder de plaats van bestemming er op te vermelden. Na vele information, zooals bleek aan de keerzijde van het adres, kwam de brief alhier aan en werd hij aan den bedoel den persoon ter hand gesteld, nadat deze zijn naam en beroep had opgegeven. H. M. de Koningin-Regentes heeft uit naam van H. M. de Koningin f 100 en uit haren eigen naam f50 ten geschenke gegeven aan het uilkeeringsfonds bij overlijden van leden der vereeniging «Beurs voor den Diamant handel". De gewone audiëntie van den minister van oorlog zal Donderdag 11 dezer niet plaats hebben. De minister van buitenlandschezakenbrengt ter kennis van belanghebbenden, dat blijkens bericht van den consul-generaal te Athene, het additioneele uitvoerrecht op olijfolie in de havens van Ermione en Skiathos respec tievelijk tot '1 centime per oka en percent ad valorem is verminderd. St.-Ct In de afdeelingen van de Eerste Kamer is heden het onderzoek aangevangen van de staatsbegrooting voor den dienst 1894. Met het oog op den tijd, welken het op maken der verslagen en regeeringsantwoorden vereischt, wordt de openbare behandeling tegen het laatst van deze maand men noemt 29 Januari verwacht. Deze stand der werkzaamheden maakt het twijfelachtig, of de Tweede Kamer in de eerste week van Februari zal kunnen bijeengeroepen worden. De afgetreden gouverneur-generaal van Ned. Indië, de heer Pijnacker Hordijk, neemt, naar de Dordt. Ct. verneemt, niet deel aan de voorbereiding der zitting van een internatio naal koloniaal instituut te Brussel. Mr. v. Houtens Zevende Brief. Over de waarschijnlijkheid van de vorming van een z.g. jik i e s w e t - p a r t ij" uit de liberalen, welk gevaar mr. v. H. geringer schijnt geworden, schrijft hij De vertegenwoordiger der radicalen, de heer Gerritsen, schitterde bij het begrootings- debat door afwezigheid. Vermits zijn groep er naar streeft het vereenigingspunt te wor den der door den heer Tijdens gedachte kies wet-partij, was de onthouding van haar woordvoerder opvallend. Er zijn slechts twee verklaringen voor zijn stilzwijgen. Of hij be greep, dat het getij verloopen is, waarin zulk een kieswet-partij mogelijk was, en wilde niet in het isolement van den heer Tijdens deelen, of welhij ziet in, dat die z.g. kies wet-partij voorshands een partij-Tok sant phrase moet zijn, en wenscht den invloed van haren eventueele', leider in andere krin gen dan de radicale niet te verzwakken, door zich al te dicht naast hem te plaatsen. Over de homogeniteit van het ministerie geeft mr. v. H. als zijn oordeel het volgende ten beste Hoe weinig onze ministeries gewoon zijn collegiaal te werken, is bekend, en het tegen woordige Kabinet maakt in dit opzicht geen uitzondering. JPro forma worden de wetsont werp en in den ministerraad behandeld, maar in dien raad geldt het«heden wij, morgenu". Wil een minister zich te zeer verdiepen in de zaken, die een ander voorstelt en te ver dedigen heeft, dan moet hij op zijn beurt inmenging van ambtgenooten in zijn eigen zaken verwachten, en zoo geven zij elkander wederkeerig nagenoeg vrije band. Bij verschil wacht men af welke houding de Kamer aan neemt. Zoo bracht verschil over de koloniale staatkunde het tweede min.-Thorbecke eerst tot ontbinding, toen de cultuurwet voor be handeling in openbare zitting gereed was. Over de wet-Bergansius was liet Kabinet- Mackay verdeeld. Het is zeer mogelijk, dat tot dusver alleen een enkel hoofdbeginsel van het kiesrecht, als b.v. toekenning van dat recht aan hen, die in eigen onderhoud en dat der hunnen voorzien, in den ministerraad ter sprake is gekomen, doch de uitwerking van dat beginsel, waarover nu het verschil loopt, nooit het onderwerp van gezette overweging in den boezem van het Kabinet is geweest. Over de aanstaande verhouding van Kabinet en Kamer zegt hij: Gelijk bij het voorstel-Ilintzen is gebleken, zweert de meerderheid der Kamer niet bij het woord des ministers Tak en heeft zij ook geen plan zich op Duitsehe wijze te laten kneden.De beslissing der Kamer, waar door Taks halfslachtige oplossing van dat geschilpunt ter zijde gesteld werd, is een baken voor 'tgeen de meerderheid met de kieswet zal doen, indien de reg, slechts ten halve aan haar hoofdbezwaar zou willen te gemoet komen. Alleen met dit onderscheid, dat bij het voorstel-Ilintzen een positief re sultaat bereikbaar was, zonder verandering van ministerie, terwijl, om de kieswet tot stand te brengen, de leiding uoodig is van een met de meerderheid homogeen Kabinet. Over de verkiezing te Goes schrijvende, zegt Be Maasbode, «dat hij, die alleen op het bekende afgaat, en met den politieken toestand rekening houdt, van R.-k. zijde alleen zijn stem kan geven aan den heer Lob man, die de wet van den heer Tak, zooals zij daar ligt, niet wenscht aan te nemen. Men steunt hem dus niet, omdat hij anti-revolution- nair is, maar wijl hij in de gegeven omstandig heden de man is, van wien men hulp kan verwachten tegen de kieswet. De Kamer van koophandel te Middelburg, evenals de afdeeling aldaar van de vereeniging tot bevordering van fabrieks- en haridwerks- nijverheid in Nederland, is van oordeel dat de invoering van een octrooiwet noodig noch wenschelijk is. Gedurende de vorige week zijn den Nieu wen Waterweg ingekomen 69 schepen, waar van 6 zeilschepen. Alle bestemd voor Rotterdam. De Weesinrichting te Neerhosclt. Volgend verhaal is ontleend aan Van Hou- ten's tweede brochure Janus Verkerk (wonende te Cothen, adres den heer H.), die toen verpleegde was te Neer bosch, heeft aan tal van menschen reeds voor jaren en nu ook aan mij zooveel treurigs van zyn pleegvader Van 't Lindenhout verteld, dat daarover alléén eenë'brochure zou zijn samen testellen. Doch mendij tevreden met het vol gende Bedoelde Verkerk, die toen!7 of 18 jaar oud was, ontving zulke zware geeselingen van mijnheer, dat de burgemeester van Nijmegen zich er mede ging bemoeien, om er een stokje voor te steken. Op zekeren dag namelijk ontvingen Verkerk en nog twee jongens zulk een zware rammeling met een stuk touw of een karwats van v. 'tL* dat hun het hemd op den rug zat vastgekleefd doorliet bloed uit de toegebrachte verwondin gen. Zij begaven zich naar den genoemden burgemeester, deelden hem die wreedachtige handelwijze mede en lieten toen den bui™. meester hunne bloote ruggen zien. Hierdoor werd deze heer zoozeer overtuigd, dat hier opzettelijk nmrtelzucht in 'tspel was, dat hij terstond met de drie afgebeulde jongensnaar Van 't Lindenhout ging. Natuurlijk werd v.'t r L. ten zeerste geprezen door dien heer. Bij vroeg den jongens ook of zij van v. 't L. geld s verlangden voor de ondergane mishandeling, doch zij antwoordden weigerend, want zij moes ten dat geld toch direct weer afgeven. Zij wenschten alleen dat v. 't L. een paar dagen zou worden opgesloten in de gevangenis, doch dat ging natuurlijk niet. Ook vroeg de burge meester of zij niet bang waren dat zij nu nog meer slaag zouden kiijgen. Neen, mijnheer, antwoordde Verkerk, want meer pijn dan hij ons heeft gedaan, kan hij ons niet meer doen. De wraak van v. 'tL. over deze aanklacht bij de justitie bleef echter niet uit. Verkerk werd gedoemd om drie jaar lang, dag aan dag, van 's morgens tot 's avonds aan het zware wiel van de snelpers te draaien, welk werk op den duur nog voor geen paard was uit te houden. Zeker een schoone gelegenheid voorv.'tL, om zich op Verkerk te wreken. Na op die wijze drie jaar lang op dubbele wijze te zijn afgebeuld, wendde Verkerk zich ten tweeden male tot den burgemeester, die zich weder persoonlijk kwam overtuigen, dat die arbeid veel te zwaar was. Toen ver zekerde de burgemeester aan Verkerk, dat hij voorgoed van dat werk zou worden be vrijd. De burgemeester hield hierin woord en weldra was Janus Verkerk uit zijn positie verlost, doordien hij naar zijn geboorteplaats (Cothen) werd teruggebracht. Sedert de genoemde ruwe straffen zijn nu reeds 20 jaar verloopen en waarlijk, het is er niet beter geworden. Verkerk liet mij ook nog zijn hals en schou ders zien, die geheel door de klieren ver zworen zijn. Op den linkerschouder kan hij dientengevolge bijna niets dragen. Geen dok ter werd hiervoor echter geraadpleegd. En toen hem de keel eindelijk bijnadichtgezwollen was, trachtte mijnheer v. 't L. deze wonden te genezen door oplegging der handen en gebed. Niettegenstaande- dat moest toch de hulp worden ingeroepen van dokter Snelle te Nijmegen, door wien genoemde Verkerk bin nen korten tijd werd genezen. Waarom in zulke ernstige gevallen niet eerder geneeskundige hulp ingeroepen? Zaak—De Jong. De berichten omtrent de instructie in zake De Jong zyn in den laatsten tijd schaarsch. De instructie is dan ook zoogoed als ge sloten. Zij heeft weinig succes gehad in weer wil van de groote moeite en wanhopige pogin gen, door de justitie ingesteld om op het spoor der misdaden te komen, waarvan men zich overtuigd houdt, dat door De Jong ge pleegd te zijn. Hij blijft zich zeiven volkomen gelijk, houdt zijn onschuld aan vrouwenmoord hardnekkig vol; schrijft zelfs zeer gemoedelijke brieven aan de beide vrouwen, die natuurlijk besteld worden, doch steeds als onbestelbaar terug- keeren. De JoDg heeft echter de verzekering gegeven, dat wanneer zijn zaak voor de rechtbank komt, men raar zal staan te kijken. De beide vrouwen zal hij daar doen verschijnen. Als hij uit de gevangenis komt, heeft hij beloofd met verschillende lui te zullen af-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 2